[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Telecomraad d.d. 5 december (21501-33-1165) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D49665, datum: 2025-12-02, bijgewerkt: 2025-12-03 09:18, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Telecomraad d.d. 5 december 2025

Voorzitter: Van Campen

Telecomraad d.d. 5 december 2025

Aan de orde is het tweeminutendebat Telecomraad d.d. 5 december 2025 (21501-33, nr. 1165).

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat over de Telecomraad van 5 december. Ik heet de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom.

Van de zijde van de Kamer hebben zich enkele sprekers aangemeld. Mevrouw Kathmann staat als eerste op mijn lijstje, maar ik zie haar op dit moment nog niet in de plenaire zaal aanwezig. Dus we gaan naar de eerstvolgende spreker, de heer Flach van de Staatkundig Gereformeerde Partij, voor zijn inbreng. Gaat uw gang.

De heer Flach (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil me beperken tot het indienen van één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) oorspronkelijk uitging van een risicogebaseerde benadering, maar dat toezichthouders in de praktijk steeds meer richting een zogeheten "zero-riskbenadering" zijn opgeschoven;

overwegende dat een aanzienlijk deel van de knelpunten rondom de toepassing van de AVG voor het bedrijfsleven, verenigingen en individuen voortvloeit uit deze verschuiving en dat dit kan worden ondervangen door het expliciet verankeren van verschillende sociaal-economische belangen in de opdracht van de toezichthouder, zoals reeds in andere regelgevingsprocessen worden meegewogen;

verzoekt de regering om zich bij vervolggesprekken in Europees verband over zowel de Omnibuswetgeving als de Digital Fitness Check expliciet in te zetten voor het vereenvoudigen van de AVG en daarbij nadrukkelijk oog te hebben voor de risicogebaseerde benadering in artikel 5 AVG en het meewegen van sociaal-economische belangen en innovatie door toezichthouders in artikel 51 AVG, en de Kamer over de uitkomsten te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Flach en Vermeer.

Zij krijgt nr. 1171 (21501-33).

Dank u wel, meneer Flach. Mevrouw Kathmann, GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Solvinity, leverancier van ICT-diensten van onder andere DigiD, ministeries en de rechtsketen, op het punt staat overgenomen te worden door een Amerikaanse partij;

overwegende dat de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties reeds heeft uitgesproken dat DigiD Nederlands blijft, wat zowel de software als infrastructuur behelst;

verzoekt de regering om de servers, opslag en de beveiliging van DigiD en andere diensten die draaien op Solvinity bij voorkeur in Nederlandse en anders in Europese handen te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kathmann, Stoffer en Zwinkels.

Zij krijgt nr. 1172 (21501-33).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie voornemens is om privacy en AI-wetgeving te versimpelen in een zogenoemde "Digitale Omnibus";

overwegende dat het verzwakken van bescherming van burgers en veiligheidsstandaarden voor AI vooral in het belang van Amerikaanse techgiganten is en niet van de burgers en Europese bedrijven waar Nederland voor op hoort te komen;

overwegende dat het legaliseren van de praktijken van Amerikaanse techgiganten om zonder toestemming data van Europese burgers te verzamelen om AI te trainen, zoals al is geprobeerd op WhatsApp, LinkedIn en Instagram, vooral deze bedrijven bevoordeelt;

verzoekt de regering om in Europees verband kenbaar te maken dat Nederland met betrekking tot de Digitale Omnibus in ieder geval de volgende voorwaarden stelt, namelijk:

  • dat is vastgesteld dat grondrechten van burgers op een gelijk niveau beschermd blijven;

  • dat techbedrijven nooit zonder toestemming Europese burgerdata mogen verzamelen om AI-modellen te trainen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kathmann en Dassen.

Zij krijgt nr. 1173 (21501-33).

Dank u wel, mevrouw Kathmann. Ik geef het woord aan mevrouw Zwinkels namens de fractie van het CDA. Gaat uw gang.

Mevrouw Zwinkels (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Dank aan de minister voor de antwoorden op onze vragen. We komen in deze commissie nog veel te spreken over allerlei zorgen en kansen, maar voor nu heb ik op drie punten wat korte vragen, namelijk strategische autonomie, bescherming van onze burgers en het verminderen van regeldruk. Wat het CDA betreft wordt dat ook de Nederlandse inzet in de Telecomraad.

