WODC-onderzoek naar de gevolgen van lange detenties
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2026
Brief regering
Nummer: 2025D49542, datum: 2025-12-02, bijgewerkt: 2025-12-03 09:34, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.C.L. Rutte, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
- Beslisnota bij Kamerbrief WODC-onderzoek naar de gevolgen van lange detenties
- WODC-onderzoek naar de gevolgen van lange detenties
Onderdeel van kamerstukdossier 36800 VI-20 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2026.
Onderdeel van zaak 2025Z20981:
- Indiener: A.C.L. Rutte, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-12-18 13:00: Procedurevergadering Justitie en Veiligheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport ‘Gevolgen van lange detenties; een literatuurstudie naar de gevolgen van het leefklimaat in detentie voor langgestrafte personen’ aan. Dit onderzoek is verricht door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). Met dit onderzoek wordt uitvoering gegeven aan de motie van het lid Kuzu,1 waarbij verzocht is, om in het belang van de openbare veiligheid en goede zeden, middels een internationaal vergelijkend onderzoek, te onderzoeken welke sociale en maatschappelijke gevolgen lange gevangenisstraffen hebben voor veroordeelden.
Dit onderzoek is uitgevoerd tegen de achtergrond dat de afgelopen decennia verschillende beleidsveranderingen ertoe hebben bijgedragen dat meer gedetineerden in Nederland lang in detentie verblijven. Zo is in 2006 de maximaal op te leggen tijdelijke gevangenisstraf voor moord verhoogd van twintig naar dertig jaar. Sinds de inwerkingtreding van de wet Straffen en Beschermen in 2021 is de voorwaardelijke invrijheidstelling beperkt tot maximaal twee jaar. Ook is in 2023 een wetsvoorstel aangenomen waarin de maximale straf voor doodslag verhoogd wordt van vijftien naar vijfentwintig jaar. De groep gedetineerden die lang in detentie verblijven neemt toe, evenals de straf die zij uit dienen te zitten.
Het WODC heeft in het onderzoek gekeken naar wat er bekend is over de gevolgen van de omstandigheden van langgestrafte personen in detentie, op basis van een nationale en internationale literatuurstudie. Hierbij is gekeken naar zowel kwalitatief als kwantitatief empirisch onderzoek ten aanzien van straffen langer dan drie jaar. De omstandigheden van het verblijf in detentie worden door de onderzoekers omschreven als het leefklimaat en dit wordt vervolgens opgedeeld in zes verschillende dimensies; veiligheid, autonomie, contacten binnen de gevangenis, contacten met de buitenwereld, zinvolle dagbesteding en fysieke omgeving en faciliteiten. Voor langgestrafte gedetineerde personen zijn de omstandigheden in detentie van groot belang voor hun welzijn en gedrag en voor hun mogelijkheden voor re-integratie in de maatschappij en het verminderen van recidive.
Ik ben de onderzoekers erkentelijk voor hun bevindingen en aanbevelingen. Het rapport biedt inzicht in de impact van detentieomstandigheden op (middel)langgestraften en bevat waardevolle richtlijnen om omstandigheden te bevorderen die het welzijn, gedrag en de re-integratiemogelijkheden van deze groep gedetineerden ondersteunen. Dit kan bijdragen aan het verlagen van recidive, wat resulteert in een verhoogde veiligheid binnen de penitentiaire inrichtingen en onze samenleving als geheel.
Er wordt door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) gewerkt aan het ontwikkelen van nieuwe detentie- en behandelconcepten, mede in het licht van de capaciteitsproblematiek bij DJI. De gedane aanbevelingen zullen in dit traject worden meegenomen. Ik verwacht uw Kamer hierover in het tweede kwartaal van 2026 nader te zullen informeren.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
mr. A.C.L. Rutte
Kamerstukken II, 2021-21, 35 871, nr.10↩︎