[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Debat over het eindverslag van de informateur (in aanwezigheid van de informateur) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D51469, datum: 2025-12-10, bijgewerkt: 2025-12-11 11:41, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Eindverslag van de informateur

Eindverslag van de informateur

Aan de orde is het debat over het eindverslag van de informateur.

De voorzitter:
Ik verzoek de leden om stilte in de zaal, want aan de orde is het debat over het verslag van de informateur. Zoals u ziet heeft in vak K plaatsgenomen de heer Buma en ik heet hem natuurlijk namens u allen van harte welkom. Dit debat heeft als doel het aanwijzen van één of meer nieuwe informateur(s) en het vaststellen van de uit te voeren opdracht. Er gelden net als de vorige keer spreektijden van zes minuten per fractie. Eerst zal de Kamer spreken in eerste termijn, waarna ik het woord zal geven aan de heer Buma.

Ik wijs de leden erop dat dit debat conform artikel 11.2 van het Reglement van Orde is bedoeld om inlichtingen van de heer Buma te verkrijgen over het verloop van zijn informerende werkzaamheden. In de termijn van de heer Buma zal ik geen interrupties toestaan. Vragen ter verduidelijking kunt u natuurlijk wel stellen aan het einde van zijn betoog. Het gaat dus om een debat onderling, tussen u samen, en niet om een debat met de informateur.

Onderlinge interrupties in de eerste termijn van de kant van de Kamer zal ik uiteraard toestaan, niet gemaximeerd, maar ik verzoek u de interrupties wel kort en bondig te houden. Het is nog niet zover, maar het gaat dus, zoals gezegd, om een intern Kamerdebat. U kunt in tweede termijn geen moties indienen waarin het kabinet wordt opgeroepen om iets te doen of te laten, maar u kunt wel, zoals altijd, een uitspraak van de Kamer vragen. Er kunnen ook geen moties gericht worden aan deze informateur, en ook niet aan de eventuele nieuwe informateur, want die is er nog niet.

Dan zijn we aangekomen bij de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Ik wil daarvoor het woord geven aan de heer Jetten voor zijn inbreng namens de fractie van D66. U heeft het woord.

De heer Jetten (D66):
Voorzitter. Allereerst dank ik de heer Buma hartelijk voor zijn inzet als informateur. Hij is een ervaren en nuchtere Fries, die het volgens mij stiekem ook wel leuk vond om weer even terug te zijn in de Haagse politiek. Ik weet dat hij er veel zin in heeft om weer terug te gaan naar het mooie Leeuwarden om daar zijn rol als burgemeester weer op te pakken, maar ik vermoed dat hij stiekem ook wel een klein beetje genoten heeft van zijn rol als informateur.

Vorige week presenteerden D66 en CDA samen een inhoudelijke agenda met de focus op een aantal grote doorbraken: snel aan de slag met meer betaalbare woningen voor al die jonge mensen die ook een betaalbaar thuis willen, keuzes voor een bloeiende economie met ruimte voor innovatie en ondernemerschap, waar mensen een goed inkomen kunnen verdienen, en stevige investeringen in internationale veiligheid, in onze kennis en in het klimaat. Mensen willen weer meer zekerheid voor hun toekomst en de toekomst van hun kinderen, en ook na lange stilstand eindelijk een oplossing voor het migratievraagstuk. Het zijn stuk voor stuk onderwerpen waarmee ons land eindelijk weer in beweging kan komen. Die agenda kwam tot stand door te luisteren naar en in gesprek te gaan met experts van ministeries, uit het bedrijfsleven, uit de wetenschap en ook van maatschappelijke organisaties. De agenda kwam niet tot stand door eindeloos met geslepen messen en twee verkiezingsprogramma's op tafel met elkaar te onderhandelen, maar door te zoeken naar de overeenkomsten, door vanuit begrip en interesse te zoeken naar zaken die het land weer vooruit kunnen helpen. Het was ook mooi om te zien dat er uit het hele land enthousiaste reacties kwamen; van links tot rechts en van de industrie tot natuurorganisaties zagen mensen aanknopingspunten, verbinding en ambitie. Dat geeft hoop. Omdat het laat zien dat Nederlanders willen dat we samenwerken, samen iets voor elkaar krijgen, juist nu.

De heer Wilders (PVV):
Misschien leven wij in verschillende werelden; dat zou mij niet verbazen. Ik heb ook heel veel boze reacties gezien van mensen die zeggen: hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat er meer geld gaat naar ontwikkelingshulp, het buitenland en naar weet ik wat voor onzin allemaal, stikstoffondsen, noem maar op. Ondertussen wilt u bezuinigen op zorg en sociale zekerheid. Het is dus nog niet zo'n mooi plan. Mag ik u vragen: waarom zat er eigenlijk geen financiële plaat bij het stuk dat de informateur namens u en de fractie van het CDA naar de Kamer heeft gestuurd?

De heer Jetten (D66):
Het antwoord daarop is heel simpel. Dat is omdat in het vorige debat meerdere partijen aan mij en de heer Bontenbal vroegen: "Wilt u alstublieft niet een volledig dichtgerekende financiële plaat maken? Dan wordt het namelijk heel moeilijk voor andere partijen om straks mee te doen met die gezamenlijke agenda." Nu, in de volgende fase, beginnen immers pas de echte coalitieonderhandelingen. De heer Bontenbal en ik hebben ons dus gewoon netjes gehouden aan de belofte die we aan de Kamer hebben gedaan.

De heer Wilders (PVV):
Dat denk ik niet. Ik denk dat u juist iets heeft verhuld. In dat vreselijke stuk dat u, middels de informateur, naar de Kamer heeft gestuurd, zegt u: "We moeten bezuinigen op de zorg, op nieuwe zorg en op medicijnen. We gaan de ouderenzorg aanpassen." Lees: daar gaan we ook op bezuinigen. "We gaan op de WIA bezuinigen. We gaan de WW kortwieken." Zou het niet zo kunnen zijn dat, als u het eerlijke verhaal had verteld, Nederland zich het laplazarus was geschrokken? Zou het zo kunnen zijn dat u dan, in plaats van die mooie praatjes die u houdt, had kunnen laten zien aan de mensen dat u waarschijnlijk voor miljarden — miljarden! — gaat bezuinigen op zorg en sociale zekerheid, ook voor de meest kwetsbare mensen in Nederland? Of kunt u tegen mij zeggen: meneer Wilders, u zit ernaast, we zullen geen miljarden bezuinigen op zorg en sociale zekerheid. Want dan nodig ik u uit om dat nu, via de voorzitter, te zeggen.

De heer Jetten (D66):
Wij hebben — dat staat ook in die agenda — aangegeven dat er op de arbeidsmarkt en in onze gezondheidszorg heel veel moet gebeuren. Er zijn ook experts langs geweest, mensen van de vakbonden, werkgevers, mensen van de Sociaal-Economische Raad, die ons ervoor waarschuwden dat er op dit moment heel veel Nederlanders aan de zijlijn staan, dat er heel veel jonge mensen niet aan het werk komen, en dat dat op termijn ook grote problemen kan opleveren voor onze arbeidsmarkt, economie en welvaart. Als je wil dat mensen goede scholing krijgen, een leven lang kunnen leren en sneller van werk naar werk kunnen, zul je aan de slag moeten met de WW en de WIA. Dat is het eerlijke verhaal. Uiteindelijk is het ook in het belang van Nederland dat we daar keuzes in maken. Dat zal in de volgende fase van de onderhandelingen moeten gebeuren.

De voorzitter:
Meneer Wilders, via de voorzitter.

De heer Wilders (PVV):
Hier komt de waarheid langzaam maar zeker uit de mouw. We gaan dus partijen die zich al dan niet aansluiten bij D66 en het CDA ... Wie weet wat voor partijen daar nog bij komen. Het is uw wens om fors te gaan bezuinigen op de sociale zekerheid en de zorg. Op mijn vraag over de zorg heeft u nog niet gereageerd. Ik denk dat die vrolijkheid en dat optimisme van u als sneeuw voor de zon gaan verdwijnen als Nederland dadelijk ziet dat blijkt dat u met uw mooie praatjes — de mooie praatjes van de heer Jetten, moet ik zeggen, via de voorzitter — voor miljarden gaat bezuinigen op de zorg en de sociale zekerheid. Zoals ik al zei, gebruikt u het geld namelijk voor dingen waar Nederlanders weinig plezier van hebben. Mag ik dan nu nog een keer aan u vragen waarom u dat niet eerder heeft laten zien? Bent u het met mij eens dat door dat te verhullen, door mooie woorden op te schrijven over sociale zekerheid en zorg, mensen zich kapot schrikken als ze dadelijk het volledige plaatje zien? En wilt u nog een antwoord geven op mijn vraag over de zorg? Bent u bereid toe te zeggen de ouderenzorg en de rest van de zorg totaal met rust te laten als het gaat om bezuinigingen? Als u dat geld ergens vandaan wil halen, dan haalt u het maar bij ontwikkelingshulp, immigratie of asiel vandaan.

De heer Jetten (D66):
Wat mensen niet zat zijn, is een optimistische kijk op Nederland en op wat we wél voor elkaar kunnen krijgen. Wat mensen zat zijn, is het gechagrijn, het geruzie en het totale gebrek aan voortgang op welk onderwerp dan ook. Daarom heeft op de PVV na elke partij in deze Kamer ook gezegd dat ze aanknopingspunten zien om te kijken hoe we door samen te werken in deze Kamer ook weer wat voor dit land voor elkaar kunnen krijgen. Dat moet ook op de zorg gebeuren. Er gaan op de zorg de komende jaren namelijk miljarden bij komen. Er komt extra geld om onze zorg te financieren. Maar op een gegeven moment gaat het ook helemaal vastlopen. Er zijn namelijk te weinig mensen om aan het werk te gaan in de zorg. Er zijn nu al lange wachtlijsten. De kwaliteit staat in allerlei sectoren onder druk. Mensen die in de zorg werken, worden gillend gek van de bureaucratie. Mensen die zorg nodig hebben, hebben te vaak het gevoel dat ze niet goed worden geholpen. Er moeten fundamentele keuzes worden gemaakt om onze zorg beter te maken en toegankelijk en betaalbaar te houden. Een van de keuzes — u kunt die gewoon teruglezen in ons stuk — is dat de door u voorgestelde halvering van het eigen risico wat ons betreft niet doorgaat. Waarom? Omdat de halvering van het eigen risico tot een hogere zorgpremie leidt. De keuze die de heer Wilders maakt, is dat elke Nederlander elke maand nog meer geld moet betalen voor zijn zorgpremie. Dat is niet de keuze die ik met de heer Bontenbal heb gemaakt.

De heer Wilders (PVV):
Weet u: ik kies voor Nederland. Ik vind het onbegrijpelijk dat u 0,7% van het bnp voor ontwikkelingshulp wil gebruiken. Ik noemde dat net al als voorbeeld. Het percentage is nu 0,4%, 0,45%. Die verhoging betekent dat er 3 à 4 miljard euro voor ontwikkelingshulp bij komt. Zo heeft u nog meer posten waar u miljarden aan wil besteden. Ik heb het dan over Oekraïne, defensie, noem maar op. Tegelijkertijd staat in het stuk dat u de zorg, maar ook de ouderenzorg, zogenaamd wil moderniseren. U wil gewoon keihard gaan snijden in de zorg. Dat is geen optimisme; dat is de afbraak van Nederland. Ik heb de brief die gisteren naar de Kamer is gestuurd "de nationale zelfmoordbrief" genoemd. Dat is misschien een beetje een harde vergelijking. Ik denk dat heel veel mensen er niets van snappen dat u miljarden uitgeeft aan zaken waar ze niets aan hebben en dat u miljarden bezuinigt op de andere punten, onze ouderenzorg, het eigen risico, de WIA en de mensen die de pech hebben om in de WW te komen. Dát is het eerlijke verhaal! U moet niet liegen daarover. U moet gewoon zeggen: dit gaan wij doen. Ik zeg u en ik voorspel u: dan zal de vriendschap van heel veel mensen die tegen u zeiden "wat een mooi verhaal" als sneeuw voor de zon verdwijnen.

De heer Jetten (D66):
We horen veel zware woorden van de heer Wilders, zoals "de afgrond" en "zelfmoord". Je moet echt lef hebben om dat soort termen te gebruiken als je de afgelopen anderhalf jaar met 37 zetels werkelijk waar niets voor elkaar hebt gekregen behalve gezeik en geruzie. Ik zeg daarover: wát een lef om dan met dit soort teksten te komen over een agenda die wij in twee weken met elkaar hebben uitonderhandeld. Ja, wij maken andere keuzes als het aankomt op veiligheid en vrede. U stemde deze week nog tegen steun aan Oekraïne, een Europees land dat te maken heeft met ongekende agressie van Rusland. Dat is niet alleen door oorlog van de Oekraïners. Dat is ook door oorlog voor Europese normen en waarden, waar ik pal achtersta, maar waar u elke keer van wegkijkt. Ik durf te zeggen: ja, we moeten de komende jaren miljarden extra investeren in onze defensie, zodat Europa zijn eigen continent kan verdedigen. Ja, daar horen ook diplomatie en internationale samenwerking bij, zodat we conflicten kunnen oplossen. We moeten niet achter de dijken kruipen, maar we moeten met een open blik naar de wereld kijken en beseffen dat de Nederlandse welvaart en de Nederlandse vrijheid altijd samenhangen met een vrij en veilig Europa.

De heer Wilders (PVV):
Ten slotte. Kijk, hier komt de oude Rob Jetten weer terug. De afgelopen weken en maanden was het een vriendelijk lachende man. Het positivisme straalde ervanaf. Bij het eerste kleine beetje kritiek dat hij krijgt, komt hij echter meteen met jij-bakken, zo van: wat heeft u gedaan de afgelopen jaren, wat heeft u hier gedaan en wat doen wij nou! Hier staat de echte Rob Jetten weer. Dat is iemand die niet tegen kritiek kan. Meneer Jetten, maak uw borst maar nat. Als u doorgaat met dit soort vreselijke plannen, als u aan zaken komt die Nederlanders belangrijk vinden, zullen wij u iedere dag, waar u ook zit, of u nou premier bent of in de Kamer zit, de maat nemen.

Wat betreft Oekraïne: wij hebben Oekraïne altijd gesteund, ook financieel. Maar we lopen als Nederland gigantisch voorop. Er zijn heel veel landen in Europa, van Spanje tot Portugal en noem maar op, die niets tot nauwelijks iets doen. Wij zeggen nu inderdaad: niet opnieuw 2 miljard. Laat andere landen maar wat doen. Ik kan niet toestaan dat wij als Nederland weer 700 miljoen aan Oekraïne geven, terwijl we tegelijkertijd op de zorg gaan bezuinigingen. Dat gaan wij niet doen. U kunt geïrriteerd zijn, maar kritiek hoort bij dit spel. Wen daar maar aan.

De heer Jetten (D66):
Ik ben helemaal niet geïrriteerd. Een sterke democratie heeft ook een sterke oppositie nodig, maar ik hoop dat de heer Wilders iets anders gaat doen dan zijn grijsgedraaide plaat afspelen. Volgens mij vragen dit parlement en dit land namelijk om een stevig debat in deze Kamer, maar wel met respect en altijd met de bereidheid om er ook weer samen uit te komen.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik wil graag aanhaken bij de start van de speech van de heer Jetten. Hij had het over zoeken naar overeenkomsten en de uitgestoken hand, ook naar de rest van de Kamer. Dat lijkt een beetje het nieuwe ethos van deze formerende partijen te zijn. Maar ondertussen gebeurt er in de praktijk in deze Kamer het volgende: gisteren een trieste motie om de onderwijsvrijheid in te perken, wetgeving om embryokweek te mogelijk te maken et cetera. Kan de heer Jetten zich voorstellen dat dat voor de SGP en andere fracties bepaald niet overkomt als een uitgestoken hand, maar juist als het tegenovergestelde? Hoe wil hij daarmee omgaan?

De heer Jetten (D66):
Een uitgestoken hand betekent niet dat we het hier met 150 Kamerleden altijd over elk onderwerp volledig eens zullen zijn. Dat moeten we ook niet willen in onze mooie democratie, met zo veel partijen die zo veel kiezers vertegenwoordigen. Natuurlijk zijn er een aantal onderwerpen die het meest tot spanning kunnen leiden. U stipt medische ethiek en de vrijheid van onderwijs aan. Dat zijn twee van die onderwerpen waarover het in het debat soms echt kan en mag knetteren. Ik hoop wel — volgens mij hebben we dat gezien bij de wet over embryo-onderzoek — dat dat debat dan in het volle respect met elkaar kan worden gevoerd en dat je in dat debat wel begrip hebt voor het standpunt van de ander. Zo hoop ik ook dat we de komende jaren te werk kunnen gaan. Ik hoop dat we het soms aandurven om thema's beet te pakken die kunnen schuren en waar ook maatschappelijk soms grote verdeeldheid over is, maar dat we dat wel op een beschaafde manier met elkaar blijven doen.

Ik pak het onderwerp vrijheid van onderwijs even beet, want daar is het ook in de verkiezingscampagne heel veel over gegaan. We kunnen een heel fundamenteel debat voeren over artikel 23 van onze Grondwet. Dat onderwerp zullen we de komende tijd vast een aantal keer met elkaar moeten beetpakken, maar we weten ook dat grondwetswijzigingen projecten van de lange adem zijn. De vraag is wat dat dan in de praktijk betekent, welke emoties het op scholen en in gemeenschappen losmaakt en of er dan een kind geholpen is met zo'n grondwetsdiscussie. Of kun je wellicht ook op korte termijn met elkaar tot betere afspraken komen, om ervoor te zorgen dat elk kind een veilige schoolomgeving heeft? Mijn manier van politiek bedrijven zal dan ook zijn: niet alleen maar hele principiële discussies met elkaar voeren, maar ook kijken of we af en toe met elkaar pragmatisch een stap vooruit kunnen zetten.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
De heer Jetten heeft het over beschaafd het debat aangaan, met respect elkaar bejegenen en af en toe wat pragmatisme, maar uiteindelijk gaat het natuurlijk ook gewoon over de inhoud. Het voorbeeld dat ik noemde, raakt wel de klassieke vrijheidsrechten, leven en dood en medische ethiek. Staat dat niet op heel gespannen voet met, zoals de heer Jetten begon, het zoeken naar draagvlak, ook voor een mogelijk minderheidskabinet? Op deze wijze duwt u fracties weg. Het werpt ook wel een schaduw over hoe in ieder geval de SGP een toekomstig kabinet van deze signatuur zou bejegenen. Daarop doorgaand heb ik de vraag: hoe ziet de heer Jetten, ook als voorzitter van de grootste fractie, zijn verantwoordelijkheid op dit punt?

De heer Jetten (D66):
Specifiek over de wetsbehandeling over embryo-onderzoek: dat is een initiatiefwet van VVD en D66, waar jarenlang aan is gewerkt. Daarbij is er een uitgebreide maatschappelijke dialoog gevoerd en is ook met tegenstanders van dat wetsvoorstel het gesprek aangegaan. Ik vind dat het ook hoort dat je dat debat met elkaar voert. Die wetsbehandeling is al een hele tijd bezig. De inbreng van de Kamer is ruim voor de Tweede Kamerverkiezingen in een Kamerdebat geweest. Dan vind ik het logisch dat de initiatiefnemers op een gegeven moment ook zo netjes zijn om antwoord te geven op alle gestelde vragen. Dat debat is zelfs ook verplaatst, zodat het niet in het heetst van de campagnestrijd zou plaatsvinden maar juist na de Tweede Kamerverkiezingen. Ik denk dat wat betreft zowel de inhoudelijke benadering van het wetsvoorstel als de doorlopen procedure maximaal is geprobeerd rekening te houden met de gevoelens bij de verschillende fracties in dit huis.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Een laatste keer over dit wetsvoorstel over embryokweek. Dat wetsvoorstel liep al heel lang. Kan de heer Jetten zich voorstellen dat als hij werkelijk een uitgestoken hand had laten zien, misschien overwogen was om bijvoorbeeld de stemming — dat kan nog steeds — uit te stellen in deze precaire fase, juist om niet bij voorbaat breder draagvlak in deze Kamer op het spel te zetten?

De heer Jetten (D66):
Ik hoor wat de heer Van Dijk zegt, maar dit is een wetsvoorstel met een heel lange geschiedenis. Er is ook vaak afstemming geweest over hoe dit te doorlopen. Ik denk dat het heel netjes is gegaan. Ik vind dat de inbreng van uw fractie, maar ook die van de ChristenUnie, kraakhelder was de afgelopen paar weken. Dat heeft het debat ook geholpen. Het heeft er ook toe geleid dat mijn fractie gister voor een amendement van het CDA heeft gestemd en een motie van mevrouw Bikker en uzelf heeft gesteund om bij het verdere vervolg die maatschappelijke dialoog voort te zetten. Dat zal ook mijn insteek in de komende jaren zijn. Als er precaire onderwerpen zijn waarvan opje weet dat ze tot grote gevoeligheden in dit huis leiden, blijf je niet als een kip zonder kop doordenderen, maar blijf je altijd oog houden voor hoe je dat op een nette manier kunt doen.

De voorzitter:
Ik wil de leden echt verzoeken om via de voorzitter te spreken. Ik zeg dat bij alle debatten, dus ook bij debatten met fractievoorzitters.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Voorzitter.

(Hilariteit)

De heer Jimmy Dijk (SP):
Ah jongens, dat was makkelijk, ik heb nog helemaal niks gezegd.

Fijn dat er een agenda ligt; dat is mijn compliment om mee te beginnen. Dan weten we namelijk welke kant het opgaat. Er moeten miljarden worden overgeheveld naar het bedrijfsleven en gewone mensen gaan de rekening betalen, zien we; denk aan de zorg, de sociale zekerheid. Ik heb in het stuk heel inhoudelijk gekeken naar waar dit nou vandaan komt. Er staat bijvoorbeeld de zin: we nemen de adviezen van het rapport van de heer Wennink over. Dat rapport is er helemaal niet. Dan vraag ik me af: welke adviezen gaat u overnemen?

De heer Jetten (D66):
Volgens mij wordt dan het stuk niet helemaal goed geciteerd, want er staat niet "overnemen", maar "benutten" van de adviezen van Draghi, Letta en Wennink. Dat zijn drie rapporten, twee in Europa uitgebracht en één deze week hier in Nederland. Die gaan heel simpel over de vraag: hoe verdienen we hier over tien jaar geld, zodat we kunnen investeren in onderwijs, sociale zekerheid en volksgezondheid? Ik ben wel geschrokken de afgelopen weken van de alarmerende signalen die aan ons zijn overgebracht. De komende jaren staat de Nederlandse economie er gewoon onvoldoende sterk voor. Bedrijven trekken weg, investeringen worden hier niet gedaan, de werkgelegenheid staat onder druk, niet in de laatste plaats vanwege digitalisering. Dus wil je de Nederlandse welvaart behouden en genoeg belastinginkomsten uit de economie halen om al die ambities te betalen, dan moet je ook durven investeren in de toekomst van de economie. Daarom willen we die rapporten ter harte nemen.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Het rapport van de heer Wennink is nog niet eens uitgekomen. Dat komt vrijdag. Dus ik vind het echt heel bizar. Stel dat daar gekke dingen in staan. Het is geschreven door het grote bedrijfsleven en de bankensector, dus we kunnen wel een beetje voorspellen wat daarin staat. Dan is het zeer pijnlijk om te lezen dat op het gebied van sociale zekerheid de WIA uitgekleed wordt en de WW wordt gekort. Er staat in één keer dat de ontslagbescherming moet worden vernieuwd. Dat stond in geen van de verkiezingsprogramma's. Waar komen die dingen vandaan? U zei net dat er zo veel enthousiasme is in het land rondom deze agenda. Ik denk dat als mensen goed doorhebben wat het betekent … De vakbonden hebben dat door. Heeft u vervolgens met de vakbonden gesproken? Die zitten namelijk helemaal niet te wachten op het uitkleden van de WW, het korten van de WIA en het beperken van de instroom van de WIA. Dus heeft u met hen gesproken? Wat was dan hun advies? Hoe kan het dan dat nu al de adviezen van de heer Wennink worden overgenomen, terwijl de adviezen van de vakbonden op het gebied van sociale zekerheid er niet eens in staan?

De heer Jetten (D66):
We nemen niks over. We nemen adviezen ter harte. Misschien hadden we niet naar het rapport moeten verwijzen, hoor, omdat het deze week officieel wordt gepresenteerd. Dat geef ik de heer Dijk meteen terug. Ik denk dat er een aantal heel prikkelende analyses zijn gedaan, niet alleen door het bedrijfsleven en de banken, maar ook door kennisinstellingen, over hoe die Nederlandse ecosystemen onder druk staan en hoe de overheid — dat is de crux — moet mee-investeren om die economie sterk te houden. Daar is een grotere rol voor de overheid te vervullen dan we de afgelopen jaren hebben gezien. Wellicht kan dat ook de SP-fractie nog inspireren. En ja, we hebben ook de sociale partners aan tafel gehad: de Sociaal-Economische Raad en vertegenwoordigers van de Stichting van de Arbeid, waar niet alleen de werkgevers maar ook de vakbonden in vertegenwoordigd zijn. En nee, zij zeggen niet, zoals CDA en D66 al langer bepleiten, dat je in de WW, WIA en het ontslagrecht een aantal moderniseringen zou moeten doorvoeren. Daar kijken zij soms fundamenteel anders tegen aan. Maar ze vertelden mij en de heer Bontenbal en iedereen wel het volgende. Ze hebben namelijk ook gewoon voor de camera's gestaan toen ze waren langsgekomen. Neem bijvoorbeeld gen Z, de jongste generatie, het aantal jonge mensen dat niet aan een baan kan komen, dat op een uitkering is aangewezen, dat moeite heeft om het hoofd boven water te houden. Het huidige systeem van sociale zekerheid is onvoldoende geschikt om die jonge generatie een vangnet en een springplank te geven om wat van het leven te maken. Dus ja, we kunnen daarvan wegkijken, of we zeggen: we pakken het met beide handen aan, om ervoor te zorgen dat we ook de komende decennia een sociaalzekerheidsstelsel hebben dat houdbaar is, dat mensen activeert en ervoor zorgt dat de mensen die echt niet kunnen meekomen, niet in de steek worden gelaten.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Hier zie je het neoliberalisme 2.0, 3.0, 4.0. Deze problemen van vandaag zijn veroorzaakt door de kabinetten-Rutte. Vervolgens hebben we twee jaar lang stilstand en geruzie gehad. Nu doet u een stap terug naar de periode van de kabinetten-Rutte. Dat is geen vooruitgang. Dus het hele positieve verhaal van uw campagne … Kijk bijvoorbeeld naar de zorg en de sociale zekerheid. Daar gaan mensen de klappen opvangen. Daar gaat de rekening worden betaald. Aan de andere kant zien we een overheid die miljarden gaat overmaken aan het bedrijfsleven. Dat is neoliberalisme in een nieuw jasje van de heer Jetten en de heer Bontenbal. Dat is zeer teleurstellend als de heer Jetten een campagne voerde waarin hij zei: we gaan gemeenschappen versterken. Want als het neoliberalisme iets doet … Als het de vaste bodem onder mensen hun voeten vandaan slaat op het gebied van sociale zekerheid en zorg, dan schaadt dat gemeenschappen. Dat bouwt ze niet op; dat schaadt ze en dat maakt ze zelfs kapot.

De heer Jetten (D66):
Ik zou stellen dat de agenda die wij hebben gepresenteerd juist een breuk is met doorgeslagen neoliberalisme. Wij stellen namelijk voor dat bijvoorbeeld in de energietransitie de overheid een veel grotere rol gaat pakken, om ervoor te zorgen dat warmtenetten in publieke handen snel worden uitgerold, zodat in de wijken met de hoogste energierekeningen en de slechtst geïsoleerde huizen, nu het snelste hulp komt. Die mensen gaan tientjes per maand minder betalen aan hun energierekening, omdat de overheid zegt: wij komen u helpen door uw huis te isoleren en een fatsoenlijk collectief warmtenet aan te leggen. Dat zijn allemaal keuzes die ook in het stuk staan, waarbij de overheid juist zegt: omdat we de afgelopen jaren overal van hebben weggekeken en geen politieke keuzes hebben gemaakt op het gebied van stikstof, klimaat of hoe onze economie eruit moet zien, staan we waar we nu staan. Soms is het bedrijfsleven uitstekend in staat om dingen op te lossen. Soms gebeurt dat door maatschappelijke organisaties of mensen die dat prima zelf kunnen. Maar er zijn ook een aantal heel grote transities waarin de overheid een actieve rol moet spelen. Dat is niet per se een grote overheid, maar wel een overheid die verantwoordelijkheid neemt, soms keuzes maakt en soms mee-investeert. Dit is dus geen neoliberale agenda. Dit is een agenda waarin we elke keer heel goed kijken welke rol de overheid heeft te spelen om dit land weer vooruit te helpen. Ik hoop dat we u op de inhoud bij een aantal van die voorstellen de komende tijd kunnen overtuigen.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Ik heb altijd gezegd: goede plannen steunen we, slechten plannen niet. Dat doen we hier dagelijks als we wetten beoordelen. Ook de SP stemt soms voor en soms tegen wetten, omdat ze goed of slecht zijn. Dat heeft overigens niets met samenwerking te maken. Dat heeft gewoon te maken met het feit dat je zelf een oordeel velt over voorstellen die er liggen. Maar dan dat neoliberalisme. U had net even een interruptiedebatje met de heer Wilders over bijvoorbeeld het eigen risico. Dat is het individualiseren van zorgkosten. Dat is direct neoliberaal. Dat is de mens zien als een economisch wezen dat met financiële prikkels gestimuleerd moet worden om keuze a of keuze b te maken. Dat is superneoliberaal. Een zogenaamd actievere WIA of een actievere WW is mensen zien als een kostenpost. Er wordt een financiële prikkel gegeven aan mensen om hen wel of niet aan het werk te laten gaan. We gaan zo meteen in de uitwerking van uw plannen aan de ene kant zien dat die bezuinigingen mensen gaan treffen die het nu al zwaar hebben, gewone mensen, en aan de andere kant dat het bedrijfsleven wordt gediend. Dat zie je namelijk aan de regels waarvan u net zei dat die misschien niet hadden moeten worden opgeschreven. Daaraan zie je dat het bedrijfsleven wel wordt gediend, maar dat gewone mensen die hun leven lang hebben gewerkt of arbeidsongeschikt raken, de prijs gaan betalen.

