Debat over het eindverslag van de informateur (in aanwezigheid van de informateur) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D51469, datum: 2025-12-10, bijgewerkt: 2025-12-11 11:41, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-12-10 12:50: Debat over het eindverslag van de informateur (in aanwezigheid van de informateur) (Plenair debat (overig)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Eindverslag van de informateur
Eindverslag van de informateur
Aan de orde is het debat over het eindverslag
van de informateur.
De voorzitter:
Ik verzoek de leden om stilte in de zaal, want aan de orde is het debat
over het verslag van de informateur. Zoals u ziet heeft in vak K
plaatsgenomen de heer Buma en ik heet hem natuurlijk namens u allen van
harte welkom. Dit debat heeft als doel het aanwijzen van één of meer
nieuwe informateur(s) en het vaststellen van de uit te voeren opdracht.
Er gelden net als de vorige keer spreektijden van zes minuten per
fractie. Eerst zal de Kamer spreken in eerste termijn, waarna ik het
woord zal geven aan de heer Buma.
Ik wijs de leden erop dat dit debat conform artikel 11.2 van het
Reglement van Orde is bedoeld om inlichtingen van de heer Buma te
verkrijgen over het verloop van zijn informerende werkzaamheden. In de
termijn van de heer Buma zal ik geen interrupties toestaan. Vragen ter
verduidelijking kunt u natuurlijk wel stellen aan het einde van zijn
betoog. Het gaat dus om een debat onderling, tussen u samen, en niet om
een debat met de informateur.
Onderlinge interrupties in de eerste termijn van de kant van de Kamer
zal ik uiteraard toestaan, niet gemaximeerd, maar ik verzoek u de
interrupties wel kort en bondig te houden. Het is nog niet zover, maar
het gaat dus, zoals gezegd, om een intern Kamerdebat. U kunt in tweede
termijn geen moties indienen waarin het kabinet wordt opgeroepen om iets
te doen of te laten, maar u kunt wel, zoals altijd, een uitspraak van de
Kamer vragen. Er kunnen ook geen moties gericht worden aan deze
informateur, en ook niet aan de eventuele nieuwe informateur, want die
is er nog niet.
Dan zijn we aangekomen bij de eerste termijn van de zijde van de Kamer.
Ik wil daarvoor het woord geven aan de heer Jetten voor zijn inbreng
namens de fractie van D66. U heeft het woord.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. Allereerst dank ik de heer Buma hartelijk voor zijn inzet
als informateur. Hij is een ervaren en nuchtere Fries, die het volgens
mij stiekem ook wel leuk vond om weer even terug te zijn in de Haagse
politiek. Ik weet dat hij er veel zin in heeft om weer terug te gaan
naar het mooie Leeuwarden om daar zijn rol als burgemeester weer op te
pakken, maar ik vermoed dat hij stiekem ook wel een klein beetje genoten
heeft van zijn rol als informateur.
Vorige week presenteerden D66 en CDA samen een inhoudelijke agenda met
de focus op een aantal grote doorbraken: snel aan de slag met meer
betaalbare woningen voor al die jonge mensen die ook een betaalbaar
thuis willen, keuzes voor een bloeiende economie met ruimte voor
innovatie en ondernemerschap, waar mensen een goed inkomen kunnen
verdienen, en stevige investeringen in internationale veiligheid, in
onze kennis en in het klimaat. Mensen willen weer meer zekerheid voor
hun toekomst en de toekomst van hun kinderen, en ook na lange stilstand
eindelijk een oplossing voor het migratievraagstuk. Het zijn stuk voor
stuk onderwerpen waarmee ons land eindelijk weer in beweging kan komen.
Die agenda kwam tot stand door te luisteren naar en in gesprek te gaan
met experts van ministeries, uit het bedrijfsleven, uit de wetenschap en
ook van maatschappelijke organisaties. De agenda kwam niet tot stand
door eindeloos met geslepen messen en twee verkiezingsprogramma's op
tafel met elkaar te onderhandelen, maar door te zoeken naar de
overeenkomsten, door vanuit begrip en interesse te zoeken naar zaken die
het land weer vooruit kunnen helpen. Het was ook mooi om te zien dat er
uit het hele land enthousiaste reacties kwamen; van links tot rechts en
van de industrie tot natuurorganisaties zagen mensen aanknopingspunten,
verbinding en ambitie. Dat geeft hoop. Omdat het laat zien dat
Nederlanders willen dat we samenwerken, samen iets voor elkaar krijgen,
juist nu.
De heer Wilders (PVV):
Misschien leven wij in verschillende werelden; dat zou mij niet
verbazen. Ik heb ook heel veel boze reacties gezien van mensen die
zeggen: hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat er meer geld gaat naar
ontwikkelingshulp, het buitenland en naar weet ik wat voor onzin
allemaal, stikstoffondsen, noem maar op. Ondertussen wilt u bezuinigen
op zorg en sociale zekerheid. Het is dus nog niet zo'n mooi plan. Mag ik
u vragen: waarom zat er eigenlijk geen financiële plaat bij het stuk dat
de informateur namens u en de fractie van het CDA naar de Kamer heeft
gestuurd?
De heer Jetten (D66):
Het antwoord daarop is heel simpel. Dat is omdat in het vorige debat
meerdere partijen aan mij en de heer Bontenbal vroegen: "Wilt u
alstublieft niet een volledig dichtgerekende financiële plaat maken? Dan
wordt het namelijk heel moeilijk voor andere partijen om straks mee te
doen met die gezamenlijke agenda." Nu, in de volgende fase, beginnen
immers pas de echte coalitieonderhandelingen. De heer Bontenbal en ik
hebben ons dus gewoon netjes gehouden aan de belofte die we aan de Kamer
hebben gedaan.
De heer Wilders (PVV):
Dat denk ik niet. Ik denk dat u juist iets heeft verhuld. In dat
vreselijke stuk dat u, middels de informateur, naar de Kamer heeft
gestuurd, zegt u: "We moeten bezuinigen op de zorg, op nieuwe zorg en op
medicijnen. We gaan de ouderenzorg aanpassen." Lees: daar gaan we ook op
bezuinigen. "We gaan op de WIA bezuinigen. We gaan de WW kortwieken."
Zou het niet zo kunnen zijn dat, als u het eerlijke verhaal had verteld,
Nederland zich het laplazarus was geschrokken? Zou het zo kunnen zijn
dat u dan, in plaats van die mooie praatjes die u houdt, had kunnen
laten zien aan de mensen dat u waarschijnlijk voor miljarden —
miljarden! — gaat bezuinigen op zorg en sociale zekerheid, ook voor de
meest kwetsbare mensen in Nederland? Of kunt u tegen mij zeggen: meneer
Wilders, u zit ernaast, we zullen geen miljarden bezuinigen op zorg en
sociale zekerheid. Want dan nodig ik u uit om dat nu, via de voorzitter,
te zeggen.
De heer Jetten (D66):
Wij hebben — dat staat ook in die agenda — aangegeven dat er op de
arbeidsmarkt en in onze gezondheidszorg heel veel moet gebeuren. Er zijn
ook experts langs geweest, mensen van de vakbonden, werkgevers, mensen
van de Sociaal-Economische Raad, die ons ervoor waarschuwden dat er op
dit moment heel veel Nederlanders aan de zijlijn staan, dat er heel veel
jonge mensen niet aan het werk komen, en dat dat op termijn ook grote
problemen kan opleveren voor onze arbeidsmarkt, economie en welvaart.
