Amendement van het lid Beckerman over een gefaseerde en in eerste instantie tot een regio beperkte overgang van ozl-taken op de rechtspersoon
Wijziging van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 en enige andere onderwijswetten in verband met de landelijke borging van de uitvoering van ondersteuning van scholen en instellingen bij het onderwijs aan zieke leerlingen (Wet onderwijsondersteuning zieke leerlingen)
Amendement
Nummer: 2025D49578, datum: 2025-12-02, bijgewerkt: 2025-12-02 15:48, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 36530 -16 Wijziging van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 en enige andere onderwijswetten in verband met de landelijke borging van de uitvoering van ondersteuning van scholen en instellingen bij het onderwijs aan zieke leerlingen (Wet onderwijsondersteuning zieke leerlingen).
Onderdeel van zaak 2025Z20990:
- Indiener: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
| TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
| Vergaderjaar 2025-2026 | ||
| 36 530 | Wijziging van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 en enige andere onderwijswetten in verband met de landelijke borging van de uitvoering van ondersteuning van scholen en instellingen bij het onderwijs aan zieke leerlingen (Wet onderwijsondersteuning zieke leerlingen) | |
| Nr. 16 | AMENDEMENT VAN HET LID beckerman | |
| Ontvangen 2 december 2025 | ||
| De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: | ||
I
In het opschrift wordt “in verband met de” vervangen door “in verband met het streven naar een”.
II
In de beweegreden wordt na “uitvoering” ingevoegd “eerst regionaal, en indien succesvol,”.
III
Voor artikel I worden een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL aI. TIJDELIJKE REGIONALE ONDERWIJSONDERSTEUNING ZIEKE STUDENTEN OF LEERLINGEN
1. Het aan een door Onze Minister krachtens artikel 3c, eerste lid, aanhef, van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 aangewezen sectoroverstijgende onderwijsregio deelnemende bevoegd gezag kan worden ondersteund bij het geven van onderwijs aan:
a. een zieke leerling;
b. een zieke student, indien die student:
1o. jonger is dan 23 jaar; en
2o. geen startkwalificatie als bedoeld in de Leerplichtwet 1969 heeft gehaald.
2. De ondersteuning wordt verzorgd door de rechtspersoon, bedoeld in artikel 3c, eerste lid, van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013.
3. De ondersteuning kan ook bestaan uit het geven van onderwijs aan de zieke student of leerling, indien daarover overeenstemming bestaat tussen de rechtspersoon en de instelling respectievelijk de school waarbij de student respectievelijk de leerling is ingeschreven.
4. In dit artikel wordt verstaan onder:
a. zieke leerling: leerling van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, of een school als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, die door ziekte die zich uit in lichamelijke klachten tijdelijk niet of tijdelijk niet volledig in staat is deel te nemen aan het onderwijs;
b. zieke student: student of vavo-student als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs die door ziekte die zich uit in lichamelijke klachten tijdelijk niet of tijdelijk niet volledig in staat is deel te nemen aan het beroepsonderwijs of aan een opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs.
IV
In artikel I, onderdeel A, onder 2, komt de voorgestelde begripsbepaling van zieke leerling te luiden:
zieke leerling: leerling als bedoeld in artikel aI, vierde lid, onder a of b, van de Wet onderwijsondersteuning zieke leerlingen.
V
In artikel I, onderdeel B, wordt het voorgestelde artikel 3c, eerste lid, als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt na “die” ingevoegd “, in een door Onze Minister aan te wijzen sectoroverstijgende onderwijsregio,”.
2. In onderdeel a wordt “landelijk beleid” vervangen door “in die regio gevoerde beleid”.
3. In onderdeel b wordt na “adviseren van het” ingevoegd “aan die regio deelnemende”.
4. In onderdeel c wordt na “ondersteunen van het” ingevoegd “aan die regio deelnemende”.
5. In onderdeel d vervalt “die landelijk dekkend is,”.
VI
Artikel I, onderdeel D, vervalt.
VII
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef vervalt.
2. Onderdeel 2 vervalt, alsmede de onderdeelsaanduiding “1.” voor het eerste onderdeel.
VIII
In met artikel I, onderdeel J, voorgestelde artikel 12, eerste lid, wordt na “de inwerkingtreding van” ingevoegd “de artikelen aI en I” en wordt “vijf jaar” vervangen door “twee jaar”.
