EU-wetenschapstoets Klimaatdoel 2040
Brief lid / fractie
Nummer: 2025D50002, datum: 2025-12-04, bijgewerkt: 2025-12-04 12:22, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.L. Postma, Tweede Kamerlid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z21158:
- Indiener: W.L. Postma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-12-09 17:00: Procedurevergadering Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (🔗 origineel)
Geachte collega’s,
Wytske Postma (NSC)
Aanbiedingsbrief EU-wetenschapstoets Klimaatdoel 2040
aan Leden en plv. leden van de vaste commissie voor K&GG
in afschrift aan Leden en plv. leden van de vaste commissie voor EUZA
datum 6 november 2025
te betrekken bij Procedurevergadering KGG d.d. 9 december 2025
Tijdens de procedurevergadering KGG van 2 september 2025 is besloten een EU-wetenschapstoets te laten uitvoeren naar de impact van het EU-voorstel voor een EU-klimaatdoel voor 2040 voor Nederland. Ik ben zeer verheugd de Kamercommissie KGG in nieuwe samenstelling de bevindingen van deze (allereerste) EU-wetenschapstoets te kunnen aanbieden. In deze aanbiedingsbrief treft u tevens een toelichting aan op de context, waar we staat in het proces en het handelingsperspectief van de Kamer.
Context
Op 2 juli jl. publiceerde de Europese Commissie het EU-voorstel voor een Europees klimaatdoel voor 2040, via een voorstel tot wijziging van de Europese klimaatwet. Voor 2030 en 2050 zijn de klimaatdoelen al bekend (-55% in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050) en juridisch verankerd in de Europese Klimaatwet. In de effectbeoordeling (Impact Assessment), die de onderbouwing vormt voor het voorgestelde 2040-doel, heeft de Europese Commissie enkel gekeken naar de gevolgen voor de EU als geheel.
Besluitvorming over 2040-doel in Brussel in vergevorderd stadium; uitwerking volgt in 2026
De besluitvorming over het 2040-doel in Brussel bevindt zich inmiddels in een vergevorderd stadium. Op het moment van schrijven hebben de EU-lidstaten in de Milieuraad al een positie ingenomen en zal ook op korte termijn het Europees Parlement een positie innemen. Vervolgens zullen beide EU-instellingen in onderhandeling treden. Vermoedelijk zal dat dit jaar nog uitmonden in het bereiken van een definitief akkoord. Na de vaststelling van het doel volgt echter ook nog de uitwerking van het EU-klimaatdoel voor 2040 in het EU-klimaatbeleid. De Europese Commissie heeft al aangekondigd vanaf het derde kwartaal van 2026 met het ‘post-2030 framework’ te komen, dat een minstens zo belangrijke stap is als het bepalen van het 2040-doel.
Handelingsperspectief Kamer
Op 8 september jl. heeft al een schriftelijk overleg plaatsgevonden over het BNC-fiche met daarin de kabinetsinzet ten aanzien van het 2040-doel. Gelet op dat de onderhandelingen in Brussel zich in de eindfase bevinden, is er ten aanzien van het 2040-doel zeer beperkt de ruimte tot beïnvloeding.
De EU-wetenschapstoets gaat ook (alvast) in op de uitwerking van het 2040-doel, dat in 2026 een belangrijk thema voor de Kamer zal gaan worden. De Europese Commissie zal de komende periode gebruiken om voorstellen uit te werken en in het derde kwartaal van 2026 deze uitbrengen, waarna de formele onderhandelingen in Brussel hierover van start zullen gaan. Het is wenselijk dat de informatiepositie van de Kamer over dit nog uit te komen wetgevingspakket wordt versterkt en indien de Kamer dat wenst, kan er ook de komende maanden al beïnvloeding van de voorstellen die op de tekentafel liggen plaatsvinden. Tijdens de voorfase is de mogelijkheid tot beïnvloeding van EU-voorstellen nog groot. De EU-adviseur van de commissie KGG kan u nader informeren over de mogelijkheden tot beïnvloeding en de instrumenten die de Kamer hiertoe tot haar beschikking heeft.
De Europese Commissie geeft in haar voorstel ook ruimte om internationale koolstofkredieten in te zetten om de doelstelling mede mee te behalen. Ook op dit aspect gaat de EU-wetenschapstoets in. De komende tijd zal naar verwachting ook de vraag spelen hoe Nederland zich de komende tijd tot deze internationale koolstofkredieten wenst te gaan verhouden. Dit vraagstuk kan tijdens debatten met de minister van KGG over klimaatbeleid in de periode na 2030/2035 aan de orde worden gebracht.
Ten slotte leidt deze EU-wetenschapstoets mogelijk ook tot de behoefte aan vervolgonderzoek, bijvoorbeeld over met betrekking tot het ‘post-2030 framework’. Verzoeken voor meer informatie of onderzoek hiertoe zijn mogelijk via Parlement en Wetenschap of via de kennisagenda van de commissie KGG. De staf van de commissie KGG kan u hier verder over adviseren.
Hoogachtend,
Wytske Postma