Als je wil dat mensen goede scholing krijgen, een leven lang kunnen
leren en sneller van werk naar werk kunnen, zul je aan de slag moeten
met de WW en de WIA. Dat is het eerlijke verhaal. Uiteindelijk is het
ook in het belang van Nederland dat we daar keuzes in maken. Dat zal in
de volgende fase van de onderhandelingen moeten gebeuren.
De voorzitter:
Meneer Wilders, via de voorzitter.
De heer Wilders (PVV):
Hier komt de waarheid langzaam maar zeker uit de mouw. We gaan dus
partijen die zich al dan niet aansluiten bij D66 en het CDA ... Wie weet
wat voor partijen daar nog bij komen. Het is uw wens om fors te gaan
bezuinigen op de sociale zekerheid en de zorg. Op mijn vraag over de
zorg heeft u nog niet gereageerd. Ik denk dat die vrolijkheid en dat
optimisme van u als sneeuw voor de zon gaan verdwijnen als Nederland
dadelijk ziet dat blijkt dat u met uw mooie praatjes — de mooie praatjes
van de heer Jetten, moet ik zeggen, via de voorzitter — voor miljarden
gaat bezuinigen op de zorg en de sociale zekerheid. Zoals ik al zei,
gebruikt u het geld namelijk voor dingen waar Nederlanders weinig
plezier van hebben. Mag ik dan nu nog een keer aan u vragen waarom u dat
niet eerder heeft laten zien? Bent u het met mij eens dat door dat te
verhullen, door mooie woorden op te schrijven over sociale zekerheid en
zorg, mensen zich kapot schrikken als ze dadelijk het volledige plaatje
zien? En wilt u nog een antwoord geven op mijn vraag over de zorg? Bent
u bereid toe te zeggen de ouderenzorg en de rest van de zorg totaal met
rust te laten als het gaat om bezuinigingen? Als u dat geld ergens
vandaan wil halen, dan haalt u het maar bij ontwikkelingshulp,
immigratie of asiel vandaan.
De heer Jetten (D66):
Wat mensen niet zat zijn, is een optimistische kijk op Nederland en op
wat we wél voor elkaar kunnen krijgen. Wat mensen zat zijn, is het
gechagrijn, het geruzie en het totale gebrek aan voortgang op welk
onderwerp dan ook. Daarom heeft op de PVV na elke partij in deze Kamer
ook gezegd dat ze aanknopingspunten zien om te kijken hoe we door samen
te werken in deze Kamer ook weer wat voor dit land voor elkaar kunnen
krijgen. Dat moet ook op de zorg gebeuren. Er gaan op de zorg de komende
jaren namelijk miljarden bij komen. Er komt extra geld om onze zorg te
financieren. Maar op een gegeven moment gaat het ook helemaal vastlopen.
Er zijn namelijk te weinig mensen om aan het werk te gaan in de zorg. Er
zijn nu al lange wachtlijsten. De kwaliteit staat in allerlei sectoren
onder druk. Mensen die in de zorg werken, worden gillend gek van de
bureaucratie. Mensen die zorg nodig hebben, hebben te vaak het gevoel
dat ze niet goed worden geholpen. Er moeten fundamentele keuzes worden
gemaakt om onze zorg beter te maken en toegankelijk en betaalbaar te
houden. Een van de keuzes — u kunt die gewoon teruglezen in ons stuk —
is dat de door u voorgestelde halvering van het eigen risico wat ons
betreft niet doorgaat. Waarom? Omdat de halvering van het eigen risico
tot een hogere zorgpremie leidt. De keuze die de heer Wilders maakt, is
dat elke Nederlander elke maand nog meer geld moet betalen voor zijn
zorgpremie. Dat is niet de keuze die ik met de heer Bontenbal heb
gemaakt.
De heer Wilders (PVV):
Weet u: ik kies voor Nederland. Ik vind het onbegrijpelijk dat u 0,7%
van het bnp voor ontwikkelingshulp wil gebruiken. Ik noemde dat net al
als voorbeeld. Het percentage is nu 0,4%, 0,45%. Die verhoging betekent
dat er 3 à 4 miljard euro voor ontwikkelingshulp bij komt. Zo heeft u
nog meer posten waar u miljarden aan wil besteden. Ik heb het dan over
Oekraïne, defensie, noem maar op. Tegelijkertijd staat in het stuk dat u
de zorg, maar ook de ouderenzorg, zogenaamd wil moderniseren. U wil
gewoon keihard gaan snijden in de zorg. Dat is geen optimisme; dat is de
afbraak van Nederland. Ik heb de brief die gisteren naar de Kamer is
gestuurd "de nationale zelfmoordbrief" genoemd. Dat is misschien een
beetje een harde vergelijking. Ik denk dat heel veel mensen er niets van
snappen dat u miljarden uitgeeft aan zaken waar ze niets aan hebben en
dat u miljarden bezuinigt op de andere punten, onze ouderenzorg, het
eigen risico, de WIA en de mensen die de pech hebben om in de WW te
komen. Dát is het eerlijke verhaal! U moet niet liegen daarover. U moet
gewoon zeggen: dit gaan wij doen. Ik zeg u en ik voorspel u: dan zal de
vriendschap van heel veel mensen die tegen u zeiden "wat een mooi
verhaal" als sneeuw voor de zon verdwijnen.
De heer Jetten (D66):
We horen veel zware woorden van de heer Wilders, zoals "de afgrond" en
"zelfmoord". Je moet echt lef hebben om dat soort termen te gebruiken
als je de afgelopen anderhalf jaar met 37 zetels werkelijk waar niets
voor elkaar hebt gekregen behalve gezeik en geruzie. Ik zeg daarover:
wát een lef om dan met dit soort teksten te komen over een agenda die
wij in twee weken met elkaar hebben uitonderhandeld. Ja, wij maken
andere keuzes als het aankomt op veiligheid en vrede. U stemde deze week
nog tegen steun aan Oekraïne, een Europees land dat te maken heeft met
ongekende agressie van Rusland. Dat is niet alleen door oorlog van de
Oekraïners. Dat is ook door oorlog voor Europese normen en waarden, waar
ik pal achtersta, maar waar u elke keer van wegkijkt. Ik durf te zeggen:
ja, we moeten de komende jaren miljarden extra investeren in onze
defensie, zodat Europa zijn eigen continent kan verdedigen. Ja, daar
horen ook diplomatie en internationale samenwerking bij, zodat we
conflicten kunnen oplossen. We moeten niet achter de dijken kruipen,
maar we moeten met een open blik naar de wereld kijken en beseffen dat
de Nederlandse welvaart en de Nederlandse vrijheid altijd samenhangen
met een vrij en veilig Europa.
De heer Wilders (PVV):
Ten slotte. Kijk, hier komt de oude Rob Jetten weer terug. De afgelopen
weken en maanden was het een vriendelijk lachende man. Het positivisme
straalde ervanaf. Bij het eerste kleine beetje kritiek dat hij krijgt,
komt hij echter meteen met jij-bakken, zo van: wat heeft u gedaan de
afgelopen jaren, wat heeft u hier gedaan en wat doen wij nou! Hier staat
de echte Rob Jetten weer. Dat is iemand die niet tegen kritiek kan.
