Doorontwikkeling Plan van aanpak Online Fraude
Brief regering
Nummer: 2025D50879, datum: 2025-12-09, bijgewerkt: 2025-12-09 15:17, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
- Plan van Aanpak doorontwikkeling integrale aanpak online fraude
- Beslisnota bij Kamerbrief Doorontwikkeling Plan van aanpak Online Fraude
Onderdeel van zaak 2025Z21494:
- Indiener: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-12-17 10:15: Online fraude (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-12-18 13:00: Procedurevergadering Justitie en Veiligheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij informeer ik uw Kamer over de afdoening van drie moties die betrekking hebben op de bestrijding van (online) fraude. Het gaat om de motie Michon-Derkzen c.s.1 over de doorontwikkeling van de Integrale Aanpak Online Fraude met een plan van aanpak voor de Fraudehelpdesk en twee moties van het lid Mutluer over een inkeerregeling voor jonge geldezels2 en meer bekendheid geven van de Procedure Begunstigde NAW-gegevens bij Niet-Bancaire Fraude (hierna: PNBF).3
De aanpak van online criminaliteit waaronder fraude
Online criminaliteit, waaronder online fraude, is met de groeiende invloed van het internet in ons dagelijkse leven uitgegroeid tot de meest omvangrijke criminaliteitsvorm in ons land. Het stelt burgers, bedrijfsleven en de overheid voor grote uitdagingen: criminelen weten met steeds meer gebruik van technische middelen en ‘social engineering’ mensen en bedrijven te bewegen geld af te staan zonder dat ze dit willen. Inmiddels zijn de voorbeelden in de media over met Artifical Intelligence bewerkte tekstberichten of criminelen die zich online als bankmedewerker voordoen niet meer weg te denken. Deze vorm van criminaliteit treft meer mensen dan welke andere vorm van criminaliteit ook. De aanpak ervan is moeilijk: het speelt zich in het digitale domein af, waar grenzen nauwelijks relevant zijn, geld razendsnel verplaatst wordt en er eenvoudig zeer veel personen tegelijk opgelicht kunnen worden. Opsporing alleen voorkomt dat niet; er is vooral preventie nodig om mensen en bedrijven weerbaar te maken en barrières op te werpen.
Het bestrijden van online criminaliteit, waaronder online fraude, vraagt om een brede inzet, te beginnen bij preventie en tot en met de strafrechtelijke aanpak van daders en de hulp aan slachtoffers. Daar investeert mijn ministerie dan ook flink in. Voor de aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit, zoals online fraude, wordt een bedrag van 52,6 miljoen euro geïnvesteerd in de politie en in de strafrechtketen.4 Voor de politie-inzet op gedigitaliseerde criminaliteit zijn ook streefnormen afgesproken in de Veiligheidsagenda 2023-2026. Met het project Centurion werkt de politie aan een gezamenlijke en landelijk gecoördineerde aanpak van gedigitaliseerde criminaliteit. Dit gebeurt onder andere door de opvolging van aangiftes in de basisteams te ondersteunen en door informatie bijeen te brengen waardoor criminele verbanden in beeld gebracht en aangepakt kunnen worden.
Ook is een pilot voor een Anti-Phishing Shield gestart, om phishing effectiever tegen te kunnen gaan, omdat dit ook een belangrijk startpunt is voor veel vormen van online fraude.5 Daarnaast investeert het kabinet de nodige middelen in publieksvoorlichting via campagnes als “Laat je niet interneppen”. Het doel is om Nederlanders te helpen online misleiding te herkennen en te voorkomen. De meest voorkomende technieken die criminelen gebruiken hebben een centrale plek in de campagne.
De meeste winst is echter te behalen met preventie, door oplichting en slachtofferschap zoveel mogelijk aan de voorkant te voorkomen. Dit is dan ook het doel en de aanleiding voor de Integrale Aanpak Online Fraude. Dit is een publiek-private samenwerking die in 2022, onder regie van mijn ministerie, is gestart om bovenop de bovenstaande inzet en de inspanning die door partijen zelf geleverd moet worden, een plus te vormen. De aanpak richt zich op zes verschillende thema’s: kennisagenda, uitwisseling persoonsgegevens, technische barrières en interventies, opvolging politie en openbaar ministerie, preventie en weerbaarheid en tenslotte hulp aan burgers. Over de voortgang wordt jaarlijks gerapporteerd.6
Motie Michon Derkzen c.s. over de integrale aanpak en Fraudehelpdesk
Deze motie verzoekt de regering om de Integrale Aanpak Online Fraude door te ontwikkelen. Door de partners is in het ronde tafeloverleg op uitnodiging van uw Kamer aangegeven dat de Integrale Aanpak navolging behoeft en langer moet worden voortgezet.7 Hiervoor zijn meer financiële middelen en inzet van alle partners in de aanpak nodig, waaronder van mijn ministerie.
