[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorgestelde wijzigingen

Bijlage

Nummer: 2025D48070, datum: 2025-11-25, bijgewerkt: 2025-11-25 11:31, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Besluit CDNI 2024-II-3 inzake wijziging van artikel 3.03 van de Uitvoeringsregeling van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart, Besluit CDNI 2024-II-4 inzake wijziging van artikel 6.03 van de Uitvoeringsregeling van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart en Besluit CDNI 2025-I-6 inzake wijziging van Aanhangsel IIIa van de Uitvoeringsregeling van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart; Straatsburg, 12 december 2024 en 3 juli 2025 (2025D48069)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage

Besluit 2024-II-3 regelt de hoogte van de verwijderingsbijdrage die jaarlijks wordt vastgesteld. Deze wordt per 1 januari 2026 vastgesteld op 12,00 euro per 1000 liter gebunkerde gasolie. Deze hoogte is noodzakelijk om de inzameling en verwijdering van olie- en vethoudend afval kostendekkend te houden.

Besluit 2024-II-4 regelt het schrappen van een numeriek bepaalde maximaal toelaatbare vervoerstemperatuur van zwavel in vloeibare toestand. Het schrappen heeft geen gevolgen voor de milieudoelstellingen van het CDNI-Verdrag en past binnen de tendens van het CDNI om de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen.

Besluit 2025-I-4 omvat de aanpassing van de definitie van “eenheidstransport”. De nieuwe definitie omvat de kern van eenheidstransport; namelijk dat de aard en samenstelling van de te vervoeren lading identiek dienen te zijn aan de vorige lading. Dit rechtvaardigt het achterwege blijven van een reiniging zonder dat er kans bestaat op een vervuiling (contaminatie) van de opvolgende belading. In het licht van dit besluit wordt de definitie van “verenigbaar transport” ook aangepast naar de wijze waarop dit in het CDNI-Verdrag is vastgelegd.

Besluit 2025-I-6 geeft een verduidelijking bij de toepassing van lid 4 onder C (transporten van goederen met een dampdruk van minder dan 5 kPa bij 20°C). Deze bepaling benoemt transporten waarbij een ontgassing van de ladingtanks na het lossen niet noodzakelijk is. Deze niet-brandbare stoffen zijn doorgaans minder vluchtig, hebben vaak een dampspanning van minder dan 5 kPa en kunnen daarom alleen met een relatief grote inspanning of helemaal niet ontgast worden. De bepaling is aangevuld met een indelingsregel uit het ADN over de verpakkingsgroep van het te vervoeren product. Aan de tekst van lid 4 onderdeel C is toegevoegd dat het hierbij gaat om transporten van goederen die volgens de ADN-voorschriften worden ingedeeld in verpakkingsgroep III. Hierbij gaat het om transporten die vervoerd worden in tankschepen en vermeld staan op de lijst 3.2.3. Tabel C in Deel 3 van het ADN. In deze tabel worden de gevaarlijke stoffen genoemd die zijn toegelaten tot vervoer in tankschepen. Hiermee ontstaat een duidelijke, uitvoerbare en aanvullende bepaling in dit artikel omdat de afzender van gevaarlijke stoffen in tankschepen volgens het ADN verantwoordelijk is voor het bepalen van de verpakkingsgroep (voor het transport), en het bepalen van de dampdruk van de goederen. De transporten van goederen uit verpakkingsgroep III hebben het karakter van minder gevaarlijke goederen volgens de definitiebepalingen uit het ADN.