IX
Na artikel VI worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIa. VERVALLEN TIJDELIJKE REGIONALE ONDERWIJSONDERSTEUNING ZIEKE STUDENTEN OF LEERLINGEN
Artikel aI vervalt.
ARTIKEL VIb. WIJZIGING VAN DE WET SUBSIDIËRING LANDELIJKE ONDERWIJSONDERSTEUNENDE ACTIVITEITEN 2013
De Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 komt de begripsbepaling van zieke leerling te luiden:
zieke leerling: zieke leerling als bedoeld in de artikelen 18a, vierde lid, van de Wet op de expertisecentra, 9a, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs of 2.46, vierde lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 of zieke student als bedoeld in artikel 7.1.4, vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs die voldoet aan artikel 7.1.4, eerste lid, van die wet;
B
Artikel 3c, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef vervalt “, in een door Onze Minister aan te wijzen sectoroverstijgende onderwijsregio,”.
2. In onderdeel a wordt “in die regio gevoerde beleid” vervangen door “landelijk beleid”.
3. In onderdeel b vervalt “aan die regio deelnemende”.
4. In onderdeel c vervalt “aan die regio deelnemende”.
5. In onderdeel d wordt na “een regionale ondersteuningsstructuur” ingevoegd “die landelijk dekkend is,”.
C
Na artikel 5a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5b. Kaderbrief SLOA onderwijsondersteuning zieke leerlingen
1. Onze Minister maakt eenmaal per twee jaar voor 1 april een Kaderbrief SLOA onderwijsondersteuning zieke leerlingen bekend voor de taken, genoemd in artikel 3c, eerste lid. Deze kaderbrief heeft betrekking op de twee kalenderjaren die volgen op het jaar waarin de brief bekend wordt gemaakt.
2. In afwijking van het eerste lid, wordt de kaderbrief voor de eerste maal bekend gemaakt binnen dertien weken na inwerkingtreding van dit artikel.
D
Artikel 6, onderdeel a, komt te luiden:
a. de aanvraag niet past binnen de Kaderbrief SLOA voor SLO en Cito, de Kaderbrief SLOA internationalisering of de Kaderbrief SLOA onderwijsondersteuning zieke leerlingen, of
E
In artikel 12, eerste lid, wordt “de artikelen aI en I” vervangen door “de artikelen II tot en met VIb”.
X
Artikel VIII wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst en in de tekst wordt na “Deze wet” ingevoegd “, met uitzondering van de artikelen II tot en met VIb,” en vervalt “, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld”.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De artikelen II tot en met VIb treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat niet eerder gelegen is dan na ommekomst van het verslag, bedoeld in artikel 12, eerste lid, zoals dat luidt na de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel J. De voordracht voor dat koninklijk besluit wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Toelichting
Dit amendement introduceert een gefaseerde overgang van ozl-taken op de naar aanleiding van de wet onderwijsondersteuning zieke leerlingen op te richten rechtspersoon, d.w.z. de stichting. Het doet dit door de stichting eerst de uitvoering over te laten nemen in een nader te bepalen regio. In die regio wordt de stichting de enige ontvanger van subsidie voor ozl-taken en de enige uitvoerende organisatie, zoals de onderliggende wet landelijk voor ogen heeft. In de rest van Nederland zal de bestaande structuur gelijktijdig blijven bestaan. Binnen twee jaar wordt de uitvoering van de ondersteuning voor zieke leerlingen door de stichting geëvalueerd waarbij de indiener zich voorstelt dat tenminste ook leerlingen, ouders en medewerkers betrokken worden. De indiener acht het wenselijk om al eerder te evalueren, omdat de wet mogelijk tot onbedoelde effecten in de uitvoering van ondersteuning voor zieke leerlingen kan leiden. Bovendien wordt de naar aanleiding van deze wet op te richten stichting tweejaarlijks aangestuurd via een kaderbrief, wat een evaluatie binnen twee jaar geschikt maakt om indien nodig bij te sturen. Wanneer blijkt dat de nieuwe vormgeving niet nadelig is geweest voor de uitvoering of dat mogelijke nadelen gerepareerd kunnen worden door beperkte aanpassingen in de uitvoering, zal de stichting landelijk de ozl-taken overnemen zoals in deze wet geregeld. De Kamer wordt in de gelegenheid gesteld zich hierover uit te spreken door middel van een lichte voorhang van het koninklijk besluit dat de inwerkingtreding regelt van de artikelen die de ozl-taken landelijk borgen.
Beckerman