De heer Jetten (D66):
Er staan ook keuzes in om bijvoorbeeld een leven lang leren mogelijk te maken, zodat mensen een budget krijgen om zich te laten omscholen of bijscholen als ze zien dat hun werk verandert en ze onzeker zijn over de toekomst van hun inkomen. Mensen die hoger onderwijs hebben gevolgd of naar de universiteit zijn geweest, zoals de mensen die hier veel zitten, krijgen een kleiner levenlanglerenbudget dan mensen die veel korter een vervolgopleiding hebben gevolgd en op hun 17de zijn begonnen met werken. D66 heeft in het verkiezingsprogramma voorstellen staan voor een aangepaste WW die inderdaad korter is, maar wel aan het begin een veel hogere uitkering met zich meebrengt, zodat je een minder grote inkomensval hebt en je vanuit meer rust kan nadenken over hoe je je laat omscholen en hoe je van baan naar baan kan. Ik vind dat hele sociale keuzes, waarmee de overheid laat zien: als je even in de problemen komt, gaan we naast je staan en gaan we je helpen om het leven weer op te pakken.

De voorzitter:
De heer Dijk en dan mevrouw Bikker.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Een laatste slotopmerking. U heeft mijn kritiek net gehoord. Er staan geen bedragen bij. Er zit geen financiële paragraaf bij. Het voorstel is om dit verder te gaan uitwerken met de VVD. Dan weet ik wel welke kant het op gaat.

De heer Jetten (D66):
We gaan het zien.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Allereerst complimenten aan zowel de heer Buma als aan collega's Jetten en Bontenbal voor de agenda die er ligt. Die is op een heel aantal thema's herkenbaar voor kiezers, vind ik, want dat zijn de thema's waarmee mensen thuis problemen ervaren. Ik noem het vinden van een huis. Het oplossen van het stikstofslot moet gebeuren. Complimenten daarvoor. Complimenten ook voor dat heilige huisjes wel aangepakt zijn. Ik noem de hypotheekrenteaftrek en het rekeningrijden. Ik mag hopen dat die heilige huisjes ook gewoon aangepakt blijven worden op het moment dat de VVD aanschuift. Dat gaan we zien. Maar als ik naar dat stuk kijk — dat is ook goed te begrijpen, want dat is de opdracht waarmee de Kamer de collega's op pad heeft gestuurd — dan zie ik dat het heel veel gaat over deze thema's. Wat gaan we daarmee doen? Soms staan er al moedige keuzes in; ik noemde ze net. Soms denk ik: ik ben nog wel even benieuwd of het smaakmakender wordt, bijvoorbeeld rondom toeslagen. Durf maar door te pakken, zou ik zeggen. Maar ik mis wel een antwoord op de vraag hoe we de samenleving gaan opbouwen. Collega Jetten noemde net al terecht gen Z en de grote mentale zorgen die er zijn, maar we zien ook vervreemding en polarisatie. Ik ben heel benieuwd welke samenlevingsvisie collega Jetten daarin verder voor ogen heeft.

De heer Jetten (D66):
Bij de uitnodiging zit een inleiding van één pagina, die de heer Bontenbal en ik samen hebben geschreven. Ik denk dat we wel een pagina of vijf hadden kunnen uittypen, maar dat mocht niet van de informateur, want we moesten het ook een beetje kort en krachtig houden. Maar ook onze handen jeuken vooral ook om verder te praten over wat voor soort samenleving we willen zijn. We hebben de afgelopen jaren verharding en verwijdering gezien hier in het politiek debat, maar dat heeft ook zijn uitwerking op de maatschappij, en zeker op de jongste generatie. Dit is nou, vind ik, een punt waarbij je misschien zou verwachten dat een christendemocraat en een sociaalliberaal er niet heel makkelijk uit zouden kunnen komen. Toch is het tegendeel volgens mij waar, want wij willen allebei sterke gemeenschappen bouwen. Ik doe dat vanuit de overtuiging dat een bevrijd individu, dat zijn eigen keuzes kan maken over leven en lichaam, uiteindelijk toch ook ergens bij wil horen. De heer Bontenbal doet dat veel meer vanuit zijn christelijke normen en waarden. Maar wij vinden elkaar wel op het punt dat de koers die de samenleving de afgelopen jaren op is gegaan, het land niet vooruithelpt. Ik denk dat de verkiezingsuitslag ook laat zien dat heel veel Nederlanders dat zat zijn, dat die allemaal weer behoefte hebben aan een stukje verbinding en vooruitgang. Dat is denk ik ook deels de opdracht voor de volgende fase van de formatie, maar ook voor de wijze waarop we hier met elkaar politiek bedrijven.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Heel veel Nederlanders hopen inderdaad dat er vier jaar lang werk zal worden gemaakt van hun problemen, in plaats van dat ze om de anderhalf jaar naar de stembus moeten gaan. Maar juist nu, in de nieuwe prille fase, die ik graag een kans geef, schuift opnieuw een liberale partij aan. Dus straks hebben we twee liberale partijen aan tafel, die altijd eerder aan het individu zullen denken dan aan de gemeenschap. Ik vind het hoopvol om te horen wat collega Jetten zegt, dat hij wil werken aan die samenleving. Maar gaat dat dan ook blijken uit die financiële bijsluiter? Juist als we kijken naar hoe we die grote opgaves gaan betalen, is het ook belangrijk dat we niet kil bezuinigen op de zorg. Daar zijn wel stappen nodig; wij doen dat ook als het gaat om het eigen risico. Maar dus niet veel bezuinigen op de zorg, en voor ogen houden hoe de ouderenzorg van de toekomst ook een zorgzame ouderenzorg is. Dat we in de sociale zekerheid niet kil bezuinigen op de sociale zekerheid, maar voor ogen houden voor welke mensen deze wetgeving daadwerkelijk een vangnet is. Kan collega Jetten inzicht geven in hoe die samenlevingsvisie juist ook daarin doorwerkt? En dat als twee liberale partijen om de tafel gaan met een christendemocratische, dat niet een kille bezuiniging betekent op juist het hart van de samenleving?

De heer Jetten (D66):
Hier moeten we ook leren van fouten die in het verleden zijn gemaakt. Ik zou hier twee dingen over willen zeggen. Kijk, wij hebben deze agenda uitgewerkt langs de thema's die door verkenner Koolmees waren geconcludeerd op basis van een ronde langs alle fracties. Als u mij vraagt wat ik het meeste mis hierin, is dat toch een stevig hoofdstuk over hoe je mensen die in de verdrukking zitten, die moeilijk kunnen meekomen in onze samenleving, de komende jaren gaat helpen. Dan gaat het over schuldhulpverlening; over armoedebestrijding; over de toeslagenaffaire en de nasleep daarvan; over voortdurende discriminatie van mensen met een andere huidskleur of een anders klinkende achternaam. Daar moeten we het ook echt beter doen. Dat is wat mij betreft een van de thema's die we in een volgende fase heel serieus gaan beetpakken. En het is misschien ook nog een deel van het antwoord op de vraag die ik net van de heer Dijk kreeg: welk écht sociaal beleid willen we nou voeren voor mensen die de meeste moeite hebben om mee te komen in onze samenleving? Ik denk dat dat de crux is.

En ten tweede, over de zorg. Ik ben het afgelopen jaar een dag gaan meelopen in die ouderenzorg, in de wijkverpleging in een prachtig zorgcomplex. Daar waren zowel de bewoners als de mensen die daar aan het werk waren eigenlijk allemaal ontevreden. Ze waren zeer begripvol over de kwaliteit van de zorg die de zorgverleners leverden, maar ze waren wel heel erg ontevreden over de onnodige bureaucratie. Over de complete ontmenselijking in de ouderenzorg, waarbij alles in een formulier moet worden ingevuld: "Is de soep te heet? Is de soep te koud? O, we gaan de procedures erop aanpassen." Mogen die mensen dat alsjeblieft gewoon met elkaar vormgeven? Ik zie ook de roep uit de gehandicaptenzorg, de ouderenzorg, de jeugdzorg, richting de formerende partijen: "Ga nou niet met ambtenaren van Financiën praten over hoe de toekomst van de zorg eruit moet gaan zien, maar nodig mensen uit de zorg zelf uit om te praten over hoe we de zorg menselijk, toegankelijk en betaalbaar houden, en ook veel beter maken." Ik denk dat dat de opdracht is voor de volgende fase van de formatie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik vind dit een hoopvol antwoord. Ik kijk er ook naar uit dat we echt weer vooruit gaan kijken in plaats van dat we op de millimeter boekhouden. Volgens mij is dat te veel en te lang gebeurd. Er zijn ook te veel geitenpaadjes gevonden in plaats van dat de problemen daadwerkelijk werden aangepakt. Maar ik denk dat we ons dan ook moeten focussen. We moeten zelfbeheersing hebben en zeggen: met deze grote thema's, inclusief de financiële bijsluiter die daar uiting aan moet geven, gaan we aan de slag. Maar laten we ons ook een beetje beheersen op het gebied van de klassieke vrijheden. Ik vond de motie gisteren over artikel 23 dan toch zorgwekkend. Laten we niet op elkaars tenen gaan staan, maar laten we echt aan de slag gaan met daadwerkelijke oplossingen die nodig zijn, of het nou gaat om wonen en de dakloosheid die we nu zien, of om stikstof en boeren die nu met hoofdpijn denken "kunnen we doorgaan?", terwijl de natuur het ondertussen ook zwaar heeft. Op al die punten kunnen we aan de slag, maar dat vraagt van de 150 hier zelfbeheersing en een stukje moed om het daarbij te houden. Ik hoop dat collega Jetten dat in gedachten ook wil meenemen naar de volgende fase. Daarbij vond ik gisteren niet het mooiste voorbeeld.

De heer Jetten (D66):
Heel kort. Van mij had die motie ook niet gehoeven. Wij hebben voorgestemd, omdat we het er principieel mee eens zijn. Maar als je wat wilt doen aan dit thema, kun je volgens mij beter een goede dialoog voeren met elkaar en dan met een uitgewerkt voorstel komen over hoe je die vrijheid en veiligheid op scholen beter kunt garanderen, met respect en begrip voor de andere grondrechten die we hebben.

De heer Struijs (50PLUS):
Ook wij zien in het stuk van Buma veel aanknopingspunten om verder te praten, maar we maken ons wel zorgen, onder andere over de bezuinigingen op de zorg. Maar daarnaast wil ik ook aandacht vragen voor het volgende. Ik hoor u veel over generaties praten, maar hoe denkt u die generaties met elkaar te verbinden? Er luisteren en kijken nu een heleboel 50-plussers mee. We hebben er ondertussen meer dan 5 miljoen in Nederland. Hoe wilt u oud en jong met elkaar verbinden, zodat we ook een gemeenschap krijgen waarin men om elkaar geeft? Ik hoor u iets te weinig over de bril van de 50-plussers en hun behoeften, of het nu om zorg of om wonen gaat. Wij willen in deze fase graag meer horen over het met elkaar verbinden van de generaties.

De heer Jetten (D66):
Ik denk dat mijn vader nu appt dat de heer Struijs weer helemaal gelijk heeft, dus dat ik daar goed naar moet luisteren. Ja, onze samenleving verandert razendsnel. Er zijn straks miljoenen mensen boven de 50, miljoenen mensen boven de 60. Die zijn heel vaak hartstikke vitaal. Zij willen deelnemen aan de samenleving. Zij willen misschien nog een tijd werken en hun ervaringen overbrengen op de jongere generatie. Zij vragen ook om hulp om dat op een goede manier te doen.

De hele grote vraag ten aanzien van de woningmarkt is hoe we ervoor kunnen zorgen dat die miljoenen ouderen gewoon een prettig thuis hebben, passend bij de levensfase, passend bij de financiële situatie, en het liefst ook op een plek waar ze omringd worden door allerlei andere generaties en op een plek waar er wat gebeurt. Dus volgens mij moeten we gewoon bij alle grote thema's, of het nou gaat om de arbeidsmarkt, wonen of de toegang tot de zorg, steeds heel goed nadenken. Onze bevolking vergrijst in een rap tempo. We worden steeds ouder, maar we blijven ook steeds langer vitaal. Hoe kunnen we daar op een goede manier mee omgaan? Volgens mij moeten we daar ook juist die mensen zelf bij betrekken, omdat die generatie veel beter dan ikzelf kan uitleggen wat daarvoor nodig is.

De heer Struijs (50PLUS):
Ik zie uit naar de volgende ronde om hier indringend over te spreken. Ik hoop dat de heer Jetten ook regelmatig naar zijn vader luistert. Dank u wel.

De voorzitter:
Dat hopen wij met u.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ook van onze kant de complimenten voor de intentie van de agenda die D66 en het CDA samen hebben geschreven, waarmee ze echt problemen willen oplossen. Op sommige vlakken zetten ze ook echt moedige stappen naar voren. Verschillende collega's uiten nu al hun zorgen over de inhoud. Die zorgen heb ik ook, maar ik heb ook een meer fundamentele vraag.

De heren Jetten en Bontenbal hebben net als veel anderen gezegd dat Nederland behoefte heeft aan een stabiel kabinet dat de problemen gaat oplossen. Daar ben ik het mee eens. Maar nou kiest de heer Jetten ervoor om verder te praten met de VVD. Als ik me niet vergis — ik heb er een actieve herinnering aan en ik denk dat de heer Jetten dat ook heeft — was er al een samenwerking met de VVD. Die werd in 2023 opgeblazen door de VVD met een leugen over nareis op nareis. Vervolgens plaveide diezelfde VVD met partijleider Yeşilgöz de weg voor het meest instabiele kabinet ooit. De heer Jetten sprak net ook al even kort over de verharding in de samenleving. Die is niet uit de lucht komen vallen. Dus als we een stabiel kabinet willen, waarom doe je dat dan met de VVD? Ze heeft toch niet laten zien dat ze bereid is om verantwoordelijkheid te nemen voor een stabiel landsbestuur en dat ze het landsbelang boven partijbelang stelt?

De heer Jetten (D66):
Ik heb de afgelopen jaren denk ik genoeg gezegd over wat ik vond van de val van Rutte IV en wat ik vond van het vorige kabinet. Maar we hebben ook Tweede Kamerverkiezingen gehad, met een uitslag die is gereflecteerd in een zetelverdeling hier. De vraag aan verkenner Koolmees en de vraag aan informateur Buma was ook eigenlijk heel simpel: welke partijen zijn bereid in welke combinatie dan ook met elkaar naar de toekomst te kijken, om weer positieve dingen voor het land te gaan doen? Ik wilde daar in mijn spreektekst uitgebreid op ingaan, maar laat ik dat dan nu maar doen.

Ik had een andere eerste voorkeur. Die heb ik bij de verkenner geuit. Die heb ik bij de informateur geuit. Die voorkeur, een kabinet van D66 met GroenLinks-PvdA, CDA en VVD, zit er op dit moment gewoon niet in. Daar gaan de standpunten niet over veranderen. Dan kan ik nog tien weken lang mijn eigen voorkeur blijven verkondigen, maar ik kan ook met de andere partijleiders afpellen wat er dan wel kan. We hebben denk ik zeven, acht of negen verschillende scenario's met elkaar bekeken, verschillende meerderheidsvarianten en verschillende minderheidsvarianten. Er waren eigenlijk altijd wel een of meerdere partijen die zeiden: ik zie dat niet zitten. Ik wilde die stilstand, die politieke impasse, echt voorkomen. Ik wil door naar de volgende fase. Mijn conclusie of de conclusie van de informateur, een conclusie die ik volledig steun, is dat alleen de combinatie van D66, CDA en VVD nu voldoende aanknopingspunten biedt om snel tot een ambitieus en stabiel kabinet te komen, hopelijk met een verdere samenwerking ook met andere partijen, want die zal nodig zijn.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik snap dat de heer Jetten een andere voorkeur had. Dat is prima. Ik snap ook dat hij zegt: we moeten ook door. Maar daar hoort volgens mij wel bij dat je dan zegt: we moeten een meerderheid hebben en we moeten door, maar de VVD is geen stabiele en betrouwbare partner. Dat heeft de VVD gewoon laten zien. Ik denk dan aan het opblazen van het vorige kabinet met een leugen, geen reflectie, het mogelijk maken van een totaal instabiel kabinet en de verharding in de samenleving die daar het gevolg van is. D66 heeft zelf gezien dat gewelddadige mensen bij zijn partijkantoor stonden. Erger nog, in de straten van Nederland zag je openlijk racisme. Dat is wel allemaal het gevolg van de afgelopen jaren. Volgens mij moet je dan zeggen: nou ja, dan gaan we maar met zijn tweeën verder, want met de VVD erbij gaan we door met bewindslieden in het kabinet die lak hebben aan de verhoudingen hier en die de Kamer gewoon voorliegen als ze denken dat het hun beter uitkomt. Dat kunnen we toch moeilijk kwalificeren als een stabiel kabinet.

De heer Jetten (D66):
Ik vind het wel knap dat mevrouw Ouwehand nu al kan oordelen over een kabinet dat er nog niet is. Volgens mij werkt een formatie toch stap voor stap. We gaan nu de volgende fase in met drie partijen. Ik hoop dat we wederom kunnen verrassen met tempo, maar ook met grote inhoudelijke keuzes. In de komende fase van de formatie zullen we ook met elkaar moeten doorpraten over wat voor soort politieke cultuur we willen. Hoe kijken we aan tegen het type bewindspersonen en de samenwerking in het kabinet? Wat verwachten we van het kabinet in de omgang met de Kamer? Hoe willen we in de Kamer als coalitie en oppositie met elkaar omgaan? Ik ben het heel erg met mevrouw Ouwehand eens als zij zegt dat we als politiek collectief de afgelopen paar jaar niet het goede voorbeeld aan het land hebben gegeven. We zijn er echt zelf bij om dat beter te doen. Ik ben er toch wel hoopvol en optimistisch over dat we dat de komende tijd ook met elkaar kunnen doorbreken. We zullen dat ook moeten beoordelen tijdens de onderhandelingen en bij het eindresultaat dat er uiteindelijk uitrolt.

De heer Dassen (Volt):
Ik wil de heer Jetten en de heer Bontenbal ook complimenteren, omdat ze volgens mij een voortvarende start hebben gemaakt met een agenda waar veel partijen aanknopingspunten in zien. Dat is heel positief. Tegelijkertijd zien we ook dat de wereld om ons heen in heel rap tempo aan het veranderen is. Afgelopen week kwam de nationale veiligheidsstrategie van de Verenigde Staten naar buiten. Donald Trump pleit eigenlijk voor het opheffen van de Europese Unie. Dat maakt ook dat wij als Europa op een andere manier naar onszelf moeten gaan kijken. Wij moeten ook gaan kijken naar de Europese Unie. Als ik dit stuk bekijk, dan vind ik het op dat gebied nog wat magertjes. Ik denk namelijk dat we veel sneller moeten gaan integreren om ons goed te kunnen verhouden tot die vijandelijkheid die van buitenaf op ons geprojecteerd wordt. Ik ben benieuwd hoe de heer Jetten hiernaar kijkt en of hij dat met mij eens is.

De heer Jetten (D66):
Dat is een hele goede vraag, zeker nu. Een week geleden kwam er een stuk uit het Witte Huis met een hele duidelijke boodschap aan Europa, namelijk: zoek het lekker zelf uit. Wat mij ergert in de afgelopen week, is dat er in heel veel Europese discussies vooral wordt geklaagd over hoe erg het is dat Trump nu deze stap zet. Hoe naïef zijn we dan de afgelopen tijd met z'n allen geweest? We moeten het met elkaar hebben over hoe we het zelf beter gaan doen. Hoe gaat Europa voor zijn eigen veiligheid zorgen? Hoe gaan we die Europese economie versterken? Hoe gaan we de Europese integratie op een aantal grote onderwerpen versneld afmaken, zodat we gewoon onze eigen boontjes kunnen doppen? Ik denk dat ook die keuzes in deze agenda van D66 en CDA staan, bijvoorbeeld voor versnelde investeringen in verdere Europese defensiesamenwerking, in betere samenwerking op het gebied van inlichtingen en wat betreft het afmaken van de bankenunie. Die Europese samenwerking nu intensiveren is wat mij betreft echt de weg vooruit om ervoor te zorgen dat we minder afhankelijk zijn van de Amerikanen en ook minder de speelbal van de strijd tussen de Amerikanen en de Chinezen.

De heer Dassen (Volt):
Eens, alleen ik denk dus dat er meer nodig is dan hetgeen er nu staat. Op veel hiervan heeft Nederland de afgelopen jaren natuurlijk al ingezet. Ik denk dat we nu echt toe moeten werken naar een Europees leger, naar het stoppen van alle veto's, naar één buitenlandminister die echt namens Europa op het wereldtoneel speelt. Dat zijn zaken waarmee we aan de bak moeten. Ik hoop ook dat D66 en het CDA de komende tijd nog meer durven om die stap vooruit te maken.

Dat is ook een beetje gerelateerd aan mijn vervolgvraag. Er wordt nu door D66 en het CDA de keuze gemaakt om met de VVD te gaan praten. Als ik kijk naar wat er nodig is, ook op dit gebied, dan denk ik juist dat er met een andere partij misschien snellere stappen gemaakt hadden kunnen worden. Ik was en ben nog steeds voorstander van een meerderheidskabinet. Ik denk dat dat het beste is in deze turbulente wereld. Heeft D66 ook overwogen om de vervolgstap niet met de VVD te maken, maar bijvoorbeeld met GroenLinks-PvdA?

De heer Jetten (D66):
Nou, die vraag hoef ik niet te beantwoorden, omdat de heer Klaver niet openstaat voor minderheidskabinetten.

De heer Dassen (Volt):
Oké. Dat heb ik zelf niet zo uit het verslag van de heer Buma gehaald. Volgens mij staat er dat het niet wenselijk is. Dat is volgens mij net wat anders. Wellicht kan de heer Buma hier dadelijk dan nog antwoord op geven. Maar als dat het geval is, zal ik dat dadelijk ook nog aan GroenLinks-PvdA vragen.

De heer Van Baarle (DENK):
Laat ik ook beginnen met een compliment in de richting van de heer Jetten en uiteraard ook in de richting van de heer Bontenbal voor het opleveren van de agenda. Het komt niet vaak voor dat twee politieke partijen op die manier een inhoudelijke stap naar voren zetten. De heer Jetten heeft natuurlijk campagne gevoerd. Zijn belofte in de campagne was dat, na het experiment met het extreemrechtse kabinet, het tijd werd om Nederland weer bij elkaar te brengen en om een einde te maken aan de tijd van verdeeldheid, waarin mensen op basis van afkomst tegen elkaar opgezet werden.

Ik snap vanuit die inhoud gewoon oprecht niet waarom de heer Jetten zich in deze fase nu zo gaat verbinden aan de VVD van mevrouw Yeşilgöz, die er in de afgelopen tijd toch hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor is geweest om discriminatie en racisme in het kabinet te plaatsen. Bewindspersonen hebben de meest verschrikkelijke uitspraken gedaan. De VVD heeft zich echter ook in de Kamer bij stemmingen verhouden tot bijvoorbeeld vluchtelingen op een manier waarvan ik zeg: dat is toch niet waar we als Nederland naartoe moeten? We moeten toch geen populistische amendementen van de VVD willen steunen waardoor er allemaal onrechtsstatelijke wetsvoorstellen door de Kamer gejast worden? Dit kan toch niet de inhoud zijn waar de heer Jetten voor wil kiezen? De heer Jetten kan zo toch niet op een geloofwaardige manier zeggen dat hij Nederland weer gaat verbinden?

De heer Jetten (D66):
De afgelopen periode heeft D66 op een aantal grote inhoudelijke thema's duidelijk andere keuzes gemaakt dan de VVD. Dat zijn ook onderwerpen waar we de komende weken vast nog pittige gesprekken over gaan voeren tijdens de onderhandelingen. Ik vind het echter wel ingewikkeld als hier één lid van de Kamer dat zo meteen zelf nog aan de beurt is, persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld voor zo'n beetje alles wat er de afgelopen jaren is gebeurd. Dan moet u zo meteen gewoon een kritische vraag aan mevrouw Yeşilgöz stellen. Dan zal ze die, denk ik, ook graag willen beantwoorden. Dus ja, we hebben inhoudelijk andere keuzes gemaakt. Daar hebben we ook stevig over gedebatteerd. Daar hebben we ook tijdens tv-debatten een paar keer stevig de degens over gekruist. We gaan de komende weken kijken of we gezamenlijk tot een nieuwe agenda kunnen komen. Dat is volgens mij wat er nu van ons verwacht wordt, in deze volgende fase van de kabinetsformatie.

De heer Van Baarle (DENK):
Rekent u er maar op dat we mevrouw Yeşilgöz ook in de komende tijd in het debat zullen bevragen op haar keuzes — daar is dit huis ook voor — maar ik vraag nu naar de keuzes van de heer Jetten. De heer Jetten maakt nu namelijk een keuze voor samenwerking met de VVD. We weten wat de VVD in de afgelopen tijd heeft gedaan en we weten waar de VVD voor staat. We weten wat de VVD Nederland heeft aangedaan: het laten vallen van kabinetten en het creëren van een extreemrechts kabinet. Maar laten we het nou gewoon even heel tastbaar maken wat betreft de visie en het leiderschap voor Nederland. Een VVD-bewindspersoon, de heer Nobel, heeft de uitspraak gedaan dat Nederlandse islamitische jongeren voor een groot deel de Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven. Zijn dat soort zaken nou zaken waarvan de heer Jetten zegt: dat gaat gebeuren in een mogelijk kabinet waar ik leiding aan geef. Dat zijn namelijk wel de VVD-uitspraken die de heer Jetten met deze samenwerking in een kabinet gaat hijsen.

De heer Jetten (D66):
Ik vond dat destijds belachelijke uitspraken, die niet helpen om de integratie in Nederland te bevorderen. Ze helpen ook niet om oog te hebben voor heel veel jongeren met een migratieachtergrond die hun stinkende best doen, maar nog steeds elke dag worden geconfronteerd met allerlei vormen van discriminatie, waardoor ze niet volwaardig aan deze samenleving kunnen meedoen. Volgens mij staat er dan altijd een D66'er op om zich daartegen uit te spreken. Dat is dus ook een onderwerp waar we de komende weken vast en zeker nog wel stevige discussies over gaan voeren, zoals het hoort en zoals u dat waarschijnlijk ook in alle komende Kamerdebatten zult blijven doen. Ik sta voor een politiek die oog heeft voor de talenten van mensen. Wat doen mensen? Wat willen mensen bijdragen aan deze samenleving? Daar moeten we naar kijken in plaats van dat we ze beoordelen op afkomst, geloof of wat dan ook. Dat is ook het mooie aan verkiezingen. De kiezer heeft gesproken. Die heeft ons een nieuwe zetelverdeling gegeven. Daar zullen we het mee moeten doen. We bouwen dadelijk met elkaar aan een nieuw regeerakkoord en wellicht aan een nieuwe kabinetsploeg. U mag dat kabinet op zijn voorstellen en daden beoordelen.

De heer Van Baarle (DENK):
De glimmende nieuwe auto van een cultuur van verbinding begint zijn glans nu wel steeds meer te verliezen. Van uitspraken die de heer Nobel heeft gedaan wordt gezegd dat we het daar de komende tijd over moet hebben. Ik geef aan dat de VVD zichzelf in de afgelopen tijd echt heeft laten zien als een politieke partij die discriminatie gewoon het kabinet in heeft gebracht. Ik denk dat heel veel Nederlanders na dit extreemrechtse kabinet hadden gehoopt dat hier gewoon veel duidelijker een lijn tegen werd getrokken en dat er veel duidelijker een lijn werd getrokken tegen de agenda van verdeeldheid die de VVD in de afgelopen tijd heeft laten zien. Tot mijn spijt wordt die stap niet gezet en worden er nu gesprekken met de VVD gevoerd en wordt het een punt van onderhandeling met de VVD. Dat vind ik jammer.