Ten eerste: hoe dragen de beleidsvoorstellen bij aan het vergroten van onze onafhankelijkheid van big tech van buiten Europa? Wij zien graag concrete prioritering van onder andere de cloudtoepassingen en het op orde brengen van de eigen bedrijfsvoering van de overheid op landelijk en lokaal niveau. Er zijn voorbeelden genoeg van hoe kwetsbaar we op dit moment zijn.

Ten tweede willen wij dat er sprake is van gespreide verantwoordelijkheid van bedrijven en overheid, die ervoor zorgt dat onze burgers beschermd zijn, of het nu gaat om privacy, desinformatie of schadelijke content. Kan de minister hierop een helder standpunt innemen als het gaat om de aanscherping van de DSA? Verder sluiten wij aan bij de motie van de SGP over de vereenvoudiging van de AVG.

Ten derde, het verminderen van regeldruk. Wij zien veel verschillende richtlijnen vanuit de EU op ons afkomen en delen de achterliggende doelen, wat juist ook vraagt om een eenduidig en uitvoerbaar beleidskader, dat zinvol is en echt effect heeft. Het CDA vindt het belangrijk om anticiperend regie te pakken en zo min mogelijk als overheid achter de feiten aan te lopen, wetende dat technologische ontwikkelingen snel gaan en opnieuw om discussies en keuzes vragen. Kan de minister toezeggen dat hij ons per brief informeert welke precieze regels geschrapt of verder versoepeld kunnen worden om die innovaties te versnellen?

Tot slot wensen wij de minister veel succes en zien wij uit naar de antwoorden die de minister met ons gaat delen na de Telecomraad, zoals toegezegd in het schriftelijk overleg.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Zwinkels. Dan geef ik het woord aan mevrouw El Boujdaini namens de fractie van D66. Gaat uw gang.

Mevrouw El Boujdaini (D66):
Dank u wel, voorzitter. Het voorstel vanuit de EU, de Digitale Omnibus en de Digitale Omnibus voor AI, vereenvoudigt en versimpelt de Europese digitale regelgeving. Dat heeft voordelen, zoals minder regeldruk voor met name kleinere bedrijven, minder irritante cookiebanners en minder verschillende regimes.

Ik maak me echter ook zorgen over de nadelen. Grote techbedrijven, zoals Google en Meta, mogen straks persoonsgegevens zoals etniciteit, seksuele geaardheid of religie gebruiken als trainingsdata voor hun AI-modellen, zonder toestemming. Het College voor de Rechten van de Mens waarschuwt ook dat dit leidt tot een afzwakking van grondrechtenbescherming en dat er niet goed is gekeken naar wat eigenlijk de impact hierop is. Daarnaast is er onduidelijkheid over de procedure die de Commissie volgt.

Gelukkig lezen we in de beantwoording dat Nederland het belang van een impactassessment wel degelijk onderschrijft. Daarom heb ik een aantal vragen. Welke regelgevingsprocedures worden er gevolgd voor deze Omnibussen en vindt het kabinet deze passend? In hoeverre wordt het beschermingsniveau aangetast door de Omnibussen met betrekking tot privacy, non-discriminatie en gelijke behandeling? Is het kabinet het met mij eens dat een impactassessment essentieel is en kan het kabinet toezeggen dat deze assessments er wel degelijk komen? Gaat het kabinet aanpassingen steunen die fundamentele beginselen van de gegevensbescherming van burgers verzwakken? Hoe kijkt het kabinet aan tegen het mogelijk maken van het met bijzondere persoonsgegevens trainen van AI-systemen, zonder hiervoor toestemming te vragen aan de gebruikers? Op welke manier wordt getoetst dat de Omnibus daadwerkelijk resulteert in minder regeldruk en meer innovatie? Welke kansen ziet de minister voornamelijk in het huidige voorstel?

Dat waren de vragen. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw El Boujdaini. Dan is het woord aan de heer Jansen namens de fractie van Forum voor Democratie. Ga uw gang.

