[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Het Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken Handel van 19 november

Schriftelijke vragen

Nummer: 2025D47698, datum: 2025-11-21, bijgewerkt: 2025-11-21 13:41, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z20265:

Preview document (🔗 origineel)


2025Z20265

(ingezonden 21 november 2025)

Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de staatssecretarias van Buitenlandse Zaken over het Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken Handel van 19 november 

 

Herinnert u zich dat u tijdens het commissiedebat heeft aangegeven geen compenserende maatregelen te willen treffen voor de Nederlandse varkenssector, welke getroffen is door antidumpingsheffingen, ingesteld door China? 

Herinnert u zich dat u daarbij heeft gesteld dat compenserende maatregelen “in andere sectoren ook niet worden toegepast”? 

Kunt u voor deze bewering een volledige en concrete lijst verstrekken van sectoren waarop u doelde? Per sector: welke antidumpingheffing, welk percentage per lidstaat, welke schade, en welk besluit om geen compensatie te verstrekken was daarbij aan de orde? 

In hoeveel van deze door u genoemde sectoren bij vraag 3 gold, net zoals in de varkenssector, dat de betrokken bedrijven geen enkele verantwoordelijkheid droegen voor de buitenlandse heffingen of tegenmaatregelen, maar desalniettemin substantiële economische schade ondervonden?  

Erkent u dat in gevallen waarin Europese bedrijven schuldeloos door externe handelsmaatregelen worden geraakt, welke per bedrijf en/of lidstaat verschillen, het uitblijven van compensatie het level playing field binnen de interne markt kan verstoren? 

Indien dit niet het geval is, op welke wijze waarborgt de EU volgens u dan wél gelijke concurrentieverhoudingen? 

Bent u bereid, gelet op de structurele en eenzijdige risico’s voor de Europese varkenssector, uw eerdere positie te heroverwegen en zich in Brussel in te zetten voor tijdelijke compenserende of mitigatiemaatregelen, zolang de Chinese antidumpingsheffingen gelden? 

Indien het antwoord nee is, hoe beoordeelt u dan het risico dat Europese producenten blijvend worden benadeeld door geopolitiek gemotiveerde maatregelen waar zij zelf geen invloed op hebben? 

Hoe verhoudt bovenstaande antwoord zich tot de kwesties aangaande het concurrentievermogen en verdienvermogen van zowel Nederland en de EU? 

Is dit in lijn met de conclusies en aanbevelingen van het rapport Draghi?  
 

Kunt u deze vragen individueel en zo spoedig mogelijk beantwoorden, gelet op het feit dat deze vragen onvoldoende duidelijk werden beantwoord in het commissiedebat?