[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Ergin over het vastleggen van de mogelijkheid onderwijs op afstand te volgen

Wijziging van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 en enige andere onderwijswetten in verband met de landelijke borging van de uitvoering van ondersteuning van scholen en instellingen bij het onderwijs aan zieke leerlingen (Wet onderwijsondersteuning zieke leerlingen)

Amendement

Nummer: 2025D49806, datum: 2025-12-03, bijgewerkt: 2025-12-03 14:50, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36530 -20 Wijziging van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 en enige andere onderwijswetten in verband met de landelijke borging van de uitvoering van ondersteuning van scholen en instellingen bij het onderwijs aan zieke leerlingen (Wet onderwijsondersteuning zieke leerlingen).

Onderdeel van zaak 2025Z21083:

Preview document (🔗 origineel)


TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2
Vergaderjaar 2025-2026
36 530 Wijziging van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 en enige andere onderwijswetten in verband met de landelijke borging van de uitvoering van ondersteuning van scholen en instellingen bij het onderwijs aan zieke leerlingen (Wet onderwijsondersteuning zieke leerlingen)
Nr. 20 AMENDEMENT VAN HET LID ergin
Ontvangen 3 december 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel II wordt in het voorgestelde artikel 7.1.4 na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

1a. Indien het bevoegd gezag, na overleg met de zieke student dan wel, indien de student minderjarig is, met de ouders, voogden of verzorgers van deze student, van oordeel is dat dit met het oog op de continuïteit van het onderwijs noodzakelijk is, wordt het onderwijs op afstand verzorgd.

II

Artikel III, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

1a. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot het derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Indien het bevoegd gezag, na overleg met de de ouders van de zieke leerling dan wel, indien de leerling meerderjarig is, met de zieke leerling zelf, van oordeel is dat dit met het oog op de continuïteit van het onderwijs noodzakelijk is, wordt het onderwijs op afstand verzorgd.

2. Onderdeel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt “tweede lid” vervangen door “derde lid (nieuw)”.

b. De aanduiding “2.” voor het voorgestelde lid wordt vervangen door “3.”.

3. In onderdeel 3 wordt “derde lid” vervangen door “vierde lid (nieuw)”.

4. In onderdeel 4 wordt de aanduiding “4.” voor het voorgestelde lid vervangen door “5.”.

III

Artikel V, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

1a. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot het derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Indien het bevoegd gezag, na overleg met de ouders van de zieke leerling, van oordeel is dat dit met het oog op de continuïteit van het onderwijs noodzakelijk is, wordt het onderwijs op afstand verzorgd.

2. Onderdeel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt “tweede lid” vervangen door “derde lid (nieuw)”.

b. De aanduiding “2.” voor het voorgestelde lid wordt vervangen door “3.”.

3. In onderdeel 3 wordt “derde lid” vervangen door “vierde lid (nieuw)”.

4. In onderdeel 4 wordt de aanduiding “4.” voor het voorgestelde lid vervangen door “5.”.

IV

Artikel VI wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

1a. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede tot en met het vijfde lid tot het derde tot en met het zesde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Indien het bevoegd gezag, na overleg met de ouders van de zieke leerling dan wel, indien de leerling meerderjarig is, met de zieke leerling zelf, van oordeel is dat dit met het oog op de continuïteit van het onderwijs noodzakelijk is, wordt het onderwijs op afstand verzorgd.

2. Onderdeel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt “tweede lid” vervangen door “derde lid (nieuw)”.

b. De aanduiding “2.” voor het voorgestelde lid wordt vervangen door “3.”.

3. In onderdeel 3 wordt “derde lid” vervangen door “vierde lid (nieuw)”.

4. In onderdeel 4 wordt “vierde lid” vervangen door “vijfde lid (nieuw)”.

b. De aanduiding “4.” voor het voorgestelde lid wordt vervangen door “5.”.

5. In onderdeel 5 wordt “vijfde lid” vervangen door “zesde lid (nieuw)”.

Toelichting

Het wetsvoorstel Wet onderwijsondersteuning zieke leerlingen richt zich terecht op het versterken van de ondersteuning aan scholen en instellingen. Toch ontbreekt in het huidige wetsvoorstel een expliciete wettelijke verankering van een onderwijsvorm die hierbij voor langdurig zieke leerlingen cruciaal is: onderwijs op afstand, waaronder mede wordt begrepen hybride onderwijs.

Uit onderzoek en ledenmonitoring van Oudervereniging Balans, de grootste belangenorganisatie voor ouders van kinderen met extra ondersteuningsbehoeften, blijkt dat juist deze vorm van onderwijs voor veel langdurig zieke leerlingen het verschil maakt tussen wel of niet onderwijs kunnen volgen. Balans signaleert onder meer dat:

  • langdurig zieke leerlingen zonder deze vorm vaak weken tot maanden onderwijs missen;

  • onderwijs op afstand (waaronder hybride onderwijs) leidt tot aanzienlijk betere continuïteit, minder schooluitval en een soepelere terugkeer naar school;

  • scholen de inzet van deze middelen nu vaak ad hoc, niet structureel of niet uniform toepassen;

  • ouders regelmatig tegen bureaucratische of organisatorische muren aanlopen wanneer zij deze onderwijsvorm proberen te regelen.

Deze inzichten bevestigen dat de behoefte aan structurele juridische borging reëel en urgent is.

Hoewel het wetsvoorstel spreekt over toegankelijke en flexibele ondersteuning, geeft het geen duidelijke norm aan hoe onderwijs aan langdurig zieke leerlingen moet worden vormgegeven. In de praktijk leidt dit ertoe dat scholen sterk verschillen in welke mogelijkheden zij aanbieden, terwijl voor veel leerlingen onderwijs op afstand geen luxe, maar noodzakelijk maatwerk is.

Dit amendement zorgt ervoor dat onderwijs op afstand expliciet in het wetsvoorstel wordt vastgelegd. Daarbij is het aan het bevoegd gezag om, in overleg met de ouders van de zieke student of leerling, dan wel, indien die student of leerling meerderjarig is, in overleg met die student of leerling zelf, om te beoordelen of het volgen van fysiek onderwijs niet of in beperkte mate mogelijk is en of zodoende, met het oog op het waarborgen van de continuïteit van het onderwijs voor deze student of leerling, onderwijs op afstand aangewezen is. Hierbij worden de omstandigheden van de desbetreffende leerling, waaronder de duur en frequentie van het ziekteverzuim en de mogelijkheden van de school om passend onderwijs in de school te organiseren, betrokken. De inzet van onderwijs op afstand vindt plaats binnen de met dit wetsvoorstel voorgestelde ondersteuningsstructuur, waarbij de stichting een adviserende en ondersteunende rol heeft richting het bevoegd gezag.

Ergin