Meneer Jetten, maak uw borst maar nat. Als u doorgaat met dit soort
vreselijke plannen, als u aan zaken komt die Nederlanders belangrijk
vinden, zullen wij u iedere dag, waar u ook zit, of u nou premier bent
of in de Kamer zit, de maat nemen.
Wat betreft Oekraïne: wij hebben Oekraïne altijd gesteund, ook
financieel. Maar we lopen als Nederland gigantisch voorop. Er zijn heel
veel landen in Europa, van Spanje tot Portugal en noem maar op, die
niets tot nauwelijks iets doen. Wij zeggen nu inderdaad: niet opnieuw 2
miljard. Laat andere landen maar wat doen. Ik kan niet toestaan dat wij
als Nederland weer 700 miljoen aan Oekraïne geven, terwijl we
tegelijkertijd op de zorg gaan bezuinigingen. Dat gaan wij niet doen. U
kunt geïrriteerd zijn, maar kritiek hoort bij dit spel. Wen daar maar
aan.
De heer Jetten (D66):
Ik ben helemaal niet geïrriteerd. Een sterke democratie heeft ook een
sterke oppositie nodig, maar ik hoop dat de heer Wilders iets anders
gaat doen dan zijn grijsgedraaide plaat afspelen. Volgens mij vragen dit
parlement en dit land namelijk om een stevig debat in deze Kamer, maar
wel met respect en altijd met de bereidheid om er ook weer samen uit te
komen.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik wil graag aanhaken bij de start van de speech van de heer Jetten. Hij
had het over zoeken naar overeenkomsten en de uitgestoken hand, ook naar
de rest van de Kamer. Dat lijkt een beetje het nieuwe ethos van deze
formerende partijen te zijn. Maar ondertussen gebeurt er in de praktijk
in deze Kamer het volgende: gisteren een trieste motie om de
onderwijsvrijheid in te perken, wetgeving om embryokweek te mogelijk te
maken et cetera. Kan de heer Jetten zich voorstellen dat dat voor de SGP
en andere fracties bepaald niet overkomt als een uitgestoken hand, maar
juist als het tegenovergestelde? Hoe wil hij daarmee omgaan?
De heer Jetten (D66):
Een uitgestoken hand betekent niet dat we het hier met 150 Kamerleden
altijd over elk onderwerp volledig eens zullen zijn. Dat moeten we ook
niet willen in onze mooie democratie, met zo veel partijen die zo veel
kiezers vertegenwoordigen. Natuurlijk zijn er een aantal onderwerpen die
het meest tot spanning kunnen leiden. U stipt medische ethiek en de
vrijheid van onderwijs aan. Dat zijn twee van die onderwerpen waarover
het in het debat soms echt kan en mag knetteren. Ik hoop wel — volgens
mij hebben we dat gezien bij de wet over embryo-onderzoek — dat dat
debat dan in het volle respect met elkaar kan worden gevoerd en dat je
in dat debat wel begrip hebt voor het standpunt van de ander. Zo hoop ik
ook dat we de komende jaren te werk kunnen gaan. Ik hoop dat we het soms
aandurven om thema's beet te pakken die kunnen schuren en waar ook
maatschappelijk soms grote verdeeldheid over is, maar dat we dat wel op
een beschaafde manier met elkaar blijven doen.
Ik pak het onderwerp vrijheid van onderwijs even beet, want daar is het
ook in de verkiezingscampagne heel veel over gegaan. We kunnen een heel
fundamenteel debat voeren over artikel 23 van onze Grondwet. Dat
onderwerp zullen we de komende tijd vast een aantal keer met elkaar
moeten beetpakken, maar we weten ook dat grondwetswijzigingen projecten
van de lange adem zijn. De vraag is wat dat dan in de praktijk betekent,
welke emoties het op scholen en in gemeenschappen losmaakt en of er dan
een kind geholpen is met zo'n grondwetsdiscussie. Of kun je wellicht ook
op korte termijn met elkaar tot betere afspraken komen, om ervoor te
zorgen dat elk kind een veilige schoolomgeving heeft? Mijn manier van
politiek bedrijven zal dan ook zijn: niet alleen maar hele principiële
discussies met elkaar voeren, maar ook kijken of we af en toe met elkaar
pragmatisch een stap vooruit kunnen zetten.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
De heer Jetten heeft het over beschaafd het debat aangaan, met respect
elkaar bejegenen en af en toe wat pragmatisme, maar uiteindelijk gaat
het natuurlijk ook gewoon over de inhoud. Het voorbeeld dat ik noemde,
raakt wel de klassieke vrijheidsrechten, leven en dood en medische
ethiek. Staat dat niet op heel gespannen voet met, zoals de heer Jetten
begon, het zoeken naar draagvlak, ook voor een mogelijk
minderheidskabinet? Op deze wijze duwt u fracties weg. Het werpt ook wel
een schaduw over hoe in ieder geval de SGP een toekomstig kabinet van
deze signatuur zou bejegenen. Daarop doorgaand heb ik de vraag: hoe ziet
de heer Jetten, ook als voorzitter van de grootste fractie, zijn
verantwoordelijkheid op dit punt?
De heer Jetten (D66):
Specifiek over de wetsbehandeling over embryo-onderzoek: dat is een
initiatiefwet van VVD en D66, waar jarenlang aan is gewerkt. Daarbij is
er een uitgebreide maatschappelijke dialoog gevoerd en is ook met
tegenstanders van dat wetsvoorstel het gesprek aangegaan. Ik vind dat
het ook hoort dat je dat debat met elkaar voert. Die wetsbehandeling is
al een hele tijd bezig. De inbreng van de Kamer is ruim voor de Tweede
Kamerverkiezingen in een Kamerdebat geweest. Dan vind ik het logisch dat
de initiatiefnemers op een gegeven moment ook zo netjes zijn om antwoord
te geven op alle gestelde vragen. Dat debat is zelfs ook verplaatst,
zodat het niet in het heetst van de campagnestrijd zou plaatsvinden maar
juist na de Tweede Kamerverkiezingen. Ik denk dat wat betreft zowel de
inhoudelijke benadering van het wetsvoorstel als de doorlopen procedure
maximaal is geprobeerd rekening te houden met de gevoelens bij de
verschillende fracties in dit huis.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Een laatste keer over dit wetsvoorstel over embryokweek. Dat
wetsvoorstel liep al heel lang. Kan de heer Jetten zich voorstellen dat
als hij werkelijk een uitgestoken hand had laten zien, misschien
overwogen was om bijvoorbeeld de stemming — dat kan nog steeds — uit te
stellen in deze precaire fase, juist om niet bij voorbaat breder
draagvlak in deze Kamer op het spel te zetten?