De heer Jetten (D66):
Ik vind het ook een beetje veel heel ver achteraf gepraat. Kijk, waar het om gaat, is het volgende. Als er dingen gebeuren of worden gezegd die je niet acceptabel vindt, dan gaat het erom dat je op dat moment acteert, dat je op dat moment normeert en op dat moment de discussie aangaat. Zoals wij hebben gedaan in het voorbeeld dat u aanhaalt.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb het al eerder gezegd, maar ik zal het ook hier zeggen: complimenten aan de heer Jetten en de heer Bontenbal voor het stuk dat zij hebben geschreven. Heel goed dat ze daar het gesprek over wilden aangaan met heel veel mensen. Nu worden het drie partijen. Net werd er iets gezegd in onze richting, wat ik toch even wil corrigeren. Dat ging over de vraag hoe we nu verder moeten onderhandelen. Er werd even gedaan alsof onze fractie voor allerlei varianten zou hebben gelegen. Dat is niet het geval. Ik heb juist de suggestie gedaan aan de heer Jetten om bijvoorbeeld met het CDA verder te gaan praten. En ook aan de heer Bontenbal om met D66 verder te praten. Ik heb aangegeven dat onze fractie een minderheidskabinet buitengewoon onverstandig vindt. Dat zal ik straks betogen. Als de volgende stap in het proces was om met zijn drieën te praten en daarna te kijken of we een ander kabinet zouden kunnen vormen of naar meerderheden konden toewerken, dan waren wij daartoe bereid. U heeft een andere keuze gemaakt. Dat kan. U heeft ervoor gekozen om met de VVD verder te spreken. Maar schuif dat niet af op mijn fractie. Het was uw keuze. Daar moet u zelf voor staan.

De heer Jetten (D66):
Ik kreeg de vraag waarom geen minderheidskabinet van CDA, D66 en GroenLinks-PvdA. In het verslag van de informateur staat gewoon: "de fractie van GroenLinks-PvdA sprak zich uit tegen een minderheidskabinet". Dan heeft het dus geen zin om daarover met elkaar te praten. We hadden misschien een volgende fase van de onderhandelingen in kunnen gaan met deze drie partijen om te kijken of we vanuit daar tot een meerderheidskabinet konden komen. Dat had gekund. Maar dan is wel de vraag: welk meerderheidskabinet? Het meerderheidskabinet met GroenLinks-PvdA, D66, CDA en VVD, al wekenlang mijn voorkeur, wordt onmogelijk gemaakt, omdat de VVD dat niet wil. Ik heb een meerderheidskabinet gesuggereerd met GroenLinks-PvdA, D66, CDA, ChristenUnie en JA21. Dat gaat niet vliegen, omdat mevrouw Bikker daar niet op zit te wachten en de heer Eerdmans er niet enthousiast over wordt. Er zijn heel veel varianten gepasseerd. Die gingen niet omdat een of meerdere partijen zeiden dat ze er niet aan gaan deelnemen. Zo simpel is het ook. Het was in deze formatie ook echt een kwestie van heel veel wegstrepen. Dan bleef over: gesprekken met deze drie partijen. Niet mijn eerste voorkeur, maar ik denk wel een noodzakelijke stap om de formatie gaande te houden.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat is helder. Dat is de keuze van de heer Jetten. Ik vraag hem alleen om voor die keuze te gaan staan. Uit het verslag blijkt dat dit zijn tweede keuze was. Als de meerderheidsvariant niet kon, dan kwam hij tot deze keuze. Dat is de keuze die hij maakt. Hij doet nu net alsof het komt, doordat mijn fractie van alles niet wilde. Dat is niet het geval. De opties die hij zojuist noemde, bijvoorbeeld om met zijn vijven te gaan praten, daar stonden wij allemaal voor open. Die route is niet gekozen. Dat is wat het is.

De heer Jetten (D66):
Ja, dat waren routes die niet mogelijk bleken, omdat de partijen die ervoor nodig zijn dat niet wilden. Ik sta voor die keuze. Het is ook helemaal geen verwijt. Ik sta voor die keuze, want ik wil dat we tempo maken in de instabiele wereld. Lees even wat er dit weekend in de kranten stond over de complete chaos op het stikstofdossier. Dit land schreeuwt om een missionair kabinet dat kan regeren. Ik denk dat dit nu de enige mogelijke stap is naar een missionair kabinet. Had ik dat graag met u gedaan? Jazeker! Was dat mogelijk? Helaas niet.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil even beginnen met een punt van orde. Door de heer Van Baarle is twee keer gezegd dat hier een extreemrechts kabinet zit. U heeft bij uw komst als voorzitter aangegeven dat u graag wilt normeren. Als het huidige kabinet, waarvan BBB en VVD deel uitmaken, een extreemrechts kabinet genoemd wordt, dan wordt er eigenlijk gesuggereerd dat wij geïnspireerd worden door het nationaal socialisme, de nazi's. Als dat weer gebeurt, zou ik graag willen dat u daar normerend tegen optreedt. Dit is geen extreemrechts kabinet. Door dat te zeggen, hang je er heel veel ideologieën aan, die wij niet ondersteunen.

De voorzitter:
Ik heb de heer Van Baarle die interpretatie zelf niet horen zeggen, maar u heeft uw punt gemaakt, omdat de term in het verleden weleens zodanig is gebruikt dat je die interpretatie eraan zou kunnen hechten. U heeft uw punt gemaakt. En nu uw interruptie.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Daar wil ik toch even op reageren. In de definities van extreemrechts wordt er overal bijgezet dat mensen die extreemrechts zijn — of in dit geval een extreemrechts kabinet, wat het niet is — geïnspireerd worden door de nazi's.

De voorzitter:
Ik heb gezegd dat u terecht dat punt maakte. U heeft het punt nu gemaakt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Ik lees even een citaat voor uit het verslag van de heer Buma: "De overheid gaat gebukt onder steeds ingewikkelder cycli van wetgeving, uitvoering, verantwoording en controle. Steeds ingewikkelder regelgeving en steeds striktere regels leiden tot verkramping in de uitvoering." Mijn vraag aan de heer Jetten is: wie heeft dat verstikkende, wurgende beleid veroorzaakt? Hoe is dat tot stand gekomen? Hoe komt het dat wij daar nu mee zitten?

De heer Jetten (D66):
Door meerdere opeenvolgende kabinetten, die het allemaal te complex en te ingewikkeld hebben gemaakt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, en daarmee constateer ik dat ook D66, CDA, VVD in de kabinetten hebben gezeten die het wurgende beleid dat de heer Buma heel goed omschrijft in zijn verslag, tot stand hebben gebracht. Dan is mijn vervolgvraag: wat gaat de heer Jetten met de formerende partijen exact doen om uit die wurgende wet- en regelgeving te komen, en niet het kabinet-Rutte III en IV voort te zetten?

De heer Jetten (D66):
Ik heb zelf een paar jaar geleden al in verschillende toespraken gezegd dat soms ook beleidskeuzes die met D66 zijn gemaakt, achteraf onverstandig zijn gebleken, omdat we dachten dat we met meer wet- en regelgeving of met meer controles op de uitvoering dingen beter zouden kunnen maken voor mensen en ondernemers. Dat is op een aantal onderwerpen niet waar gebleken. Je zult dus — de heer Eerdmans en ik hebben daar vorig jaar allebei een pleidooi voor gehouden — eens even flink kritisch moeten kijken naar een hele hoop regels die nu verstikkend werken. Kan het simpeler? Kan het minder? Kan je meer vanuit vertrouwen organiseren in plaats van vanuit wantrouwen? Ik denk dat voor alle beleidsterreinen geldt dat het simpeler kan. Soms vraagt dat juist een overheid die actiever wordt, want door het allemaal weg te organiseren en het vervolgens te willen controleren, ontstaat er ook een hele bureaucratische molen van controle op controle. Terwijl je het, als je er als overheid dichter bovenop gaat zitten, soms ook meer kan loslaten.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Kunnen wij dan verwachten dat hier in de volgende fase van de formatie concrete voorstellen voor komen? Gaan de formerende partijen hier concreet mee bezig? Dit is namelijk inderdaad waardoor Nederland tot stilstand is gekomen. Dat komt niet door het huidige kabinet, maar door alle regels die in het verleden zijn verzonnen en waarvoor wij proberen een oplossing te vinden, zeker zolang we nog in het kabinet zitten. Maar gaan de formerende partijen hier concreet mee komen in de volgende formerende fase?

De heer Jetten (D66):
Ja, ik denk bijvoorbeeld als je kijkt naar de woningbouw wel. De laatste signalen zijn vrij dramatisch, dat we dit jaar of komend jaar afstevenen op — wat is het? — zo'n 60.000 nieuwe woningen. Dat is veel te weinig, dus dan moet je kritisch kijken naar de vergunningverlening, naar het tempo waarin er kan worden gebouwd. De huidige minister is daar al mee begonnen, maar dat is nog niet genoeg, zoals blijkt uit de cijfers van volgend jaar. Je moet dus echt bereid zijn om radicaal te kijken naar de woningbouw. Het is gewoon niet uit te leggen aan de miljoenen mensen die geen thuis hebben, dat het — wat is het? — vijf, zes, zeven jaar duurt voordat we het papierwerk op orde hebben en de eerste schop in de grond kan. Dat moet echt radicaal anders.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik heb toch wel met een kleine glimlach gekeken naar de woonparagraaf in het tussenverslag, waarin heel veel dingen worden overgenomen van het beleid van het kabinet dat er nu zit en van onze minister Mona Keijzer. Het werd een beetje gepresenteerd alsof het ei van Columbus was gevonden door D66 en het CDA, zo van: dit gaan wij doen. Maar heel veel daarvan is gewoon al staand beleid. Erkent de heer Jetten dan ook dat de beeldvorming die er in de verkiezingscampagne is geweest — "er gebeurt niets", "alles zit op slot", "het is een totale chaos" en "het kabinet bereikt niets" — niet klopt? In die passage zien wij dat dit eigenlijk het beleid is dat nu al is ingezet door het nog zittende kabinet. Erkent de heer Jetten dat er ook gewoon goed werk is geleverd dat voortgezet kan worden door een volgend kabinet, in plaats van gepresenteerd te worden als nieuwe plannen, van "dat ging toen fout en dit gaan wij nu doen"? Dat is namelijk pertinent niet zo, als ik het tussenverslag lees.

De heer Jetten (D66):
Ik heb de afgelopen anderhalf jaar ook regelmatig gezegd dat mijn fractie het woonbeleid van minister Keijzer voor 99% steunt. Dat willen we voortzetten, dat willen we intensiveren en daar willen we een schepje bovenop. We willen ook nog een hele hoop nieuwe dingen, die nu in die agenda staan. Gehoord deze mooie, positieve woorden van mevrouw Van der Plas hoop ik dan ook dat als er eenmaal een nieuw kabinet is dat daar verder mee gaat, het daarbij ook op steun van de BBB-fractie kan rekenen om die woningbouw vlot te trekken. We maken natuurlijk wel echt een radicaal andere keuze op het stikstofdossier, omdat de totaal vastgelopen vergunningverlening op stikstof niet alleen slecht is voor de woningbouw, maar ook voor boeren en voor de verduurzaming van bedrijven. Ik denk dat mevrouw Van der Plas ook wel heeft gelezen in die agenda dat we daarin echt willen breken met het beleid van minister Wiersma.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat is niet helemaal waar, want ik zie ook heel veel elementen in het tussenverslag staan die gewoon al door deze minister zijn ingezet. Wat ik wel zie, is dat het CDA en D66 niet schuwen om boeren gedwongen te onteigenen, vergunningen af te pakken en gedwongen uit te kopen. Dat vind ik wel slecht nieuws voor de boeren, dat klopt.

Ik had ook nog een andere vraag. De heer Jetten schreef in september — hij zei het ook nog in de Kamer — min of meer: laten we ons committeren aan een kabinet dat er voor de kerst staat. Voor de kerst zou er een nieuw kabinet zijn, maar dat is niet gelukt. Ik ga er niet van uit dat er binnen de komende dagen nog een nieuw kabinet gaat komen, want dat zou echt een wereldwonder zijn. Maar dat is niet gelukt. Wat is daar gebeurd? De heer Jetten zei in september: dat gaan we doen en voor de kerst zijn we er. Nu zitten we in december en het is nog niet gelukt. Wat is daar precies gebeurd? We hebben een heleboel dingen kunnen meekrijgen, maar waarom is dat niet gelukt? Waarom is dat niet doorbroken?

De heer Jetten (D66):
Als de heer Bontenbal en ik een beetje hadden doorgewerkt, waren we er misschien uitgekomen, maar dan hadden we nog steeds maar 44 zetels. De ingewikkelde verkiezingsuitslag maakte dat die fase, waarin het CDA en D66 samen deze agenda opstelden, nodig was om tot een doorbraak te komen, ook in de kabinetsformatie. Ik vind nog steeds dat we echt in een megahoog tempo door moeten. Ik zal straks ook een motie indienen om een nieuwe informateur voor te dragen, die wat mij betreft vrijdag 30 januari als deadline krijgt. Dat is een heel kort tijdspad om tot een akkoord te komen waarmee een nieuw kabinet zou kunnen beginnen. Ik denk dat we dat ook echt verplicht zijn aan het land, dat het zat is dat we al zo lang stilstaan. Het is ook ondoenlijk om van het demissionaire kabinet te vragen om nog maandenlang door te gaan. Het is knap dat ze het doen, met zo'n kleine ploeg en kleine steun in de Kamer, maar het is natuurlijk niet wenselijk dat dat nog heel lang standhoudt. Wij zullen dus ons best doen om zo snel mogelijk klaar te zijn.

De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Tot slot had ik nog één andere vraag. Dit is ook de formatie van het fatsoen: normaal met elkaar omgaan, niet lelijk doen tegen elkaar, geen ruzie maken. Die ruzie hebben we al gezien en lelijk tegen elkaar doen hebben we ook al gezien in deze formatie. Ik las een citaat in de media van uw collega, de heer Bontenbal. Dat ging over de goede samenwerking en dat er geen ruzie was. Hij zei: er blijken ook nog normale mensen in de Tweede Kamer te werken. Ik wil graag een reflectie van de heer Jetten. Er wordt nu weliswaar om gelachen, maar ik vind het niet echt fatsoenlijk om dat te zeggen over 148 andere gekozen parlementariërs die niet weten wie er bedoeld wordt. Vindt u dat normaal gedrag? Vindt u het normaal dat er wordt gezegd dat er ook nog normale mensen werken in de Tweede Kamer?

De voorzitter:
De heer Jetten.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Zijn die anderen dan gek? En wie zijn dat dan? Ik wil dan graag even een lijstje hebben met namen. Wie zijn dat?

De heer Jetten (D66):
Ik weet het ook niet, voorzitter.

De voorzitter:
U mag zich hier inschrijven.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
En als u ze niet heeft, dan wil ik graag weten: wat is daarmee bedoeld?

De voorzitter:
Uw punt is helder, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik vind het wel fijn om te weten of ik tot de gekken behoor of tot de normalen.

De voorzitter:
Meneer Jetten.

De heer Jetten (D66):
Waar ik nu een beetje bang voor ben, is dat de heer Bontenbal met die ene normale persoon zijn secondant bedoelt, Bart van den Brink, omdat hij twee weken met mij en de heer Paternotte in een Kamer heeft moeten zitten. Ik ken het citaat niet. Ik weet niet waar het over gaat. Wat ik wel weet, is dat het ons gelukt is, dat we in die tweeënhalve week heel veel inhoudelijke thema's hebben beetgepakt, dat we transparant waren over wie er langskomen en waar we over praten, dat er niks is gelekt, en dat er niet met deuren is geslagen, geen ruzie is gemaakt of wat dan ook. Dat vond ik ook heel prettig, want ik heb ook weleens in een situatie gezeten waarin het er anders aan toe ging, en u volgens mij ook de afgelopen jaren. Daar hadden wij gedrieën nog een klein debatje over. We hebben gelukkig geen ruzie hoeven maken over koekjes. Ik hoop dat we allemaal — laat ik het zo zeggen — in normalere verhoudingen kunnen komen. We zijn allemaal verschillend hier. We mogen af en toe ook wel stevig van mening verschillen, maar het is wel fijn als het op een prettige manier kan, zoals u en ik nu aan debatteren zijn.

De voorzitter:
Mevrouw De Vos. Nee, mevrouw Van der Plas, dit was uw laatste interruptie. Ik wijs erop dat de heer Jetten al een uur aan het woord is. Hij is de eerste spreker van de zijde van de Kamer en hij heeft nog vier minuten! Dus: mevrouw De Vos.

Mevrouw De Vos (FVD):
Ik ga even terug naar de inhoud. In het document van D66 en het CDA staat onder andere dat de hypotheekrenteaftrek afgebouwd zou moeten worden. Dat is bij de verkiezingen een heel heet hangijzer geweest. Dat is terecht een heel grote zorg voor miljoenen mensen in Nederland met een koopwoning. Forum voor Democratie is er heel duidelijk in geweest: wij willen de hypotheekrenteaftrek behouden. Maar de VVD heeft ook in de verkiezingstijd heel stellig gezegd dat zij niet in een kabinet gaan zitten waarin de hypotheekrenteaftrek wordt afgebouwd. Mijn vraag is dus eigenlijk aan de heer Jetten of dit een breekpunt is of niet.

De heer Jetten (D66):
Er zijn al zo veel breekpunten gepasseerd in de afgelopen paar weken. Dat waren er volgens mij wel genoeg. CDA en D66 hebben gezamenlijk gekeken wat er de komende jaren nou nodig is om zo veel mogelijk mensen weer aan een betaalbaar huis te helpen en om de woningmarkt gezonder te maken. We hebben ook geluisterd naar de experts van de ministeries, economen, De Nederlandsche Bank en het CPB. Zij zeiden eigenlijk allemaal dat de hypotheekrenteaftrek zoals Nederland die nu heeft gewoon slecht is voor starters en voor de toegankelijkheid van de woningmarkt en dat het de prijzen onnodig opdrijft. We moeten daar op termijn van af. Ze adviseren om die afbouw op een verstandige en verantwoorde manier vorm te geven en het geld dat je daarmee ophaalt via een lagere inkomstenbelasting terug te geven aan de Nederlanders. Dat is het voorstel dat wij hebben opgeschreven. Ik hoop dat we niet alleen de VVD, maar misschien ook uw partij daar de komende tijd van kunnen overtuigen.

Mevrouw De Vos (FVD):
Dat laatste gaat zeker niet lukken. Ik kan ook nog een boom opzetten over de verkiezingsbeloftes van de VVD. Ik hoop dat ze zich aan die beloftes houden, maar zeker weten doe ik het niet. Ik zeg daar ook even bij dat Forum voor Democratie bij het vorige debat een motie heeft ingediend om de hypotheekrenteaftrek te behouden. Die motie zou het hebben gehaald als de VVD voor had gestemd. Dat is niet gebeurd. Mijn vraag blijft dus toch eigenlijk staan. D66 wil de hypotheekrenteaftrek afbouwen, CDA ook. VVD zegt dat niet te willen. Die drie partijen gaan nu met elkaar om tafel. Wat gebeurt er als men daar niet uit komt? Is D66 dan wel of niet bereid om zich daarnaar te voegen?

De heer Jetten (D66):
Met alle respect: het heeft geen zin om vooruit te gaan lopen op onderhandelingen die nog moeten beginnen. Ik denk dat de inzet van D66 op dit onderwerp helder is. We gaan kijken waar we op uit kunnen komen met elkaar.

De voorzitter:
U vervolgt uw betoog. Ik zou me kunnen voorstellen dat er enige overlap zit tussen de interrupties en uw bijdrage.

De heer Jetten (D66):
Dat is zeker zo. Ik wilde zeggen dat deze agenda voor D66 en CDA dus een uitgestoken hand is om te kijken waar we samen uit kunnen komen. Ik denk dat veel van deze interruptiedebatten dat ook wel hebben laten zien.

Na de presentatie van die agenda gingen we richting pakjesavond toch ook weer een beetje terug naar bekend Haags gedrag. In plaats van langs de lijnen van de inhoud kijken wie er met wie een volgende stap wil zetten, volgde toch ook vooral heel veel Haags navelstaren van wie met wie wil en vooral wie níét met wie wil. Er kwamen heel veel varianten voorbij. De informateur moest uiteindelijk concluderen dat geen van die varianten nu een meerderheid biedt voor een meerderheidskabinet. Er zal dus iets anders moeten gebeuren. Ik vond het verstandig om nu een noodzakelijke volgende stap te zetten, om een langdurige impasse te voorkomen in een periode met grote politieke onrust en grote issues in eigen land. D66, CDA en VVD zijn bereid om verder te praten over een ambitieus akkoord, dat hopelijk ook snel kan leiden tot een kabinet. De opdracht daarbij is niet alleen het uitwerken van het inhoudelijke akkoord, maar ook het blijven kijken naar constructieve vormen van samenwerking met meerdere partijen in deze Kamer. Dat is namelijk broodnodig om voorstellen, wetten en begrotingen door de Tweede en Eerste Kamer te loodsen. Dat is ook broodnodig omdat ik geloof dat er een breed draagvlak nodig is voor onze veiligheid, voor goed migratiebeleid en voor langetermijnbeleid op het gebied van economie. De uitgestoken hand naar zowel links als rechts blijft dus. Ik hoop dat we in de komende weken verder met elkaar kunnen uitdiepen hoe die dan het beste vorm te geven is.

Voorzitter, als u het mij toestaat, zou ik graag nu, in eerste termijn, een motie willen indienen om een informateur aan de Kamer voor te dragen.

De voorzitter:
Het is ongebruikelijk. Ik zie echter dat er vanuit de Kamer geen bezwaar tegen is, dus gaat uw gang.

De heer Jetten (D66):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat informateur Buma een uitvoerig verslag heeft uitgebracht;

wijst op grond van artikel 11, lid 1 van het Reglement van Orde mevrouw Rianne Letschert aan als informateur, met als opdracht uitvoering te geven aan het advies zoals verwoord in het verslag van de informateur, en daarbij rekening te houden met de in het verslag geschetste overwegingen, en hierover uiterlijk vrijdag 30 januari verslag uit te brengen aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Jetten.

Zij krijgt nr. 18 (36848).

Dank u wel.

De heer Jetten (D66):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dan nodig ik de heer Wilders uit voor zijn inbreng in eerste termijn namens de fractie van de PVV. Gaat uw gang.

De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. Informateur Buma — welkom trouwens — is er niet in geslaagd om de gehele opdracht te vervullen die de Kamer hem heeft gegeven. In een motie die Kamer op 13 november heeft aangenomen, stond dat een kabinet moet kunnen rekenen op voldoende steun in beide Kamers der Staten-Generaal. Dat is, op dit moment althans, nog niet het geval. Aan die opdracht is dus niet voldaan. Sterker nog, die is faliekant mislukt. CDA en D66 komen namelijk zelfs met de VVD erbij in de Tweede Kamer tien zetels tekort voor een meerderheid. In de Eerste Kamer komen zij maar liefst zestien zetels tekort voor een meerderheid.

Voorzitter. Dat de informateur niet aan zijn opdracht heeft voldaan, is trouwens niet zijn schuld. Die ligt bij al die partijen, van VVD tot D66 en ook het nu piepende GroenLinks-Partij van de Arbeid, die zelf allemaal massaal blokkades tegen andere partijen hebben opgeworpen, alsof de democratie er niet toe doet en we voor niks verkiezingen hebben gehad. Ik vind het namens mijn partij ook echt een gotspe dat de PVV met 26 zetels, samen met D66 qua zetelaantal de grootste partij hier in de Tweede Kamer, wordt uitgesloten.

Voorzitter. Met de PVV erbij was er niet alleen een meerderheid in deze Kamer geweest, maar had er ook echt een ambitieuze agenda kunnen liggen, in plaats van de dikke middelvinger naar de Nederlander, die D66 en het CDA nu als uitnodiging hebben verstuurd. Die agenda legt pijnlijk bloot wat voor verschrikking Nederland te wachten staat als D66 en het CDA het dadelijk voor het zeggen zouden krijgen. Ik vat hun plannen even kort samen: de boeren moeten kapot, de woningbezitter moet kapot, de automobilist moet gaan betalen, de zorg gaat er gedeeltelijk aan, de sociale zekerheid wordt gekortwiekt en Nederland wordt één groot asielwalhalla. Er komen geen strengere grenscontroles en er komt geen asielstop. Ik lees ook niets over het denaturaliseren en uitzetten van criminelen met een dubbele nationaliteit. Ik lees niets over het sluiten van azc's en het terugsturen van Syriërs of Oekraïners. Ik zie geen woord over het strafbaar maken van illegaliteit. De terreur van de vreselijke Spreidingswet willen ze gewoon in stand houden, want die wet moet, althans van D66 en het CDA, blijven bestaan. Hoe wereldvreemd kan je zijn? Ze willen zelfs 70.000 opvangplekken voor asielzoekers. U hoort het goed: 70.000. En dat terwijl Nederland prop- en propvol is en er voor niemand nog een woning te vinden is. In plaats van de asielinstroom te stoppen door een asielstop in te voeren, gaan ze die verder faciliteren. Ze verkopen dat als het eerlijke verhaal, maar het eerlijke verhaal is dat de gewone Nederlander door deze partijen op de laatste plek wordt gezet; niet op 1, niet op 2, niet op 3, maar hooguit op plek 66.

Voorzitter. Er worden mega-uitgaven gedaan aan Afrika. Ik zei het net al in mijn interruptie: de ontwikkelingshulp gaat met miljarden omhoog. Er gaat meer geld naar Oekraïne, defensie en de Europese Unie. Om dat allemaal te betalen, zal de Nederlander moeten bloeden. De voorgenomen halvering van het eigen risico gaat eraan. Nieuwe zorg en nieuwe medicijnen, die mensen kunnen helpen, komen minder snel in het basispakket. Men wil de ouderenzorg moderniseren, wat in normaal Nederlands gewoon bot bezuinigen betekent. Ook willen D66 en het CDA het ontslagrecht versoepelen en de WIA kortwieken. Wie werkloos wordt, gaat ook in de problemen komen. Het is van een ongekende hardvochtigheid. Waar halen ze het lef vandaan? Miljarden euro's extra voor het buitenland en die pakken uit de portemonnee van onze eigen mensen. Dat is geen uitgestoken hand, maar een dikke middelvinger, een klap in het gezicht van de Nederlander. Ik kan daar ongelofelijk boos om worden.

Ondertussen willen ze ook nog meer soevereiniteit inleveren door vetorechten op te geven aan Brussel. President Trump heeft groot gelijk als hij stelt dat we in Europa met onze open grenzen en gebrek aan nationale soevereiniteit te maken hebben met het afsterven van onze eigen beschaving. Ik voeg daaraan toe dat dat natuurlijk ook komt omdat heel veel laffe politici decennialang het paard van Troje, de barbaarse islam, massaal ons land hebben binnengelaten en daar niks aan willen veranderen. Wij zullen als PVV nooit meewerken aan een kabinet dat de boeren uitmelkt, de automobilisten uitrookt, de grenzen openlaat, ons land verder islamiseert, de ouderenzorg aanpakt, de zwaksten in onze samenleving nog zwakker maakt en onze soevereiniteit en culturele identiteit verkwanselt. Dat is onverteerbaar en onverkoopbaar. Ik beloof de mensen thuis dan ook één ding: als er dadelijk inderdaad zo'n kabinet van afbraak komt, zal de PVV er alles aan doen om dat zo snel mogelijk naar huis te sturen. Wij zullen Nederland niet laten afbreken, door niets en door niemand, want dit is ons land.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wilders. Dan geef ik het woord aan mevrouw Yeşilgöz-Zegerius voor haar inbreng in de eerste termijn namens de fractie van de VVD.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Politiek draait om keuzes maken, niet om de makkelijke keuzes voor de korte termijn, maar om fundamentele keuzes waardoor we als land de goed kant opgaan. Nederland verdient politici die richting geven en verantwoordelijkheid nemen en die laten zien dat politiek wel resultaat kan boeken. Kiezers hebben gestemd op doorbraken met een positieve, liberale koers. Zij willen ruimte in hun portemonnee, een sterke en groeiende economie, een versterking van onze binnenlandse en internationale veiligheid en een strenger asielbeleid dat werkt. Zij voelen, net als wij allen in deze zaal, de urgentie van een steeds onzekerdere wereld die direct onze economie, veiligheid en manier van leven raakt.

Het is dus hoog tijd om het vertrouwen in de politiek terug te winnen door met energie en enthousiasme aan de slag te gaan en door te laten zien dat woorden en plannen worden omgezet in daden die echt verschil maken en dat we het mandaat van de kiezer serieus nemen. Wat ons betreft gaan we nu gezamenlijk die fase in.

Ik dank de informateur voor al zijn werk om ons op dit punt te brengen. Het is de informateur niet altijd even makkelijk gemaakt. Ik kan mij voorstellen dat hij het satirische artikel van De Speld van vorige week, waarin de informateur een onaardig appje over mij stuurde om maar van de klus af te zijn, wel even erg aantrekkelijk vond. Maar hij heeft doorgezet en daar ben ik hem dankbaar voor.

CDA en D66 hebben in de afgelopen weken hard gewerkt aan de schets waar het land volgens hen naartoe moet, en ook dat verdient respect. Het laat zien dat zij serieus hebben nagedacht over stabiliteit en over wat zij belangrijk vinden voor Nederland. Er zijn onderwerpen waarbij de VVD veel uit eigen voorstellen herkent en die passen bij wat Nederland nodig heeft, zoals minder regels voor woningbouw zodat we sneller huizen kunnen bouwen, doorpakken op stikstof zodat we boeren en andere ondernemers perspectief en zekerheid kunnen bieden, en structureel investeren in onze defensie. Dat zijn verstandige keuzes en daar kunnen we ook constructief mee verder.