De heer Frederik Jansen (FVD):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Digitale Omnibus beoogt digitale regelgeving te versoepelen en vereenvoudigen;

constaterende dat de GDPR op dit moment niet toestaat openbaar beschikbare data vrijelijk te gebruiken voor modeltraining, maar dat dit enkel is toegestaan als er sprake is van "legitiem belang";

constaterende dat "legitiem belang" op dit moment niet duidelijk wordt gedefinieerd binnen de GDPR en dat dit voor onzekerheid zorgt in het kader van machine learning training;

constaterende dat in de Digitale Omnibus geen voorstel wordt gedaan tot het verduidelijken van de GDPR op dit punt;

verzoekt de minister om in het kader van de Digitale Omnibus bij de Telecomraad van 5 december te pleiten voor het opnemen van een expliciete rechtsgrond binnen de GDPR die het trainen van AI-modellen met openbaar beschikbare data rechtmatig en rechtszeker maakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Frederik Jansen.

Zij krijgt nr. 1174 (21501-33).

De heer Frederik Jansen (FVD):
Dan de tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de verplichtingen die voortvloeien uit de AI Act enorme administratieve lasten meebrengen die disproportioneel zwaar wegen voor kleinere bedrijven;

constaterende dat met name deze bedrijven voor innovatie zorgen;

constaterende dat deze verplichtingen significant zwaarder wegen voor AI-modellen die aangemerkt worden als "high-risk" onder artikel 6 van de AI Act;

constaterende dat de drempel voor deze classificatie buitengewoon laag is;

constaterende dat de Digitale Omnibus slechts een klein deel van de administratiedruk verlicht, maar de drempel voor high-riskclassificatie in artikel 6 ongewijzigd laat;

overwegende dat bedrijven in de Verenigde Staten niet onderworpen worden aan dergelijke verplichtingen;

overwegende dat het van belang is een level playing field te creëren om de concurrentiepositie van Europese bedrijven te bestendigen;

verzoekt de minister om in het kader van de Digitale Omnibus bij de Telecomraad van 5 december te pleiten voor een versoepeling van artikel 6 van de AI Act ten behoeve van het verhogen van de drempel voor high-riskclassificatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Frederik Jansen.

Zij krijgt nr. 1175 (21501-33).

De heer Frederik Jansen (FVD):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Als u in het vervolg de verzoeken in de moties richt aan de regering, dan is het helemaal gaaf en af. Tot slot van de zijde van de Kamer in de eerste termijn is het woord is aan de heer Vermeer, BBB.

De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Kamer met eerdere moties van Vermeer en Martens/Vermeer heeft aangegeven dat Europese digitale regels duidelijker en beter uitvoerbaar moeten worden;

overwegende dat de Europese Commissie met de Digitale Omnibus en de Digital Fitness Check een richting inslaat die hier beter bij past dan een non-paper van het kabinet;

verzoekt de regering om deze lijn van de Digitale Omnibus volledig te steunen, deze verder te versterken, bijvoorbeeld door de voorgestelde "stop-the-clock" in de AI Act te verduidelijken en uit te breiden, en in de Digital Fitness Check te pleiten voor verdere verbeteringen van digitale regels,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.

Zij krijgt nr. 1176 (21501-33).

De heer Vermeer (BBB):
Dan de tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Draghirapport oproept tot een andere, meer werkbare aanpak van Europese wetgeving om de concurrentiekracht en arbeidsproductiviteit te versterken;

overwegende dat er nu enkele Omnibusvoorstellen zijn gedaan om bestaande regels te verbeteren en te verlichten, maar dat er tegelijk alweer nieuwe digitale wetgeving in voorbereiding is;

verzoekt de regering om in Europa te pleiten voor een pas op de plaats bij nieuwe digitale wetten totdat het Omnibusproces en de Digital Fitness Check zijn afgerond,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.

Zij krijgt nr. 1177 (21501-33).

De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Vermeer. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de inbreng van de Kamer. Ik schors voor vijf minuten. Daarna gaan we luisteren naar de antwoorden op de gestelde vragen en naar de appreciaties van de ingediende moties. De vergadering is geschorst.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de minister van Economische Zaken voor zijn beantwoording van de vragen en de appreciatie van de ingediende moties. Het woord is aan hem.

Minister Karremans:
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik ben door de voorzitter verzocht om kort van stof te zijn, dus dat zal ik inderdaad zijn.

