Tweeminutendebat over het uitvoeren van de motie-Hirsch c.s. over het pleiten en beïnvloeden op nationaal niveau als instrument voor samenwerking met maatschappelijke organisaties (36180-181) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D51462, datum: 2025-12-10, bijgewerkt: 2025-12-11 11:31, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-12-10 18:30: Tweeminutendebat over het uitvoeren van de motie-Hirsch c.s. over het pleiten en beïnvloeden op nationaal niveau als instrument voor samenwerking met maatschappelijke organisaties (36180-181) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Pleiten en beïnvloeden op nationaal niveau als instrument voor samenwerking met maatschappelijke organisaties
Voorzitter: Bromet
Pleiten en beïnvloeden op nationaal niveau als instrument voor
samenwerking met maatschappelijke organisaties
Aan de orde is het tweeminutendebat Het uitvoeren van de
motie-Hirsch c.s. over het pleiten en beïnvloeden op nationaal niveau
als instrument voor samenwerking met maatschappelijke organisaties
(36180, nr. 181).
De voorzitter:
Welkom bij het tweeminutendebat over het uitvoeren van de motie-Hirsch
c.s. over het pleiten en beïnvloeden op nationaal niveau als instrument
voor samenwerking met maatschappelijke organisaties. Welkom aan mevrouw
De Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, en welkom aan de
Kamerleden. Als eerste wil ik even het woord geven aan degene die daar
al klaarstaat, meneer Van der Burg van de VVD.
De heer Van der Burg (VVD):
Voorzitter. Ik heb aan het commissiegedeelte niet deelgenomen. Dan mag
je ook niet deelnemen aan een eventueel tweeminutendebat, tenzij de
Kamer mij daar toestemming voor geeft.
De voorzitter:
Ik kijk even rond. Iedereen knikt heel vriendelijk, dus daar bent u zo
meteen toe in de gelegenheid. Maar als eerste wil ik het woord geven aan
mevrouw Kröger van GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Dit is de tweede keer vandaag dat ik hier sta om het te
hebben over een niet uitgevoerde motie door een dubbeldemissionair
bewindspersoon. Ik moet zeggen dat ik dat wel problematisch vind. Wij
als Kamer nemen moties aan, en dat zijn hele duidelijke opdrachten. Ik
denk dat het past, zeker aan een demissionair bewindspersoon, om zo'n
motie uit te voeren en niet naast zich neer te leggen. We hebben een
schriftelijk overleg gevoerd met de staatssecretaris over de
motie-Hirsch. De staatssecretaris gaf aan dat die motie enige
onduidelijkheid gaf. Daarom de volgende motie, die glashelder is met een
brede ondertekening. Ik ga dan ook ervan uit dat deze staatssecretaris
deze motie gewoon uitvoert.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat mensen wereldwijd te maken krijgen met de gevolgen van
Nederlands handelen en beleid;
van mening dat hun stemmen in Den Haag gehoord moeten worden en de
overheid hier zorg voor moet dragen;
overwegende dat dialoog tussen politiek en maatschappelijke organisaties
daarvoor essentieel is;
overwegende dat het ministerie aangeeft dialoog tussen overheid,
maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven te willen
continueren;
verzoekt de regering om in het nog te publiceren subsidiekader over
schone en eerlijke handel, dialoog en informatiedeling met politici en
andere beleidsmakers op nationaal niveau en in de productielanden niet
uit te sluiten als subsidiabele activiteit onder het beleidskader voor
samenwerking met maatschappelijke organisaties,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Van Ark, Bamenga, Ceder,
Teunissen, Dobbe, Dassen en Van Baarle.
Zij krijgt nr. 183 (36180).
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu de beurt aan mevrouw Van Ark van het CDA. Zij gaat
voor het eerst hier in de plenaire zaal spreken, maar het wordt geen
maidenspeech. Desalniettemin veel succes.
Mevrouw Van Ark (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag sta ik hier voor het eerst in de
plenaire zaal, een eervolle plek waar ik sterk voel hoe belangrijk het
is om praktijk en politiek met elkaar te verbinden. Nog vers uit het
veld wil ik daarom graag het pleidooi ondersteunen om lobby positief te
benaderen en de waarde ervan te erkennen voor het versterken van onze
internationale doelen. Lobby, en vooral de dialoog tussen
maatschappelijke organisaties, overheid en bedrijfsleven, maakt beleid
beter en effectiever. Het zorgt ervoor dat beleid en wetgeving aansluit
bij de realiteit in landen waar oorlog en armoede dagelijkse kost zijn
en dat we geïnformeerd worden over de effectiviteit van ons beleid.