Door mijn voorganger is de motie eerder ontraden, omdat deze voor de inzet vanuit Justitie en Veiligheid financieel ongedekt was. Binnen mijn begroting voor 2026 heb ik echter door herprioritering een bedrag van 830.000 euro vrijgemaakt. Dit budget is door mij beschikbaar gesteld vooruitlopend op een mogelijke subsidietoekenning door het EU Fonds voor Interne Veiligheid (ISF) voor maximaal 2,1 miljoen euro. Als de subsidie wordt toegekend, kan met dit budget de voortzetting van de Integrale Aanpak in 2026 en 2027 mogelijk worden gemaakt. Voor meer financiering is geen ruimte.
Ambities voor doorontwikkeling Integrale Aanpak
Samen met de bestuurders van de betrokken organisaties is het ‘Plan van aanpak voor de doorontwikkeling’ opgesteld. Dit plan zend ik mee in de bijlage. De gedeelde ambitie van de partners is dat zowel de samenwerking als preventie naar een hoger plan wordt getrokken om tastbare resultaten te bereiken. Dat betekent een verdere verbreding en commitment van nieuwe bedrijfsbranches, die een plaats innemen in de ‘fraudeketen’, om met hen in de praktijk barrières op te kunnen werpen tegen criminelen. Deze koers betekent ook het nadenken over de toekomstige randvoorwaarden voor de borging van effectieve en stevige samenwerking en de mate van regie die daarvoor nodig is. Op dit moment en voor de nabije toekomst wordt die regie door het beleidsdepartement van Justitie en Veiligheid gevoerd. In de komende twee jaar zal bekeken worden of de (structurele) regierol anders binnen het domein van Justitie en Veiligheid belegd kan worden dan binnen een beleidsdirectie van het departement. In dat kader laat ik in 2026 onderzoek doen naar een zogenaamde fraudehub zoals deze al in verschillende vormen in het Verenigd Koninkrijk, Australië en Canada bestaat. Voorts zal in 2026 een evaluatie van de integrale aanpak plaatsvinden. Dit kan het komende kabinet betrekken bij de besluitvorming over de toekomst.
Fraudehelpdesk
De motie Michon vraagt ook om een plan voor de doorontwikkeling van de Fraudehelpdesk. De Fraudehelpdesk wordt door de privaatrechtelijke Stichting Safecin bestuurd. Het bestuur beslist zelf over de koers en de doorontwikkeling. Ik bepaal dat niet, maar ik kan voorwaarden stellen aan subsidieverstrekking. De Fraudehelpdesk is al meer dan een decennium bekend als een laagdrempelig meldloket voor alle vormen van fraude, ook online. Slachtoffers kunnen via de website en telefonisch melding maken van oplichting. Zij worden geïnformeerd over het doen van aangifte, krijgen praktische informatie en kunnen worden doorverwezen naar gespecialiseerde hulp. Voor het kabinet is hulp aan slachtoffers belangrijk. Niet alleen dat slachtoffers zich kunnen melden, maar juist ook dat zij snel hulp aangeboden krijgen. In de afgelopen tien jaar is een veelvoud aan meldpunten ontstaan, waar slachtoffers terecht kunnen. Het kabinet vindt het wenselijk dat de samenwerking van organisaties voor slachtofferhulp gestroomlijnd kan worden.8 Het doel van dergelijke samenwerking is het tegengaan van versnippering, de versterking van hulp aan slachtoffers en kostenbesparing. In het kader van de integrale aanpak zijn algemene vuistregels ontwikkeld die ongeacht waar slachtoffers zich melden, zo snel en goed mogelijk hulp kunnen worden aangeboden. Ook de Fraudehelpdesk is hierbij betrokken.
