[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Podt over van het artikel 'Tweede Kamer zaait twijfel over abortuszorg met twee aangenomen moties'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D50857, datum: 2025-12-09, bijgewerkt: 2025-12-11 10:31, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20252026-604).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z20953:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

604

Vragen van het lid Podt (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het artikel «Tweede Kamer zaait twijfel over abortuszorg met twee aangenomen moties» (ingezonden 2 december 2025).

Antwoord van Staatssecretaris Rutte (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 9 december 2025).

Vraag 1

Klopt het dat er op dit moment onderhandeld wordt tussen de Raad en het Europees Parlement over de Richtlijn minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten?1

Antwoord 1

Ja, dat klopt.

Vraag 2

Kunt u de Nederlandse positie in de Raad ten aanzien van die richtlijn toelichten? Kunt u specifieke toelichting geven op het Nederlandse standpunt ten aanzien van artikel 9(3) die betrekking heeft op de toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg voor slachtoffers?

Antwoord 2

De Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel voor herziening van de richtlijn is neergelegd in het BNC-fiche van 6 oktober 20232.

Met betrekking tot het Nederlandse standpunt ten aanzien van artikel 9 (3) is Nederland groot voorstander van het beschermen en ondersteunen van slachtoffers van seksueel geweld. Daaronder valt de toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg en tevens toegang tot abortuszorg. Wij steunen het expliciet benoemen van toegang tot abortuszorg in de overweging bij artikel 9 (3) met een verwijzing naar het nationale recht. Het genoemde artikel en de bijbehorende overweging leiden niet tot harmonisering van wetgeving op EU-niveau.

Vraag 3

Klopt het dat Nederland zich op ambtelijk niveau heeft uitgesproken tegen het opnemen van toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg voor slachtoffers in deze richtlijn en het expliciet benoemen van abortus in de overweging die correspondeert met dit artikel? Zo ja, waarom?

Antwoord 3

Nee, dat is niet correct. In het kader van de onderhandelingen en het meest recente voorstel van het Europese Parlement (hierna: EP) om abortus expliciet te noemen in de overweging bij artikel 9 (3), heeft Nederland aangegeven het voorstel van het EP te kunnen steunen mits wordt aangegeven dat dit een onderwerp is van nationaal recht. De juridische basis van deze richtlijn3 biedt geen grondslag om toegang tot gezondheidszorg, waaronder seksuele en reproductieve gezondheidszorg, te harmoniseren binnen de Europese Unie. Het expliciet benoemen van abortuszorg ligt echter gevoelig bij een aantal lidstaten. Nederland wil ook deze lidstaten aan boord houden om zo tot een onderhandelingsakkoord met betrekking tot een herziene richtlijn minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten te komen. Daarom is de suggestie gedaan om aan te sluiten bij artikel 26 lid 2 van de reeds vastgestelde richtlijn ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.4

Vraag 4

Deelt u de mening dat Nederland als voorvechter van progressieve waarden juist voorop zou moeten lopen met het beschermen van slachtoffers van seksueel geweld, en dat toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg, en specifiek abortuszorg daar een onlosmakelijk onderdeel van is?

Antwoord 4

Ja, deze mening deel ik.

Vraag 5

Bent u bereid om dan wel op ambtelijk niveau, dan wel op ministerieel niveau van standpunt te veranderen ten aanzien van artikel 9(3) en de corresponderende overweging, in de richtlijn minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en het Deens voorzitterschap daarover zo spoedig mogelijk te informeren?

Antwoord 5

Nee, dat is niet nodig in het licht van bovenstaande beantwoording.

Vraag 6

Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk, het liefst voor 10 december 2025 te beantwoorden?

Antwoord 6

Ik heb uw vragen conform uw verzoek voor 10 december 2025 beantwoord.


  1. Rutgers, 5 maart 2025, Tweede Kamer zaait twijfel over abortuszorg met twee aangenomen moties (rutgers.nl/nieuws/Tweede Kamer-zaait-twijfel-over-abortuszorg-met-twee-aangenomen-moties/).↩︎

  2. Kamerstukken II 2023–2024, 22 112, nr. 3799.↩︎

  3. Artikel 82, tweede lid, onder c, Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU)↩︎

  4. RICHTLIJN (EU) 2024/1385 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.

    Artikel 26 (2) De lidstaten zorgen ervoor dat slachtoffers van seksueel geweld tijdig toegang hebben tot gezondheidszorgdiensten, met inbegrip van seksuele en reproductieve gezondheidszorg, overeenkomstig het nationale recht.↩︎