Maatschappelijke organisaties spelen daarin een unieke rol. Zij
vertegenwoordigen de stem van het Zuiden en brengen die stem
rechtstreeks hier aan tafel, ook hier bij ons als politici. Toch wordt
lobby steeds vaker weggezet als iets kwalijks, terwijl het juist een van
de meest effectieve duurzame manieren is om echte verbetering te
bereiken.
Mijn fractie heeft mede de motie ingediend die collega Kröger zojuist
voorlas, maar heeft nog vragen over de antwoorden van het kabinet. Het
kabinet stelt dat het in gesprek blijft met stakeholdergroepen en dat
overlegmechanismen niet worden opgeheven. Wij begrijpen dit zo dat
organisaties fysiek aan die overleggen kunnen blijven deelnemen met
gebruik van de financiering die zij van het ministerie ontvangen, binnen
of buiten het nieuwe subsidiekader. Het is een beetje makkelijk om te
zeggen dat organisaties deze overleggen dan maar met eigen middelen
moeten bijwonen. Als we deze dialoog echt belangrijk vinden en als we
willen profiteren van de expertise van deze organisaties én van de stem
van het Zuiden die zij vertegenwoordigen, dan moeten we dat ook
faciliteren. Daarom vraag ik graag een duidelijke toezegging van de
staatssecretaris op dit punt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Van der Burg, die overslaat.
Dan is het woord aan de heer Bamenga van D66. Ook niet. Nou, dan gaat de
staatssecretaris meteen door met de beantwoording.
Staatssecretaris De Vries:
Dank u wel, voorzitter. Goed dat we hier met elkaar staan om
duidelijkheid te krijgen. Er is denk ik een heel uitgebreide discussie
geweest, in het schriftelijk overleg en natuurlijk ook eerder al. Ik
begrijp echt wel dat de Kamer het ingewikkeld vindt als een motie niet
wordt uitgevoerd, maar er is natuurlijk eerder ook een motie-Dobbe
geweest die wel wilde dat er een lobby mogelijk werd op nationaal
niveau. Die is niet akkoord bevonden door de meerderheid van de Kamer,
maar eentje op internationaal vlak wel. Die is ook doorgevoerd. Er zijn
dus wel wat gemengde signalen als het gaat om de lobby, dan wel het
stakeholdermanagement.
Ik denk dat ik namens het kabinet uitgebreid ben ingegaan in het
schriftelijk overleg op hoe belangrijk wij het vinden dat die
stakeholderdialogen nog steeds plaats kunnen vinden. Het CDA gaf daar
ook al iets over aan. Binnen het instrument voor het bevorderen van
schone en eerlijke handel zijn nog een aantal dingen wel mogelijk. Dat
zijn bijvoorbeeld multistakeholderdialogen in Nederland en de
productielanden tussen maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven
en de overheid, zoals binnen convenantenplatforms of
multistakeholderinitiatieven. Dat zijn zaken die nog wel subsidiabel
zijn onder dat instrument. Waar het kabinet geen voorstander van is, is
dat wij lobbyen in Nederland subsidiabel maken, zoals het financieren
van publiciteitscampagnes, het procederen tegen de Staat en het voeren
van een dialoog tussen lokale ngo's en Kamerleden, politici. Dat is een
bewuste keuze geweest van dit kabinet, al in een eerder stadium
natuurlijk. Daar zijn ook al heel veel zaken voor in gang gezet op dit
moment. Het lijkt me dus onwenselijk om dat op dit moment te
veranderen.
Ik kom dan ook direct bij de motie van mevrouw-Kröger, die heel breed is
ondertekend. Eigenlijk is die een verlengstuk van de eerdere
motie-Hirsch. Daarvan heb ik al aangegeven dat het kabinet het
onwenselijk vindt om die lobby gericht op Nederlands overheidsbeleid met
ontwikkelingshulpgeld te gaan betalen. Wij vinden het juist belangrijk
dat het ontwikkelingshulpgeld zo veel mogelijk direct wordt besteed aan
de mensen die het nodig hebben. Wij denken dan ook dat de lijn die
uitgezet is door ons de beste lijn is. Daarmee wil ik de motie van
mevrouw Kröger en de andere ondertekenaars ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 183 is ontraden, maar er is een interruptie van
mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
De staatssecretaris schetst dat zij het onwenselijk vindt en dat het een
bewuste keuze is van het kabinet. Het is ook haar goed recht om een
motie te ontraden, maar het gaat er natuurlijk om dat dit een brede wens
is, ondertekend door een meerderheid van deze Kamer. Het is een
herformulering en nogmaals een benadrukking van een eerder aangenomen
motie. Dus de vraag is of de staatssecretaris deze motie gaat uitvoeren
als die op dinsdag wordt aangenomen, wat zeer waarschijnlijk is
aangezien die al ondertekend is door een meerderheid van de Kamer. Dát
is de vraag.
