[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Maatregelen garantiebedrag Wajong

Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Brief regering

Nummer: 2025D51022, datum: 2025-12-10, bijgewerkt: 2025-12-11 17:18, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 26448 -861 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI).

Onderdeel van zaak 2025Z21562:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 861 Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2025

  1. Aanleiding en achtergrond

In vervolg op de berichtgeving in de Stand van de uitvoering sociale zekerheid van juni1 dit jaar informeer ik uw Kamer met deze brief over de stand van zaken rondom de piek in beëindigingen van Wajong-uitkeringen per 1 januari 2026. Deze beëindigingen volgen uit de bestaande wettelijke kaders en betreffen Wajonggerechtigden die na vijf jaar onafgebroken werken zonder voorziening ten minste 75% van het maatmaninkomen verdienen. Ik acht het van belang uw Kamer te informeren over de maatregelen die ik tref ter ondersteuning van een zorgvuldige uitvoering met oog voor de vaak kwetsbare mensen die het betreft.

De Wajong kent het uitgangspunt dat het recht op uitkering vervalt indien de Wajonggerechtigde duurzaam in staat blijkt zelf in het levensonderhoud te kunnen voorzien. UWV heeft vastgesteld dat vanaf 1 januari 2026 naar verwachting een grote groep Wajonggerechtigden aan deze wettelijke criteria gaat voldoen. In deze gevallen eindigt het recht op de Wajong-uitkering, evenals – indien van
toepassing – het recht op het garantiebedrag. Het garantiebedrag is ingevoerd bij en in verband met de Wet vereenvoudiging Wajong die op 1 januari 2021 inging. Deze wet voegde de verschillende eerdere Wajong-regelingen (oude Wajong, Wajong 2010 en Wajong 2015) samen tot één uniform regime met als doel de regels voor jonggehandicapten te vereenvoudigen en te harmoniseren. Tegelijkertijd konden de nieuwe regels voor een groep werkende Wajonggerechtigden negatief uitpakken. Het garantiebedrag2 voorkwam dat werkende Wajonggerechtigden er door de nieuwe regels van de Wet vereenvoudiging Wajong er financieel op achteruit zouden gaan. Het garantiebedrag is aangekondigd als een tijdelijke overgangsmaatregel, maar ondanks dat mensen dit hadden kunnen weten, kunnen de gevolgen van het wegvallen ervan toch onverwacht en aanzienlijk zijn.

In verband met de invoering van de Wet vereenvoudiging Wajong heeft UWV om uitvoeringstechnische redenen vanaf 1 januari 2021 de termijn van vijf jaar opnieuw laten aanvangen voor werkende Wajonggerechtigden. Dit is voor hen gunstig geweest, omdat zij daardoor langer naast hun inkomen uit werk de Wajong-uitkering, en daarmee dus ook het garantiebedrag, behielden. Er is als gevolg daarvan per 1 januari 2026 wel een (eenmalige) piek aan beëindigingen van Wajong-uitkeringen te zien.

De beëindiging van de Wajong-uitkering, en daarmee ook het garantiebedrag, is een indicatie dat de betreffende Wajonggerechtigde duurzaam en zelfstandig participeert op de arbeidsmarkt. Dat vind ik vanuit het perspectief van arbeidsparticipatie en economische zelfstandigheid een positieve ontwikkeling. Tegelijkertijd kan het beëindigen van het garantiebedrag voor een deel van de Wajonggerechtigden een forse, en in sommige gevallen plotselinge, terugval in inkomen betekenen. Een deel van deze mensen was zich tot voor deze zomer van dit mogelijke verlies van hun garantiebedrag niet voldoende bewust en/of heeft hier niet (voldoende) op geanticipeerd. UWV is daarom halverwege dit jaar gestart met het informeren van alle werkende Wajonggerechtigden bij wie het recht op een Wajong-uitkering mogelijk per 1 januari 2026 eindigt. Beginnend bij de mensen voor wie dit de meeste impact kan hebben, is UWV vanaf oktober jl. bezig om alle Wajonggerechtigden die in juni en september jl. een brief hebben gekregen persoonlijk te bellen om de brief toe te lichten, en na te gaan wat dit voor hen betekent. Bij een groot deel van de Wajonggerechtigden leidt de beëindiging van het Wajong-uitkering niet tot financiële problemen.3