De heer Jetten (D66):
Ik hoor wat de heer Van Dijk zegt, maar dit is een wetsvoorstel met een
heel lange geschiedenis. Er is ook vaak afstemming geweest over hoe dit
te doorlopen. Ik denk dat het heel netjes is gegaan. Ik vind dat de
inbreng van uw fractie, maar ook die van de ChristenUnie, kraakhelder
was de afgelopen paar weken. Dat heeft het debat ook geholpen. Het heeft
er ook toe geleid dat mijn fractie gister voor een amendement van het
CDA heeft gestemd en een motie van mevrouw Bikker en uzelf heeft
gesteund om bij het verdere vervolg die maatschappelijke dialoog voort
te zetten. Dat zal ook mijn insteek in de komende jaren zijn. Als er
precaire onderwerpen zijn waarvan opje weet dat ze tot grote
gevoeligheden in dit huis leiden, blijf je niet als een kip zonder kop
doordenderen, maar blijf je altijd oog houden voor hoe je dat op een
nette manier kunt doen.
De voorzitter:
Ik wil de leden echt verzoeken om via de voorzitter te spreken. Ik zeg
dat bij alle debatten, dus ook bij debatten met fractievoorzitters.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Voorzitter.
(Hilariteit)
De heer Jimmy Dijk (SP):
Ah jongens, dat was makkelijk, ik heb nog helemaal niks gezegd.
Fijn dat er een agenda ligt; dat is mijn compliment om mee te beginnen.
Dan weten we namelijk welke kant het opgaat. Er moeten miljarden worden
overgeheveld naar het bedrijfsleven en gewone mensen gaan de rekening
betalen, zien we; denk aan de zorg, de sociale zekerheid. Ik heb in het
stuk heel inhoudelijk gekeken naar waar dit nou vandaan komt. Er staat
bijvoorbeeld de zin: we nemen de adviezen van het rapport van de heer
Wennink over. Dat rapport is er helemaal niet. Dan vraag ik me af: welke
adviezen gaat u overnemen?
De heer Jetten (D66):
Volgens mij wordt dan het stuk niet helemaal goed geciteerd, want er
staat niet "overnemen", maar "benutten" van de adviezen van Draghi,
Letta en Wennink. Dat zijn drie rapporten, twee in Europa uitgebracht en
één deze week hier in Nederland. Die gaan heel simpel over de vraag: hoe
verdienen we hier over tien jaar geld, zodat we kunnen investeren in
onderwijs, sociale zekerheid en volksgezondheid? Ik ben wel geschrokken
de afgelopen weken van de alarmerende signalen die aan ons zijn
overgebracht. De komende jaren staat de Nederlandse economie er gewoon
onvoldoende sterk voor. Bedrijven trekken weg, investeringen worden hier
niet gedaan, de werkgelegenheid staat onder druk, niet in de laatste
plaats vanwege digitalisering. Dus wil je de Nederlandse welvaart
behouden en genoeg belastinginkomsten uit de economie halen om al die
ambities te betalen, dan moet je ook durven investeren in de toekomst
van de economie. Daarom willen we die rapporten ter harte nemen.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Het rapport van de heer Wennink is nog niet eens uitgekomen. Dat komt
vrijdag. Dus ik vind het echt heel bizar. Stel dat daar gekke dingen in
staan. Het is geschreven door het grote bedrijfsleven en de
bankensector, dus we kunnen wel een beetje voorspellen wat daarin staat.
Dan is het zeer pijnlijk om te lezen dat op het gebied van sociale
zekerheid de WIA uitgekleed wordt en de WW wordt gekort. Er staat in één
keer dat de ontslagbescherming moet worden vernieuwd. Dat stond in geen
van de verkiezingsprogramma's. Waar komen die dingen vandaan? U zei net
dat er zo veel enthousiasme is in het land rondom deze agenda. Ik denk
dat als mensen goed doorhebben wat het betekent … De vakbonden hebben
dat door. Heeft u vervolgens met de vakbonden gesproken? Die zitten
namelijk helemaal niet te wachten op het uitkleden van de WW, het korten
van de WIA en het beperken van de instroom van de WIA. Dus heeft u met
hen gesproken? Wat was dan hun advies? Hoe kan het dan dat nu al de
adviezen van de heer Wennink worden overgenomen, terwijl de adviezen van
de vakbonden op het gebied van sociale zekerheid er niet eens in
staan?
De heer Jetten (D66):
We nemen niks over. We nemen adviezen ter harte. Misschien hadden we
niet naar het rapport moeten verwijzen, hoor, omdat het deze week
officieel wordt gepresenteerd. Dat geef ik de heer Dijk meteen terug. Ik
denk dat er een aantal heel prikkelende analyses zijn gedaan, niet
alleen door het bedrijfsleven en de banken, maar ook door
kennisinstellingen, over hoe die Nederlandse ecosystemen onder druk
staan en hoe de overheid — dat is de crux — moet mee-investeren om die
economie sterk te houden. Daar is een grotere rol voor de overheid te
vervullen dan we de afgelopen jaren hebben gezien. Wellicht kan dat ook
de SP-fractie nog inspireren. En ja, we hebben ook de sociale partners
aan tafel gehad: de Sociaal-Economische Raad en vertegenwoordigers van
de Stichting van de Arbeid, waar niet alleen de werkgevers maar ook de
vakbonden in vertegenwoordigd zijn. En nee, zij zeggen niet, zoals CDA
en D66 al langer bepleiten, dat je in de WW, WIA en het ontslagrecht een
aantal moderniseringen zou moeten doorvoeren. Daar kijken zij soms
fundamenteel anders tegen aan. Maar ze vertelden mij en de heer
Bontenbal en iedereen wel het volgende. Ze hebben namelijk ook gewoon
voor de camera's gestaan toen ze waren langsgekomen. Neem bijvoorbeeld
gen Z, de jongste generatie, het aantal jonge mensen dat niet aan een
baan kan komen, dat op een uitkering is aangewezen, dat moeite heeft om
het hoofd boven water te houden. Het huidige systeem van sociale
zekerheid is onvoldoende geschikt om die jonge generatie een vangnet en
een springplank te geven om wat van het leven te maken. Dus ja, we
kunnen daarvan wegkijken, of we zeggen: we pakken het met beide handen
aan, om ervoor te zorgen dat we ook de komende decennia een
sociaalzekerheidsstelsel hebben dat houdbaar is, dat mensen activeert en
ervoor zorgt dat de mensen die echt niet kunnen meekomen, niet in de
steek worden gelaten.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Hier zie je het neoliberalisme 2.0, 3.0, 4.0. Deze problemen van vandaag
zijn veroorzaakt door de kabinetten-Rutte. Vervolgens hebben we twee
jaar lang stilstand en geruzie gehad. Nu doet u een stap terug naar de
periode van de kabinetten-Rutte. Dat is geen vooruitgang. Dus het hele
positieve verhaal van uw campagne … Kijk bijvoorbeeld naar de zorg en de
sociale zekerheid. Daar gaan mensen de klappen opvangen. Daar gaat de
rekening worden betaald. Aan de andere kant zien we een overheid die
miljarden gaat overmaken aan het bedrijfsleven. Dat is neoliberalisme in
een nieuw jasje van de heer Jetten en de heer Bontenbal. Dat is zeer
teleurstellend als de heer Jetten een campagne voerde waarin hij zei: we
gaan gemeenschappen versterken. Want als het neoliberalisme iets doet …
Als het de vaste bodem onder mensen hun voeten vandaan slaat op het
gebied van sociale zekerheid en zorg, dan schaadt dat gemeenschappen.
Dat bouwt ze niet op; dat schaadt ze en dat maakt ze zelfs kapot.