Staatssecretaris De Vries:
Ik heb al aangegeven dat er eerder een motie-Dobbe is geweest, die niet
is aangenomen door de Kamer. Ik zie deze ondertekening natuurlijk. De
lijn die het kabinet nu heeft, is dat we dit niet subsidiabel willen
maken onder het huidige kader. Ik moet ook eerlijk zeggen dat op zes van
de acht instrumenten ngo's al zijn uitgenodigd om voorstellen in te
dienen. Het is nu ook wel een heel laat stadium — we hebben eerder
natuurlijk de discussie al gehad, in juni en juli vorig jaar — om dat nu
nog aan te passen. Ik ga de stemming afwachten en dan ga ik natuurlijk
opnieuw in het kabinet bespreken hoe we met deze motie omgaan.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik wijs de staatssecretaris erop dat de motie-Hirsch, die opriep om het
wel subsidiabel te maken, aangenomen is in juli of in juni, als ik het
goed zeg. Dat was dus precies in de periode waar de staatssecretaris het
nu over heeft. Het is irrelevant dat een eerdere motie niet is
aangenomen. Het gaat erom dat er een motie-Hirsch ligt, die aangenomen
is, en dat er nu weer een motie ligt die aangenomen wordt. Mijn vraag
aan de staatssecretaris is dus nogmaals of zij zodra de motie is
aangenomen een brief aan de Kamer kan sturen over hoe zij deze motie
gaat uitvoeren.
Staatssecretaris De Vries:
De motie-Hirsch c.s. verzocht de regering destijds "om in gesprek te
blijven met stakeholders die door Nederlands handelsbeleid worden
geraakt". Dat is volgens mij nog steeds aan de orde. Daarna staat er:
"door pleiten en beïnvloeden op nationaal niveau als instrument in het
beleid voor samenwerking met maatschappelijke organisaties niet uit te
sluiten". Over de interpretatie van de motie kun je heel veel zeggen. Er
ligt nu een nieuwe motie. Ik vind die niet passen in het huidige beleid
dat het kabinet heeft uitgezet. Ik ga gewoon de stemmingen afwachten.
Het is gebruikelijk dat we dan kijken wat we met de motie gaan doen,
maar daar ga ik nu niet op vooruitlopen.
Mevrouw Van Ark (CDA):
Mijn vraag is als volgt. De staatssecretaris geeft aan waarom de motie
niet uitgevoerd kan worden. Tegelijkertijd zien we hier in dit mooie
parlement dagelijks rondetafelgesprekken met maatschappelijke
organisaties. Het lijkt mij heel logisch dat we straks ook in gesprek
kunnen met maatschappelijke organisaties uit het Zuiden of met de ngo's
die hen hier in Nederland vertegenwoordigen. Hoe ziet de
staatssecretaris voor zich dat we dat nog kunnen doen met elkaar?
Daardoor weten we of het beleid dat we subsidiëren effectief is. Ik zou
het heel belangrijk vinden dat we die mogelijkheid houden. Daarom hebben
we die motie ook zo specifiek aangepast. Zo is heel duidelijk wat we
precies bedoelen.
Staatssecretaris De Vries:
Wat mevrouw Van Ark voorstelt, kan op zich nog steeds, alleen niet
gesubsidieerd binnen dit subsidiekader voor het maatschappelijk
middenveld. Het kan prima uit de eigen middelen. Dat zien we natuurlijk
ook heel veel gebeuren, bij een aantal campagnes et cetera. De lijn is
dat we vinden dat organisaties niet alleen maar afhankelijk zouden
moeten zijn van Nederlands subsidiegeld. We willen daar een verbreding
in; dat is ook ingezet in het hele beleid. Het staat partijen natuurlijk
vrij om vanuit de eigen middelen andere stappen te zetten. Ik en het
kabinet vinden het onwenselijk om dat subsidiabel te maken. Maar ik ga
kijken of de motie aan een meerderheid komt. Eventueel bespreek ik het
dan in het kabinet.
De voorzitter:
Dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
De stemmingen over deze motie vinden aanstaande dinsdag plaats. Daarmee
is een einde gekomen aan dit tweeminutendebat. Over enkele minuten gaan
we verder met het volgende tweeminutendebat.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.