Ik begin bij de vraag van het CDA over regeldruk. Er komt inderdaad nog voor de kerst een brief over de voortgang op die agenda. Daar werken we nu aan. Die verwacht ik dus binnenkort naar de Kamer te sturen. Ik weet dat de heer Vermeer daar ook altijd bijzonder veel interesse in heeft. Die komt er dus aan.

Dan ga ik verder met de vragen die gesteld zijn door het CDA en D66 ten aanzien van de Telecomraad. Ik stel omwille van de tijd voor om die netjes te beantwoorden ofwel in het BNC-fiche ofwel in het verslag. Dan nemen we die dus daarin mee. Voor een deel hebben we natuurlijk al aangegeven dat we dat zullen doen. Ik denk dat ik deze vragen, die overigens erg begrijpelijk zijn, daarin ook meeneem.

Voorzitter. Dan kom ik bij de moties. De motie op stuk nr. 1171 is van de heer Stoffer. Die geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:
De heer Flach.

Minister Karremans:
Sorry, zei ik de heer Stoffer? Het was de heer Flach.

De voorzitter:
Het zijn partijgenoten.

Minister Karremans:
Ik zat in de buurt, maar ik bedoelde inderdaad de heer Flach. Zoals de heer Flach weet, heeft het kabinet het streven de regeldruk flink terug te dringen. Het zal zich daarvoor dus ook constructief inzetten in de onderhandelingen over de Omnibus en het Digital Package.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1171 krijgt oordeel Kamer.

Minister Karremans:
Ja. Dan de motie op stuk nr. 1172, van mevrouw Kathmann. Of nee, sorry, de staatssecretaris doet die motie.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 1173, van mevrouw Kathmann en de heer Dassen. Die moet ik ontraden. Over de voorgestelde aanpassingen aan de AVG bestaan natuurlijk wel veel zorgen; dat is ook begrijpelijk. Het beschermingsniveau van de AVG willen we ook in stand houden. Ook het kabinet heeft vragen over de voorgestelde wijzigingen die raken aan de grondrechten. Dit zal ik ook meenemen in de besprekingen in Brussel.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1173 is ontraden.

Minister Karremans:
Ja. Een van onze uitgangspunten daarbij is natuurlijk de bescherming van de grondrechten, opdat die altijd gewaarborgd blijven. Ten aanzien van het tweede punt van de motie kan ik zeggen dat zolang dit binnen de kaders van de AVG gebeurt, dus het gebruiken van data voor het trainen van modellen, het bovendien ook wenselijk is dat de data beschikbaar zijn voor AI-ontwikkeling in Europa, want AI biedt enorm veel kansen voor productiviteitsgroei en het realiseren van maatschappelijke opgaven. Dat is heel erg relevant, zeker in een krappe arbeidsmarkt. Dat zeg ik dus nog even als toevoeging bij die appreciatie.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 1174, van de heer Jansen. Die is overbodig, want de grondslag legitiem belang is recent nog uitgelegd door het Hof van Justitie van de EU. Elk belang kan daarbij rechtvaardig zijn, ook een commercieel belang. Daarnaast hebben toezichthouders advies gegeven over de manier waarop andere modellen getraind kunnen worden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1174: overbodig. Dan de motie op stuk nr. 1175.

Minister Karremans:
De motie op stuk nr. 1175, ook van de heer Jansen, apprecieer ik wel. Die gaat over het aanpassen van de AI-verordening. Die motie moet ik ontraden. Dit is een belangrijk onderdeel van de AI-verordening. Deze eisen zijn net overeengekomen in de AI-verordening. Die zijn proportioneel. Zulke fundamentele aanpassingen als waar de heer Jansen om vraagt, vragen wat nadere analyse. Het is overigens helemaal niet uitgesloten dat daar later nog afwegingen in worden gemaakt, maar omdat het nu net is afgesproken en omdat zulke wijzigingen een fundamentele analyse vergen, zal ik de motie ontraden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1175: ontraden. Dan de motie op stuk nr. 1176.