Uit de telefonische contacten met de Wajonggerechtigden bij wie de meeste impact wordt verwacht, blijkt het verlies van het garantiebedrag een negatieve impact te kunnen hebben op de situatie van een deel van de Wajonggerechtigden. Zo hebben mensen, mede op basis van hun Wajong-uitkering ter hoogte van het garantiebedrag, een hypotheek of een huurovereenkomst afgesloten en dreigen zij hun huis te verliezen als het garantiebedrag wegvalt. Het gemiddelde inkomensverlies is ongeveer € 750 bruto per maand4. Wajonggerechtigden die zich zorgen maken, kunnen na de beoordeling door UWV, de hulp van een budgetcoach of van Team Geldzorgen5 van UWV krijgen. Samen kan dan worden gekeken of de inkomensachteruitgang (deels) kan worden opgevangen door het aanvragen van inkomensafhankelijke regelingen, zoals toeslagen of het gemeentelijke minimabeleid. Ook kunnen Wajonggerechtigden terecht op de website van UWV voor informatie over welke voorwaarden er gelden en welke ondersteuning UWV kan bieden.

Niet alleen kunnen de beëindigingen van de Wajong-uitkering een forse impact hebben op Wajonggerechtigden die het betreft, de piek aan beëindigingen van het garantiebedrag vormt daarnaast ook een knelpunt voor de uitvoering.

UWV heeft aangegeven dat het niet lukt om alle gevallen in één maand6 te beoordelen, maar hiervoor meer tijd nodig te hebben. Op basis van de huidige cijfers verwacht UWV namelijk dat vanaf 1 januari 2026 ongeveer 12.500 Wajonggerechtigden aan de beëindigingsvoorwaarden zullen voldoen en hun recht op een Wajong-uitkering zullen verliezen. Van deze groep verliezen naar verwachting ongeveer 3.400 mensen hun Wajong-uitkering ter hoogte van het garantiebedrag. Pas ná de daadwerkelijke beoordeling wordt duidelijk bij wie het uitkeringsrecht werkelijk eindigt.

  1. Zorgvuldige uitvoering

Vanwege deze problemen heb ik besloten om ter ondersteuning van een zorgvuldige uitvoering een aantal maatregelen te treffen, waarover ik u in deze brief informeer. UWV wordt hiermee in de gelegenheid gesteld de beëindiging van de Wajong-uitkeringen zorgvuldig voor te bereiden en het wegvallen van het garantiebedrag te verzachten door individuele begeleiding en duidelijke informatie, zodat mensen tijdig weten welke hulp en regelingen voor hen beschikbaar zijn. Daarnaast zijn de maatregelen erop gericht de impact van het wegvallen van het garantiebedrag in bepaalde gevallen te verzachten. Het gaat hierbij om de volgende maatregelen.

  1. Ter ondersteuning van een zorgvuldige uitvoering worden Wajonggerechtigden zo snel mogelijk geïnformeerd over het feit dat hun uitkering beëindigd wordt, maar de daadwerkelijke beëindiging van alle uitkeringen vindt pas plaats op
    1 januari 2027.

  2. Loonkostensubsidie, loondispensatie en beschut werk leiden niet tot beëindiging van de uitkering. Zolang een Wajonggerechtigde met deze vorm van structurele arbeidsondersteuning werkt, blijft de uitkering doorlopen. Dit vergt een wetswijziging.

  3. Het wijzigen van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten om de wijze waarop het maatmaninkomen voor de Wajong wordt geïndexeerd aan te passen.

Ik zal UWV vragen deze maatregelen per 1 januari 2026 uit te voeren, waarbij voor de maatregelen B en C wordt geanticipeerd op aanpassing van regelgeving.