De heer Jetten (D66):
Ik zou stellen dat de agenda die wij hebben gepresenteerd juist een
breuk is met doorgeslagen neoliberalisme. Wij stellen namelijk voor dat
bijvoorbeeld in de energietransitie de overheid een veel grotere rol
gaat pakken, om ervoor te zorgen dat warmtenetten in publieke handen
snel worden uitgerold, zodat in de wijken met de hoogste
energierekeningen en de slechtst geïsoleerde huizen, nu het snelste hulp
komt. Die mensen gaan tientjes per maand minder betalen aan hun
energierekening, omdat de overheid zegt: wij komen u helpen door uw huis
te isoleren en een fatsoenlijk collectief warmtenet aan te leggen. Dat
zijn allemaal keuzes die ook in het stuk staan, waarbij de overheid
juist zegt: omdat we de afgelopen jaren overal van hebben weggekeken en
geen politieke keuzes hebben gemaakt op het gebied van stikstof, klimaat
of hoe onze economie eruit moet zien, staan we waar we nu staan. Soms is
het bedrijfsleven uitstekend in staat om dingen op te lossen. Soms
gebeurt dat door maatschappelijke organisaties of mensen die dat prima
zelf kunnen. Maar er zijn ook een aantal heel grote transities waarin de
overheid een actieve rol moet spelen. Dat is niet per se een grote
overheid, maar wel een overheid die verantwoordelijkheid neemt, soms
keuzes maakt en soms mee-investeert. Dit is dus geen neoliberale agenda.
Dit is een agenda waarin we elke keer heel goed kijken welke rol de
overheid heeft te spelen om dit land weer vooruit te helpen. Ik hoop dat
we u op de inhoud bij een aantal van die voorstellen de komende tijd
kunnen overtuigen.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Ik heb altijd gezegd: goede plannen steunen we, slechten plannen niet.
Dat doen we hier dagelijks als we wetten beoordelen. Ook de SP stemt
soms voor en soms tegen wetten, omdat ze goed of slecht zijn. Dat heeft
overigens niets met samenwerking te maken. Dat heeft gewoon te maken met
het feit dat je zelf een oordeel velt over voorstellen die er liggen.
Maar dan dat neoliberalisme. U had net even een interruptiedebatje met
de heer Wilders over bijvoorbeeld het eigen risico. Dat is het
individualiseren van zorgkosten. Dat is direct neoliberaal. Dat is de
mens zien als een economisch wezen dat met financiële prikkels
gestimuleerd moet worden om keuze a of keuze b te maken. Dat is
superneoliberaal. Een zogenaamd actievere WIA of een actievere WW is
mensen zien als een kostenpost. Er wordt een financiële prikkel gegeven
aan mensen om hen wel of niet aan het werk te laten gaan. We gaan zo
meteen in de uitwerking van uw plannen aan de ene kant zien dat die
bezuinigingen mensen gaan treffen die het nu al zwaar hebben, gewone
mensen, en aan de andere kant dat het bedrijfsleven wordt gediend. Dat
zie je namelijk aan de regels waarvan u net zei dat die misschien niet
hadden moeten worden opgeschreven. Daaraan zie je dat het bedrijfsleven
wel wordt gediend, maar dat gewone mensen die hun leven lang hebben
gewerkt of arbeidsongeschikt raken, de prijs gaan betalen.
De heer Jetten (D66):
Er staan ook keuzes in om bijvoorbeeld een leven lang leren mogelijk te
maken, zodat mensen een budget krijgen om zich te laten omscholen of
bijscholen als ze zien dat hun werk verandert en ze onzeker zijn over de
toekomst van hun inkomen. Mensen die hoger onderwijs hebben gevolgd of
naar de universiteit zijn geweest, zoals de mensen die hier veel zitten,
krijgen een kleiner levenlanglerenbudget dan mensen die veel korter een
vervolgopleiding hebben gevolgd en op hun 17de zijn begonnen met werken.
D66 heeft in het verkiezingsprogramma voorstellen staan voor een
aangepaste WW die inderdaad korter is, maar wel aan het begin een veel
hogere uitkering met zich meebrengt, zodat je een minder grote
inkomensval hebt en je vanuit meer rust kan nadenken over hoe je je laat
omscholen en hoe je van baan naar baan kan. Ik vind dat hele sociale
keuzes, waarmee de overheid laat zien: als je even in de problemen komt,
gaan we naast je staan en gaan we je helpen om het leven weer op te
pakken.
De voorzitter:
De heer Dijk en dan mevrouw Bikker.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Een laatste slotopmerking. U heeft mijn kritiek net gehoord. Er staan
geen bedragen bij. Er zit geen financiële paragraaf bij. Het voorstel is
om dit verder te gaan uitwerken met de VVD. Dan weet ik wel welke kant
het op gaat.
De heer Jetten (D66):
We gaan het zien.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Allereerst complimenten aan zowel de heer Buma als aan collega's Jetten
en Bontenbal voor de agenda die er ligt. Die is op een heel aantal
thema's herkenbaar voor kiezers, vind ik, want dat zijn de thema's
waarmee mensen thuis problemen ervaren. Ik noem het vinden van een huis.
Het oplossen van het stikstofslot moet gebeuren. Complimenten daarvoor.
Complimenten ook voor dat heilige huisjes wel aangepakt zijn. Ik noem de
hypotheekrenteaftrek en het rekeningrijden. Ik mag hopen dat die heilige
huisjes ook gewoon aangepakt blijven worden op het moment dat de VVD
aanschuift. Dat gaan we zien. Maar als ik naar dat stuk kijk — dat is
ook goed te begrijpen, want dat is de opdracht waarmee de Kamer de
collega's op pad heeft gestuurd — dan zie ik dat het heel veel gaat over
deze thema's. Wat gaan we daarmee doen? Soms staan er al moedige keuzes
in; ik noemde ze net. Soms denk ik: ik ben nog wel even benieuwd of het
smaakmakender wordt, bijvoorbeeld rondom toeslagen. Durf maar door te
pakken, zou ik zeggen. Maar ik mis wel een antwoord op de vraag hoe we
de samenleving gaan opbouwen. Collega Jetten noemde net al terecht gen Z
en de grote mentale zorgen die er zijn, maar we zien ook vervreemding en
polarisatie. Ik ben heel benieuwd welke samenlevingsvisie collega Jetten
daarin verder voor ogen heeft.
De heer Jetten (D66):
Bij de uitnodiging zit een inleiding van één pagina, die de heer
Bontenbal en ik samen hebben geschreven. Ik denk dat we wel een pagina
of vijf hadden kunnen uittypen, maar dat mocht niet van de informateur,
want we moesten het ook een beetje kort en krachtig houden. Maar ook
onze handen jeuken vooral ook om verder te praten over wat voor soort
samenleving we willen zijn. We hebben de afgelopen jaren verharding en
verwijdering gezien hier in het politiek debat, maar dat heeft ook zijn
uitwerking op de maatschappij, en zeker op de jongste generatie. Dit is
nou, vind ik, een punt waarbij je misschien zou verwachten dat een
christendemocraat en een sociaalliberaal er niet heel makkelijk uit
zouden kunnen komen. Toch is het tegendeel volgens mij waar, want wij
willen allebei sterke gemeenschappen bouwen. Ik doe dat vanuit de
overtuiging dat een bevrijd individu, dat zijn eigen keuzes kan maken
over leven en lichaam, uiteindelijk toch ook ergens bij wil horen. De
heer Bontenbal doet dat veel meer vanuit zijn christelijke normen en
waarden. Maar wij vinden elkaar wel op het punt dat de koers die de
samenleving de afgelopen jaren op is gegaan, het land niet vooruithelpt.
