[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur

Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee

Brief regering

Nummer: 2025D49562, datum: 2025-12-02, bijgewerkt: 2025-12-03 09:44, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33450 -136 Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee.

Onderdeel van zaak 2025Z20985:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Het huidige kabinet heeft eerder aangegeven dat gelet op de sterk toenemende strategische belangen op de Noordzee, de geopolitieke ontwikkelingen en de verslechterde veiligheidssituatie in de wereld de bescherming van infrastructuur op de Noordzee onze blijvende aandacht vraagt.1 Het vorige kabinet heeft naar aanleiding hiervan een interdepartementaal Actieplan opgesteld en voor de jaren 2024 en 2025 incidentele middelen uitgetrokken om de eerste acties te financieren.2

Met deze brief wordt uw Kamer geïnformeerd, mede namens de Ministers van Justitie en Veiligheid, Defensie, Economische Zaken en Klimaat en Groene Groei over de voortgang van het Actieplan (zie bijlage), het rapport over de verantwoordelijkheidsverdeling en toezicht op de Noordzee (zie bijlage) naar aanleiding van de motie Krul3 en de daaruit volgende aanbeveling voor de oprichting van een Nationaal Maritime Security Centrum (NMSC). Om uitvoering te kunnen geven aan het Actieplan heeft het vorige kabinet voor de jaren 2024 en 2025 ca. 44 mln. euro beschikbaar gesteld. Het is aan het nieuwe kabinet om een besluit te nemen over het vervolg van het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur en het NMSC.

Voortgang Actieplan Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur
Het interdepartementale Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI) is in 2023 naar aanleiding van de hierboven genoemde dreiging en de incidenten bij Nordstream 1 en 2 opgericht. Het PBNI valt onder de coördinerende verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en heeft van kabinet-Rutte IV als opdracht gekregen om de bescherming van de Noordzee infrastructuur te versterken. Het PBNI werkt interdepartementaal samen met DEF, JenV, EZ, KGG, IenW, BZ en bijbehorende uitvoeringsorganisaties zoals de Kustwacht, Douane, Nationale Politie en de Koninklijke Marine. Voor een goede informatiepositie ten aanzien van mogelijke dreigingen wordt tevens intensief samengewerkt met de AIVD en MIVD.

Het PBNI richt zich op de verbetering van de bescherming van de infrastructuur op de Noordzee. In het Actieplan Strategie ter bescherming Noordzee-infrastructuur zijn diverse actielijnen uitgewerkt en inmiddels ter hand genomen. Hieronder wordt ingegaan op het rapport over de verantwoordelijkheidsverdeling en toezicht op de Noordzee en wordt ingegaan op het verbeteren van de detectie op de Noordzee.

PBNI heeft zich daarnaast ook beziggehouden met het versterken van zowel de fysieke als digitale weerbaarheid van de Noordzee-infrastructuur, onder andere via de wetsvoorstellen cyberbeveiligingswet en wet weerbaarheid kritieke entiteiten, het verbeteren van de crisisbeheersing door het uitlopen van verschillende crisislijnen en het vergroten van de responscapaciteit door middel van varende en vliegende middelen. Verder wordt er in het programma nauw contact gehouden met buurlanden, de EU, de NAVO en strategische partners wereldwijd. Op nationaal niveau is gestart met de op- en uitbouw van publiek private samenwerking.

Verduidelijking Governance
Mede naar aanleiding van de motie Krul is ABDTOPConsult gevraagd om te adviseren over de inrichting van de governance ten aanzien van maritime security4 op de Noordzee. Dit advies is inmiddels afgerond. In het adviesrapport staan een aantal aanbevelingen waarvan de belangrijkste is om een Nationaal Maritime Security Centrum (NMSC) op te richten. Het bundelen van kennis en informatie plus toewijzing aan het juiste bevoegd gezag in dit centrum leidt tot een completer beeld ten aanzien van de Noordzee en tot een meer effectieve en proactieve aanpak van dreigingen.

De bescherming van de Noordzee-infrastructuur heeft, zo stelt het adviesrapport, een autoriteit nodig voor het bijeenbrengen en analyseren van alle informatie van zowel publieke als private partijen die actief zijn op de Noordzee. Door samenwerking tussen de Kustwacht, Nationale Politie, Defensie, private partijen, buurlanden, inlichtingen- en veiligheidsdiensten en andere relevante actoren te structureren, moet een veel completer en actueler beeld van de situatie op de Noordzee ontstaan.

Een ander belangrijk onderdeel van het NMSC is, volgens het adviesrapport, het duurzaam inrichten van een eenduidige commandostructuur met duidelijke aansturingslijnen. Het doel hiervan is om de toedeling aan het juiste bevoegd gezag te borgen, zodat snel respons kan worden gepleegd zonder onduidelijkheden over verantwoordelijkheden. De Kustwacht, de Maritieme Politie en de Koninklijke Marine treden hierbij op als uitvoerder, in opdracht van de verantwoordelijke gezagen. Op deze manier kan het NMSC bijdragen aan het verbeteren van de operationele slagkracht en aan beter geïnformeerde en strategische besluitvorming.

Omdat de dreiging voor de bescherming van de infrastructuur op de Noordzee urgent is, is per 1 juli een kwartiermaker aangesteld om zo snel mogelijk te onderzoeken hoe een mogelijk NMSC en bijbehorende aansturingslijnen het beste kan worden ingericht en wat hiervoor nodig is, zodat volgend jaar hierover een afgewogen keuze kan worden gemaakt.