Als gevolg van hiervan zullen minder mensen te maken krijgen met een plotselinge beëindiging en hebben de mensen van wie de uitkering wel beëindigd wordt meer tijd om hierop te anticiperen.

  1. Uitstel daadwerkelijke beëindiging uitkeringen naar 1 januari 2027

Gezien de grootte van de groep en de zorgvuldigheid die ik wil betrachten in de communicatie en ondersteuning van de Wajonggerechtigden bij wie de uitkering beëindigd gaat worden, gaat UWV met mijn instemming de daadwerkelijke beëindiging van de uitkeringen die in 2026 beëindigd gaan worden, uitstellen tot
1 januari 2027. Het betreft hier tegenwettelijk beleid dat tijdelijk voor het jaar 2026 wordt gedoogd. Dit betekent dat UWV, zodra de Wajonggerechtigde aan de voorwaarden voldoet, deze zo spoedig mogelijk zal beoordelen, informeren en de benodigde ondersteuning zal aanbieden. Gegeven de grote hoeveelheid en de zorgvuldigheid die dit kost, lukt het niet dit in één maand voor de hele groep te doen.

Om te voorkomen dat dit tot overhaaste uitvoering en/of rechtsongelijkheid leidt, zal de daadwerkelijke beëindiging voor alle Wajonggerechtigden waarvan in 2026 blijkt dat ze aan de voorwaarden voldoen, pas geëffectueerd worden per
1 januari 2027.7

Ik neem deze maatregel om UWV meer tijd te gunnen de aankomende beëindigingen voor te bereiden. Dit komt de zorgvuldigheid van het proces ten goede. Het stelt UWV in staat om zowel de gevallen met de nodige zorgvuldigheid te kunnen beoordelen als Wajonggerechtigden gedurende dit proces goed te informeren (met brieven en nabellen) en eventueel te ondersteunen (bijvoorbeeld door de inzet van een budgetcoach). Hiertoe is met UWV afgesproken dat zij deze groep in 2026 hierover blijft informeren en dat UWV aan hen die dat nodig hebben of daarom vragen passende ondersteuning biedt om zich aan te passen aan hun inkomensachteruitgang. Dit kan bijvoorbeeld door het meehelpen met het aanvragen van fiscale toeslagen of gemeentelijk inkomensondersteuningsbeleid. Ook voorkomt dit uitstel dat UWV de uitkeringen van vergelijkbare mensen in verschillende maanden beëindigt, wat een rechtsongelijkheid zou betekenen óf dat UWV de beëindigingen onder hoge druk moet doen zonder de gewenste zorgvuldigheid. Dit uitstel leidt daarmee tot gelijke behandeling en een zorgvuldiger beëindigingsproces.

Ik beschouw deze maatregel als passend, omdat zij begunstigend is voor Wajonggerechtigden. Het leidt er ook toe dat Wajonggerechtigden meer tijd krijgen om zich aan te passen aan de aankomende beëindigingen. De Wajonggerechtigden die hun uitkeringen dreigen te verliezen, zijn een kwetsbare groep en de beëindiging van hun uitkeringsrecht kan een grote financiële impact op hen hebben. Ik acht het van belang dat er met deze groep zorgvuldig wordt omgegaan. Alhoewel dit uitstel voor hen geen afstel van het beëindigen van hun uitkering betekent, geeft dit hen wel meer tijd om maatregelen te treffen die hun inkomensterugval zouden kunnen verzachten. Voor deze groep kan uitstel daarmee een groot verschil maken. 

  1. Loonkostensubsidie, loondispensatie en beschut werk leiden niet tot beëindiging van de uitkering

Ik ben bezig met een (beperkte) aanpassing van de Wajong in het wetsvoorstel “Wijziging toets op re-integratieinspanningen en WIA-voorschotregeling” 8. Het betreft de onderdelen die zien op de uitbreiding van de uitzonderingen op de beëindigingsgrond met situaties waarin sprake is van loondispensatie, loonkostensubsidie of beschut werk9. Er wordt voorgesteld de Wajong-uitkering en daarmee ook het garantiebedrag te laten doorlopen als een Wajonggerechtigde met deze vormen van structurele arbeidsondersteuning werkt, ook al verdient deze persoon na vijf jaar onafgebroken werken 75% of meer van het maatmaninkomen. Om te voorkomen dat een deel van de Wajonggerechtigden tot het moment van de inwerkingtreding van het wetsvoorstel nadeel ondervinden, stem ik er mee in dat UWV reeds vanaf 1 januari 2026 handelt conform de voorgestelde wijzigingen.

