Preview document (🔗 origineel)

---

21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 1180 Brief van de minister van Economische Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2025

In het Tweeminutendebat Telecomraad van 2 december is de motie Vermeer ingediend die het kabinet verzoekt om de lijn van de digitale omnibus volledig te steunen, deze verder te versterken, bijvoorbeeld door de voorgestelde ‘stop-the-clock’ in de AI-verordening te verduidelijken en uit te breiden, en in de Digital Fitness Check te pleiten voor verdere verbeteringen van digitale regels (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1176).

Op verzoek van het lid Vermeer licht ik het oordeel over deze motie via deze weg verder toe. Het kabinet verwelkomt dat de Commissie met de omnibussen erop inzet om digitale wetgeving te vereenvoudigen en stroomlijnen. Dit past binnen de bredere doelstelling van het kabinet om de regeldruk terug te dringen.

Veel aanpassingen binnen de omnibussen kan het kabinet steunen en zijn in lijn met de Nederlandse inzet. Een aantal voorstellen lijkt echter verder te gaan dan het versimpelen, verduidelijken en stroomlijnen van wetgeving. Bij een aantal van deze wijzigingen heeft het kabinet zorgen dat er geen sprake is van een verlaging van regeldruk, dat deze het niveau van gegevensbescherming wezenlijk verminderen of mogelijk de nationale competenties rondom nationale veiligheid aantasten. Ook stelt de voorgestelde omnibus de implementatie van de AI-verordening verder uit dan het kabinet noodzakelijk acht en is dit uitstel onduidelijk geregeld.

Het kabinet acht het van belang deze punten wel in de onderhandelingen te kunnen adresseren. Gezien de motie oproept tot volledige steun voor de lijn van de Commissie kan dit zo worden geïnterpreteerd dat wij als lidstaat niet meer onafhankelijk van de Commissie ons standpunt kunnen bepalen, wat op gespannen voet zou staan met bovenstaande aandachtspunten. Daarbij noemt de motie uitbreiding van stop-the-clock als voorbeeld voor versterking van de omnibus. Nog verder uitstel van de AI-verordening zorgt in de ogen van het kabinet juist voor meer onzekerheid voor ondernemers en is daarom geen effectieve manier om de regeldruk van de AI-verordening te verlagen.

Als ik de motie zo mag lezen dat we als kabinet proactief en constructief meewerken aan de Omnibussen, maar daarbij nog altijd eigenstandig onze positie kunnen bepalen en onze zorgen kunnen adresseren, inclusief onze bezwaren over nog verder uitstel van de AI-verordening, kan ik de motie oordeel kamer laten. Als ik de motie niet zo kan interpreteren, moet ik deze ontraden.

De minister van Economische Zaken,

V.P.G. Karremans