Ik denk dat de verkiezingsuitslag ook laat zien dat heel veel
Nederlanders dat zat zijn, dat die allemaal weer behoefte hebben aan een
stukje verbinding en vooruitgang. Dat is denk ik ook deels de opdracht
voor de volgende fase van de formatie, maar ook voor de wijze waarop we
hier met elkaar politiek bedrijven.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Heel veel Nederlanders hopen inderdaad dat er vier jaar lang werk zal
worden gemaakt van hun problemen, in plaats van dat ze om de anderhalf
jaar naar de stembus moeten gaan. Maar juist nu, in de nieuwe prille
fase, die ik graag een kans geef, schuift opnieuw een liberale partij
aan. Dus straks hebben we twee liberale partijen aan tafel, die altijd
eerder aan het individu zullen denken dan aan de gemeenschap. Ik vind
het hoopvol om te horen wat collega Jetten zegt, dat hij wil werken aan
die samenleving. Maar gaat dat dan ook blijken uit die financiële
bijsluiter? Juist als we kijken naar hoe we die grote opgaves gaan
betalen, is het ook belangrijk dat we niet kil bezuinigen op de zorg.
Daar zijn wel stappen nodig; wij doen dat ook als het gaat om het eigen
risico. Maar dus niet veel bezuinigen op de zorg, en voor ogen houden
hoe de ouderenzorg van de toekomst ook een zorgzame ouderenzorg is. Dat
we in de sociale zekerheid niet kil bezuinigen op de sociale zekerheid,
maar voor ogen houden voor welke mensen deze wetgeving daadwerkelijk een
vangnet is. Kan collega Jetten inzicht geven in hoe die
samenlevingsvisie juist ook daarin doorwerkt? En dat als twee liberale
partijen om de tafel gaan met een christendemocratische, dat niet een
kille bezuiniging betekent op juist het hart van de samenleving?
De heer Jetten (D66):
Hier moeten we ook leren van fouten die in het verleden zijn gemaakt. Ik
zou hier twee dingen over willen zeggen. Kijk, wij hebben deze agenda
uitgewerkt langs de thema's die door verkenner Koolmees waren
geconcludeerd op basis van een ronde langs alle fracties. Als u mij
vraagt wat ik het meeste mis hierin, is dat toch een stevig hoofdstuk
over hoe je mensen die in de verdrukking zitten, die moeilijk kunnen
meekomen in onze samenleving, de komende jaren gaat helpen. Dan gaat het
over schuldhulpverlening; over armoedebestrijding; over de
toeslagenaffaire en de nasleep daarvan; over voortdurende discriminatie
van mensen met een andere huidskleur of een anders klinkende achternaam.
Daar moeten we het ook echt beter doen. Dat is wat mij betreft een van
de thema's die we in een volgende fase heel serieus gaan beetpakken. En
het is misschien ook nog een deel van het antwoord op de vraag die ik
net van de heer Dijk kreeg: welk écht sociaal beleid willen we nou
voeren voor mensen die de meeste moeite hebben om mee te komen in onze
samenleving? Ik denk dat dat de crux is.
En ten tweede, over de zorg. Ik ben het afgelopen jaar een dag gaan
meelopen in die ouderenzorg, in de wijkverpleging in een prachtig
zorgcomplex. Daar waren zowel de bewoners als de mensen die daar aan het
werk waren eigenlijk allemaal ontevreden. Ze waren zeer begripvol over
de kwaliteit van de zorg die de zorgverleners leverden, maar ze waren
wel heel erg ontevreden over de onnodige bureaucratie. Over de complete
ontmenselijking in de ouderenzorg, waarbij alles in een formulier moet
worden ingevuld: "Is de soep te heet? Is de soep te koud? O, we gaan de
procedures erop aanpassen." Mogen die mensen dat alsjeblieft gewoon met
elkaar vormgeven? Ik zie ook de roep uit de gehandicaptenzorg, de
ouderenzorg, de jeugdzorg, richting de formerende partijen: "Ga nou niet
met ambtenaren van Financiën praten over hoe de toekomst van de zorg
eruit moet gaan zien, maar nodig mensen uit de zorg zelf uit om te
praten over hoe we de zorg menselijk, toegankelijk en betaalbaar houden,
en ook veel beter maken." Ik denk dat dat de opdracht is voor de
volgende fase van de formatie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik vind dit een hoopvol antwoord. Ik kijk er ook naar uit dat we echt
weer vooruit gaan kijken in plaats van dat we op de millimeter
boekhouden. Volgens mij is dat te veel en te lang gebeurd. Er zijn ook
te veel geitenpaadjes gevonden in plaats van dat de problemen
daadwerkelijk werden aangepakt. Maar ik denk dat we ons dan ook moeten
focussen. We moeten zelfbeheersing hebben en zeggen: met deze grote
thema's, inclusief de financiële bijsluiter die daar uiting aan moet
geven, gaan we aan de slag. Maar laten we ons ook een beetje beheersen
op het gebied van de klassieke vrijheden. Ik vond de motie gisteren over
artikel 23 dan toch zorgwekkend. Laten we niet op elkaars tenen gaan
staan, maar laten we echt aan de slag gaan met daadwerkelijke
oplossingen die nodig zijn, of het nou gaat om wonen en de dakloosheid
die we nu zien, of om stikstof en boeren die nu met hoofdpijn denken
"kunnen we doorgaan?", terwijl de natuur het ondertussen ook zwaar
heeft. Op al die punten kunnen we aan de slag, maar dat vraagt van de
150 hier zelfbeheersing en een stukje moed om het daarbij te houden. Ik
hoop dat collega Jetten dat in gedachten ook wil meenemen naar de
volgende fase. Daarbij vond ik gisteren niet het mooiste voorbeeld.
De heer Jetten (D66):
Heel kort. Van mij had die motie ook niet gehoeven. Wij hebben
voorgestemd, omdat we het er principieel mee eens zijn. Maar als je wat
wilt doen aan dit thema, kun je volgens mij beter een goede dialoog
voeren met elkaar en dan met een uitgewerkt voorstel komen over hoe je
die vrijheid en veiligheid op scholen beter kunt garanderen, met respect
en begrip voor de andere grondrechten die we hebben.
De heer Struijs (50PLUS):
Ook wij zien in het stuk van Buma veel aanknopingspunten om verder te
praten, maar we maken ons wel zorgen, onder andere over de bezuinigingen
op de zorg. Maar daarnaast wil ik ook aandacht vragen voor het volgende.
Ik hoor u veel over generaties praten, maar hoe denkt u die generaties
met elkaar te verbinden? Er luisteren en kijken nu een heleboel
50-plussers mee. We hebben er ondertussen meer dan 5 miljoen in
Nederland. Hoe wilt u oud en jong met elkaar verbinden, zodat we ook een
gemeenschap krijgen waarin men om elkaar geeft? Ik hoor u iets te weinig
over de bril van de 50-plussers en hun behoeften, of het nu om zorg of
om wonen gaat. Wij willen in deze fase graag meer horen over het met
elkaar verbinden van de generaties.