Voorzitter. Aangezien we niet aan tafel zaten, kunt u zich voorstellen dat er ook zaken zijn opgenomen die niet op onze steun kunnen rekenen, of dat we een aantal onderwerpen missen. Dan denk ik onder andere aan scherpere maatregelen op asiel en migratie, maar ik zou ook graag duidelijke plannen willen over integratie, een volwassen buitenlandbeleid en veiligheid, plannen waardoor het loont als je in Nederland hard werkt of onderneemt, plannen die ervoor zorgen dat ons onderwijs beter aansluit op de arbeidsmarkt, plannen waarmee we grenzen trekken als je de samenleving ondermijnt en plannen die de overheidsfinanciën gezond houden. Dat zijn allemaal zaken waarbij doorbraken nodig en mogelijk zijn, en waar we het de komende tijd met elkaar over zullen hebben, inclusief de belangrijkste vraag die tot op heden niet aan de orde is gekomen: hoe wordt voor alle uitdagingen en wensen betaald, en door wie? U kent onze inzet daarbij: laten we vooral kijken waar het bij de overheid minder kan.

Voorzitter. Wij zien mogelijkheden om een kabinet te vormen dat de juiste plannen heeft voor Nederland. We moeten echter ook realistisch zijn. De drie partijen die nu aan de slag gaan, hebben 66 zetels. De wens van de VVD om een zo stevig mogelijk kabinet te bouwen dat de stem van de kiezer goed reflecteert en levert op al deze zaken, blijft overeind staan. Wij hopen dus verder te kunnen spreken met partijen die met elkaar tot een dergelijk kabinet of samenwerking willen komen. Onze belofte aan de kiezer staat daarbij vanzelfsprekend overeind. De komende periode gaan we dus wat ons betreft aan tafel met partners die dezelfde noodzaak zien, partners die begrijpen dat Nederland sterker moet worden en dat stabiliteit niet louter een optelsom is of vanzelf ontstaat. In een onzekere wereld, met een oorlog op ons continent en bondgenoten die zich transactioneel opstellen, is het cruciaal dat we tempo maken en een nieuw kabinet neerzetten.

Voorzitter. Het wordt niet per se een makkelijke fase. Het wordt intensief, soms ingewikkeld, soms stevig, maar ik ben ervan overtuigd dat het ook een fase wordt vol ambitie, realiteitszin en lef. Dat is precies wat je mag verwachten als je verantwoordelijkheid neemt voor een land met 18 miljoen mensen. Ik laat mij daarbij inspireren door die 18 miljoen mensen, door hoe wij Nederlanders al eeuwenlang vooruitkomen door je nek uit te steken. Ik kijk dus met vertrouwen vooruit, niet omdat die route makkelijk is, maar omdat we weten waar we naartoe willen: Nederland sterker maken, veiliger maken en eerlijker maken, met beleid dat werkt en afspraken die uitvoerbaar zijn, met een kabinet dat staat. Het is de opdracht van de kiezer en het is de opdracht die de VVD nu oppakt.

Dank u wel.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
De VVD gaat aan tafel aanschuiven en daarmee krijgt mevrouw Yeşilgöz de verantwoordelijkheid, die ze ook zelf net duidde, om breed draagvlak te zoeken. Het kwam al eerder aan de orde. Met de torpedomotie van gisteren werd een aanval op de vrijheid van onderwijs ingezet. Zelfs D66 vond 'm te gortig, hoorden we net. Nou, dan heb je het bont gemaakt, denk ik. Mijn vraag is als volgt. Hoe dragen dit soort moties, dit soort acties, van de VVD bij aan draagvlak? Ziet mevrouw Yeşilgöz ook het risico dat je hiermee op voorbaat partijen zoals de SGP wegduwt in plaats van uitnodigt?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik ken de SGP als een constructieve partij, die hier, overigens al heel lang, zit vanuit sterke, principiële waarden en die die ook verdedigt. Ik hoop dat de heer Van Dijk en de SGP ons en mij ook herkennen als een constructieve partij, die hier vanuit andere, liberale waarden zit. Ik heb de motie van gister dus niet ervaren als een torpedo of als een aanval op een vrijheid. De motie zag juist op het verdedigen van vrijheden op het moment dat die botsen. Wij hebben daar vaker discussies met elkaar over gehad. Ik respecteer die discussies en debatten ook. Ik ga ervan uit dat we, in welke stoel wij als VVD straks ook belanden, op die manier met elkaar zullen omgaan. Aan de andere kant — zo ken ik de SGP ook — hebben we ook altijd nauw samengewerkt, bijvoorbeeld rondom veiligheid, defensie en het bestrijden van antisemitisme. Ik vind dat het mooie aan deze Kamer en aan onze democratie: we kunnen soms stevig verschillen, maar we kunnen elkaar ook vinden op dingen die we allebei op dezelfde manier waarderen. Ik denk dat we de Nederlanders op deze manier ook heel goed vertegenwoordigen met elkaar.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Zowel de VVD als de SGP wil graag constructief zijn: de SGP is geen partij die als een soort toeschouwer in dit gebouw rondloopt. Maar juist dat vraagt ook het accepteren of het respecteren van elkaars pijngrens. In dat licht zie ik moties zoals ik die gisteren meemaakte. Is mevrouw Yeşilgöz zich ervan bewust dat dit ook een schaduw naar voren werpt? Het kleurt onze houding ten opzichte van een toekomstig kabinet ook al in — en niet direct op een positieve wijze.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Als de heer Van Dijk dat aangeeft, dan is dat zo. Het zou wel spijtig zijn. We trekken namelijk ook, in de recente dagen en ik hoop in de toekomst ook weer, nauw samen op in andere dossiers, waarin we elkaar ook echt nodig hebben. Ik denk persoonlijk dat het geen schande is dat wij hier bepaalde delen van de bevolking vertegenwoordigen die elkaar in deze waarden niet altijd vinden. Dat maakt Nederland zo rijk. De pijngrens van een politieke partij en een stroming is één ding. De pijngrenzen in het land, van de mensen voor wie wij allebei proberen op te komen, zijn een ander ding. Ik denk dat we daar altijd primair mee bezig zijn. De SGP weet ook dat er daadwerkelijk issues zijn in de samenleving waarbij je moet opkomen voor kwetsbaren. Zo heb ik de SGP overigens ook altijd aan onze zijde gevonden. Laten we dus ook bij dit soort moeilijke onderwerpen samen kijken hoe we onze rollen kunnen vervullen. Over sommige dingen gaan we het gewoon nooit eens worden, maar over een heleboel andere dingen ook wel.

De voorzitter:
De heer Van Dijk, afrondend.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Afrondend. Er liggen inderdaad hele belangrijke dossiers. Daar voelt de SGP zich medeverantwoordelijk voor. Ik hoop alleen dat mevrouw Yeşilgöz heel goed begrijpt dat wij niet positief gaan meewerken aan dergelijke dossiers als met de andere hand bijvoorbeeld de klassieke vrijheden of de bescherming van het ongeboren leven worden afgebroken.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het recht om jezelf te kunnen zijn, is ook een klassieke vrijheid. Als die onder druk staat, dan zal een VVD'er daar altijd voor opkomen. In dat debat moeten we elkaar zien te vinden. Ik ken de SGP niet anders dan als een partij waarmee we flink kunnen botsen op dit soort thema's, maar die we op andere thema's altijd als constructieve partij zien. Eerlijk gezegd kijk ik daar ook naar uit.

Mevrouw De Vos (FVD):
Mevrouw Yeşilgöz noemde in haar betoog een aantal onderwerpen uit het voorstel van D66 en CDA waar zij het niet mee eens is, maar er werd niet echt een concreet voorbeeld genoemd. Ik vroeg me dus af of de VVD nog steeds nooit akkoord zal gaan met de afbouw van de hypotheekrenteaftrek en de afbouw ervan nog steeds iets is waar de VVD nooit mee akkoord zal gaan.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik heb deze vraag de afgelopen maand ook ongeveer elke dag van de pers gehad, nog voordat het stuk bekend was, dus ik geef hetzelfde antwoord. Inderdaad, D66 en het CDA waren al in de campagne heel duidelijk over hoe zij ernaar kijken. Ook wij waren daar heel erg duidelijk over. We komen nu aan tafel. Zoals ik tijdens de campagne en daarna, dus de afgelopen maand, al elke dag heb aangegeven, ga ik mijn best doen om de collega's aan die tafel ervan te overtuigen dat er andere oplossingen kunnen zijn. Ik ben ervan overtuigd dat we daarmee een heel end zullen komen. Maar dat moet allemaal gaan beginnen na dit debat.

Mevrouw De Vos (FVD):
Dat is dus geen ja en ook geen nee. Begrijp ik dat goed? Het is geen garantie dat de VVD haar belofte gaat houden?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wat ik u zeg is dat ik de onderhandeling ga doen met deze twee heren en niet in deze zaal.

Mevrouw De Vos (FVD):
Ik zou mevrouw Yeşilgöz graag een alternatief willen voorstellen, namelijk dat er in de Kamer een meerderheid bestaat om de hypotheekrenteaftrek te behouden. Deze drie partijen zouden ook kunnen zeggen: we laten het aan de Kamer. Daarmee wordt volgens mij het beste recht gedaan aan de verkiezingsuitslag.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het standpunt van de VVD over de hypotheekrenteaftrek is niet veranderd, zoals ik net al zei. We hebben er ook stevig campagne op gevoerd en zullen ons best nu doen aan de onderhandelingstafel. Niet alles zal in een vorm van een regeerakkoord belanden. Sommige dingen zullen aan de Kamer overgelaten worden. Dus we zullen zien waar we op dit punt uitkomen. Het is duidelijk hoe de verhoudingen liggen, maar we gaan het eerst aan die tafel doen.

Mevrouw De Vos (FVD):
Mag ik nog één opmerking maken?

De voorzitter:
Ik had eigenlijk "afrondend" gezegd.

Mevrouw De Vos (FVD):
Het is zeker afrondend.

De voorzitter:
Eén nog dan. Kort, kort.

Mevrouw De Vos (FVD):
Het is zeker afrondend. Ik heb bij het vorige formatiedebat precies over dit onderwerp een motie ingediend met als doel dat de Kamer hier een uitspraak over doet, omdat er in de Kamer een meerderheid voor bestaat en het dus heel onverstandig is om dat in achterkamertjes te gaan bekokstoven, omdat dan het risico is dat er inderdaad iets uit komt waar eigenlijk geen meerderheid voor is in de Kamer. Ik wil de VVD er wel graag op wijzen dat er een meerderheid was geweest in de Kamer als de VVD zich ook op dat moment aan de verkiezingsbelofte had gehouden en voor deze motie had gestemd.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat is een politiek frame dat niet helemaal opgaat. Formeren doe je niet per motie. Dus hier kunnen partijen allerlei moties indienen en ons hele verkiezingsprogramma erbij pakken. De kans dat we op alles tegen zullen stemmen is erg aanwezig, want formeren doe je elders. Dat is geen achterkamertje. Dat is hoe onze parlementaire democratie is ingericht. Daar zit ook heel veel transparantie in. Daar komen ook verslagen uit. Ik vind het niet netjes om een politiek frame te hangen aan zo'n belangrijk onderwerp dat heel veel Nederlanders bezighoudt, namelijk: heb ik ruimte in mijn portemonnee, heb ik perspectief en kan ik overeind blijven? Dat frame doet geen recht aan wat hier aan de hand is.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik denk dat je elkaar in formatietijd ook de complimenten moet geven die eenieder verdient, juist om vooruit te kijken. Ik ben blij dat de VVD zegt: wij gaan aanschuiven bij dat motorblok dat al gevormd is van D66 en CDA. Tegelijkertijd hoor ik mevrouw Yeşilgöz net ook heel nadrukkelijk zeggen: een meerderheidskabinet zou het mooist zijn. Betekent dat dat als zij op de inhoud voldoende zekerheid ervaart, zij alsnog de hand wel uitsteekt naar de heer Klaver? Of gaat ze daar meteen weer een tik op geven en betekent het dat de heer Klaver net als de heer Wilders voor mevrouw Yeşilgöz aan de zijlijn blijft staan?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik bepaal niet waar partijen staan. Ik bepaal alleen het standpunt van de VVD. Dat is hierop onveranderd. Daar ben ik drie maanden dagelijks commentaar op aan het geven. Hoe vaak u het ook vraagt, dat gaat niet veranderen. Waar het om gaat is dat we nu met elkaar een stap vooruitzetten. Ik ervaar overigens de samenwerking tussen D66 en CDA niet als een motorblok waar wij aanschuiven. Zo is het ook niet gecommuniceerd en zo staat het ook niet in het advies van de heer Buma. Ook dat frame laat ik dus heel graag bij mevrouw Bikker. Ik heb er heel veel zin in. Ik heb er ook heel veel vertrouwen in. Zoals ik ook in mijn spreektekst zei: hoe lang of hoe kort wij ook met elkaar zitten en hoe goed of slecht we er ook met elkaar uitkomen, het zetelaantal wordt nooit meer dan 66. Dat betekent dat we altijd in de Kamer naar steun zullen kijken. Op het moment dat u mij hoort over de onderwerpen die volgens ons belangrijk zijn voor Nederland, dan hoort u ook naar welke kant van de Kamer ik zal kijken voor steun. Maar daar ga ik niet in m'n eentje over.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Het is heel duidelijk in welk blok de VVD zit. Dat is me helemaal glashelder. Het is ook heel duidelijk dat ons land zit te springen om een kabinet. Ik ben dus niet bezig met frames. Ik ben puur aan het kijken op welke manier er een goede samenwerking in dit land tot stand kan komen. Daarin is mijn partij constructief, maar ook bescheiden. Daarin zie ik de VVD een stap vooruitzetten. Daar probeer ik complimenten voor te geven en geen frame op te zetten. Dus pak 'm nou gewoon aan, zou ik zeggen. Daarnaast heb ik wel een zorg. Dat is dat de consequente uitsluiting van mevrouw Yeşilgöz ten aanzien van GroenLinks-PvdA, die naar de kiezer duidelijk is gemaakt, niet inhoudelijk is uitgewerkt, waar dat in onderhandelingen wel zou kunnen. Ik dacht terug aan Rutte II. Toen was de VVD — het spijt me voor de heer Klaver — eigenlijk de PvdA destijds de baas. U heeft op alle punten die onderhandelingen knap gedaan. Ze hebben de gevolgen ervaren. Waarom dan nu die angst? U kunt toch inhoudelijk gewoon die onderhandelingen voeren? Dan hebben we toch veel sneller duidelijkheid, klare wijn, in plaats van dat er opties in de lucht blijven hangen?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het gaat niet om consequente uitsluiting, zoals mevrouw Bikker zegt. Dit gaat om een belofte aan de kiezer op basis van inhoud. De kiezer heeft ons daarin geloofd. Wij houden ons woord aan de kiezer. Dat is wat het is. Dat gaat echt niet veranderen. De reden waarom ik daar niet eindeloos over praat in mijn spreektekst, is omdat wij wel vooruit moeten kijken. Dat is niet omdat daar iets in veranderd is. Waar dit land om staat te springen, waar mensen echt behoefte aan hebben, is niet zomaar een kabinet, maar een stabiel kabinet dat daadwerkelijk dingen voor elkaar krijgt voor de mensen in het land. Als je echt verschil wil maken, als je echt stappen wil kunnen zetten, kun je dat in onze beleving het beste doen met partijen die relatief dicht bij elkaar staan. De verschillen zijn er; daar hebben we het net ook over gehad. Maar ze moeten relatief dicht bij elkaar staan. Dan kan je echt stappen zetten. Als je eindeloos met elkaar moet onderhandelen omdat de verschillen zo enorm zijn, dan loop je het reële risico — laat ik het netjes formuleren, maar eigenlijk is het een garantie — dat het gezapigere oplossingen zijn, die voor mensen dus eigenlijk helemaal geen oplossing zijn. Dat hebben we ook in de campagne uitvoerig op de inhoud met elkaar gedeeld. Dat is wat we vasthouden.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Wij delen een verlangen naar stevige maatregelen, naar mensen die willen doorpakken, willen besturen en er vaart in brengen. Natuurlijk hebben wij een verschillende agenda. Mevrouw Yeşilgöz heeft een liberale agenda en ik zeg dat vanuit christelijk-sociale overwegingen. Maar ik wil net zo hard dat er meer gebouwd gaat worden en dat het stikstofslot eraf gaat. Alleen, ik constateer dat we het nu heel veel over partijen hebben — ik moet nu ook al vragen over poppetjes stellen — in plaats van over de inhoud. Ik betreurde het dat toen ik de goede agenda zag van collega's Jetten en Bontenbal, waar ik natuurlijk ook mijn op- en aanmerkingen bij heb — ik zie een aantal heilige huisjes geschrapt worden die ik prima vind, maar ik mis ook een aantal heilige huisjes, bijvoorbeeld over hoe je de samenleving goed opbouwt — we het voor we het wisten weer alleen hadden over wie met wie wil samenwerken in plaats van over wat we willen bereiken in dit land.

De voorzitter:
En uw vraag?

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik zou mevrouw Yeşilgöz daarom willen aanmoedigen, nu we een nieuwe fase van de formatie ingaan. Het is heel duidelijk dat u geen vrienden bent met de linkerflank. Dat is voor iedereen echt wel duidelijk. Maar als we op onderwerpen, op onderdelen, echt proberen meters te maken in dit land en als dat een breder draagvlak vraagt dan alleen het vak achter mij, kunnen we dan in ieder geval de hand wat gaan uitsteken naar elkaar, om er echt voor te zorgen dat we wetgeving erdoorheen gaan krijgen, tot en met de Eerste Kamer, waardoor mensen een huis krijgen en het stikstofslot eraf gaat?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit heeft helemaal niks te maken met wel of geen vrienden zijn, echt helemaal niks. Dit gaat om inhoudelijke verschillen. Ver voor de zomer werd al door GroenLinks-PvdA geduid dat de verschillen tussen GroenLinks-PvdA en de VVD tamelijk onoverbrugbaar waren. Met het verschijnen van de verkiezingsprogramma's werd dat nog duidelijker. Dit gaat over de inhoud. Sterker nog, ik heb een heleboel mensen in mijn vriendenkring die lid zijn van de PvdA, van GroenLinks-PvdA. Er zal vast ook een verdwaalde GroenLinkser rondlopen. Die gaat straks vast kleur bekennen in een appje aan mij. Dit gaat daar helemaal niet over.

Ten tweede. Mevrouw Bikker zegt het, denk ik, terecht, maar laat ik het in mijn eigen woorden zeggen: er is volgens mij nog nooit een kabinet geweest dat bij voorstellen heeft geleund op alleen het aantal zetels van de coalitie. Zo bedrijf je geen politiek. Dat heb ik ook als minister nooit zo ervaren en nooit zo gedaan. Ik ben altijd de hele Kamer langsgegaan en heb geprobeerd de Kamer zo breed mogelijk mee te krijgen met de voorstellen die ik indiende, ook als ik wist dat er al een meerderheid was. Als ik wist dat als ik een beetje zou stretchen, ik ook een partij aan de linkerkant of aan de rechterkant mee zou krijgen, heb ik dat ook altijd gedaan. Zo moet het ook altijd gaan. Wat voor kabinet er straks ook komt te zitten, met hoeveel zetels dan ook, al zijn het er veel meer dan die 66, het zal nog steeds op zoek moeten gaan naar een zo breed mogelijk draagvlak. Dat hoort echt bij onze democratie. Daar doen wij niks aan af. Dat zal ook zo gaan.

Voorzitter. Ten slotte: mevrouw Bikker heeft gelijk, maar het is echt niet alleen aan mij te wijten. Er zijn de afgelopen weken en ook afgelopen vrijdag zeven of acht varianten langsgekomen die zouden kunnen. Wat betreft minderheidsvarianten over links hebben wij als VVD aangegeven: "Even goede vrienden. Dan zitten wij in de oppositie. Dan zien we hoe dat werkt." Er waren andere meerderheidsvarianten die om andere redenen niet konden. Daar heeft de heer Jetten al wat over gezegd. En er waren varianten waarvan wij zeggen: wij zijn daar geen voorstander van; dat willen wij niet. Zo hebben we het echt over aanzienlijk meer varianten gehad dan die ene waarvan de VVD zegt: doe deze niet voor ons.

De heer Dassen (Volt):
Ik had net al een kort interruptiedebat met de heer Jetten, ook over de veranderende wereld buiten de Haagse bubbel. We hebben de afgelopen week gezien wat de nationale veiligheidsstrategie van de VS voor Europa gaat betekenen. Donald Trump zei letterlijk: Europa mag wat mij betreft kapot. Als je nu kijkt naar het stuk van de heer Jetten en de heer Bontenbal, dan zie je daar een paar goede startpunten in. Wat betreft mijn fractie is dat veel te weinig om te zorgen dat je als Europa in deze geopolitieke wereld ook echt onafhankelijk overeind kunt blijven.

De voorzitter:
En uw vraag?

De heer Dassen (Volt):
Ik ben benieuwd naar hoe de VVD daarnaar kijkt.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik gaf onder andere in mijn spreektekst al wat aan over de onzekere wereld om ons heen, over waarop we moeten handelen, over waarom het belangrijk is dat er snel een stevig kabinet komt dat daarmee aan de slag gaat, en dat er tegelijkertijd een hoofdstuk over bijvoorbeeld het buitenlandbeleid in dat stuk ontbreekt. Daarmee wil ik alvast ook zeggen dat het wat mij betreft niet een helemaal tot achter de komma dichtgetimmerd regeerakkoord hoeft te zijn — al kan het zijn dat je daarop uitkomt — op elk onderwerp dat wij hier met elkaar belangrijk vinden. Je kunt ook een aantal zaken gewoon aan de Kamer laten, omdat je ervan uitgaat dat we die met z'n allen belangrijk vinden. Daarmee laat je dat hier en dan hoef je dat niet van tevoren zo dichtgetimmerd te hebben. Het zou denk ik mijn voorkeur hebben om dat nu met alles zo te doen, maar dit is gewoon een cruciaal punt en daar zullen we ook zeker met elkaar over spreken. Ik was bijvoorbeeld erg blij dat D66 en het CDA wel stappen hebben gezet om fors te investeren in defensie; een heel belangrijk punt, wil je stevig staan. Maar een sterker groeiende economie, zorgen dat je zo onafhankelijk mogelijk bent voor je energie … Al die zaken vallen daar ook onder.

De heer Dassen (Volt):
Eens. Ik zag daar ook veel punten in die door de afgelopen kabinetten al in gang zijn gezet. Er zijn een paar vernieuwende punten. Maar ik denk dat we ook moeten gaan kijken naar hoe je als Europa zorgt dat je met één mond op het wereldtoneel gaat spelen. Want dat is natuurlijk precies wat Trump op dit moment aan het doen is: hij probeert landen tegen elkaar op te zetten, landen tegen elkaar uit te spelen. En dat gaat gemakkelijk op het moment dat je met 27 landen niet met één mond spreekt. Ik ben dus ook benieuwd of er dadelijk stappen gezet gaan worden om ook echt toe te werken naar een, in mijn ogen, Verenigde Staten van Europa, juist om te zorgen dat je van al die vetes afstapt en dat je toewerkt naar een Europees leger, één buitenlandminister. Ik ben benieuwd of de VVD bereid is om ook daar de noodzakelijke stappen voor te zetten.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Die urgentie deel ik; die delen wij. Inderdaad, op dit moment is het zo dat Europese landen eerlijk gezegd heel veel met zichzelf en met elkaar bezig zijn. Tegen de tijd dat er überhaupt één standpunt ingenomen kan zijn, zijn de andere alweer tien stappen verder; denk daarbij aan Amerika, denk aan China, denk aan Rusland, noem maar op. Dus ja, we zullen absoluut een aantal zaken sterker moeten oppakken. En ik weet dat er, als we daarop zouden inzoomen, nog wel een paar fundamentele verschillen zullen zijn tussen Volt en VVD over hoe je dat dan inricht, maar die urgentie en dat je daar stappen toe moet zetten, delen we. Die discussie zal dan misschien al ontstaan bij deze vraag over of een Europees leger mogelijk is. Maar goed, dat is uitvoering, in mijn ogen; het gaat over het fundament. En ja, je moet met elkaar een sterke vuist kunnen vormen, anders word je alleen maar tegen elkaar uitgespeeld en word je zelf als lidstaat ook zwakker.

De voorzitter:
Kort en afrondend.

De heer Dassen (Volt):
Ja, voorzitter. Ik ben de hele tijd al kort, dus ik zal het kort houden en afronden. Maar in dezen is het wel: als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg. Dus als we ook niet bereid zijn om tot stevige hervormingen van de Europese Unie zelf te komen, dan denk ik niet dat we in staat zijn om die vuist te maken die mevrouw Yeşilgöz juist ook wil maken. Dus ik hoop dat ook de VVD het CDA en D66 erop zal uitdagen om daarin echt stappen vooruit te zetten en om daar harde keuzes in te durven maken.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Voorzitter. Ik had mij voorgenomen om er bij het gesprek met de informateur open in te gaan — wat ik ook heb gedaan — en om zo min mogelijk partijpolitiek gekonkel te willen bespreken. Maar toch werd ik ermee geconfronteerd; vandaar deze interruptie. Kan mevrouw Yeşilgöz zich voorstellen dat, als er een partij is als de VVD die zowel aan de ene kant de PVV uitsluit als aan de andere kant GroenLinks-Partij van de Arbeid uitsluit en die wordt betrokken bij een nieuwe formatieronde met D66 en het CDA, de informateur dan aan alle andere partijen vraagt of ze zich constructief willen opstellen? Kunt u zich dan voorstellen dat die andere partijen dan denken: "Tja, we hebben een partij die aan de ene kant de PVV uitsluit én GroenLinks-Partij van de Arbeid, maar al die andere moeten heel constructief zijn"? Kunt u zich voorstellen dat die partijen dan denken: "Succes ermee!"?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
De VVD heeft, volgens mij als enige, tijdens de verkiezingen heel duidelijk en heel helder aangegeven richting de kiezer: dit is hoe wij erin zitten. Vervolgens heeft de kiezer ons daarop vertrouwd en heeft hij een stem uitgebracht. Dat leidde tot de stemverhouding die we hier nu zien. Het enige wat wij doen is zeggen: wij houden woord aan de kiezer. Dan is het aan de heer Jimmy Dijk om dan vervolgens het proces dat daarna ontstaat … Deze uitkomst en deze getallen hadden wij ook niet kunnen voorzien. Toen we dit in de zomer tijdens de campagne helder zeiden, konden we ook niet weten dat we hier zo op deze manier met elkaar zouden staan. Dit is waar we nu staan. Dan is het aan de heer Jimmy Dijk en alle andere collega's om daar hun eigen verantwoordelijkheid en hun eigen rol in te wegen. Als de heer Jimmy Dijk zegt dat hij dat zo weegt dat hij dit niet gaat steunen, dan heb ik daar respect voor. Ik vind het jammer, maar daar heb ik respect voor, want hij moet het aan zijn kiezers kunnen uitleggen, net zoals ik mijn woord moet houden en het aan mijn kiezers moet kunnen uitleggen.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Dat moeten we allemaal. Daar is niks bijzonders aan. Mijn vraag is, en daar geeft u geen antwoord op, of u zich kunt voorstellen dat andere partijen door de niet-constructieve houding die u zelf inneemt, denken: als mij wordt gevraagd om constructief te zijn, nou, succes ermee!

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat hangt af van je doel hier. Dat is denk ik het enige eerlijke antwoord. Wij zijn heel helder geweest. Wij zitten er heel erg constructief in. Zoals ik net al zei, hebben we alleen van de week al zeven of acht varianten besproken aan die tafel. Al die varianten hadden gekund, al dan niet in een meerderheid of een minderheid. In een flink deel van de varianten zat de VVD er niet bij. Ik weet dat dat ook de voorkeur heeft van de heer Dijk, als ik mij niet vergis. Hij heeft tijdens de campagne ook gezegd: we hebben liever een links kabinet zonder de VVD. Dat snap ik vanuit hem gezien. Dat had ook hier de uitkomst kunnen zijn. Dat heb ik ook letterlijk aangegeven: zelfs al zien wij dat we best nodig zijn, als wordt besloten voor een andere variant en de VVD niet mee mag doen, dan gaan wij constructief in die bankjes zitten en zullen we elke keer kijken wat het beste is voor Nederland. Dus andersom heb ik die vraag ook gekregen. Ik heb gezegd dat wij dan constructief zullen zijn. We zullen dat dan jammer vinden en zullen vinden dat het geen goede representatie is van wat de kiezer heeft gewild, maar dat is onze interpretatie en dat mag.

De voorzitter:
Kort, meneer Dijk.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Dit is allemaal de keuze van mevrouw Yeşilgöz en haar partij. Ik bespeur alleen in de interrupties van andere partijen dat er niet heel veel zin is om mee te blijven werken aan deze niet-constructieve houding van de VVD.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik denk dat de centrale vraag zal zijn en zal moeten zijn: wat is het beste voor Nederland en wat is het beste voor de Nederlanders? Ik ga ervan uit dat op het moment dat er uit het kabinet goede voorstellen komen die dit land vooruithelpen, wat voor kabinet er ook komt, met welke samenstelling dan ook, we altijd zullen doen wat het beste is voor Nederland en niet alleen wat het beste is voor onszelf. Dat zal zeker voor de VVD gelden, ook als wij uiteindelijk niet in dat kabinet belanden.