Minister Karremans:
Dan kom ik inderdaad bij de motie op stuk nr. 1176. Die is van de heer Vermeer. Als ik de motie zo mag lezen, zeg ik tegen de heer Vermeer, dat we proactief en constructief meewerken aan de Omnibussen, maar daarbij altijd nog onze zorgen kunnen adresseren als lidstaat en onafhankelijk van de Commissie ons standpunt kunnen bepalen — dat vind ik namelijk wel belangrijk om te blijven doen — dan kan ik de motie, met die interpretatie, oordeel Kamer geven; anders moet ik 'm ontraden.

De voorzitter:
Ik kijk naar de heer Vermeer om te zien of dat mag. Hij aarzelt. Dan wordt de motie op stuk nr. 1176 voor nu ontraden.

Minister Karremans:
Oké.

De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 1177.

Minister Karremans:
Dan kom ik inderdaad bij de motie op stuk nr. 1177; dat is de laatste die u van mijn hand zult krijgen. Daar moet ik bij zeggen dat als ik het dictum zo kan lezen dat we inderdaad pleiten voor terughoudendheid met nieuw aan te kondigen wetgevingsinitiatieven, ik 'm oordeel Kamer kan geven. Als de heer Vermeer bij de tekst wil blijven, zodat we tegen alle aankomende wetgevingsinitiatieven met betrekking tot digitalisering moeten zijn, kan ik de motie niet oordeel Kamer geven.

De heer Vermeer (BBB):
Een "pas op de plaats" is wat anders dan "terughoudend zijn". "Een pas op de plaats bij nieuwe digitale wetten" is gewoon even niks doen totdat dit gefikst wordt. Ik vind het prima als de minister zegt: wij zijn terughoudend bij nieuwe wetten, dus wij zullen ze niet steunen. Maar ik ben het er niet mee eens als "terughoudend" betekent: we zien wel.

Minister Karremans:
Dat betekent het allebei niet. "Terughoudend" betekent sowieso niet dat je per definitie niet instemt. Je bent alleen heel zorgvuldig bij die afweging. Je zou het kunnen uitleggen als "nee, tenzij". Er kunnen echter gewoon dringende belangen zijn waarom we bepaalde wetgeving op het gebied van digitalisering wel steunen. Om dezelfde reden — ik weet dat de heer Vermeer dezelfde passie deelt als ik ten aanzien van regeldrukvermindering — werkt het systeem niet zo dat een regel erin ook automatisch een regel eruit betekent. Dat ritme loopt namelijk niet gelijk. Daarom werken dat soort ideeën nooit; dat hebben we in het verleden hier in Den Haag ook wel gezien. We zeggen dus dat we terughoudend zijn ten aanzien van nieuwe wetgeving op digitaal gebied, maar we kunnen niet uitsluiten dat er toch stappen worden gezet als er goede redenen voor zijn om dat te doen. We delen het belang van regeldrukreductie, zeker ook in het digitale domein.

De voorzitter:
Tot slot, meneer Vermeer.

De heer Vermeer (BBB):
Dan ga ik op dit moment mee met de interpretatie. Mocht dat nog anders worden, dan zal ik dat schriftelijk melden.

De voorzitter:
Met inachtneming van het zojuist gevoerde debat krijgt de motie op stuk nr. 1177 dan de appreciatie oordeel Kamer.

Minister Karremans:
Ja. Dat was het voor mij.

De voorzitter:
Dank u wel, minister. Staatssecretaris, ik nodig u van harte uit, zodat ik u het woord kan geven voor de appreciatie van de motie en de beantwoording van de vraag.

Staatssecretaris Van Marum:
Dank u wel, voorzitter. Ik kan deze motie de appreciatie "ontijdig" geven.

De voorzitter:
Dat is de motie op stuk nr. 1172.

Staatssecretaris Van Marum:
Ik begrijp de zorgen van uw Kamer. De komende weken verwacht ik uw Kamer nader te informeren en gaan wij met elkaar in debat.

De voorzitter:
Dan is eerst de vraag aan mevrouw Kathmann of zij bereid is om de motie aan te houden. Dat gaat eigenlijk vooraf aan de appreciatie ontijdig.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ik keek ook even naar de mede-indieners, maar dat is dan akkoord.

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Kathmann stel ik voor haar motie (21501-33, nr. 1172) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
U had nog een motie, meen ik. Of zijn we daarmee ook aan het einde gekomen van de beantwoording van de zijde van het kabinet? We zijn daarmee aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Telecomraad.

De beraadslaging wordt gesloten.