De huidige projectorganisatie PBNI is ondergebracht bij IenW. Dit departement heeft de coördinerende rol voor de functionele ketens op de Noordzee. Voor maritime security dient de coördinerende verantwoordelijkheid nader te worden ingevuld. Het kabinet gaat de komende maanden verkennen hoe de beleidsverantwoordelijkheid voor maritime security logisch kan worden ingericht. Een ander aspect is om hierbij te bezien wat de toenemende civiel-militaire samenwerking betekent voor de positionering en de aansturing.

Het verbeteren van de detectie (Situational Awareness) en duiding (Situational Understanding) van (potentiële) dreigingen op de Noordzee
Om effectief te kunnen reageren op dreigingen op de Noordzee is een gedegen en actueel situationeel beeld nodig. Het PBNI heeft het afgelopen jaar onder andere geïnvesteerd in een extra (tijdelijk) patrouillevaartuig voor Defensie, welke sinds juni dit jaar operationeel is. Daarnaast is de opdracht gegeven om dekking van het Umbrella netwerk op zee uit te breiden. Dit netwerk gebruikt de Nationale Politie momenteel ook op land. Met dit netwerk kunnen vliegende en varende eenheden op zee op een veilige manier data versturen naar organisaties (bijvoorbeeld de Nationale Politie of de Kustwacht) op land. Ook is er bijgedragen aan extra satellietcapaciteit voor het Ministerie van Defensie om verdachte schepen op de Noordzee beter te kunnen monitoren en zijn de sensoren van de varende eenheden van de Kustwacht verbeterd met infrarood (FLIR) camera’s. Om nog beter zicht te krijgen op de Noordzee wordt ook gewerkt aan de versterking van de sensorcapaciteit en -dekking op de Noordzee en wordt onderzocht op welke plekken deze sensoren strategisch het beste kunnen worden geplaatst.

Een ander belangrijk onderdeel voor het verkrijgen van goed zicht op de Noordzee is Data Fusie. Hiermee kan sensordata (AIS, radar, camera’s, satellieten, open source intelligence etc.) van publieke én private partijen, nationaal en internationaal, real time en 24/7 worden gecombineerd tot één beeld, dat waar nodig en mogelijk kan worden gedeeld met diverse belanghebbende partijen. Hiermee is het mogelijk om afwijkingen van normale patronen, zoals bijvoorbeeld van scheepvaartbewegingen, tijdig op te merken. Deze afwijkingen kunnen hiermee ook worden geduid, zodat waarschuwingen sneller worden afgegeven aan partijen en responsacties sneller worden ingezet. Dit vergroot de kans dat (hybride) dreigingen in een vroeg stadium worden onderkend en maakt het voor actoren moeilijker om onopgemerkt te opereren. De drempel voor actoren om (hybride) activiteiten uit te voeren wordt daarmee verhoogd. Momenteel wordt onderzocht hoe deze datafusie-omgeving het best kan worden ingericht, waarbij eveneens wordt gekeken naar het onderbrengen bij een mogelijk NMSC.

Tot slot
Het belang van olie- en gasleidingen, uitbreidingen van het aantal windparken, aanleg van datakabels, de aanleg van een Noordzee-elektriciteitsnet maar ook concepten t.a.v. onderwater datacentra en mariene landbouw, maken de Noordzee van strategisch belang voor ons land. Daarom zet dit kabinet in op uitvoering van de plannen voor de jaren 2024 en 2025 zoals hierboven benoemd. In aanloop naar het besluit door het nieuwe kabinet worden voor 2026 ook incidentele middelen beschikbaar gesteld om deze periode financieel te kunnen overbruggen.

Daarnaast gaat het kabinet de komende periode onderzoeken hoe een mogelijk NMSC kan worden ingericht en welke verdeling van de beleidsverantwoordelijkheid tussen betrokken departementen (onder andere tussen Defensie, JenV en IenW) logisch is. Met deze informatie kan een nieuw kabinet vervolgens een besluit nemen over het vervolg van PBNI vanaf 2026 en verder, inclusief bijbehorende financiering.

Ik vertrouw erop u met deze brief een helder beeld te hebben gegeven van de voortgang en de vervolgstappen.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

ing. R. (Robert) Tieman


  1. Dreigingsbeeld Statelijke Actoren 2025 | Rapport | Rijksoverheid.nl .↩︎

  2. Kamerstuk 33450-128 Voortgang Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur↩︎

  3. Kamerstuk 33450 de motie Krul “Verzoekt de regering te onderzoeken hoe de verantwoordelijkheid voor het toezicht op de veiligheid van de Noordzee het best belegd kan worden, en de Kamer hierover uiterlijk eind 2024 te informeren.”↩︎

  4. Definitie: Maritime security betreft het geheel aan maatregelen om personen, objecten en goederen te beschermen tegen bewust schadelijke invloeden op de Noordzee. Het gaat om preventie en detectie van, respons op en bescherming tegen de dreiging van spionage en doelbewust destructieve acties zoals terrorisme, kaping, ondermijning, smokkel, sabotage en ongewenste buitenlandse inmenging en handelingen van statelijke actoren.↩︎