De voorzitter:
Dank u wel. Was u daarmee aan het einde gekomen van uw eerste termijn?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ja.

De voorzitter:
Dan nodig ik de heer Klaver uit voor zijn inbreng in de eerste termijn namens de fractie van GroenLinks-PvdA. Ga uw gang.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dank. We zijn bijna twee uurtjes op stoom met dit debat. We hebben al een inkijkje kunnen krijgen in het voorland van dit minderheidskabinet. Maar daarover straks meer.

Allereerst veel dank aan de heer Buma. Na de heer Koolmees is het fijn om weer een bekend gezicht hier terug te zien in Den Haag. Er waren eerder mensen die zeiden: volgens mij vindt hij het wel leuk dat hij terug is. Dat gevoel heb ik ook, maar ik heb ook het idee dat hij heel graag weer terug wil naar Leeuwarden. Nu heb ik alleen begrepen dat de dienstauto de nieuwe informateur moet ophalen in Maastricht. Dan zit de chauffeur aan het einde van zijn rijtijd, dus de heer Buma zit voorlopig nog even vast hier in Den Haag. Maar u bent hier altijd van harte welkom.

Voorzitter. Deze campagne en deze verkiezingen gingen over de belofte van verandering. Die hing in de lucht. We zouden het anders gaan doen, een nieuwe politiek: afrekenen met die oude politieke cultuur, het landsbelang boven het partijbelang en proberen het over de inhoud te hebben. Ik vind het stuk dat is geschreven door de heer Jetten en de heer Bontenbal daar echt een hele goede poging toe. Daarmee heb ik niet gezegd dat we het met alles eens zijn, maar ik zie wel dat er wordt geprobeerd om op inhoud met elkaar door te praten. De wijze waarop dat is gebeurd de afgelopen weken vond ik ook heel fijn. Dat is ook fijn, want daardoor weten we dat als de komende weken iets lekt … De vorige weken is dat niet gebeurd in ieder geval.

Die nieuwe politieke cultuur is belangrijk, niet omdat dat voor ons prettig is, omdat je op een andere manier met elkaar werkt, maar omdat de uitdagingen waar Nederland voor staat groot zijn. We hebben grote uitdagingen op het gebied van wonen. We hebben het vaak over hoeveel woningen er dan gebouwd moeten worden, of over wat er moet gebeuren, maar eigenlijk is het nog veel kleiner en pijnlijker. Ik heb berichten gelezen over alleenstaande moeders die op straat leven en die, als ze ergens aankloppen voor woonruimte, te horen krijgen: sorry, we pakken je kinderen van je af. Het laat zien hoe groot de problemen in dit land zijn. Dat betekent dat we niet hier met elkaar moeten blijven knokken en vechten, maar tot oplossingen moeten komen. Daar waren wij toe bereid.

Het stikstofdossier is een drama voor de economische kracht van Nederland. Kijk naar Oost-Brabant, waar de groeimotor van Nederland zit, ASML, en waar problemen zijn met de uitbreidingen. Dat raakt ons allemaal. Tegelijkertijd leven boeren in onzekerheid, omdat ze niet weten welk beleid er wordt gevoerd en of ze straks wel door kunnen. Ook daar zit een grote onzekerheid. Die onzekerheid is er ook bij gezinnen die de rekening niet kunnen betalen, of bij bedrijven die graag willen weten op welke manier ze investeringsbeslissingen kunnen nemen voor de komende jaren.

Juist deze grote uitdagingen en de wil om bij te dragen aan een andere politieke cultuur hier in Den Haag hebben ons ertoe gebracht om de afgelopen weken zo constructief mogelijk mee te denken. We hebben aan tafel bij deze informateur, maar ook bij de verkenner, aangegeven dat wij graag willen bijdragen aan het vooruithelpen van Nederland. Dat bestond uit drie zaken. De eerste is dat wij graag een meerderheidskabinet willen, omdat wij zekerheid willen geven over de koers voor Nederland voor de komende jaren. De tweede is dat wij geen inhoudelijke blokkades hebben neergelegd. We zijn het niet over alles eens, maar goed, dat wisten we al. Daarom zijn we verschillende politieke partijen, maar daar ga je over onderhandelen. En drie, we hadden geen blokkades van politieke partijen.

Voor eenieder die denkt dat onze leden staan te springen om met de VVD een kabinet te vormen: ik dacht het niet. Ik krijg berichten binnen met: "Je gaat toch niet met de VVD? Ben je soms vergeten dat ze twee jaar geleden met de leugen over nareis op nareis een kabinet hebben laten vallen? Ben je soms vergeten dat ze de afgelopen twee jaar met de PVV hebben geregeerd? Ben je gek? Dit moet je helemaal niet doen. Je partij is nu aan het fuseren. Je moet op jezelf letten." Maar wij zijn bereid om terug te gaan naar onze leden en te zeggen: sorry, het landsbelang vraagt meer. Het landsbelang vraagt erom dat we samenwerken, ook als we het niet eens zijn, ook als mensen onaardig over je zijn. Who cares? Het gaat erom dat die moeder met die kinderen niet van de overheid het verhaal krijgt dat haar kinderen worden afgepakt, maar juist hoort: hier heb je een woning.

Dan kom ik bij de keuze voor dit minderheidskabinet. Dat vinden wij een onverstandige keuze, omdat dit de keuze is voor een permanente formatie. Een permanente formatie de komende jaren betekent permanente onzekerheid voor Nederland. Ik heb de afgelopen jaren veel met bedrijven in Nederland gesproken die zich zorgen maken over het vestigingsklimaat. Ze zeggen: "Wat jullie als GroenLinks-PvdA willen met belastingen is wel heel veel, maar er kan best wel wat gebeuren. Wat we vooral willen, is zekerheid. We willen dat er gewoon een kabinet komt dat aan het begin van de rit bepaalt wat het gaat doen en aangeeft waar we de komende jaren op kunnen letten als we investeringsbeslissingen nemen." Daar heb je een meerderheid voor nodig. Dit minderheidskabinet gaat straks van alles bedenken, maar zoals we hier net in de Kamer hebben gezien, is er geen meerderheid in de Tweede Kamer. En die is er ook niet in de Eerste Kamer. Onzekerheid.

Over zorg en sociale zekerheid wordt gezegd dat erop bezuinigd moet gaan worden. Ik kan alvast een tipje van de sluier oplichten: dat gaan wij niet steunen. Maar het gaat wel onzekerheid meebrengen in de zorg. Mensen die daar werken, denken: oei, als deze bezuinigingen er komen, moet ik misschien in een andere sector gaan werken. Het gaat het leven van mensen overhoop helpen. Weer onzekerheid.

Woningbouwcorporaties. U gaat allerlei plannen maken; ik heb die gezien. Ik vond de rol van woningbouwcorporaties niet voldoende uitgewerkt. Wat is straks hun taakopdracht? Hoeveel middelen hebben ze om te investeren? U kunt daar van alles over opschrijven met dit minderheidskabinet, maar er is geen meerderheid hier in de Tweede Kamer en niet in de Eerste Kamer. Daarmee wordt hier de onzekerheid voor Nederland ingebakken. U kiest voor een permanente formatie en daarmee voor permanente onzekerheid voor Nederland. Ik denk dat dat een gemiste kans is.

Voorzitter. Tot slot kort iets over onze opstelling richting dit nieuwe kabinet. Wij nemen altijd verantwoordelijkheid. Dat hebben wij in de afgelopen jaren gedaan op al die momenten dat er geen meerderheden waren. Ik hoef maar te wijzen op wat er moest gebeuren rondom Oekraïne. Als er geen steun was van andere partijen, stonden wij altijd klaar. Dat zullen wij altijd doen, omdat we het landsbelang altijd vooropzetten. Wij zullen dat nu doen door alles voorstel per voorstel te bekijken. Daardoor duurt het dus even voordat mensen weten welke meerderheden er zijn op basis van het akkoord dat wordt gesloten. Ik wil nog één ding zeggen. Wij zullen verantwoordelijkheid nemen voor Nederland, maar voor één ding niet. Ik ken mijn pappenheimers van de VVD. Er komt een enorme onzekerheid in Nederland door deze constructie. Voor je het weet krijgt de oppositie hier breed de schuld van deze onzekerheid. Die verantwoordelijkheid zullen wij niet op ons nemen. Die onzekerheid komt voort uit de keuze die jullie drieën hebben gemaakt. Die verantwoordelijkheid zullen jullie moeten dragen.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Klaver. Dan is het woord aan de heer Bontenbal voor zijn inbreng in de eerste termijn namens het CDA.

De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. Allereerst wil ik de heer Buma bedanken voor zijn begeleiding de afgelopen weken en de prachtige gemeente Leeuwarden voor het tijdelijk uitlenen van haar burgemeester. Met straffe hand en een dosis humor heeft hij ons geholpen om de opdracht die de Tweede Kamer ons heeft gegeven uit te voeren. Hoewel het ons als CDA-onderhandelaars helaas niet gelukt is om het verplichte aanleren van het Wilhelmus op de basisschool een plek te geven in onze positieve agenda, zijn we blij met het resultaat. De informateur heeft ons niet alleen gestimuleerd knopen door te hakken en met andere partijen in gesprek te gaan, maar ook om steeds kritisch te kijken naar de uitvoerbaarheid van onze plannen, want burgemeesters weten maar al te goed hoe vervelend het is om slecht beleid vanuit Den Haag te moeten uitvoeren.

De opdracht van de verkenner, de heer Koolmees, was helder: D66 en het CDA moesten aan de slag met een positieve en ambitieuze agenda om op een aantal thema's doorbraken te realiseren. Ik wil de D66-collega's Jetten en Paternotte bedanken voor de constructieve gesprekken. Vanaf het begin was er aan beide kanten de bereidheid om naar elkaar te luisteren, argumenten uit te wisselen en te zoeken naar oplossingen die Nederland sterker en weerbaar maken. De agenda die we met elkaar hebben geschreven, kan een deel van het antwoord zijn op de vraag hoe we Nederland uit de impasse halen.

Voorzitter. In zijn verslag adviseert de informateur om met drie partijen verder te praten: D66, de VVD en het CDA. De opdracht is om tot een akkoord te komen en daarbij te onderzoeken welke samenwerking met andere partijen mogelijk is. Het CDA gaat graag met die opdracht aan de slag. Tegelijkertijd maakt de uitslag dat het kabinet, welk kabinet er ook komt, op zoek zal moeten gaan naar meerderheden in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De noodzakelijke hervormingen op de vijf thema's die door de Kamer als opdracht zijn meegegeven en in onze agenda zijn uitgewerkt, zullen stuk voor stuk met wetgeving door beide Kamers geloodst moeten worden. Dat vraagt dus om samenwerking. Samenwerking is een opdracht voor ons allemaal, klein of groot, coalitie of oppositie, Tweede Kamer of Eerste Kamer. Dat vraagt om een andere politieke cultuur, een cultuur waarin het parlement niet alleen een strijdtoneel is van coalitie tegenover oppositie. Niemand kan een ander dwingen tot samenwerking. We kunnen als partij alleen zelf die eerste stap zetten. Het CDA is daartoe bereid en heeft de afgelopen twee jaar ook als kleine oppositiepartij laten zien dat samenwerken en daardoor resultaten bereiken mogelijk is. De samenleving waardeert dat ook. Deze houding van constructieve samenwerking willen we ook de komende jaren laten zien.

Voorzitter, …

De voorzitter:
U heeft een interruptie van mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ook aan de heer Bontenbal maak ik complimenten voor het stuk. Op de inhoud worden een aantal moedige keuzes gemaakt. Ik ben het lang niet met alles eens — we hebben ook nog opmerkingen — maar ik maak er wel complimenten voor. Ik hoor de heer Bontenbal zeggen dat hij enthousiast is over het advies van de informateur om met D66 en de VVD aan de slag te gaan om een kabinet te vormen, maar eerder had hij het over het belang van samenwerken en zei hij dat het landsbelang boven het partijbelang moet staan. Ik vraag waar hij het vertrouwen vandaan haalt dat de VVD dat gaat doen.

De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb volgens mij niet gezegd dat ik meteen helemaal enthousiast ben over het advies. Ik vind het wel een logisch advies. Ik ben wel enthousiast om aan de slag te gaan. Ik heb weleens vaker gezegd dat mijn handen jeuken om te werken aan een bestuur dat vaart gaat maken. Er is net ook door andere collega's geschetst wat er aan de hand is in de wereld: Russische agressie in Europa, onze eigen economie, de stikstofimpasse, de asielketen. Ik vind dat Nederland snel een degelijk nieuw bestuur nodig heeft. Ik ben enthousiast om daaraan te werken. U vraagt of ik het vertrouwen heb dat de VVD daaraan mee gaat werken. Dat vertrouwen heb ik. Ik snap uw vraag ook. Toch heb ik er vertrouwen in, want ik heb de VVD de afgelopen jaren op meerdere manieren leren kennen. Ik ken ook de periode van Rutte IV. Dat was voor mij een periode waarin ik zelf ook actief moest samenwerken met de VVD. Uit die periode put ik het vertrouwen dat die versie van de VVD ons zeker kan gaan helpen om tot een goed kabinet te komen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Oké. Het klopt inderdaad: de heer Bontenbal had gezegd dat hij enthousiast was om aan de slag te gaan en niet per se dat hij enthousiast was over dit advies. Maar toch: hij gaat verder met de VVD. De heer Bontenbal had het net terecht over de Russische agressie, maar het was toch de VVD die het zittende kabinet, met deze partijen erin — CDA, D66, VVD en de ChristenUnie — opblies met een leugen? Dat gebeurde terwijl die oorlog op ons continent er al was. Toen was Poetin Oekraïne al binnengevallen. Dat was niet bepaald verantwoord. Als de VVD sindsdien ander gedrag had vertoond, zoals reflectie en volwassenheid, en had gezegd "o, dit hebben we misschien niet zo goed gedaan", dan zou ik me nog kunnen voorstellen dat de heer Bontenbal vandaag zegt: ik heb er eigenlijk wel vertrouwen in. Maar wij zien toch dat de VVD vooral bezig is met haar eigen partijpolitieke belangen en niet met het landsbelang.

De heer Bontenbal (CDA):
Ik hoef natuurlijk niet het gedrag van de VVD te verantwoorden; dat moet die partij zelf doen. Uw vraag aan mij, die wel terecht is, is of ik er vertrouwen in heb om met de VVD verder samen te werken. Dat vertrouwen heb ik wel. Ik schets niet voor niets ook dat er hier een andere politieke cultuur nodig is. Daar moeten wij allemaal aan werken. Als ik zeg "allemaal", dan geldt dat ook voor de VVD. Dat geldt ook voor mijn eigen partij en alle andere partijen. Mochten we naar een constructie met een minderheidskabinet gaan — dat zou een van de uitkomsten kunnen zijn — dan vergt dat heel breed een andere politieke cultuur in de Tweede Kamer. Daarnaast pin ik mensen nooit vast op wat ze in het verleden hebben gedaan. Iedereen krijgt in die zin altijd een nieuwe kans, en dat geldt denk ik ook voor partijen. Partijen moeten daarmee waarmaken dat ze te vertrouwen zijn. Dat zal de komende tijd moeten blijken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Een nieuwe kans is mooi, maar je zou denken dat je daarvoor eerst moet reflecteren. Dat hebben wij in elk geval bij de VVD niet gezien. Als het verhaal vandaag is "we moeten toch door" en "er moet een stabiel kabinet komen", dan zeg ik: daar ben ik het mee eens, maar ik denk niet dat een stabiel kabinet er met deze VVD gaat komen.

De heer Bontenbal (CDA):
Ik denk dat er zeker een kans is dat dat wel gaat gebeuren, maar dat vraagt om hele goede gesprekken, ook met de VVD en D66. Hoe gaan wij samenwerken? U mag ervan op aan dat wij die gesprekken voeren, maar dat doen we wel achter de schermen, omdat je dan ook tot een beter gesprek komt. Ook vanuit die gesprekken heb ik wel het vertrouwen dat dit kan lukken. De wedervraag is ook steeds: wat is dan het alternatief? Er zijn heel veel collega's, mensen uit mijn eigen partij of van elders, die zeggen: moet je geen andere keuze maken? Mijn wedervraag is dan ook: welke alternatieven zijn er? Daarvan zijn er ook niet zo heel veel die dan wél tot een heel stabiel kabinet gaan leiden.

De voorzitter:
Afrondend.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik zou zeggen: als D66 en CDA met z'n tweeën een minderheidskabinet zouden vormen, dan zou dat in elk geval mijn fractie meer vertrouwen geven in de stabiliteit, de constructieve houding en het respect voor de rechtsstaat, waar we echt aan toe zijn. Een kabinet met weer ministers erin die de Kamer eigenlijk gewoon voortdurend op het verkeerde been zetten, omdat dat hun partijpolitieke belangen beter uitkomt, kan namelijk rekenen op weinig vertrouwen van in elk geval mijn fractie.

De heer Bontenbal (CDA):
Ik beschouw dat in ieder geval als een compliment van mevrouw Ouwehand aan het CDA. Dat is ook weleens anders geweest, dus dat incasseer ik gewoon even. Voor de rest zou ik willen zeggen: deze twee partijen hebben bij elkaar ook maar 44 zetels. Die optie is ons aan de hand gedaan, maar ik vind die ook wel heel erg kwetsbaar. 44 zetels zijn minder dan een derde van de Tweede Kamer. Dat lijkt me ook niet echt een realistische optie.

De voorzitter:
U vervolgt.

De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. We hebben nu een daadkrachtig kabinet nodig. Ik zei het net al: de Russische dreiging, de woningnood, de problemen op het elektriciteitsnet, de agressieve geopolitiek van China, de stikstofimpasse, klimaatverandering en een asielinstroom die de draagkracht van de samenleving te boven gaat. Wat we moeten doen, is het volgende: in actie komen, verantwoordelijkheid nemen, aan de slag gaan. We kunnen deze uitdagingen aan, want we zijn tot heel veel in staat als land. Onze samenleving is veerkrachtig. Onze ondernemers zijn innovatief. Ons Rijnlands model, onze overlegeconomie, kent een maatschappelijke worteling en een focus op de langere termijn. We hebben organisaties in de zorg, het onderwijs en de volkshuisvesting die vanuit hun eigen missie dienstbaar zijn aan de samenleving. We moeten de kracht van de samenleving, ondernemers, maatschappelijke organisaties en sociale partners benutten.

Dat vraagt om een dienstbare overheid die samenwerkt met de samenleving om concrete maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Te lang hebben we ons beziggehouden met Haagse problemen. We hebben iets groters te doen. Het CDA gaat graag aan de slag, samen met alle constructieve krachten in Nederland, in de politiek en in de samenleving. Nederland wil namelijk weer vooruit en verwacht dat we dat in Den Haag mogelijk gaan maken. Het CDA is er klaar voor.

Dank u wel.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Een van die maatschappelijke vraagstukken is de toekomst van onze ouderenzorg. Er stond een zin in uw agenda: specifiek gerichte huishoudelijke hulp voor wie dat nodig heeft.

De heer Bontenbal (CDA):
Ja.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Zijn er dan nu mensen die huishoudelijke hulp krijgen en die die niet nodig hebben?

De heer Bontenbal (CDA):
Deze zin zou u niet moeten verbazen, want in de verkiezingscampagne hebben wij exact hetzelfde gezegd. Destijds is het abonnementstarief ingevoerd. Een deel van de huishoudens die zelf de hulp konden betalen, heeft daarop die hulp afgeschaft en is die vervolgens voor het abonnementstarief gaan inhuren via de gemeente. Het CBS heeft daar nog niet zo lang geleden een artikel over geschreven waarin dat helemaal is uitgesplitst naar inkomensgroepen. Dan zie je dus dat rijkere ouderen daar gebruik van maken. We hebben in de campagne gezegd: dat vinden we niet helemaal een goede besteding van het geld. Tegelijkertijd hebben we gezegd: de mensen die het echt nodig hebben, dus met de laagste inkomens, zullen daar altijd een beroep op moeten kunnen doen. Dat is onze visie en dat staat in dit stuk. Dat is dus een heel sociaal verhaal, zou ik tegen de heer Dijk willen zeggen.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Ik ken de discussie over het abonnementstarief, maar hier staat: alleen voor wie dat nodig heeft. Bent u niet van mening dat mensen die een iets gevuldere portemonnee hebben en ook zorg nodig hebben, dat gewoon horen te krijgen?

De heer Bontenbal (CDA):
Waar het hier om gaat, is het verschil tussen iets krijgen en de vraag wat je er zelf financieel aan bijdraagt. Je ziet eigenlijk dat het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, vertaald is in de doorrekening van ons verkiezingsprogramma en in dit stuk. Dat vind ik heel christendemocratisch.

De voorzitter:
Tot slot.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Uiteindelijk wil ik heel graag zien hoe dat uitpakt, hoe dat uitwerkt. Tot slot: waarom stel ik hier nou vragen over? Omdat hier toch wel heel expliciet staat dat er flink op de zorg bezuinigd gaat worden. Mensen moeten meer zelf gaan doen. De samenleving moet meer zelf gaan doen. We krijgen echter iedere dag berichten van families, gezinnen en werkende mensen, zowel mensen die in de zorg werken als anderen. De werkdruk loopt hun echt over de schoenen heen. Dat versterkt de gemeenschap niet. Dat zorgt er juist voor dat mantelzorgers overbelast raken en dat ze geen vrijwilligerswerk meer kunnen doen. Dit soort bezuinigingen treft de samenleving en die gemeenschap juist keihard. Bent u met mij van mening dat het, zoals het hier nu staat en zoals u het gaat uitwerken, de samenleving moet versterken in plaats van verzwakken?

De heer Bontenbal (CDA):
Ik denk dat u alles over één kam scheert. Als je het op een onverstandige manier doet, denk ik dat te harde bezuinigingen een samenleving inderdaad zwakker kunnen maken. Maar bezuinigingen kunnen een samenleving ook sterker maken. Neem bijvoorbeeld de zorg. Zelfs de verenigingen die staan voor bepaalde groepen mensen, zie je heel sterk pleiten voor zorgzame gemeenschappen. Die worden gezien als een manier voor ouderen om veel meer voor elkaar te kunnen doen. In sommige andere landen is dat ook heel gebruikelijk. Je kunt de zorg ook zo organiseren, zoals wij in Nederland hebben gedaan, dat de verantwoordelijkheid bij mensen onderling wordt weggehaald. De houdbaarheid van de zorg staat of valt toch wel met de vraag hoeveel bereidheid er onder mensen is om voor elkaar iets te doen. Dat moeten we versterken, want anders is de toekomst van de zorg ongewis. De zorg is niet houdbaar op de manier waarop die op dit moment georganiseerd is.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik heb eerder in dit debat een interruptie gepleegd over onderwijsvrijheid en medische ethiek. Dat standpunt wil ik niet herhalen, maar ik heb nog wel een vraag. We zien het duidelijk aankomen: voordat er een kabinet op het bordes staat, zijn we heel wat maanden verder. Mijn vraag aan de heer Bontenbal is: zou het niet raadzaam zijn als de formerende partijen met elkaar afspreken om gedurende die tussenfase geen drieste stappen te zetten op het terrein van de klassieke vrijheden, medische ethiek en vergelijkbare thema's?

De heer Bontenbal (CDA):
Dat zou ik verstandig vinden. De vraag is echter waar u specifiek op doelt. Ik vermoed dat uw vervolgvraag is wat we gaan doen met de wet over embryokweek. Dat vermoed ik want u bouwt uw interrupties doorgaans keurig op, zoals wij hier allemaal doen. De wet over embryokweek is al op twee momenten door de Kamer geweest. Het klopt wat er net gezegd is: de eerste termijn van de Kamer is ruim voor de verkiezingen geweest. Ik snap wel wat u zegt, maar de vraag is ook hoe democratisch het is. De eerste en tweede termijn hebben we al gehad en de Kamers hebben uitputtend met elkaar over het onderwerp gediscussieerd. Inderdaad bleken partijen het op bepaalde punten niet met elkaar eens te zijn. Politieke partijen verschillen van mening over deze wet. De vraag is of het democratisch is om tussen de stemmingen over de amendementen, die we deze week gehad hebben, en de eindstemming te zeggen dat we dit van tafel moeten halen en moeten parkeren. Ik denk dat dit niet democratisch is.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Het zou de SGP een lief ding waard zijn als de stemmingen over de Embryowet worden uitgesteld. Maar ik zie het uitdrukkelijk breder. Ik noemde ook de motie van gisteren. Er zit nog een wijziging van de Embryowet in de pijplijn. Die gaat over andere dingen. Ik denk dat daar ook het belang ligt voor de formerende partijen. Alles wat we nu doen, is niet gratis of om het even. Het bepaalt ook hoe partijen, zoals de SGP, in de toekomst ten opzichte van zo'n coalitie gaan staan. Is in die zin voorzichtigheid en terughoudendheid niet op zijn plaats in deze tussenfase?

De heer Bontenbal (CDA):
Ja, die is zeer op zijn plaats. Dat is vooral een signaal dat u aan de andere twee partijen moet meegeven en dat heeft u nu gedaan. Ik hoop dat ze goed geluisterd hebben. Ik vond de motie van gisteren over artikel 23 ook niet zo verstandig. De indiener was ook niet heel goed geïnformeerd. Je kunt volgens mij niet per motie even zeggen hoe een grondwet geïnterpreteerd moet worden. Volgens mij laat een lesje staatsrecht zien dat het zo niet werkt.

Sorry VVD, ik moest het toch even doen.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik heb net de complimenten aan collega Jetten gegeven. Die wil ik ook geven aan collega Bontenbal, voor het stuk dat voorligt. En ook voor de politieke moed om naar voren te stappen, niet als grootste partij, en te zeggen: wij willen werken aan die andere cultuur. Dat zeg ik in het bijzonder tegen de heer Bontenbal. Ik vind dat dit ook hier genoemd mag worden. Ik zou collega Bontenbal willen aanmoedigen om dat vast te houden. Nu er verbreed gaat worden, wil ik aanmoedigen om die andere cultuur, waar we gericht zijn op inhoud en het daadwerkelijk aanpakken van problemen, voorop te stellen. Ik heb het stuk met aandacht gelezen. Mij valt op — dat zei ik ook al tegen de heer Jetten — dat er op een aantal punten al heel concreet dingen worden benoemd. Dat zijn vaak de harde zaken, de stenen zaken waaraan we moeten bouwen. Dat is nodig.

De voorzitter:
En uw vraag?

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Mijn vraag is juist daarom: ik ken het CDA als een partij vanuit het gemeenschapsdenken. De heer Bontenbal gaat nu aan tafel met twee liberale partijen. Hoe wil de heer Bontenbal dat gemeenschapsdenken op al die thema's die voorliggen en de financiële plaat gaan verstevigen en versterken?

De heer Bontenbal (CDA):
Een mooie vraag. U mag ervan op aan dat wij dit tijdens de onderhandelingen natuurlijk naar voren brengen. U kent het CDA immers als een partij die gemeenschapszin en saamhorigheid belangrijk vindt. In de inleiding van ons stuk zijn die twee woorden nota bene gebezigd. Het is inderdaad een stuk van het CDA én D66. We hebben dus D66 toch al een beetje de terminologie in gekregen van "saamhorigheid en gemeenschapszin". Dat vind ik heel mooi. Maar u zegt terecht dat het dan ook op de beleidsterreinen doorvertaald zal moeten worden. We hebben ons de afgelopen weken heel strak gehouden aan de opdracht van de verkenner. Als we dat niet deden, dan hadden we een informateur die zei: "Je moet je houden aan de opdracht van de verkenner." Dat heeft er wel voor gezorgd dat we heel veel thema's niet besproken hebben, of ze hooguit hebben aangeraakt, maar zonder ze vervolgens uit te werken. Dat zou ook mijn antwoord zijn.

De samenlevingsagenda moet er wat mij betreft in en die zal ook nog veel beter in de verschillende thema's terug kunnen komen. Ik noem ideeën zoals het pact wonen. U heeft zelf ook vaak bepleit dat wonen meer is dan het stapelen van stenen; het is eveneens het bouwen van gemeenschappen, die vervolgens ook concreet worden gemaakt en moeten terugkomen in zo'n akkoord. Dat geldt ook voor de zorg. Het gaat er niet om dat we massaal bezuinigen op de zorg. Het gaat erom dat we de zorgtoekomst bestendig maken, dat we zorgen dat er zorgzame gemeenschappen ontstaan, dat ouderen met nieuwe woonvormen ook voor elkaar kunnen zorgen, dat mensen eenzaamheid met elkaar bestrijden. Dat soort thema's zijn, denk ik, heel belangrijk, ook voor een coalitieakkoord.

De voorzitter:
De interrupties en antwoorden mogen echt korter. Mevrouw Bikker.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ja, voorzitter, dank u wel. Ik ben blij met dit antwoord. Ik zei al tegen de heer Bontenbal dat hij nu om tafel gaat met twee progressief-liberale partijen. Daarvan hebben we de afgelopen weken ook de effecten gezien, op medisch-ethisch terrein en op de klassieke vrijheden. Voor mijn constructieve houding doet het ertoe dat er op dat punt zelfbeheersing blijft. Is de heer Bontenbal geneigd om daar afspraken over te maken, juist om de focus op al die andere zaken te kunnen houden?