Binnen het beschikbare financiële kader zie ik geen mogelijkheden voor doorontwikkeling, taakuitbreiding, verbreding van het dienstenaanbod of uitbreiding van de Fraudehelpdesk. Rijksbreed geldt een aanzienlijke subsidietaakstelling, waarvan de Fraudehelpdesk niet is uitgezonderd. Minder geld heeft gevolgen voor de organisatie en de exploitatie. Dat leidt tot scherpe keuzes. Met de Fraudehelpdesk en Slachtofferhulp Nederland heb ik overleg om te bezien welke inhoudelijke mogelijkheden er zijn voor een duurzame samenwerking van deze organisaties, om kosten te besparen en versnippering van meldpunten te verminderen. De Fraudehelpdesk heeft aangegeven zich ook te willen richten op andere partijen, zoals banken, gemeenten en ministeries zoals Economische Zaken en Binnenlandse Zaken om samenwerking en mogelijkheden voor cofinanciering en subsidies te bespreken. Het is verder aan het bestuur van de privaatrechtelijke stichting Safecin, die de Fraudehelpdesk exploiteert, om over de doorontwikkeling van de Fraudehelpdesk te beslissen. Deze gesprekken lopen nog door tot de zomer van 2026. Ik informeer uw Kamer daarna over de uitkomsten van mijn overleg met de Fraudehelpdesk over diens toekomstvisie en wat dat betekent voor de taken waarvoor mijn ministerie subsidie verstrekt.
Motie Mutluer over een inkeerregeling jonge geldezels
De motie roept op tot de ontwikkeling van een inkeerregeling voor jongeren die als zogenoemde ‘geldezels’ worden ingeschakeld binnen lokale pilots. Ter uitvoering van de motie ontvangt het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) een aanvullende subsidie om de al bestaande lokale (preventieve) aanpak van geldezels verder te ontwikkelen. In de nieuwe pilots, waarin ook de geleerde lessen van de al afgeronde pilots worden verwerkt, zal worden bekeken hoe de inkeerregeling kan worden vormgegeven om zo de gevolgen van geldezelschap voor jongeren te beperken. Hierbij is het van belang dat de verschillende domeinen die hierin een taak hebben binnen de gemeenten, zorg, sociaal en veiligheid, nauwer aan elkaar worden verbonden. Doel is om te waarborgen dat jongeren de juiste zorg en ondersteuning krijgen. Ook wordt met de Nederlandse Vereniging van Banken en Betaalvereniging Nederland verkend hoe jonge geldezels binnen de inkeerregeling makkelijker deel kunnen blijven uitmaken van het betalingsverkeer, bijvoorbeeld door het verkrijgen van een basisbankrekening. De nieuwe pilots starten begin 2026 en worden met een onderzoek (deels) op effect geëvalueerd, waarna de ontwikkelde kennis en werkwijze landelijk verspreid wordt.
Motie Mutluer over bekendheid van de PNBF-regeling
In aanvulling op toelichting in de tweede voortgangsrapportage9 heeft de Betaalvereniging Nederland (hierna BVN) eerder dit jaar Collecting Payment Service Providers (hierna CPSP’s) benaderd om meer bekendheid te geven aan de werking en de toepassing van de PNBF. Bij CPSP is de toepassing van de PNBF regeling nog te beberkt In aansluiting daarop zal ik met Betaalvereniging Nederland payment servicep roviders die een licentie hebben in Nederland aanschrijven. Met die brief wil ik de het belang van de PNBF-regeling benadrukken omdat het mogelijkheden biedt voor slachtoffers van online fraude om hun geld terug te vorderen.
Daarbij merk ik voor de volledigheid op dat de PNBF geen wettelijke regeling is, maar een afsprakenstelsel vanuit de betaalsector. Daarom ligt het initiatief bij de CPSP’s en andere betaaldienstverleners om hieraan medewerking te geven. Het is daarvoor niet noodzakelijk dat CPSP’s lid worden van BVN. Het is aan de CPSP’s om te besluiten of zij op de regeling aansluiten en daar zal ik hen toe oproepen.
Tot slot
Met de gegeven toelichting beschouw ik dit drietal moties als uitgevoerd. Met de doorontwikkeling wordt de integrale aanpak online fraude verlengd in 2026 en naar verwachting ook in 2027. Het meegezonden plan van aanpak wordt concreet uitgewerkt in een Actieplan 2026. Zoals gebruikelijk zal ik uw Kamer daar samen met de minister van Financiën en de minister van Economische Zaken begin 2026 over informeren en zal ik de derde voortgangsrapportage (2025) dan meezenden.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Foort van Oosten
Kamerstukken II, 2024/25, 36600 VI, nr. 82.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 26643 nr. 1249.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 26643, nr. 1248.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 36600, nr. 32.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 26643, nr. 1357.↩︎
Bijlage bij Kamerstukken II, 2025/26, 29911, nr. 474.↩︎
Kamerstukken II 2025/26, 29911, nr. 489.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 36471, nr. 96, p. 104.↩︎
Kamerstukken II 2025/26, 29 911, nr. 489.↩︎