[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Van Eijk c.s. over het uitstellen van de inwerkingtreding van de multiplier lucratief belang tot 2029

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026)

Amendement

Nummer: 2025D47563, datum: 2025-11-20, bijgewerkt: 2025-11-20 16:00, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36812 -45 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026).

Onderdeel van zaak 2025Z20228:

Preview document (🔗 origineel)


TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2
Vergaderjaar 2025-2026
36 812 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026)
Nr. 45 AMENDEMENT VAN HET LID Van Eijk c.s.
Ontvangen 20 november 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel L wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

1a. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdeel C, onder 1, met ingang van 1 januari 2029 in werking.

Toelichting

Het kabinet heeft ter uitvoering van de motie-Idsinga1 in het wetsvoorstel een maatregel voorgesteld waardoor de grondslag voor inkomen uit een middellijk gehouden lucratief belang wordt verbreed door middel van een multiplier, als de voordelen vanwege toepassing van de zogenoemde aanmerkelijkbelangvariant in box 2 zijn belast. Hierdoor wordt de belastingdruk op de betreffende voordelen uit een middellijk gehouden lucratief belang via deze grondslagverbredende multiplier in box 2 per 1 januari 2026 verhoogd tot maximaal 36%. Met dit amendement wordt de inwerkingtredingsdatum van de voorgestelde multipliermaatregel uitgesteld tot 1 januari 2029.

De voorgestelde aanpassing van de lucratiefbelangregeling heeft aanzienlijke gevolgen voor innovatieve ondernemingen, investeringsbereidheid en het bredere Nederlandse vestigingsklimaat. De maatregel verhoogt de effectieve belastingdruk op participatiebelangen op een wijze die afwijkt van vergelijkbare landen, terwijl juist toegang tot kapitaal, ondernemerschap en het kunnen aantrekken van talent essentieel zijn voor groei en innovatie.

Daarnaast staat de voorgestelde wijziging niet op zichzelf. Parallel worden belangrijke trajecten uitgewerkt, waaronder het advies van de Commissie Wennink, de nieuwe box-3-systematiek en de aandelenparticipatieregeling voor werknemers in start- en scale-ups. Deze regelingen grijpen inhoudelijk in elkaar. Een wijziging in de lucratiefbelangregeling vooruitlopend op die trajecten brengt risico’s met zich mee voor de samenhang, voorspelbaarheid en uitvoerbaarheid van het fiscale stelsel.

Ook de Belastingdienst voorziet extra uitvoeringslasten en meer complexe beoordeling achteraf, terwijl eerder onderzoek adviseert dergelijke wijzigingen pas door te voeren nadat het nieuwe box-3-stelsel is ingevoerd.

Dit amendement stelt daarom voor de inwerkingtreding van de voorgestelde wijziging uit te stellen tot 1 januari 2029. Dat biedt de benodigde ruimte om de maatregel integraal te beoordelen naast de andere trajecten en te komen tot één duidelijk, samenhangend en investeringsvriendelijk fiscaal stelsel dat innovatie, groei en ondernemerschap ondersteunt.

Het uitstellen van de invoering van de multipliermaatregel leidt ertoe dat er in 2026, 2027 en 2028 een budgettaire derving ontstaat van € 45 miljoen per jaar. Dit wordt gedekt door de Aof-premie voor deze jaren met 0,02 procentpunt te verhogen. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt verzocht de verhoging van de Aof-premie bij ministeriële regeling door te voeren.

Van Eijk

Inge van Dijk

Hoogeveen


  1. Kamerstukken II 2024/25, 36725, nr. 29.↩︎