De heer Jetten (D66):
Ik denk dat mijn vader nu appt dat de heer Struijs weer helemaal gelijk
heeft, dus dat ik daar goed naar moet luisteren. Ja, onze samenleving
verandert razendsnel. Er zijn straks miljoenen mensen boven de 50,
miljoenen mensen boven de 60. Die zijn heel vaak hartstikke vitaal. Zij
willen deelnemen aan de samenleving. Zij willen misschien nog een tijd
werken en hun ervaringen overbrengen op de jongere generatie. Zij vragen
ook om hulp om dat op een goede manier te doen.
De hele grote vraag ten aanzien van de woningmarkt is hoe we ervoor
kunnen zorgen dat die miljoenen ouderen gewoon een prettig thuis hebben,
passend bij de levensfase, passend bij de financiële situatie, en het
liefst ook op een plek waar ze omringd worden door allerlei andere
generaties en op een plek waar er wat gebeurt. Dus volgens mij moeten we
gewoon bij alle grote thema's, of het nou gaat om de arbeidsmarkt, wonen
of de toegang tot de zorg, steeds heel goed nadenken. Onze bevolking
vergrijst in een rap tempo. We worden steeds ouder, maar we blijven ook
steeds langer vitaal. Hoe kunnen we daar op een goede manier mee omgaan?
Volgens mij moeten we daar ook juist die mensen zelf bij betrekken,
omdat die generatie veel beter dan ikzelf kan uitleggen wat daarvoor
nodig is.
De heer Struijs (50PLUS):
Ik zie uit naar de volgende ronde om hier indringend over te spreken. Ik
hoop dat de heer Jetten ook regelmatig naar zijn vader luistert. Dank u
wel.
De voorzitter:
Dat hopen wij met u.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ook van onze kant de complimenten voor de intentie van de agenda die D66
en het CDA samen hebben geschreven, waarmee ze echt problemen willen
oplossen. Op sommige vlakken zetten ze ook echt moedige stappen naar
voren. Verschillende collega's uiten nu al hun zorgen over de inhoud.
Die zorgen heb ik ook, maar ik heb ook een meer fundamentele
vraag.
De heren Jetten en Bontenbal hebben net als veel anderen gezegd dat
Nederland behoefte heeft aan een stabiel kabinet dat de problemen gaat
oplossen. Daar ben ik het mee eens. Maar nou kiest de heer Jetten ervoor
om verder te praten met de VVD. Als ik me niet vergis — ik heb er een
actieve herinnering aan en ik denk dat de heer Jetten dat ook heeft —
was er al een samenwerking met de VVD. Die werd in 2023 opgeblazen door
de VVD met een leugen over nareis op nareis. Vervolgens plaveide
diezelfde VVD met partijleider Yeşilgöz de weg voor het meest instabiele
kabinet ooit. De heer Jetten sprak net ook al even kort over de
verharding in de samenleving. Die is niet uit de lucht komen vallen. Dus
als we een stabiel kabinet willen, waarom doe je dat dan met de VVD? Ze
heeft toch niet laten zien dat ze bereid is om verantwoordelijkheid te
nemen voor een stabiel landsbestuur en dat ze het landsbelang boven
partijbelang stelt?
De heer Jetten (D66):
Ik heb de afgelopen jaren denk ik genoeg gezegd over wat ik vond van de
val van Rutte IV en wat ik vond van het vorige kabinet. Maar we hebben
ook Tweede Kamerverkiezingen gehad, met een uitslag die is gereflecteerd
in een zetelverdeling hier. De vraag aan verkenner Koolmees en de vraag
aan informateur Buma was ook eigenlijk heel simpel: welke partijen zijn
bereid in welke combinatie dan ook met elkaar naar de toekomst te
kijken, om weer positieve dingen voor het land te gaan doen? Ik wilde
daar in mijn spreektekst uitgebreid op ingaan, maar laat ik dat dan nu
maar doen.
Ik had een andere eerste voorkeur. Die heb ik bij de verkenner geuit.
Die heb ik bij de informateur geuit. Die voorkeur, een kabinet van D66
met GroenLinks-PvdA, CDA en VVD, zit er op dit moment gewoon niet in.
Daar gaan de standpunten niet over veranderen. Dan kan ik nog tien weken
lang mijn eigen voorkeur blijven verkondigen, maar ik kan ook met de
andere partijleiders afpellen wat er dan wel kan. We hebben denk ik
zeven, acht of negen verschillende scenario's met elkaar bekeken,
verschillende meerderheidsvarianten en verschillende
minderheidsvarianten. Er waren eigenlijk altijd wel een of meerdere
partijen die zeiden: ik zie dat niet zitten. Ik wilde die stilstand, die
politieke impasse, echt voorkomen. Ik wil door naar de volgende fase.
Mijn conclusie of de conclusie van de informateur, een conclusie die ik
volledig steun, is dat alleen de combinatie van D66, CDA en VVD nu
voldoende aanknopingspunten biedt om snel tot een ambitieus en stabiel
kabinet te komen, hopelijk met een verdere samenwerking ook met andere
partijen, want die zal nodig zijn.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik snap dat de heer Jetten een andere voorkeur had. Dat is prima. Ik
snap ook dat hij zegt: we moeten ook door. Maar daar hoort volgens mij
wel bij dat je dan zegt: we moeten een meerderheid hebben en we moeten
door, maar de VVD is geen stabiele en betrouwbare partner. Dat heeft de
VVD gewoon laten zien. Ik denk dan aan het opblazen van het vorige
kabinet met een leugen, geen reflectie, het mogelijk maken van een
totaal instabiel kabinet en de verharding in de samenleving die daar het
gevolg van is. D66 heeft zelf gezien dat gewelddadige mensen bij zijn
partijkantoor stonden. Erger nog, in de straten van Nederland zag je
openlijk racisme. Dat is wel allemaal het gevolg van de afgelopen jaren.
Volgens mij moet je dan zeggen: nou ja, dan gaan we maar met zijn tweeën
verder, want met de VVD erbij gaan we door met bewindslieden in het
kabinet die lak hebben aan de verhoudingen hier en die de Kamer gewoon
voorliegen als ze denken dat het hun beter uitkomt. Dat kunnen we toch
moeilijk kwalificeren als een stabiel kabinet.
De heer Jetten (D66):
Ik vind het wel knap dat mevrouw Ouwehand nu al kan oordelen over een
kabinet dat er nog niet is. Volgens mij werkt een formatie toch stap
voor stap. We gaan nu de volgende fase in met drie partijen. Ik hoop dat
we wederom kunnen verrassen met tempo, maar ook met grote inhoudelijke
keuzes. In de komende fase van de formatie zullen we ook met elkaar
moeten doorpraten over wat voor soort politieke cultuur we willen. Hoe
kijken we aan tegen het type bewindspersonen en de samenwerking in het
kabinet? Wat verwachten we van het kabinet in de omgang met de Kamer?
Hoe willen we in de Kamer als coalitie en oppositie met elkaar omgaan?