  1. Anticiperen op maatmaninkomen geïndexeerd op basis van het wettelijk minimumloon

Verder ben ik voornemens het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten te wijzigen. Meer specifiek gaat het om een wijziging van de wijze waarop het maatmaninkomen voor de Wajong wordt geïndexeerd10. In de wet is opgenomen dat het Wajong-recht eindigt als de Wajonggerechtigde na vijf jaar onafgebroken werken zelfstandig ten minste 75% van het maatmaninkomen kan verdienen. Als iemand dus voldoende kan verdienen ten opzichte van het maatmaninkomen, dan eindigt het Wajong-recht en daarmee ook het garantiebedrag. Een juiste vaststelling van het maatmaninkomen is dus belangrijk.

Voor Wajonggerechtigden wordt het maatmaninkomen bij de start van de uitkering meestal vastgesteld op het wettelijk minimumloon (wml) per uur inclusief vakantiegeld. Na de vaststelling van het maatmaninkomen wordt deze niet aangepast aan (de stijging van) het wml, maar volgens de CBS-index van de cao-lonen per uur. Dit is vastgelegd in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.

De CBS-index van de cao-lonen per uur loopt de afgelopen jaren niet in pas met de indexering van het wettelijk minimumloon. Dit komt door de beleidsmatige verhoging van het wml per januari 2023 met ruim 8%. Daardoor is het wml harder gestegen dan de CBS-index van de cao-lonen per uur. Dat leidt ertoe dat een groot deel van de Wajonggerechtigden door indexering nu een maatmaninkomen onder het wml heeft.

Dit raakt de groep Wajonggerechtigden die weliswaar 75% van het door indexering verlaagde maatmaninkomen verdient, maar minder dan 75% van het huidige wml.11 Het ligt in de rede dat de betreffende groep Wajonggerechtigden na beëindiging van hun uitkering direct om herleving zal vragen en naar verwachting weer zullen instromen. Bij een verzoek op herleving zal beoordeeld worden of zij in staat zijn om 75% van het maatmaninkomen te verdienen. De verwachting is dat verzekeringsarts en arbeidsdeskundige zullen oordelen dat dat niet geval is. Deze beoordeling vindt plaats binnen de kaders en richtlijnen van een sociaal-medische beoordeling, maar er blijft sprake van een zekere mate van professionele zelfstandigheid. Een herlevingsaanvraag vergt veel van de Wajonggerechtigde, kan stress oproepen, wat de inzetbaarheid kan beïnvloeden, en kan leiden tot onzekerheid over het (totaal)inkomen. Ook voor UWV leidt de beoordeling van herlevingsaanvragen tot inzet van schaarse (sociaal-medische) uitvoeringscapaciteit.

Ik wil daarom in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten aanpassen en regelen dat voor de Wajong het maatmanloon op het wml wordt vastgesteld, als de uitkomst van de indexering van het maatmanloon op basis van de CBS-index voor cao-lonen onder wml terecht komt. Dit zal aan uw Kamer worden voorgelegd via een voorhangprocedure. Vooruitlopend op de wijziging van het Schattingsbesluit, sta ik UWV toe op deze uitvoering reeds te anticiperen. Inschatting is dat bij ongeveer 5% van de Wajonggerechtigden in de piek van beëindigingen de uitkering niet beëindigd wordt.