De heer Bontenbal (CDA):
Ja, ik denk dat het goed is om daar afspraken over te maken. Ik denk dat het gek is om dat niet te doen. Er moet namelijk gewoon breed gekeken worden naar steun in de Kamer. Ik zou ook willen zeggen: kijk naar de agenda die er nu ligt en naar de ervaring die ik nu heb van de afgelopen weken onderhandelen met D66: de prioriteiten die wij hebben neergezet, laten ook iets zien. U heeft in dat stuk ook de bereidheid gezien om naar elkaar toe te bewegen. U heeft dus, denk ik, in dat stuk een iets ander CDA kunnen zien, omdat wij natuurlijk ook dingen hebben weggegeven en ook bewegingen hebben gemaakt. U heeft dat ook kunnen zien van D66. Ik denk dat u net ook aan de toon van de heer Jetten heeft kunnen horen waar hij zijn prioriteiten legt. Dat geeft mij het vertrouwen dat dit kabinet de juiste prioriteiten gaat stellen, en dat zit 'm echt in de thema's die de Kamer ons heeft meegegeven. We zijn niet voor niets met die vijf thema's begonnen. Die heeft de Kamer ons meegegeven. Die hebben we uitgewerkt. Natuurlijk zullen we andere thema's ook moeten aanraken, maar ik heb er wel vertrouwen in dat dit met respect gebeurt, ook voor alle oppositiepartijen.

De voorzitter:
Mevrouw Bikker? Nee? Dank u wel. De heer Dassen.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Ik vond het mooi dat de heer Bontenbal zojuist zei: je moet goed kijken naar maatschappelijke organisaties. Nu is er het afgelopen jaar ook een eerste Nationaal Burgerberaad Klimaat geweest. 175 Nederlanders hebben met elkaar gesproken, uit alle lagen van de samenleving, om met elkaar het gesprek te voeren over hoe we de klimaatcrisis te lijf kunnen gaan en wat wij als samenleving op dat gebied voor maatregelen willen nemen. Daar zijn hele goede voorstellen uitgekomen en ik ben benieuwd of de heer Bontenbal van mening is dat hier ook in het volgende proces serieus naar gekeken moet gaan worden.

De heer Bontenbal (CDA):
Ja, sowieso. Dan wil ik toch herinneren aan het feit dat een van de voorvechters van dat burgerberaad Agnes Mulder was, inmiddels commissaris van de Koning in Drenthe. Toen zij Kamerlid was, was zij een van de voorstanders van burgerberaden. Burgerberaden vind ik sowieso een interessant instrument om de democratie te vernieuwen. Volgens mij hebben heel veel enthousiaste burgers geschreven aan dit burgerberaad. Ik moet wel heel eerlijk zeggen dat ik nog niet alle adviezen helemaal gelezen heb, maar ik ben zeker bereid om ze heel goed te bekijken en na te gaan wat we kunnen meenemen. Ik zou het ook mooi vinden als dit rapport onderdeel wordt van het parlementaire debat en geagendeerd wordt in de commissies voor energie, klimaat en duurzaamheid.

De heer Dassen (Volt):
Helemaal eens. Het zou ook mooi zijn als dat nu al meegenomen wordt in de formatie en dat er serieus naar gekeken wordt, omdat er ook voorstellen liggen voor de landbouw, voor die energietransitie, voor de reparatie van spullen, treinreizen, vliegen, noem maar op, en een CO2-reductie van 10% tot 15%. Dat is dus echt serieus en ambitieus. Ik denk ook dat het goed zou zijn voor het vertrouwen in de politiek, dat er daadwerkelijk mee aan de slag wordt gegaan op het moment dat de politiek zegt dat er zo'n groot initiatief wordt neergezet, dat er mensen bereid zijn om er heel veel weekenden mee bezig te zijn en dat ze dan komen met vernieuwende oplossingen. Ik ben dus blij dat de heer Bontenbal dat wil.

Ik zal de derde interruptie laten, voorzitter. Een van de andere uitkomsten was een lobbyregister. Ik vind het goed als er ook bij de vervolgstap van een eventueel akkoord weer een lobbyparagraaf komt, zodat duidelijk is met welke partijen is gesproken en wie er allemaal aan tafel heeft gezeten. Ik was benieuwd of de heer Bontenbal zich daar ook voor wil inzetten. Daar overweeg ik namelijk een motie voor.

De heer Bontenbal (CDA):
Daar ben ik dan weer minder positief over. Dat is niet omdat ik niet voor transparantie ben, maar je kunt er ook in doorschieten. Een van de dingen die we, denk ik, moeten constateren, is dat overheden, maar ook heel veel bedrijven, te maken hebben met vrij doorgeschoten regelgeving. Die zit ook op dit punt. Als we kijken naar bijvoorbeeld de Wet open overheid … Dat is me inmiddels toch een klein beetje een doorn in het oog. Bij ministeries werken bijvoorbeeld al honderden fte's om de hele dag alleen maar papieren zwart te lakken. Ik denk dat we dan ons doel voorbijschieten. Ik heb liever dat deze ambtenaren zich bezighouden met het oplossen van de toeslagenaffaire en dat soort zaken. Dat geldt misschien ook wel voor zaken als de AVG. Je kunt in de balans tussen transparantie en effectiviteit soms ook een beetje doorslaan, wat mij betreft. Ik zou dit op de formatietafel dus ook best wel willen bespreken.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bontenbal. Ik nodig de heer Eerdmans uit voor zijn inbreng in eerste termijn, namens de fractie van JA21.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank. Goedemiddag aan het land.

De voorzitter:
Rust in het D66-vak a.u.b.

De heer Eerdmans (JA21):
Heel goed, voorzitter. Zo kennen we u weer.

De voorzitter:
Meneer Eerdmans, ga uw gang.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. JA21 vindt nog steeds dat er een centrumrechts kabinet kan en moet komen met daarin drie winnaars en ten minste 75 zetels. Het is onder de kiezers ook de meest gewilde variant. Of dat lukt, weet alleen de Lieve-Heer, maar we zouden het op z'n minst toch moeten proberen. JA21 vindt dit dus een gemiste kans. De PVV heeft ook 26 zetels. Bij elkaar heeft rechts hier meer zetels dan links. Dat feit kunnen we niet zomaar negeren. Hoe ziet de heer Buma zijn advies in het licht van de verkiezingsuitslag?

Voorzitter. Het klopt dat centrumrechts geen meerderheid heeft in de senaat, maar dat heeft een minderheidscoalitie al helemaal niet. Als centrumrechts niet lukt, zal JA21 in beide Kamers zeker niet zomaar tekenen bij het kruisje. Welk kabinet er straks ook komt, het moet leveren. Wij willen aantoonbaar resultaat op migratie, economie en veiligheid. Dat vraagt dus om de juiste agenda. Ik heb er respect voor dat D66 en CDA bij elkaar zijn gaan zitten en aan een basisdocument, een positieve agenda, hebben gewerkt. Ik heb het al vaker gezegd: er zitten wat ons betreft best een aantal goede dingen in, er staan een aantal mindere dingen in en het nodige ontbreekt. Maar het was ook een open uitnodiging aan alle partijen. JA21 heeft daar positief op gereageerd. We zijn het dus niet eens met alles in dit stuk, zeker niet, maar we zijn wel klaar om daarover te onderhandelen.

Voorzitter. Het vorige kabinet werd een fiasco, maar dat doet niets af aan de onvrede en de hoop op verandering bij een groot deel van de kiezers. Het roer moet om. Wat Nederland nodig heeft, is een verzoening, een oprechte poging om de zorgen van rechts serieus te nemen en op te lossen. Rechts stemmen is geen protest; het is mainstream. Daar moeten sommigen in deze Kamer misschien aan wennen, maar het is wel zo. Dat gezegd hebbende, Nederland zit dus ook niet te wachten op een impasse. Stilstand kunnen we ons simpelweg niet veroorloven. Als deze tussenfase nodig is, dan is dat zo. Wij gaan de voortgang niet blokkeren.

We danken de heer Buma. De gesprekken worden gewaardeerd. Het is een hele puzzel. De heer Buma is er oprecht mee bezig geweest om de onderlinge voorkeuren en afkeuren met elkaar in overstemming te brengen. Ik vond de heer Buma eigenlijk de eerste deblokkeerfries in dat opzicht. Hij heeft het oprecht goed geprobeerd.

Voorzitter. Ik wil afsluiten met een advies aan de heer Buma, dat ik leen van mijn vader, namelijk: doch dyn plicht en lit de lju mar rabje. De goede verstaanders weten wat dat betekent, de heer Buma zeker. Misschien kan hij het, om de spanning erin te houden, pas vertalen in zijn bijdrage aan het eind.

De voorzitter:
Laten we hem daartoe oproepen. Ik geef het woord aan mevrouw De Vos voor haar inbreng namens Forum voor Democratie. Gaat uw gang.

Mevrouw De Vos (FVD):
Dank, voorzitter. Op 29 oktober heeft Nederland gesproken. Inmiddels alweer zes weken geleden brachten 10,6 miljoen mensen hun stem uit op een persoon, een partij en een verkiezingsprogramma. Dat zijn 10,6 miljoen mensen die wij hier met z'n honderdvijftigen mogen vertegenwoordigen. Ik benadrukte de vorige keer namelijk ook al dat dat is wat wij zijn: volksvertegenwoordigers. Het mandaat om de toekomst van ons land vorm te geven, ligt in de eerste plaats hier, in deze zaal, bij ieder van ons. Het blijft voor mij dan ook volkomen onbegrijpelijk dat deze Kamer zich zodra de verkiezingen zijn geweest gedraagt alsof zij buiten werking is gesteld. Het is alsof onze stem als volksvertegenwoordiger is geparkeerd bij verkenners, informateurs — dank aan de heer Buma voor het prettige gesprek — en een beperkte en nader te bepalen selectie van partijen die samen mogelijk een coalitie gaan vormen. Het is alsof de democratie in de wachtkamer zit. Vorige week werd er bijvoorbeeld nog een gepland stikstofdebat vooruitgeschoven naar volgend jaar. Dat gebeurde niet omdat onduidelijk is hoe de verschillende partijen denken over dit onderwerp. Het werd ook niet vooruitgeschoven omdat de problemen plotseling zijn opgelost, integendeel. Het werd vooruitgeschoven omdat men wil wachten op de formatie. Dat kwam net in een interruptiedebatje met mevrouw Yeşilgöz over de hypotheekrenteaftrek ook heel duidelijk aan het licht.

Voorzitter. Wij zijn met zijn honderdvijftigen niet gekozen als figuranten in een formatiespel. Nogmaals, wij zijn gekozen als volksvertegenwoordigers. De nieuwe Kamer zou juist in de periode direct na de verkiezingen haar mandaat moeten waarmaken, niet door te wachten, maar door te handelen. De afgelopen weken wordt er hier in achterkamertjes gesproken over wie wel en wie niet met wie wil, over tussenmomenten en eindhaltes, over verslagen en over uitnodigingen en breekpunten, terwijl het leven buiten deze zaal gewoon doorgaat. De woningennood staat niet op pauze. Het overbelaste elektriciteitsnet staat niet op pauze, net als de onzekerheid bij boeren. De regeldruk voor ondernemers en de asielinstroom staan al helemaal niet op pauze. Iedere week opnieuw komen gemiddeld 1.000 asielzoekers Nederland binnen. Iedere week weer raken we meer zeggenschap kwijt aan Brussel, trekken meer mensen en bedrijven weg uit Nederland en neemt de onveiligheid op straat en in het openbaar vervoer verder toe.

Ondertussen wordt hier in Den Haag vergaderd, overlegd en gewacht. Men wacht op onderhandelingen tussen een select aantal partijen, die per definitie met compromissen zullen komen die afwijken van de wisselende meerderheden die al in deze Kamer bestaan. Dat gebeurt op basis van de verschillende verkiezingsprogramma's waarop onze kiezers hun stem hebben gebaseerd. Het gaat om wisselende meerderheden op het gebied van migratie, energie, wonen, zorg, lastenverlichting, de EU en talloze andere onderwerpen. Op basis van die wisselende meerderheden kunnen wij, de 150 volksvertegenwoordigers, de hoofdlijnen uitzetten en een minister-president uit ons midden kiezen op de wijze waarop we ook de Voorzitter kiezen, die vervolgens vakministers zoekt om deze hoofdlijnen te vertalen naar concreet beleid. Dat hadden we bij wijze van spreken al de dag na de verkiezingen kunnen doen.

Inmiddels zijn we anderhalve maand verder. Opnieuw zien we hetzelfde ritueel als de afgelopen jaren: verkenningen, informateurs, nieuwe gespreksrondes. We zien een document van D66 en CDA dat hoofdzakelijk een voortzetting is van de koers van de afgelopen jaren. Er komt geen structurele aanpak van de massale immigratie. We zien de instandhouding van de Spreidingswet. We zien de vervanging van tijdelijke asielplekken door permanente plekken. We zien meer ruimte voor VluchtelingenWerk. We zien blijvend commitment aan de klimaatdoelen — "met volle kracht", aldus de heren Jetten en Bontenbal. We zien een invoering van rekeningrijden. We zien verdere elektrificatie van onze samenleving en industrie, met nog meer netcongestie tot gevolg. We zien geen heropening van het Groningenveld, waarmee betaalbare energie voor Nederlanders onmogelijk wordt. Er staat letterlijk "een aanpak van de wooncrisis zonder taboes". Maar over de enorme effecten van de massale immigratie op de woningnood wordt ondertussen geen woord gezegd. We zien een voortzetting van het stikstofbeleid. In het document staat — ik citeer — "een forse en zekere beperking van stikstof". We zien een uitbreiding van natuurgebieden in een land waar iedere vierkante centimeter al in gebruik is. We zien uitkoop van boeren. We zien afbouw van de hypotheekrenteaftrek, waarvoor in deze Kamer, als de VVD zich aan haar verkiezingsbelofte zou houden, geen meerderheid is. We zien nog meer geld naar de zinloze en afschuwelijke oorlog in Oekraïne. We zien nog meer soevereiniteitsoverdracht naar Brussel, waaronder het opgeven van vetorechten. We zien meer ontwikkelingshulp.

Voorzitter. Hoewel de hoofdrichting van het voorliggende document diametraal de verkeerde kant op wijst, is Forum voor Democratie over enkele details toch positief. Punten als het niet meewerken aan procedures door asielzoekers als afwijzingsgrond, vermindering van de regeldruk voor bedrijven en woningbouw, het niet verhogen van het eigen risico en investeren in nieuwe kerncentrales kunnen op onze steun rekenen. Wij zullen verder ieder voorstel op zijn merites beoordelen.

Voorzitter, ik rond af. Het moge duidelijk zijn dat het huidige formatieproces absoluut niet op de steun van Forum voor Democratie kan rekenen. Toch hopen wij dat een eventueel minderheidskabinet ten minste meer speelruimte aan de Kamer zal geven dan de afgelopen jaren het geval was, omdat per voorstel meerderheden zullen moeten worden gezocht in de Kamer. Wij zullen blijven pleiten voor nog meer speelruimte en ons uiteraard blijven inzetten voor de wensen en zorgen van onze kiezer.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw De Vos. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas voor haar inbreng in de eerste termijn namens BBB. Ga uw gang.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil allereerst de heer Buma bedanken voor het verslag, en de twee formerende partijen, D66 en het CDA, voor het opleveren van een tussenverslag.

Voorzitter. We staan vlak voor kerst en de lichtjes branden in de straten, maar in dit huis wordt het eerder donker. Want wat was ons beloofd? Dat alles anders zou gaan: nieuwe politiek, nieuwe bestuurscultuur, doorbraken en een kabinet voor kerst. Waar staan we nu? Er is een tussenverslag en een eindverslag, en we zijn in afwachting van een volgend verslag, met als deadline 30 januari, zo hoorde ik net. Als je de kaft eraf trekt, wordt vooral één ding zichtbaar: voortzetting op hoofdlijnen van hetzelfde beleid dat is gevoerd door bijvoorbeeld de kabinetten-Rutte III en IV. Het voelt alsof we naar een slechte herhaling van Rutte III en IV zitten te kijken. Alleen de acteurs zijn anders. De inhoud is oude wijn in nieuwe zakken.

Informateur Buma schrijft dat dit een uitnodiging is. Als dit een uitnodiging is, dan is het er een voor het kerstdiner waar de kalkoen al drie weken over de datum is, want wat is er nieuw? Asiel? De Spreidingswet blijft fier overeind, met meer opvangplekken dan het COA ooit zou durven vragen. Instroombeperking? Ho maar. Het CDA en D66 blijven roepen dat ze streng gaan worden. De uitkomst? Nog meer plekken, nog meer verplichtingen voor gemeenten en probleemverplaatsing in plaats van probleemoplossing.

Dan de boeren. Gedwongen krimp is terug op de onderhandelingstafel. Er wordt gesproken over zonering rond natuurgebieden. Het transitiefonds, oftewel het oude boerenoprotfonds, wordt weer uit de mottenballen gehaald. Ik zeg het maar zoals boeren het zelf zeggen: men heeft er geen bal van geleerd. Visserij? Het wordt niet eens genoemd in de paragraaf over landbouw. Klimaat en energie? D66 en het CDA zetten in op nog meer wind op zee, terwijl investeerders zich terugtrekken en de kosten blijven stijgen. Het lijkt alsof men denkt dat de ambities zichzelf betalen, maar de realiteit is dat burgers en ondernemers opdraaien voor deze rekening. Ook worden hiermee nog meer visgronden afgenomen van de vissers.

Of neem Europa. De agenda van D66 en het CDA schreeuwt eurofiele grootheidswaan: de bankenunie afmaken, de kapitaalmarktunie verdiepen, meerderheidsbesluitvorming uitbreiden en Europese defensie-integratie opvoeren. Dat noemen wij geen "positieve agenda". Dit is het versneld inleveren van Nederland bij Brussel. Wie zich aansluit bij deze agenda, sluit zich aan bij nog meer Europa en nog minder Nederland.

Voorzitter. De kiezer kreeg wekenlang te horen dat alles openlag. Bemiddelaar Buma zou partijen uit de loopgraven trekken. Maar wat zien we? De heren Jetten en Bontenbal schrijven eerst samen een document, zonder de VVD, zonder JA21, zonder een meerderheid. Dan kan iedereen tekenen bij het kruisje. Dat noemen wij niet een "open uitnodiging", maar "chantage met een strik erom". Het resultaat laat zich raden: het onderhandelen kan opnieuw beginnen. Dan het minderheidskabinet. Zelfs de partijen die het zouden moeten dragen, willen het niet. Dat is natuurlijk ook de reden dat ieder kabinet op een meerderheid moet kunnen bogen. BBB is dan ook geen voorstander van een minderheidskabinet. Wij constateren dat we daar niet de enigen in zijn. Jetten wil het niet, Bontenbal wil het niet, Yeşilgöz wil het niet, niemand wil het. Toch blijven de onderhandelaars eraan morrelen, alsof Nederland een soort formatieproeftuin is, terwijl er een meerderheid over rechts is óf een meerderheid over links. Als we terugkijken naar weken onderhandelen, is er slechts één conclusie mogelijk: er is eigenlijk helemaal niets veranderd, er is geen resultaat.

Voorzitter. Ik vraag aan de informateur hoe hij na weken praten kan concluderen dat dit de weg vooruit is, terwijl niemand het wil, niemand de ander vertrouwt en er feitelijk links en rechts blokkades worden opgeworpen. Waar is het realiteitsbesef gebleven dat een kabinet een meerderheid nodig heeft, niet alleen op papier maar ook qua vertrouwen en draagvlak? Wat heeft de informateur bereikt?

Voorzitter. Dit eindverslag ademt grote woorden, maar kleine daden. De afdronk is onmacht en onwil om een coalitie te vormen. De heren Buma, Jetten en Bontenbal zijn trots op hun positieve agenda, maar de mensen in de regio zien iets anders, namelijk meer asielinstroom, minder boeren, meer lasten, minder zeggenschap, meer Brussel en minder Nederland. Dat is geen basis voor een toekomstbestendig kabinet. Dat is een recept voor nog meer wantrouwen in de politiek.

BBB staat hier frank en vrij. Wij hebben verantwoordelijkheid genomen in een kabinet en wij blijven ons inzetten voor echte oplossingen voor woningen, voor veilige regio's, voor boeren, voor vissers, voor een betaalbaar leven, en dat zonder buigen, draaien of meel in de mond te nemen. BBB blijft staan waar ze nu al staat: aan de kant van de gewone mensen, van de regio's, van onze voedselmakers — kritisch waar nodig en constructief waar mogelijk.

Ik wil afsluiten met een vraag aan de heer Buma over de kern van zijn pogingen om een coalitie te smeden. Wat heeft de heer Buma gedaan om het door D66 en het CDA beloofde "kabinet voor kerst" te laten slagen? Waarom is dat niet gelukt? Waarom is het niet gelukt om alles anders te doen? Die verwachting was wel gewekt.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Bontenbal.

De heer Bontenbal (CDA):
Ja voorzitter, twee opmerkingen. Ik wil graag opmerken dat door de Kamer de opdracht is verleend aan deze twee partijen om deze agenda te schrijven. Ik meen in het betoog van mevrouw Van der Plas te bespeuren dat zij inhoudelijk daar niet helemaal enthousiast over is, maar zij zegt ook dat dit het verhaal is van de heer Buma, de heer Bontenbal en de heer Jetten. Het is natuurlijk het verhaal van deze partijen. De informateur heeft een en ander alleen begeleid, maar het is niet zijn verhaal. Ik vind het dus niet netjes om de informateur verantwoordelijk te houden voor het inhoudelijke verhaal. Dat staat volledig op het conto van deze twee partijen. Dat wil ik wel graag even opmerken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik laat het aan de heer Buma over om daar een eigen oordeel over te geven. Ik neem niet aan dat de heer Bontenbal de spreekbuis is van de heer Buma.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik de heer Van Baarle uit voor zijn inbreng in de eerste termijn namens de fractie van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, dank je wel. Wat begon als een hoopvol proces waarin Rob Jetten en Henri Bontenbal zich als de aanvoerders van de nieuwe en verfrissende politiek probeerden te presenteren, verwerd tot een patstelling. Uiteindelijk is er door D66 en het CDA gekozen voor de VVD van Yeşilgöz. Laat het duidelijk zijn: dat was niet onze keuze geweest voor Nederland.

Maar laat ik eerst zeggen dat het een compliment verdient hoe de heren Jetten en Bontenbal samen met hun fracties een stap vooruit hebben gezet met hun agenda. Dat is hoopvol. Dat partijen bereid zijn om vanuit de inhoud een agenda te presenteren en compromissen te sluiten, is een moedige stap. DENK ziet, zoals gezegd tegen informateur Buma, aanknopingspunten en zorgen in het stuk.

Het is goed dat er maatregelen in staan om de bouw van betaalbare woningen te versnellen. Het is goed dat er maatregelen in staan om het onderwijs te versterken en te investeren in onze universiteiten. We juichen het toe dat er toegewerkt wordt naar meer investeringen in ontwikkelingshulp. Dat zijn voorbeelden van stappen waarin de fractie van DENK aanknopingspunten ziet.

Zorgen hebben we over de bezuinigingen op de zorg, het laten bestaan van het eigen risico en het invoeren van een eigen bijdrage in de zorg. Mensen die hulp nodig hebben, gaan hierdoor uiteindelijk de rekening betalen. Samen met het wegvallen van inkomensafhankelijke tegemoetkomingen en het invoeren van belastingen zoals rekeningrijden, lijkt het erop dat de agenda van D66 en CDA op deze manier de inkomensongelijkheid in Nederland verder zal vergroten.

Nu we in Nederland nog steeds 100.000 kinderen hebben die in armoede opgroeien, maakt DENK zich zorgen om die richting. Mensen in ons land hebben te kampen met de torenhoge prijzen aan de pomp, de dure boodschappen en de hoge energierekening. DENK verwacht dan ook echt veel meer van een komende regering om de armoede in ons land tegen te gaan, om kinderarmoede eindelijk uit te bannen en Nederlanders eindelijk die zo gewenste groei in hun koopkracht tegemoet te kunnen laten zien.

Ook maken we ons zorgen over de maatregelen op asiel. Met het wegvallen van procedures die de rechtspositie van vluchtelingen versterken, het verminderen van de duur van een verblijfvergunning, het invoeren van een tweestatusstelsel en het gesloten opvangen van asielzoekers komt de vaak al kwetsbare positie van vluchtelingen verder onder druk te staan.

Daarnaast maakt DENK zich zorgen om de versnelde militarisering. De opgevoerde defensie-uitgaven voor Trump zullen uiteindelijk ten koste gaan van zaken zoals onze verzorgingsstaat. Dat er zelfs een vorm van dienstplicht wordt geopperd, gaat DENK te ver. Wat DENK betreft hoeft Nederland niet Trump en de NAVO op deze manier te pleasen.

We missen een echt pakket voor kansengelijkheid, het tegengaan van discriminatie, racisme en moslimhaat en een rechtvaardige buitenlandagenda, waarin de rechten van de Palestijnen worden bevorderd. Het is vandaag de Dag van de Mensenrechten. Terwijl we met elkaar spreken zien we nog steeds de verschrikkingen die gepleegd worden door Israël tegen de Palestijnen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. De komende regering zal echt moeten stoppen met het sluiten van de ogen voor deze verschrikkelijke misdaden.

Hoe er uiteindelijk omgegaan wordt met onze zorgen en wensen, zal bepalen hoe DENK zich gaat opstellen. Onze grondhouding is daarbij altijd constructief, binnen de voorwaarden die wij al bij verkenner Koolmees hebben aangegeven.

Voorzitter. Hoe deze informatie in de afgelopen dagen is geëindigd, dát is niet fraai. De VVD heeft de formatie op slot gezet, maar krijgt nu een plek aan tafel, terwijl de VVD inmiddels een trackrecord heeft van Nederland bestuurlijk instabiel maken. De VVD heeft Nederland een kabinetsval aangedaan met onwaarheden over vluchtelingen. De VVD heeft Geert Wilders met zijn onrechtsstatelijke PVV aan de macht geholpen. De VVD was verantwoordelijk voor het kabinet dat Nederland in de afgelopen periode in de onzekerheid heeft gestort. De VVD is niet het toonbeeld van rechtsstatelijkheid, stabiliteit en verbinding. Dat is een ding dat zeker is. Als blijkt dat de VVD nu aan tafel mag zitten, om de weg te openen voor een rechts kabinet, dan zal DENK dat niet gaan steunen, want Nederland verdient beter dan dat. Nederland verdient nu eindelijk een kabinet dat werk maakt van bruggen slaan tussen bevolkingsgroepen, een einde maken aan discriminatie, racisme en moslimhaat en het helpen van mensen in armoede. Dat doe je niet met een rechts kabinet. Dus, Rob: doe Nederland niet nog een rechts kabinet met de VVD aan. Laat je niet piepelen door Yeşilgöz. Laat de VVD niet de norm bepalen.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:
Waar de heer Van Baarle sprak over "Rob", doelde hij op de heer Jetten, denk ik. Ik nodig de heer Diederik van Dijk uit voor zijn inbreng in eerste termijn namens de Staatkundig Gereformeerde Partij. Gaat uw gang.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Ik vervang in dit debat mijn collega Stoffer, die deze week vanwege een conferentie over Israël in de VS zit.

Voorzitter. Het was de afgelopen dagen een veelgehoorde uitdrukking: informateur Buma moest de knoop doorhakken. Het beeld komt uit een beroemd verhaal uit de oudheid. In de plaats Gordium, in het huidige Turkije, stond in een tempel van oppergod Zeus een strijdwagen vastgeknoopt. De knoop vormde een wirwar van touwen, onmogelijk om uit elkaar te peuteren. Volgens een orakel zou degene die de gordiaanse knoop kon ontwarren wereldheerschappij verkrijgen. Wat niemand lukte, kreeg uiteindelijk Alexander de Grote voor elkaar. Over de manier van losmaken heeft het orakel niets gezegd, zei hij. Het verhaal gaat dat hij vervolgens zijn zwaard hief en de knoop maar gewoon doorhakte. De rest is geschiedenis.

Nu ben ik geen orakel, zelfs geen fractievoorzitter, maar slechts eenvoudig Kamerlid. Informateur Buma is in het dagelijks leven geen wereldheerser, maar burgemeester. Toch heeft de kabinetsformatie op dit moment iets weg van een ingewikkelde knoop: een versnipperd politiek landschap, de kleinste grootste partij ooit, partijen die elkaar uitsluiten. Ook de inhoudelijke agenda waar de heren Jetten en Bontenbal zo hard aan hadden gewerkt, leiden niet direct tot de gehoopte doorbraak.

In dit document lees ik positieve dingen over defensie, wonen en de economie. Maar D66 en CDA maken ook keuzes waar wij niet warm voor worden. Ik voorzie een nieuwe stikstofdomper voor boeren. Gezinnen komen er bekaaid vanaf. Van degelijke financiën is geen sprake. Op migratie lijken we het EU-pact als exclusief wondermiddel te beschouwen. Sowieso ademt het stuk "meer EU". Na het gewapper met de Nederlandse driekleur tijdens de D66-campagne had ik een ander accent verwacht. Nu de VVD aan tafel schuift, rijst de vraag naar de status van het D66-CDA-document. Vormt dit het uitgangspunt voor de vervolggesprekken of beginnen de drie partijen weer van voor af aan? Hoe ziet de oud-informateur dit?

