[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over het verschaffen van inzage in de brief die door de landsadvocaat namens de Nederlandse Staat inzake Nexperia aan de Ondernemerskamer is verzonden

Bedrijfslevenbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D49846, datum: 2025-12-03, bijgewerkt: 2025-12-04 15:28, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -728 Bedrijfslevenbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z21099:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 728 Brief van de minister van Economische Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2025

Met deze brief reageer ik op het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken (kenmerk 2025Z20487) over het verschaffen van inzage in de brief die door de landsadvocaat namens de Nederlandse Staat aan de Ondernemerskamer is verzonden.1

In de brieven van 14 oktober en 19 november2 heeft het Kabinet de Kamer laten weten dat de Nederlandse Staat zich gevoegd heeft als belanghebbende bij de door de onderneming gestarte enquêteprocedure om een toelichting te geven over het bevel en de publieke belangen die in het geding waren.

Zoals in de betreffende Kamerbrieven is aangegeven, waren de gedragingen van de CEO voor mij aanleiding om in het belang van de Nederlandse en Europese voorzienings- en leveringszekerheid het bevel uit te vaardigen. Het was voor de bestuurders de aanleiding om een enquêteverzoek in te dienen, omdat deze gedragingen niet in het belang van de onderneming zijn. De aanleiding van enerzijds het bevel en anderzijds het enquêteverzoek is weliswaar hetzelfde (namelijk de gedragingen van de CEO en de effecten die dat had), maar het zijn twee losstaande juridische procedures, die ieder een ander doel dienen - enerzijds het publieke belang en anderzijds het belang van de onderneming.

Dat de Staat zich echter, overigens net als de Ondernemingsraad van Nexperia, heeft gevoegd als belanghebbende bij de procedure bij de Ondernemingskamer is gezien de gedragingen van de CEO die aanleiding geven tot het bevel logisch. Net als dat het logisch was om de verzoeken van de bestuurders te ondersteunen. Niet omdat wij een oordeel hadden over de vennootschappelijke belangen die in het geding waren, maar omdat de publieke belangen die de Staat in deze wenst te beschermen werden bedreigd door de gedragingen van de CEO. Als de ondernemerskamer de voorlopige maatregel zou treffen waar de verzoekers om hadden verzocht dan zou vanzelfsprekend het risico en de dreiging die de Staat met het bevel wilde afwenden, verder worden beperkt.

Het is echter niet gebruikelijk dat dergelijke procesbrieven betreffende lopende rechtszaken worden gedeeld met de Kamer omdat openbaarmaking van dergelijke brieven het procesbelang van de Staat kan schaden.

Rekening houdend met het feit dat delen van deze brief reeds zijn gelekt, zal deze brief vertrouwelijk ter inzage worden aangeboden aan de Kamer.

De minister van Economische Zaken,

V.P.G. Karremans


  1. Verzoek namens de vaste commissie voor Economische Zaken verzoek zoals gevraagd tijdens de procedurevergadering van 25 november 2025.↩︎

  2. Kamerstuk 32 637, nr. 713 en Kamerstuk 32 637, nr. 717.↩︎