  1. Tot slot

Met de maatregelen waarover ik u in deze brief informeer, hoop ik ervoor te zorgen dat deze beëindigingen op een zorgvuldige manier afgehandeld worden en mensen daarbij de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben. Hoewel het altijd de bedoeling is geweest dat het garantiebedrag op een gegeven moment beëindigd zou worden en het een goed teken is dat zoveel mensen met een Wajong-uitkering hun eigen inkomen zijn gaan verdienen, begrijp ik dat het wegvallen van dit bedrag een grote impact op mensen kan hebben. Om die reden zal ik, in samenwerking met UWV, de afhandeling van de beëindiging van de Wajong-uitkeringen nauwlettend in de gaten houden en uw Kamer hierover periodiek informeren via de Stand van de Uitvoering sociale zekerheid.

In verband met mijn voornemen toe te staan dat UWV vanaf 1 januari 2026 handelt conform de in deze brief opgenomen maatregelen, stuur ik een afschrift van deze brief naar de Eerste Kamer.

Afsluitend meld ik dat de Periodieke Evaluatie van de Wajong niet eind 2025, maar waarschijnlijk in het eerste kwartaal van 2026 met u gedeeld zal worden, omdat de eerder toegezegde toezending hiervan eind 2025 onhaalbaar is gebleken. Er is vertraging opgetreden door de inzet van capaciteit ten behoeve van de uitwerking van de in deze brief opgenomen maatregelen.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.N.J. Nobel


  1. Kamerstukken II 2024/25, 26 448, nr. 845, bijlage 1198631, p. 13/14.↩︎

  2. Kortgezegd houdt het garantiebedrag het volgende in: als iemand op 1 januari 2021 al een Wajong-uitkering had én werkte (of een loongerelateerde uitkering kreeg), dan berekende UWV eenmalig hoeveel uitkering die persoon kreeg onder de oude regels. Die uitkering is het garantiebedrag. Iedere maand berekent UWV de uitkering op basis van de nieuwe regels en vergelijkt dat met het garantiebedrag. Het hoogste bedrag wordt uitbetaald.↩︎

  3. Het gaat hier om zogenaamde ‘nul-uitkeringen’: dit is een onderliggend recht op een Wajong-uitkering die vanwege de hoogte van het inkomen niet tot uitbetaling komt. De beëindiging van een nuluitkering heeft tot gevolg dat de betrokkene niet meer in aanmerking komt voor de jonggehandicaptenkorting en de tegemoetkoming arbeidsongeschiktheidswetten.↩︎

  4. Volgens nu bekende gegevens variëren de garantiebedragen van ongeveer € 10 bruto per maand tot ongeveer € 2.200 bruto per maand.↩︎

  5. https://www.uwv.nl/nl/geldzorgen↩︎

  6. Het inkomen over januari 2026 is in de polisadministratie zichtbaar in maart 2026. UWV zou in deze maand alle uitkeringen die dan aan de beëindigingsvoorwaarden voldoen, moeten beoordelen, en de uitkering per toekomende datum van 1 april 2026 beëindigen.↩︎

  7. Het inkomen over januari 2026 is in de polisadministratie zichtbaar in maart 2026. UWV zou de uitkering per toekomende datum van 1 april 2026 beëindigen. Deze beëindiging wordt uitgesteld naar 1 januari 2027. Dit geldt tot en met oktober 2026. Daarna geldt het reguliere proces. Als bijvoorbeeld in november 2026 wordt voldaan aan de inkomensvoorwaarde voor beëindiging, is dit gegeven in januari 2027 beschikbaar in de polisadministratie en wordt de uitkering per 1 februari 2027 beëindigd.↩︎

  8. Het wetsvoorstel is opengesteld geweest voor internetconsultatie: Overheid.nl | Consultatie Wetsvoorstel wijziging toets op re-integratie-inspanningen en WIA-voorschotregeling↩︎

  9. Zie artikel III, onderdelen A en B van het wetsvoorstel.↩︎

  10. Zie artikel 8 van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.↩︎

  11. Stel: het door indexering verlaagde maatmanloon bedraagt 95% wml. De uitkering dient te worden beëindigd als het inkomen (75%x95%=) 71,25% wml bedraagt. Degenen die meer verdienen dan 75% wml worden niet geraakt door een verlaagd maatmaninkomen.↩︎