Voorzitter. D66, VVD en CDA gaan nu verder praten over de vorming van een stabiel kabinet. Dit kan zomaar uitdraaien op een minderheidskabinet. Op alle partijen in deze Kamer rust de plicht en de verantwoordelijkheid om vanuit de eigen overtuiging gewetensvol bij te dragen aan het bestuur van ons land en vanuit de inhoud open te staan voor samenwerking. Het hele uitsluitcircus — vrijwel alle grote partijen doen daar op een of andere manier aan mee — helpt niet om een nieuwe regering te vormen. Vanuit dat perspectief is het spijtig dat het nu blijkbaar niet lukt om tot een meerderheidskabinet te komen. De SGP vindt dat een minderheidsvariant pas onderzocht moet worden als alle meerderheidsopties definitief van tafel zijn. Hoe zeker is de oud-informateur daarvan? Waarom wordt bijvoorbeeld nu niet eerst gekeken naar de variant met D66, VVD, CDA en JA21, eventueel nog aangevuld met een vijfde partij?

Voorzitter. We hebben in de afgelopen jaren wisselende ervaringen gehad met kabinetten die geen meerderheid hadden in Tweede of Eerste Kamer. Een minderheidskabinet kan een prikkel zijn om breder te kijken dan alleen coalitiepartijen. Om de grote problemen op te lossen, zoals migratie, woningbouw en stikstof, is breed draagvlak in de Kamer en daarbuiten sowieso noodzakelijk. Ik wil echter wel heel duidelijk zijn. Als de minderheidsconstructie ertoe leidt dat Kamerfracties alle ruimte krijgen om in volle vaart de bescherming van kwetsbaar leven uit te hollen of de onderwijsvrijheid in te perken, dan bedanken wij voor de eer om het nieuwe kabinet positief tegemoet te treden. Wat we de afgelopen weken hebben gezien rondom embryokweek en artikel 23 is dan ook van betekenis voor het vervolg van de formatie. Het is riskant om nu, zonder veel rekening te houden met minderheden, een aantal controversiële voorstellen erdoorheen te drijven terwijl je in de toekomst afhankelijk bent van breed draagvlak in de Kamer.

In kabinetsformaties wordt vaak gesproken over een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal. Er is wat betreft de SGP geen sprake van vruchtbare samenwerking als het nieuwe kabinet uit tactische overwegingen achteroverleunt en ervoor kiest om medisch-ethische vraagstukken en klassieke vrijheden aan de vrije krachten in de Kamer over te laten. De SGP vindt dat een kabinet als landsbestuur aanspreekbaar moet zijn op de zaken die er in het land het meest toe doen en het diepst ingrijpen. Daarom de vraag: hoe ziet de oud-informateur de verhouding tussen het kabinet, de partijen die vermoedelijk het minderheidskabinet gaan vormen, en de overige partijen? Welke adviezen geeft hij hierover mee?

Voorzitter, tot slot. De SGP dankt de heer Buma voor zijn grote inzet. We kunnen ons goed voorstellen dat Leeuwarden weer naar u uitziet en dat u uitziet naar Leeuwarden. Formeren is toch een soort klunen, kan ik me zo voorstellen. Hopelijk keert u terug naar Friesland met de boodschap dat uw tijdelijke afwezigheid heeft bijgedragen aan een belangrijke ontknoping, misschien niet in Gordium, maar dan wel in Den Haag.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Diederik van Dijk. Dan geef ik het woord aan mevrouw Ouwehand voor haar inbreng namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Nederland heeft dringend behoefte aan een kabinet dat kan rekenen op vertrouwen van de bevolking en dus ook van de Tweede Kamer, en dat eindelijk de problemen gaat oplossen die al zolang onopgelost blijven. We memoreren dan ook dat het vrijdag op de dag af tien jaar geleden is dat het klimaatakkoord van Parijs werd gepresenteerd. Het gaat niet bepaald de goede kant op met de ambitie en de plannen om de klimaatcrisis te keren, niet in de laatste plaats omdat populistische politici er alles aan doen om twijfel te zaaien over de ernst van de klimaatcrisis, waarover straks meer.

Ik wil eerst de informateur bedanken voor zijn werk en nogmaals vanaf deze plek complimenten geven aan de heer Jetten en de heer Bontenbal, omdat wij denken dat het echt een goed idee was om een stuk te schrijven, zodat er op een aantal grote inhoudelijke punten — we wisten van tevoren dat het niet over alles zou gaan en dat we ook dingen zouden missen — een volgende stap gezet kan worden in de formatie. We gingen er wel van uit dat er gestuurd zou worden op een stabiel kabinet met partijen die het landsbelang daadwerkelijk boven hun eigen politieke partijbelang zouden zetten, waarover straks ook meer.

Voorzitter. Eerst moet ook worden gememoreerd — in het verslag van de informateur staat het heel koeltjes — dat de heer Buma en de heer Wijers zijn benoemd en dat ze op vrijdag 14 november aan de slag zijn gegaan, maar dat op diezelfde dag de heer Wijers zich in verband met berichtgeving in de media genoodzaakt voelde terug te treden. Ik kan me voorstellen dat de heer Buma zich niet vrij voelde om daar wat meer over te zeggen, maar vanaf deze plek wil ik toch wel het gevoel dat leeft bij veel kiezers verwoorden. Wat zou er gebeurd zijn als die borrelclubelite niet had geprobeerd om de heer Wijers weg te werken, met hulp van — het spijt me echt dat ik het moet zeggen — twee landelijke dagbladen, De Telegraaf en NRC? Dat is toch een zeer onverkwikkelijke gang van zaken geweest. Veel mensen vragen zich af: wat zou de uitkomst zijn geweest als de heer Wijers niet was weggewerkt? Die vraag wil ik hier — het is misschien retorisch — toch opwerpen.

Die vraag heeft natuurlijk alles te maken met het gevoel van ongemak dat mensen voelen bij het gegeven dat vastgoedjongens, reclamemannen en andere ondernemers in die borrelclubelite kennelijk veel invloed kunnen uitoefenen op zo'n formatieproces. Tegelijk zien we ook al dat het landsbestuur niet vrij is van dit soort invloeden, met bewindslieden die openstaan voor dit soort contacten, terwijl mensen die in armoede leven, niet het telefoonnummer hebben van de minister-president of andere mensen in vak K. Die structurele ongelijkheid als het gaat om wie welke stem en welke invloed heeft, baart ons grote, grote zorgen. Het is niet geheel toevallig dat die club de VVD graag in het kabinet wilde hebben. Daar is het een en ander op aan te merken.

Inhoudelijk hebben wij grote verschillen van mening met de VVD, maar dat is niet eens het punt. Het punt is eerst: ben je een partij die daadwerkelijk bereid is om de verantwoordelijkheid die hoort bij deelname aan een kabinet, volledig te dragen? Dat betekent dat je de rechtsstaat respecteert, in woord en daad. Dat betekent dat je het landsbelang boven je partijpolitieke belang plaatst. Dat betekent dat je de Kamer respecteert, je de Kamer niet voorliegt en je de Kamer niet op het verkeerde been zet, omdat je denkt dat dat jou beter uitkomt. Die partij is de VVD niet. Er was oorlog op ons continent. Het was 2023 en de VVD blies de samenwerking op met D66 en het CDA met leugens over "nareis op nareis". Is dat verantwoord gedrag? Hebben we sindsdien reflectie gezien? De heer Bontenbal nam zojuist het compliment in ontvangst van de Partij voor de Dieren dat wij nu zeggen dat als het CDA zou gaan besturen met D66, dat bij ons meer vertrouwen zou wekken dan als die met de VVD zou gaan besturen. Dat is inderdaad niet vanzelfsprekend geweest, maar we hebben het CDA zien reflecteren op de manier waarop zij de afgelopen decennia met hun verantwoordelijkheid voor de macht zijn omgegaan. Ook D66 zegt: wij hebben een aantal dingen niet goed gedaan. Maar ik heb geen reflectie gezien bij de VVD. Ik weet niet waar de heer Bontenbal het vertrouwen op baseert dat de VVD dit trucje niet nog een keer gaat flikken. Een kabinet met de VVD, onder leiding van Yeşilgöz, erin, steunen wij niet.

Voorzitter. Dan een aantal inhoudelijke punten. Ik hou me in, want je komt natuurlijk in de verleiding om over die hele agenda te zeggen: dit vinden we wel goed en dit allemaal niet. Maar wat betreft stikstof: waar zijn de dieren? Waar is het verband met de vogelgriep, die rondgaat? Waar is het verband met de geitenhouderijen, waarvan deze week opnieuw is vastgesteld dat mensen die daar in de buurt wonen een hogere kans op longontstekingen hebben? Je zult dus, zeker omdat er zo veel twijfel is gezaaid over de noodzaak van het aanpakken van het stikstofprobleem, over de noodzaak van klimaatmaatregelen, mensen moeten meenemen in waarom het van groot belang is dat we die veehouderij aanpakken, voor onze gezondheid, voor de natuur en voor het oplossen van het stikstofprobleem, inderdaad, maar ook voor de klimaatmaatregelen. Samenwerking met de VVD biedt geen enkel vertrouwen, terwijl iedereen, waaronder je kinderen en kleinkinderen, in Nederland geraakt kan worden door een uit de hand lopend opwarmend klimaat. Leg het uit aan mensen. Ga niet bezuinigen op het sociale weefsel voor de plannen die we moeten betalen, maar belast mensen die geld genoeg hebben. Zo'n agenda kunnen we steunen als er een kabinet zit waarin we vertrouwen kunnen hebben.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Het woord is aan mevrouw Bikker, voor haar inbreng namens de ChristenUnie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst wil ik zeggen: goed dat de formatie vordert, want heel het land kijkt uit naar een nieuw kabinet dat daadkrachtig, met visie en stabiel aan de slag kan. Ik begin daarom met dank aan informateur Buma: dank u wel voor de gevoerde gesprekken — zo zeg ik via u, voorzitter — voor het verslag, voor het aanreiken van een mogelijke weg richting een nieuw kabinet en daarmee naar een weg vooruit voor ons land. Ja, de ChristenUnie wil heel graag vaart. Daarom ook complimenten voor collega's Bontenbal en Jetten.

Voorzitter. Soms voelt politiek als een processie van Echternach. Ik weet niet of u die kent: een stoet mensen die samen een poosje oplopen; iedereen verwacht dat ze samen van A naar B gaan, maar die processie gaat niet in een rechte streep, ze springt soms van links naar rechts en van rechts naar links; en af en toe lijkt het wel of ze drie stappen voorwaarts gaan, maar dan doen ze er ook weer twee achteruit. En toch: niet opgeven; er schuilt kracht in die beweging. Ik hoop dat die beweging de komende weken ook in de formatie blijft. Want zoals die processie van Echternach een riviertje oversteekt op weg naar een nieuw land, als teken van overgang, als teken van het doorbreken van oude patronen, zo zou ook ons politieke landschap wat mij betreft kunnen veranderen. Naar een generatie die weet van aanpakken; naar een land dat verandering gaat zien; naar betaalbare huizen, waarin er een einde zit aan het stikstofslot; naar goede migratiemaatregelen; naar juist echt aan de slag in plaats van de bezigheidstherapie van de afgelopen jaren. De partijen die nu aan tafel gaan, kunnen een motorblok gaan vormen, om met moed en — zo zeg ik met nadruk — ook met zelfbeheersing de grote thema's aan te pakken. Daar ben ik positief over. Het is pril, maar de ChristenUnie geeft dit heel graag een kans.

Toch kunnen we ook niet om de ongemakkelijke waarheid heen dat dit een liberaal-conservatief minderheidsexperiment kan worden, terwijl Nederland behoefte heeft aan stabiliteit, aan een meerderheidskabinet dat verantwoordelijkheid neemt. Met experimenten met de onderwijsvrijheid, met het oprekken van medische ethiek wordt het fundament van brede steun uit de Kamer aangetast. Ik zou daarom ook aan de drie collega's willen vragen: ga lekker aan de slag, maar stop met experimenten. Nederland rekent erop dat er de komende vier jaar op een aantal grote dossiers echt knopen worden doorgehakt. Wat de ChristenUnie betreft: stroop de mouwen op voor vier jaar hard werken aan problemen waarover we het breed eens zijn dat ze moeten worden aangepakt. De agenda die D66 en CDA nu neerleggen, bevat zeker hoopvolle stappen, maar een samenlevingsverhaal is het nog niet. De ChristenUnie is helder: wij zullen iedere wet die een minder- of meerderheidskabinet straks voorlegt, constructief beoordelen, maar we leggen die altijd naast onze eigen prioriteiten. Dat is: een goed samenlevingsverhaal dat mensen verbindt. Een einde aan armoede behoort ook tot onze prioriteiten. Neem de berichten over dakloosheid, van vandaag nog, van jonge kinderen. Dat kan niet waar zijn! Een gewoon groen beleid dat onze verantwoordelijkheid voor de schepping serieus neemt en betaalbaar houdt voor alle Nederlanders is ook een van onze prioriteiten.

Voorzitter. In het verslag blijft onduidelijk welke hervormingen dit mogelijke kabinet nu werkelijk wil gaan doorvoeren en, opnieuw, hoe al deze ambities worden betaald. Gelukkig vond ik een uitgesproken VVD-wens in het eindverslag. Dus ik laat me graag verrassen, ook wat betreft die financiële plaat, maar ik zeg er wel bij: laat dat ook een plaat zijn die vooruitkijkt naar de toekomst. Dus niet alleen bezuinigen omdat we het nu goed willen kunnen betalen — ik ben het met u eens; we houden van degelijk beleid — maar ook vooruitkijken en zorgen dat het geen kille bezuinigingen zijn in de zorg en de sociale zekerheid. Want ja, er moet wat veranderen, maar wel op een verantwoorde manier.

Voorzitter. Ik laat mij graag verrassen over de vervolgstappen. Ik ben zeer benieuwd naar het volgende verslag van de volgende informateur, waarin er hopelijk meer helderheid komt over die richting, die samenhang en die financiële onderbouwing.

Dan tot slot, voorzitter. In deze fase van onze democratie en het vertrouwen daarin van Nederlanders, zijn volgens mij de kardinale deugden die horen bij het leiderschap heel hard nodig. Ik doel dan op moed om te kiezen voor wat ons land daadwerkelijk dient en zelfbeheersing om niet onmiddellijk op elkaars tenen te gaan staan omdat het zo fijn is om ophef te hebben. Dat moeten we niet meer doen. Daarom kom ik terug op die processie van Echternach. Met een informateur uit het katholieke Zuiden verwacht ik dat de bestemming wel in het oog blijft, dus dat er geen onnodige vertraging is, maar vaart waar mogelijk en visie op het doel, moed en zelfbeheersing.

Voorzitter. Ik wens informateur Buma, oud-informateur inmiddels, natuurlijk toe dat hij niet op die manier naar Leeuwarden reist, maar gewoon vrolijk, fris en welgemoed. Toch zeg ik na deze goede kennismaking: oant sjen!

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker. Dan geef ik het woord aan de heer Jimmy Dijk voor zijn inbreng in de eerste termijn namens de SP. Ga uw gang.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de informateur voor het prettige gesprek. Er ligt vandaag een keuze voor: kiezen we voor een vervolgstap in deze formatie? Dat is geen technische keuze. Het is een keuze tussen een samenleving die mensen beschermt en een samenleving die mensen uitlevert aan de grillen van de markt.

De agenda die D66 en het CDA onlangs presenteerden, kiest duidelijk de richting van de markt. Dit is een richting waarin zorg een kostenpost wordt, waarin ziekte een prikkel moet zijn, waarin sociale zekerheid wordt versoberd en waarin solidariteit iets lijkt te zijn wat er alleen nog is als de begroting het toelaat. Laat ik helder zijn: de rekening wordt zo door gewone mensen betaald. Wat betekent die agenda van D66 en het CDA nu? Het betekent dat de vrouw in Almere haar tanden laat trekken, omdat ze de tandartskosten niet kan betalen, dat een jonge vader in Zwolle zijn baan verliest, omdat hij naast zijn werk ook mantelzorger moet zijn, dat een WIA-aanvrager die te ziek is om te werken te gezond wordt verklaard om steun te krijgen en dat ouderen hun zorg zien verschralen, maar wel zelf meer moeten betalen. Dat zijn geen abstracties. Dat zijn mensen zoals wij.

Ja, ik ben verontwaardigd. Ik ben verontwaardigd omdat onze zorg wordt weggezet als een kostenpost, dat ziekte wordt behandeld als een economisch risico en dat families structureel worden overbelast, omdat de overheid een stap terugdoet. Maar naast die verontwaardiging voel ik vooral zorg, zorg om een land dat steeds vaker zegt "red jezelf" in plaats van: we helpen elkaar. Laat ik de kritiek van de SP dan ook heel simpel samenvatten: Nederland wordt sterker als we voor elkaar zorgen en zwakker als de markt de maat der dingen is. Het eigen risico is namelijk marktdenken. Een strengere WIA is marktdenken. Het verschralen van het zorgpakket is marktdenken. Het verminderen van de regels ten gunste van investeerders is marktdenken.

De vraag is simpel: willen wij dat de markt het morele kompas van ons land wordt? Ik wil dat niet. De SP wil dat niet. Wij kiezen niet voor een land van prikkels, schotten, drempels en spreadsheets, maar voor een land met een stevige gemeenschappelijke grond. Wij kiezen niet voor een samenleving waarin mantelzorgers worden gebruikt als verborgen noodrem, maar voor een samenleving waarin de overheid een zichtbaar vangnet blijft. Wij kiezen niet voor een ijskoude 24 uurseconomie, maar voor een warme 24 uurssamenleving. Wij kiezen niet voor de markt als maat van de mens, maar voor de mens als maat van de politiek.

Laten we de politieke realiteit onder ogen zien. De agenda van D66 en het CDA is al duidelijk doordrenkt met deze neoliberale aannames. En we weten allemaal wat er gebeurt wanneer de VVD zich ermee gaat bemoeien. Dan worden bezuinigingen geen risico maar een zekerheid. Dan wordt de markt niet begrensd maar juist verdiept. Waar D66 en het CDA soms nog spreken over evenwicht, zal de VVD gaan afbreken. Waar zij spreken over hervormen, zal de VVD gaan ontmantelen. Als de VVD aanschuift, komt er geen rem op het neoliberalisme, maar komt de turbo erop. De SP zal er alles aan doen om dat te voorkomen.

Er is nog een tweede punt dat hier eerlijk genoemd moet worden in de richting van D66. In de campagne sprak D66 met overtuiging over de gemeenschap. Het klonk als een nieuwe boodschap. Daarbij werd zelfs met een Nederlandse vlag gezwaaid. Maar in de agenda van D66 en het CDA zien we de invulling hiervan nergens meer terug. Dan moeten we eerlijk zijn: een ideaal dat alleen tijdens campagnes bestaat, is geen ideaal. Dat is een marketingtruc. Want wie echt gelooft in gemeenschappen, verhoogt niet het eigen risico, wat mensen uitsluit. Wie werkelijk gelooft in gemeenschappen, legt geen extra lasten neer bij gezinnen en mantelzorgers. Wie werkelijk gelooft in gemeenschappen, laat mensen niet vallen wanneer het moeilijker wordt. Het bouwen aan gemeenschappen is geen slogan. Het bouwen aan gemeenschappen is een keuze. En die keuze ontbreekt in deze agenda volledig.

We staan vandaag niet voor een technische keuze. Deze agenda levert ons land en de mensen uit aan de grillen van de markt. Het is terug naar de afbraakpolitiek van de kabinetten-Rutte, de kabinetten waarmee de problemen van vandaag veroorzaakt zijn. Na twee jaar stilstand is terug naar toen geen vooruitgang. Vandaag kunnen we kiezen voor een samenleving die gewone mensen beschermt, of voor een samenleving die mensen uitlevert aan de logica van de markt. Wij weten waar we voor staan. De SP weet waar onze samenleving voor kan staan: voor een Nederland waarin niemand wordt weggezet als kostenpost, voor een samenleving waarin mensen elkaar optillen en niet wegschuiven, voor een land waarin een mens weer boven de markt staat. Ik hoop dat veel andere partijen dat ook zo zien.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dijk. Dan geef ik het woord aan de heer Struijs voor zijn inbreng namens 50PLUS.

De heer Struijs (50PLUS):
Voorzitter. Meneer Buma, dank voor uw verslag. Ik vond het echt een uitnodiging. Ik heb ook gezegd dat het geen liefdesbrief is, want ik heb nog wel veel zorgen. Ik wil u toch even meenemen in wat ik hier meemaak in mijn verwonderfase als nieuwe fractievoorzitter. Ik ben namelijk door geen enkele fractie uitgesloten. Ik was overal welkom. Ik kon moeilijke vragen stellen. De fracties hebben mij zeer openhartig benaderd. Ik dank jullie daarvoor. Ik hoop dat we dit voort kunnen zetten in deze Kamer, want 50PLUS sluit geen enkele partij uit en gaat uitsluitend op de inhoud af. Dat wordt belangrijk. Ik ben wel mensen tegengekomen met littekens, de pijn van het verleden, maar wij willen echt voorwaarts. Ik ben hier niet mee belast, maar ik wil u dat toch meegeven. De openhartigheid die ik in elke fractie, van elke partij, heb gekregen, gun ik u allemaal.

Ik gun ook de volgende stap in het proces dit. Ja, er zijn nog een paar dingen die ons van het hart moeten, maar ik heb ook nog een andere opmerking. Ik heb het voorrecht gehad om mensen van deze demissionaire regering te spreken. We kunnen deze mensen dit niet meer aandoen. Ik vind ze fantastisch werk leveren. Ja, ik ben het ook met een heleboel dingen oneens, maar gaat er maar aan staan. Zij houden de rug recht en houden koers. Dat vind ik wel bewonderenswaardig. Dus we moeten ook een beetje de snelheid in de gaten houden bij het krijgen van een valide regering.

Dan ga ik nu naar de inhoud. Beste informateur, mij moet van het hart dat er voor ons een grote paarse olifant is die maar niet benoemd wordt. Dat zijn de ouderen en met name ook de pensioenen. U heeft ingestemd met een pensioenstelsel, maar dat pensioenstelsel ziet elke dag geld verdampen, honderden miljoenen. Er is vijftien jaar nauwelijks — nauwelijks — indexatie voor onze mensen. Dat is koopkrachtbehoud en uitgesteld loon. Dat kunnen we niet negeren. We moeten naar een hersteloperatie voor de pensioenen. Onze AOW, onze grootste volksverzekering, moet gekoppeld blijven, maar van de 3,7 miljoen AOW'ers leven er 1 miljoen rond de armoedegrens. Dat raakt elkaar enorm. Ik kan me heel goed vinden in wat er staat over onze buitenlandse veiligheid — daar moeten we nog over doorpraten — maar we moeten het hebben over onze binnenlandse veiligheid. We hebben 10 miljard aan zorgfraude. Het OM schreeuwt moord en brand hierover. Dat raakt vele dingen. Dat raakt de steunkousen van iemand die daar drie keer per week recht op heeft maar ze niet krijgt omdat er een malafide bureautje boven zit, maar het raakt onze rechtsstaat ook. Het gaat van klein naar groot. We moeten als volksvertegenwoordigers deze verhalen hier brengen en dan abstraheren.

Kortom, wij steunen de volgende stap — ik vind het een zeer mooie uitnodiging — maar als ik naar het hele palet kijk, dan vind ik dat we nog wel moeten doorpraten over alles. Wij zijn een kleine fractie die openstaat. Wij gaan mensen niet uitsluiten. We gaan zeker heel constructief de toekomst in. U kunt ons vinden bij een minderheidskabinet, bij een meerderheidskabinet of in een andere vorm in de oppositie. Ik wil er nog wel één ding over zeggen: het is voor ons wel belangrijk dat we vier jaar stabiliteit krijgen. In het belang van 50PLUS zou een minderheidskabinet hartstikke mooi zijn, want dan hebben we meer invloed, maar vanuit het landsbelang willen wij echt dat er een meerderheidskabinet komt dat vier jaar lang echt goede slagen kan maken.

Kortom, dank namens 50PLUS aan de informateur voor dit verslag. Wij willen graag de volgende stap nemen en nodigen iedereen uit om daaraan mee te doen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Struijs. Dan geef ik het woord aan de heer Dassen, die namens de fractie van Volt de laatste bijdrage zal leveren in de eerste termijn van de zijde van de Kamer. De heer Dassen.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Dank aan oud-informateur Buma dat hij vanuit Leeuwarden naar Den Haag is gekomen. Dank voor het eindverslag, dat is geschreven in een tijd waarin Poetin aan de poorten van Europa staat, waarin Trump de aanval op Europa opent, waarin we met klimaatverandering te maken hebben die maar doorraast en waarin China en Amerika met rasse schreden alleenheersers worden over onze social media, onze data, AI en daarmee over onze levens. De wekker gaat. De eenentwintigste eeuw is aangebroken, maar te lang wordt er hier in Den Haag nog op snooze gedrukt. We zeggen: we kunnen nog wel een momentje wachten, laten we het nog maar even uitstellen; we hebben nog tijd.

Voorzitter. Die tijd hebben we nu echt niet meer. De heer Donald Trump heeft afgelopen week luid en duidelijk aangegeven dat Europa, de Europese Unie, kapot moet. Dit raakt aan onze veiligheid, aan onze vrijheid en aan onze welvaart. Ik blijf me erover verbazen dat, ondanks alles wat er in de wereld om ons heen gebeurt, het tijdens deze formatie nog steeds heel veel over het Haagse interne gedoe en over spelletjes gaat. Het mocht twee dagen over de inhoud gaan na het stuk van CDA en D66. Nogmaals: complimenten voor dat stuk. Daarna ging het vrij snel over wie met wie, met als gevolg dat de logische optie van een daadkrachtig meerderheidskabinet dreigt te vervagen en plaatsmaakt voor een nieuw experiment. Nogmaals, de aanzet van het stuk is prima. Wat mij betreft mag er meer peper, meer ambitie in, zeker gezien de turbulentie van dit moment. Ik snap dat partijen snel verder willen. Dat werd ook in dit debat aangegeven. Dat wil ik ook, maar Nederland heeft baat bij een daadkrachtig meerderheidskabinet. Kom dus nu niet terecht in een tunnelvisie van een minderheidskabinet zeg ik ook tegen D66 en het CDA. Houd die open blik om te bekijken of een meerderheidsvariant toch nog mogelijk is. Met deze uitdagingen is dat namelijk toch de beste optie voor Nederland.

Ik heb mijn twijfels of de extra peper en ambitie die nodig zijn kansrijker worden in deze nieuwe samenstelling, gezien de opstelling en de inhoudelijke punten van de VVD. Laat Jetten I dadelijk geen "Rutte V" worden, een zoutloos kabinet dat zich continu laat verstrikken in deelbelangen in plaats van dat er daadwerkelijk doorbraken komen om die status quo uit te dagen. Deze formatie is in mijn ogen dan ook pas geslaagd op het moment dat er daadwerkelijk oplossingen liggen die de grote uitdagingen van de eenentwintigste eeuw het hoofd bieden en daarmee ook de hoop van de kiezer waarmaken.

De volgende drie urgente zaken moeten wat mij betreft direct worden meegepakt. Dit is het moment voor de verenigde staten van Europa: een gezamenlijk leger, een gezamenlijke buitenlandminister en geen verlammend veto meer. Het klimaat kan ook niet nog verder van de politieke agenda vallen. We moeten een nieuwe economie bouwen, weg van de vervuilende industrie, met veel meer ambitie en met klimaatneutraliteit in 2040. Pak de digitale toekomst terug. We willen op digitaal gebied geen kolonie worden van de Verenigde Staten en China. Investeer dus in Europese tech, maar bouw ook eigen Europese sociale media en kunstmatige intelligentie. Dit ontbreekt grotendeels nog in het vorige stuk, terwijl dit wat Volt betreft cruciaal is voor welke toekomst dan ook. Nogmaals, dit is een prima aanzet, maar er is veel meer mogelijk dan we nu denken. Dit alles zeg ik in het volste besef dat compromissen nodig zijn, maar een compromis mag geen politieke schuilkelder zijn. Het moet ons land vooruitbrengen. Dat is wat de kiezer is beloofd.

Voorzitter. Ik stel nog een paar vragen aan de oud-informateur. Komt hier een regeerakkoord of een regeerbasisakkoord uit? Ik noem het alvast een rba. Het was mij niet helemaal duidelijk wat de heer Buma daarmee bedoelde. Dit kabinet zal ook belangrijke keuzes moeten maken voor de toekomst van jongeren. Het lijkt Volt dan ook goed als jongerenorganisaties structureel worden betrokken bij de volgende stappen. Ik ben benieuwd hoe de oud-informateur hiernaar kijkt. Ik zal hierover in tweede termijn misschien ook een motie indienen.

Tot slot. Ik had het er al met de heer Bontenbal over: vorige week zagen we de uitkomsten van het allereerste burgerberaad klimaat van Nederland. Ondanks de verschillen werd er samen tot pragmatisch en ambitieus klimaatbeleid gekomen. Neem deze uitkomsten mee in de onderhandelingen. 175 Nederlanders van verschillende afkomsten en met een verschillende blik op klimaat zijn in staat om tot serieuze maatregelen te komen. Neem die dus alsjeblieft mee.

Voorzitter. Volt zal als progressief kompas iedere coalitie die Europa verenigt, vergroent en digitaal onafhankelijk maakt, constructief benaderen. Andersom kan iedere coalitie die de makkelijke weg kiest naar een zoutloos kabinet, dat zich vastklampt aan de oude wereld, rekenen op sterke oppositie.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dassen. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de Kamer. Ik schors tot 16.15 uur, waarna we het woord geven aan de informateur. De vergadering is geschorst.

De vergadering wordt van 16.02 uur tot 16.15 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de informateur.

De heer Buma (informateur):
Dank u wel, voorzitter. Heel veel dank voor de gelegenheid die u mij biedt om mijn eindverslag toe te lichten. Het is een kleine maand geleden dat ik de deur van het Leeuwarder stadhuis achter mij dichttrok. Nu sta ik vandaag, voor het eerst sinds zes jaar, weer in de plenaire vergaderzaal, in een ander gebouw, maar vooral in een ander tijdsgewricht. De internationale dreiging is acuut, de woningnood is groot, bedrijfsinvesteringen staan onder druk, er is een onopgelost energie- en klimaatvraagstuk, de stikstofcrisis heeft onze economie op slot gezet en migratie is niet onder controle. Ik noem deze thema's, omdat dit de vijf prioriteiten zijn die u als Kamer, ongetwijfeld ook via de voorzitter, aan het begin van deze formatiefase heeft geïdentificeerd als prioriteiten die snel aangepakt moeten worden. Aan het eind van het eerste deel van mijn opdracht, als bijlage bij het tussenverslag, hebben D66 en CDA een agenda gepresenteerd met voorstellen om ons een weg te banen uit deze crises. Die agenda werd, binnen én buiten dit huis, over het algemeen welwillend ontvangen. In ieder geval proefde ik een grote bereidheid tot samenwerking. Dat is van oudsher een wezenskenmerk van Nederland.

Na het verschijnen van het tussenverslag zijn we toe aan het eindverslag, dat ik eergisteren aan uw voorzitter aanbood. Ik licht nog even de hoofdlijnen daarvan toe. Zoals u weet, heb ik vorige week met alle fractievoorzitters gesproken over de vraag of zij aanknopingspunten zouden zien in de agenda of in delen daarvan. Ik wilde ten tweede van hen weten hoe zij tegen coalitievorming aankijken en of zij bereid zijn tot constructieve steun. Alle fracties op één na, zagen inhoudelijke aanknopingspunten in de agenda, zoals die gepresenteerd is. Dat is een belangrijke constatering, want nadat alle verschillen, zeker in het licht van de verkiezingen, zo sterk zijn benadrukt, blijkt dat er op inhoud best veel aanknopingspunten zijn voor overeenstemming.

Maar ik moet eerlijk zijn: het probleem begint pas daarna. Met name over de manier waarop die samenwerking moet worden vormgegeven, verschillen de meningen. En die verschillen tot op de dag van vandaag. Afgelopen vrijdag sprak ik met de fractievoorzitters van D66, VVD, GroenLinks-PvdA, CDA en JA21. Ook daar bleek: op inhoud is er best wel iets om over verder te praten; overbrugbaar. Maar op bereidheid tot samenwerking is dat er niet.

Afgelopen weekend is er vervolgens heel veel contact geweest. De eerder ingenomen standpunten over mogelijkheden en onmogelijkheden van coalities zijn daar op zich niet wezenlijk door veranderd. Maar de stap die maakt dat we hier vandaag kunnen staan met een voorstel voor een vervolg, is dat er voldoende steun is voor een vervolgstap, waarbij D66, VVD en CDA verder aan de slag gaan.

Ik merk dat er nog verschillende beelden zijn over de volgende fase. Daarover was ook een vraag van de heer Dassen. De woorden "regeerbasisakkoord", dat voortkwam uit een vraag tijdens de persconferentie, "tussenfase" en "eindfase" zijn genoemd. Hoe moet de komende fase worden betiteld? Daarvoor wil ik even teruggaan naar het eindverslag. Mijn advies is om dit wel dé informatieronde te laten zijn. Het is dus de laatste informatieronde. Mijn advies is om deze fase te eindigen met een regeerakkoord. De enige reden dat ik er voorzichtig mee was om het een akkoord te noemen, was dat ik dacht dat het langzamerhand een beladen woord was. Bij regeerakkoord denkt u namelijk aan iets wat heel gedetailleerd is. Dat hoeft niet. Voor zover het een tussenadvies is, is dat omdat er daarna nog een formatiefase komt. Er is dus altijd een tussenfase. Het zou wat mij betreft wel belangrijk zijn dat u deze fase ingaat als de fase waarin alle stappen genomen worden, zowel het praten met verschillende fracties, als het bouwen van de inhoud, om terug te komen naar de Kamer met een akkoord dat groot genoeg is en precies genoeg om er een kabinet op te bouwen.

Ik zou graag hebben geadviseerd om aan de slag te gaan met een kabinet dat kan beschikken over een meerderheid in de Tweede en in de Eerste Kamer, of daar in ieder geval zo dichtbij mogelijk kan zijn. Ik heb echter dezelfde constatering moeten doen als mijn voorganger, namelijk dat een onderzoek naar een dergelijk kabinet onmogelijk is. Het is geblokkeerd en blijft dat voorlopig ook. Als die meerderheidsvariant niet lukt, zijn er vervolgens varianten die bijna een meerderheid halen. Die zijn ook onderzocht, maar daar leven op dit moment ook nog te grote bezwaren om ze al verder te helpen. Zo blijft een minderheidsvariant over. Daar zijn vragen over gesteld. Er is geconstateerd dat sommigen er blij mee zijn en anderen niet. Ik heb daar al eerder van gezegd: het is op dit moment niet anders. Ik heb ook niet kunnen constateren dat er andere voorstellen zijn, buiten de voorstellen die ik kreeg, waarin concreet werd gezegd: bouw aan een andere constructie. Deze drie partijen hebben met z'n drieën gezegd verder te willen bouwen aan een akkoord. Toen zij mij maandag ook konden zeggen dat zij zicht hadden op steun van een meerderheid in de Kamer voor dit voorstel, was dat het voorstel dat ik ook in het eindverslag heb opgenomen. Om die reden ben ik tot het advies gekomen om die drie partijen, mede op basis van de eerder gepresenteerde agenda, een akkoord te laten voorbereiden waarop een stabiel kabinet kan worden geformeerd.

Dan kom ik op een vraag die volgens mij van mevrouw Van der Plas was. Zij vroeg naar deze agenda en hoe het verdergaat. Ik wil even benadrukken dat de vijf thema's in de agenda niet door de onderhandelende partijen zijn gekozen, maar voortkomen uit het verslag van mijn voorganger en de motie die daarop kwam. Ik heb als informateur de onderhandelaars erop gewezen dat het niet zo kan zijn dat zij aan die vijf thema's beginnen met hun eigen politieke wensen en daar ook mee eindigen. Nee, zij moesten die prioriteiten goed lezen, want daar stonden al richtingen in. Ik noemde die even. Het zijn uiteindelijk politieke wegingen, maar een Kamermeerderheid heeft ons de zaken meegegeven waarvan ik gezegd heb "daar moet je mee verder". Bijvoorbeeld bij de defensieparagraaf staat niet: "schrijf iets op over defensie", maar "keuzes in overeenstemming met de in NAVO-verband gemaakte afspraken". Men moest dus 3,5% en 1,5% erin fietsen. Dat geldt ook voor andere thema's. Zo wordt er bijvoorbeeld gepraat over bedrijven, maar er stond "het creëren van ruimte voor economische groei en de verbetering van het investerings- en vestigingsklimaat". Ook daarin zitten al, zo heb ik gezegd en dat heeft men ook wel begrepen, elementen die terug moeten komen in het verslag.

Tot slot het punt waar mevrouw Van der Plas het begrijpelijkerwijs over had: stikstof. Er staat in de opdracht "Nederland van het stikstofslot halen". Dus zijn er ook daar, evenals op andere terreinen, externen gekomen, omdat de grote vraag over stikstof is: wat heb je nodig om straks langs de rechter te komen en van het stikstofslot te komen? Dat betekent niet dat men geen andere keuzes kan maken. Het stuk is geen verplichting. Het is een basis om verder mee te gaan. Maar het toont aan waarom ik als informateur kon leven met de wijze waarop aan het eerdere verslag van mijn voorganger en aan de motie invulling werd gegeven.

Ik ga verder. De bedoeling van nu is dus verder praten op inhoud, maar ik zeg er wel bij: en meteen ook praten met andere fracties. We moeten namelijk niet hebben dat er nu met drie fracties een stuk wordt gemaakt, waarna de anderen erop reageren, want dat kan heel goed verkeerd vallen. Mijn advies is dus — daar zit geen dwang in — om in een vroeg stadium weer met de andere fracties te spreken. Ik kan alleen maar zeggen dat ik het zelf als informateur heel waardevol vond om van begin af aan ook alle fracties te horen. Veel van wat zij tegen mij zeiden, zie ik hierin ook terug.

Het betekent wel wat, met iedereen praten in een vroeg stadium, want dat betekent voor deze drie partijen dat ze dus inderdaad bereid zijn om het gesprek aan te gaan en te luisteren. Voor de andere fracties betekent het dat zij beseffen dat het proces van formeren gaat over geven en nemen, en dat het altijd gaat over een ander iets gunnen. Het debat van vandaag is waardevol, omdat u aangeeft wat uw uitgangsposities zijn, maar wij zitten in een fase — ik wil dat toch nog benadrukken — waar er geen kabinet is en er een kabinet zit dat echt op een gegeven moment vervangen moet worden. Ik denk dat de mensen die ik straks in Leeuwarden weer onder ogen kom, mij niet zullen vragen wat alle partijen in het debat zeiden, maar wanneer er een kabinet komt. Dat is namelijk de kern van een formatiefase. U vraagt, dat erken ik zonder meer, stappen die lang niet altijd makkelijk zijn kort na verkiezingen.

Tot slot wil ik nog iets zeggen, en dan heb ik mijn inbreng gedaan en ga ik nog even wat vragen beantwoorden die zijn gesteld. Ik wil het nog hebben over een onderwerp waar wij veel over gesproken hebben, namelijk de mogelijkheid om het in de praktijk ook daadwerkelijk uit te voeren. Voor het opstellen van de agenda hebben diverse deskundigen en mensen uit de samenleving de onderhandelaars bijgelicht. Vaak kwam dat verhaal terug op twee woorden: overal zat het woord "urgent" in, maar ook het woord "uitvoering" kwam heel vaak voorbij.

Bedrijven en overheden — het is in de Kamer vaak besproken, en ik moet eerlijk zeggen: na zes jaar in de Leeuwardense praktijk kan ik het alleen maar onderschrijven — zijn vast komen te zitten in wat ik een ondoordringbaar woud van regelgeving noem. En het mooiste is: ik sta hier voor u, maar ik moet mijzelf aanspreken, want ik ben als burgemeester vaak over wetten gestruikeld waarvoor ik zelf mijn hand bleek te hebben opgestoken op zo'n dinsdag waarop weer heel veel langskwam. Ik zou bijna willen zeggen dat het voor heel veel mensen in Nederland eigenlijk niet zo veel uitmaakt of de wet nou links of rechts, progressief of conservatief is; de wet moet werken en mensen moeten ermee aan de slag kunnen.

De afgelopen weken hebben wij een aantal vragen uitgezet bij departementen. Ik zou u willen oproepen om een aantal ook even goed te bekijken, want de antwoorden zijn heel interessant. We hebben meer waardevolle informatie gekregen. Die is allemaal bij het eindverslag gevoegd.

Wat betreft wetgeving hebben we gevraagd — de antwoorden hebben we gekregen — welke wetgeving onevenredig veel capaciteit legt op de uitvoering bij overheidsinstellingen en uitvoeringsinstanties. Mevrouw Van der Plas had het ook over de bijna onmogelijkheid voor mensen om die nog uit te voeren. Ik hoorde de heer Bontenbal net ook het voorbeeld van de Wet open overheid noemen. Die wet had echt de bedoeling om burgers ter wille te zijn in de richting van de overheid, maar ik heb de uitvraag gedaan en teruggekregen dat er in het land op dit moment alleen al bij gemeenten, provincies en het Rijk — dan heb ik het nog niet over de politie, het OM en de universiteiten — 1.500 tot 2.000 mensen werken die niets anders doen dan deze ene wet uitvoeren. Een aantal daarvan werkt op het stadhuis in Sneek. O, ik bedoel Leeuwarden. In Sneek gebeurt dat ook; daar kom ik vandaan, vandaar. Dat aantal is even groot als een gemiddeld beleidsdepartement dat alles doet in Den Haag.

Ik noem dit voorbeeld, omdat ik echt denk dat er voor de Kamer heel veel te winnen is met een overheid die de burger en de bedrijven weer gaat helpen door gewoon de primaire taak uit te voeren. Ik kan u vertellen: achter deze Wet open overheid komt de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, want heel veel redden we niet op tijd, en daar komt alweer de volgende aan. Ga er dus mee aan de slag.

Tot slot. Alle stukken zijn nu openbaar. Ik hoop dat u in het proces dat hierop volgt samen verder kunt bouwen aan een kabinet. Ik durf dan ook wel het vertrouwen uit te spreken dat D66, VVD en CDA de komende weken met de Kamer de weg voorwaarts vinden naar de bouw van een kabinet. Ik wens ook mijn opvolgster, mevrouw Rianne Letschert, daar heel veel succes bij.

Natuurlijk wil ik ook alle Kamermedewerkers bedanken, de medewerkers van het ministerie van Algemene Zaken, zonder wie er, zeg ik er even bij, überhaupt nooit een kabinet in Nederland tot stand zou kunnen komen en natuurlijk de vele verslaggevers die mij iedere ochtend welkom heetten en 's avonds weer uitzwaaiden.

Ik ga nog een paar vragen langslopen. De meeste heb ik al wel gehad, denk ik, maar u heeft recht op de antwoorden.

De heer Eerdmans vroeg hoe ik het verslag zie in het licht van de verkiezingsuitslag wat betreft centrumrechts of anderen. Ik wil daar wel iets over zeggen. Kijk, ik hoor die woorden vaak, maar het is vaak wel zo dat degene die dat zegt, de uitslag zo vertaalt dat die voor de eigen partij goed werkt. Het midden zegt dus voortdurend: wij hebben 30 of weet ik veel zetels gewonnen, dus de kiezer heeft het midden gewild. Centrumrechts, JA21 en anderen, zegt: nee, er is voor centrumrechts gekozen. Ik heb de heer Klaver horen zeggen: er is voor verandering gekozen. Uiteindelijk kiest in het Nederlandse stelsel een kiezer een partij. Die wil dat die partij iets doet. Daar is de kiezer stellig in en de partij gaat ermee aan de slag.

Dan komt er dus een hele moeilijke fase, want men moet samenwerken. Allen die daaraan meedoen zullen dan moeten uitleggen dat we in Nederland wonen, dat Nederland een land is van samenwerking en dat delen van de eigen positie weggaan. Maar uiteindelijk is het niet de kiezer die een vinkje zet op "ik wil rechts", "ik wil links" of iets anders. Ik hoor hier ook verschillende standpunten van partijen waar links en rechts het zeer over eens zijn. Mijn hoop is dus dat u voor het vervolg van de formatie vooral denkt: wat zou het goede kabinet kunnen zijn dat we op inhoud aan Nederland kunnen aanbieden? Dat is het antwoord op die vraag.

De vraag van mevrouw Van der Plas heb ik beantwoord, maar ik heb haar nog niet gezegd wat ik nou gedaan heb om het snel te laten verlopen. "Is het een stap naar voren?" Ik heb bij de presentatie gezegd: dit is een stap, maar geen doorbraak. Een doorbraak zou zijn geweest: een meerderheidskabinet, aan het werk, klaar. De stap is dat er een meerderheid is voor deze drie om verder te gaan. Op alle vragen over hoe dat verder moet, kan ik alleen maar zeggen: die zijn terecht en zullen in de volgende fase beantwoord moeten worden.

Een kabinet voor kerst? Ik zeg weleens: ik kan de dieren naar de waterbak brengen, maar ik kan ze niet dwingen te drinken. Dus ik heb geprobeerd om iedereen bij elkaar te brengen, maar vervolgens moet men dat wel doen. En dat is waar we nu nog voor staan. Dus ik hoop heel erg dat die fase er nog komt.

De vraag van de heer Van Dijk van de SGP heb ik in het verslag eigenlijk al beantwoord. Die vraag luidde: waarom niet D66, VVD, CDA, JA21 en misschien nog een partij? De werkelijkheid is dat daar op dit moment onvoldoende steun voor is. Dat staat ook in mijn verslag. Aan de andere kant is er echter ook onvoldoende steun en daardoor zijn deze drie partijen de enige mogelijkheid om verder te gaan. Die hebben verder ook samen gezegd: wij willen het met z'n drieën doen.

Dat is eigenlijk ook al het antwoord op zijn vraag over de verhouding tussen kabinet en andere partijen. Als het een minderheidskabinet is, dan … Ik heb al gezegd: hoe meer steun aan het begin, hoe beter. En daar zitten wederzijdse kansen in. De kansen zijn dat een kabinet echt moet luisteren naar wat de Kamer wil. De Kamer kan er namelijk haar eigen wensen in krijgen. Ik hoop dat u uiteindelijk samen allemaal blijft denken: we moeten voor Nederland nu wel een aantal serieuze beslissingen nemen.

Hij vroeg nog of ik ernaar uitzie om terug naar Leeuwarden te gaan en hij noemde daarbij De Speld. De bekende rubriek De Speld heeft aangegeven dat ik wellicht bepaalde woorden zou willen gebruiken die het mogelijk maken om vervroegd terug naar Leeuwarden te gaan. Dat heb ik niet gedaan, maar er is sindsdien nog een Speld verschenen en die heeft laten zien hoe groot de chaos is tijdens mijn afwezigheid. En dát is wel een reden voor mij om na vandaag te zeggen: toch maar weer terug.

De heer Dassen had de vraag hoe ik het akkoord zou willen noemen. Daar heb ik het over gehad. "Een regeerakkoord" of hoe je het verder maar noemen wil, maar het is wel hét akkoord dat een formatie oplevert.

Hij heeft ook nog heel terecht benoemd dat je mensen, ook jongeren, moet uitnodigen. Wij hebben bij het praten over stikstof de Jonge Boeren erbij gehad en bij het praten over het klimaat hebben we de Klimaatjongeren erbij gehad. Maar dat is natuurlijk maar een heel klein deel. We hadden dan ook maar weinig tijd, maar u allen, en ook de onderhandelaars, adviseer ik: blijf mensen van buiten erbij halen.

In mijn allerlaatste afsluitende woorden kom ik nog even terug op het gedicht van … Het gedicht? Nee, op de Friese tekst van de heer Eerdmans: doch dyn plicht en lit de lju rabje. Doe je plicht en laat de mensen maar wat praten: zo werd dat bij mij thuis altijd gezegd. Ik moet zeggen dat dat mij weer deed denken aan afgelopen zondag. Ik wandelde toen zo ver mogelijk van Den Haag en de stad die het verst van Den Haag ligt, is Dokkum. En daar las ik de zin: allinnich giest flugger, tegearre komst fierder. Alleen gaat het wellicht sneller, maar ik zeg u: samen gaat het uiteindelijk wel, samen kom je verder. Dat dus.

Ik ben nu aan het eind van mijn inbreng en ik ga nog één ding tegen u zeggen, want in zo'n formatietijd is het soms best wel heftig en serieus. Ik heb in mijn leven één ding geleerd: een mens moet ook kunnen relativeren. Ik zei al dat ik iedere dag bij mijn eigen formatiegedeelte kwam. "De bunker" noemde ik dat wel, maar goed: zo heette dat. En dan liep ik langs al die journalisten, journalisten die allemaal veel vragen voor mij hadden. Ik had dan weleens medelijden als ik nog een uurtje langer doorwerkte, want dan bleef men daar maar staan.

Dat deed mij denken aan een straat in Leeuwarden, de Grote Kerkstraat. Dat is een straat waar ik vaak doorheen loop en waar gedichten op de ramen en de muren zijn geschreven voor het jaar van de culturele hoofdstad. Er is één gedicht waar ik altijd bij stil blijf staan, omdat het mij even weer alle ellende in de wereld laat relativeren. Ik zeg tegelijkertijd: ik hoop dat de journalisten daar even van denken "ja, zo is het eigenlijk." Dat gedicht luidt als volgt:

Natuurlijk kun je stilstaan
bij wat was en bij wat moet

bij weer en wind, bij alles
wat er wereldwijd toe doet

maar stilstaan bij een deur
kan net zo goed.

Dat gedicht wil ik graag aanbieden om op te hangen, als dat mag, voorzitter, bij de deur aan het begin van het formatiekwartier.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Buma (informateur):
Het gedicht is van Judith Nieken, die ook in die straat woont.

Ik dank u wel.

De voorzitter:
Ik dank ú wel, ook voor het prachtige gedicht. U moet weten dat ik gisteren heel streng ben geweest in de richting van mevrouw De Vos wat betreft het meenemen van attributen naar het spreekgestoelte in de Kamer, maar ik denk dat onze dankbaarheid in uw richting voor de verrichte werkzaamheden maakt dat de Kamer daar vast wel één keer een oogje voor wil dichtknijpen.

Ik kijk even rond, want er is ruimte voor verduidelijkende vragen in de richting van de informateur. Is daar behoefte aan? Ik zie dat dat niet het geval is. Ik vraag of er behoefte is aan een tweede termijn. Ik zie dat dat wel het geval is. Dan geef ik daarvoor als eerste het woord aan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, dank u zeer. Dank ook aan de oud-informateur voor zijn antwoorden. Ik heb een drietal moties om een uitspraak van de Kamer te vragen om het proces omtrent waar het geld vandaan moet komen en om asiel en immigratie nog enigszins te kunnen beïnvloeden. Motie één is de volgende.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat er een asielstop moet worden ingevoerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.

Zij krijgt nr. 19 (36848).

De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. De tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat de Spreidingswet moet worden ingetrokken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.

Zij krijgt nr. 20 (36848).

De heer Wilders (PVV):
Ten slotte de derde motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat er niet bezuinigd mag worden op de zorg en sociale zekerheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.

Zij krijgt nr. 21 (36848).

De heer Wilders (PVV):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk naar mevrouw Yeşilgöz. Heeft u behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. Meneer Klaver? Bontenbal? Eerdmans? De Vos? Is er überhaupt iemand die nog behoefte heeft aan een tweede termijn? Mevrouw Van der Plas voor het laatste woord, vandaag tenminste, in deze vergadering. Gaat uw gang.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Dank aan de heer Buma voor de beantwoording van de vragen en de verduidelijking.

Voorzitter. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer de regering heeft verzocht de effecten van nieuw beleid en de uitvoering te toetsen aan de gevolgen voor het platteland;

constaterende dat de huidige minister van LVVN de Kamer een toezegging heeft gedaan om een impactanalyse te maken over de gevolgen van het stoppen en uitkopen van vele boeren op het platteland;

overwegende dat ook bij het vormen van een nieuwe coalitie rekening gehouden moet worden met een vitaal, veerkrachtig en leefbaar platteland;

verzoekt de formerende partijen in het komende coalitieakkoord op te nemen hoe de maatregelen in dit akkoord uitwerken voor het platteland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 22 (36848).

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dan nog eentje.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat CDA en D66 gedwongen krimp van de veehouderij, gedwongen onteigening en afpakken van vergunningen weer op tafel hebben liggen;

constaterende dat gedwongen krimp van de veestapel, gedwongen onteigening en afpakken van vergunningen geen significante bijdrage leveren aan de stikstofreductie, dit natuurherstel niet gaat helpen en hiermee het levenswerk van generaties boeren afneemt;

constaterende dat deze koers leidt tot verlies van agrarische bedrijvigheid, economische verzwakking en verminderde leefbaarheid van het platteland;

constaterende dat boeren op het platteland de ruggengraat vormen van onze voedselvoorziening, landschapsbeheer, werkgelegenheid en voedselzekerheid;

overwegende dat gedwongen uitkoop niet past bij een beleid dat inzet op innovatie, vrijwilligheid en vertrouwen;

verzoekt de formerende partijen in het coalitieakkoord op te nemen dat boeren nooit gedwongen mogen worden uitgekocht op basis van stikstofbeleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 23 (36848).

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Van Baarle? Mevrouw Ouwehand? Mevrouw Van der Plas, mevrouw Ouwehand heeft nog behoefte aan een interruptie. Ik zie opeens dat er toch nog meer animo is voor de tweede termijn. Mevrouw Ouwehand, eerst uw interruptie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb een vraag over de eerste motie die mevrouw Van der Plas indiende, want die gaat over het in kaart brengen van de gevolgen van beleid voor het platteland. Heb ik dat goed begrepen?

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, dat heeft u goed begrepen, en over een impactanalyse die nog aanstaande is over wat het stoppen en uitkopen van duizenden boeren op het platteland voor gevolgen heeft op het platteland.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb er een vraag over. Natuurlijk willen we de gevolgen van beleid in kaart gebracht hebben, maar bedoelt mevrouw Van der Plas dan bijvoorbeeld ook dat je maatregelen neemt om de veehouderij te laten inkrimpen, nu we weten dat je vanuit de geitenhouderij een risico loopt op longontsteking? Of denk aan mensen die op het platteland wonen en het risico op parkinson lopen als gevolg van het gebruik van landbouwgif. Is dat wat ze bedoelt? Dat is voor ons wel belangrijk om te bepalen of we zo'n motie wel of niet kunnen steunen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik denk dat het niet zo belangrijk is voor u om te bepalen of u voor- of tegenstemt. Ik denk dat het voor u een mooi moment is om dit nog even te noemen. Maar dat mag; u bent parlementariër. Voor beide gevallen wordt er wel over gesproken dat er sprake kan zijn van wat mevrouw Ouwehand zegt, maar bij beide gevallen is er geen causaal verband aangetoond. Zoals mevrouw Ouwehand weet, hebben wij binnenkort een debat over vogelgriep en daarin zullen we daar verder over praten.

De voorzitter:
Dank u wel.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Het gaat mij er met name om, zeg ik nog even ter toelichting, dat we in regio's in Nederland nu al zien dat het platteland gewoon enorm verschraalt. Met "verschralen" bedoel ik dat er voorzieningen verdwijnen, werkgelegenheid verdwijnt, er lege schuren zijn en lege schuren op sommige plekken worden gebruikt voor bijvoorbeeld xtc-labs. Daardoor zijn er grote problemen in sommige delen van Nederland, in de regio's. Ik vind het belangrijk dat dit wordt meegenomen.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Meneer Van Baarle, ik geef u het woord voor uw tweede termijn. Gaat uw gang.

De heer Van Baarle (DENK):
Dank u wel, voorzitter. Namens mijn fractie heb ik aangegeven welke onderwerpen wij, naast een veelvoud van zaken die we uiteraard kunnen meegeven, echt missen in dit akkoord. Dat is onder andere een maatregelenpakket dat werk maakt van kansengelijkheid en de bestrijding van met name discriminatie. Daarover heb ik de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat discriminatie een groot probleem blijft in onze samenleving en daarmee Nederlanders belemmerd blijven worden in hun ontplooiing;

verzoekt in een komend akkoord zowel in middelen als maatregelen de strijd tegen discriminatie op te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.

Zij krijgt nr. 24 (36848).

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Ik zei het in mijn bijdrage: het is vandaag de Internationale Dag van de Mensenrechten. Mijn fractie mist ook dat we eindelijk met elkaar zeggen dat we in Nederland de ogen niet meer moeten sluiten voor de misdaden die gepleegd worden tegen de Palestijnen, niet alleen in Gaza, maar ook op de Westelijke Jordaanoever. Het Palestijnse volk heeft recht op zelfbeschikking en een eigen staat. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat het Palestijnse volk recht heeft op zelfbeschikking en dat de mensenrechten van de Palestijnen gerespecteerd dienen te worden;

verzoekt in een komend akkoord concrete maatregelen op te nemen om het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen te ondersteunen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.

Zij krijgt nr. 25 (36848).

De heer Van Baarle (DENK):
Bedankt, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Baarle. Meneer Dassen zag ik staan. Heeft hij behoefte aan een tweede termijn? Dat is het geval. Gaat uw gang.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Nogmaals dank aan de heer Buma. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat diverse jongerenorganisaties een oproep aan de informateur en de formerende partijen hebben gedaan om te worden betrokken bij het formatieproces omdat uit onderzoek is gebleken dat jongeren zich structureel niet gehoord voelen door de politiek;

spreekt uit dat er gehoor moet worden gegeven aan de oproep van jongerenorganisaties door ze actief bij het formatieproces te betrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.

Zij krijgt nr. 26 (36848).

De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. De heer Bontenbal gaf net aan dat het heel veel werk is om aan te geven met wie er gesproken wordt in het formatieproces. Ik denk dat het meevalt. Het kabinet-Schoof had bij het regeerakkoord dat zij hadden ook een simpele lobbyparagraaf opgenomen over met welke organisaties zij gesproken hadden. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat transparantie van lobbyactiviteiten essentieel is voor het versterken van de democratische controle en het vertrouwen in de politiek;

spreekt uit dat bij de formatie betrokken partijen een lobbyparagraaf opnemen bij het tot stand komen van een toekomstig akkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.

Zij krijgt nr. 27 (36848).

De heer Dassen (Volt):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dassen. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de tweede termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors tot 17.10 uur, waarna we fractiegewijs zullen stemmen over de ingediende moties.

De vergadering wordt van 16.45 uur tot 17.10 uur geschorst.