Ik ben het heel erg met mevrouw Ouwehand eens als zij zegt dat we als
politiek collectief de afgelopen paar jaar niet het goede voorbeeld aan
het land hebben gegeven. We zijn er echt zelf bij om dat beter te doen.
Ik ben er toch wel hoopvol en optimistisch over dat we dat de komende
tijd ook met elkaar kunnen doorbreken. We zullen dat ook moeten
beoordelen tijdens de onderhandelingen en bij het eindresultaat dat er
uiteindelijk uitrolt.
De heer Dassen (Volt):
Ik wil de heer Jetten en de heer Bontenbal ook complimenteren, omdat ze
volgens mij een voortvarende start hebben gemaakt met een agenda waar
veel partijen aanknopingspunten in zien. Dat is heel positief.
Tegelijkertijd zien we ook dat de wereld om ons heen in heel rap tempo
aan het veranderen is. Afgelopen week kwam de nationale
veiligheidsstrategie van de Verenigde Staten naar buiten. Donald Trump
pleit eigenlijk voor het opheffen van de Europese Unie. Dat maakt ook
dat wij als Europa op een andere manier naar onszelf moeten gaan kijken.
Wij moeten ook gaan kijken naar de Europese Unie. Als ik dit stuk
bekijk, dan vind ik het op dat gebied nog wat magertjes. Ik denk
namelijk dat we veel sneller moeten gaan integreren om ons goed te
kunnen verhouden tot die vijandelijkheid die van buitenaf op ons
geprojecteerd wordt. Ik ben benieuwd hoe de heer Jetten hiernaar kijkt
en of hij dat met mij eens is.
De heer Jetten (D66):
Dat is een hele goede vraag, zeker nu. Een week geleden kwam er een stuk
uit het Witte Huis met een hele duidelijke boodschap aan Europa,
namelijk: zoek het lekker zelf uit. Wat mij ergert in de afgelopen week,
is dat er in heel veel Europese discussies vooral wordt geklaagd over
hoe erg het is dat Trump nu deze stap zet. Hoe naïef zijn we dan de
afgelopen tijd met z'n allen geweest? We moeten het met elkaar hebben
over hoe we het zelf beter gaan doen. Hoe gaat Europa voor zijn eigen
veiligheid zorgen? Hoe gaan we die Europese economie versterken? Hoe
gaan we de Europese integratie op een aantal grote onderwerpen versneld
afmaken, zodat we gewoon onze eigen boontjes kunnen doppen? Ik denk dat
ook die keuzes in deze agenda van D66 en CDA staan, bijvoorbeeld voor
versnelde investeringen in verdere Europese defensiesamenwerking, in
betere samenwerking op het gebied van inlichtingen en wat betreft het
afmaken van de bankenunie. Die Europese samenwerking nu intensiveren is
wat mij betreft echt de weg vooruit om ervoor te zorgen dat we minder
afhankelijk zijn van de Amerikanen en ook minder de speelbal van de
strijd tussen de Amerikanen en de Chinezen.
De heer Dassen (Volt):
Eens, alleen ik denk dus dat er meer nodig is dan hetgeen er nu staat.
Op veel hiervan heeft Nederland de afgelopen jaren natuurlijk al
ingezet. Ik denk dat we nu echt toe moeten werken naar een Europees
leger, naar het stoppen van alle veto's, naar één buitenlandminister die
echt namens Europa op het wereldtoneel speelt. Dat zijn zaken waarmee we
aan de bak moeten. Ik hoop ook dat D66 en het CDA de komende tijd nog
meer durven om die stap vooruit te maken.
Dat is ook een beetje gerelateerd aan mijn vervolgvraag. Er wordt nu
door D66 en het CDA de keuze gemaakt om met de VVD te gaan praten. Als
ik kijk naar wat er nodig is, ook op dit gebied, dan denk ik juist dat
er met een andere partij misschien snellere stappen gemaakt hadden
kunnen worden. Ik was en ben nog steeds voorstander van een
meerderheidskabinet. Ik denk dat dat het beste is in deze turbulente
wereld. Heeft D66 ook overwogen om de vervolgstap niet met de VVD te
maken, maar bijvoorbeeld met GroenLinks-PvdA?
De heer Jetten (D66):
Nou, die vraag hoef ik niet te beantwoorden, omdat de heer Klaver niet
openstaat voor minderheidskabinetten.
De heer Dassen (Volt):
Oké. Dat heb ik zelf niet zo uit het verslag van de heer Buma gehaald.
Volgens mij staat er dat het niet wenselijk is. Dat is volgens mij net
wat anders. Wellicht kan de heer Buma hier dadelijk dan nog antwoord op
geven. Maar als dat het geval is, zal ik dat dadelijk ook nog aan
GroenLinks-PvdA vragen.
De heer Van Baarle (DENK):
Laat ik ook beginnen met een compliment in de richting van de heer
Jetten en uiteraard ook in de richting van de heer Bontenbal voor het
opleveren van de agenda. Het komt niet vaak voor dat twee politieke
partijen op die manier een inhoudelijke stap naar voren zetten. De heer
Jetten heeft natuurlijk campagne gevoerd. Zijn belofte in de campagne
was dat, na het experiment met het extreemrechtse kabinet, het tijd werd
om Nederland weer bij elkaar te brengen en om een einde te maken aan de
tijd van verdeeldheid, waarin mensen op basis van afkomst tegen elkaar
opgezet werden.
Ik snap vanuit die inhoud gewoon oprecht niet waarom de heer Jetten zich
in deze fase nu zo gaat verbinden aan de VVD van mevrouw Yeşilgöz, die
er in de afgelopen tijd toch hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor is
geweest om discriminatie en racisme in het kabinet te plaatsen.
Bewindspersonen hebben de meest verschrikkelijke uitspraken gedaan. De
VVD heeft zich echter ook in de Kamer bij stemmingen verhouden tot
bijvoorbeeld vluchtelingen op een manier waarvan ik zeg: dat is toch
niet waar we als Nederland naartoe moeten? We moeten toch geen
populistische amendementen van de VVD willen steunen waardoor er
allemaal onrechtsstatelijke wetsvoorstellen door de Kamer gejast worden?
Dit kan toch niet de inhoud zijn waar de heer Jetten voor wil kiezen? De
heer Jetten kan zo toch niet op een geloofwaardige manier zeggen dat hij
Nederland weer gaat verbinden?
De heer Jetten (D66):
De afgelopen periode heeft D66 op een aantal grote inhoudelijke thema's
duidelijk andere keuzes gemaakt dan de VVD. Dat zijn ook onderwerpen
waar we de komende weken vast nog pittige gesprekken over gaan voeren
tijdens de onderhandelingen. Ik vind het echter wel ingewikkeld als hier
één lid van de Kamer dat zo meteen zelf nog aan de beurt is, persoonlijk
aansprakelijk wordt gesteld voor zo'n beetje alles wat er de afgelopen
jaren is gebeurd. Dan moet u zo meteen gewoon een kritische vraag aan
mevrouw Yeşilgöz stellen. Dan zal ze die, denk ik, ook graag willen
beantwoorden. Dus ja, we hebben inhoudelijk andere keuzes gemaakt. Daar
hebben we ook stevig over gedebatteerd. Daar hebben we ook tijdens
tv-debatten een paar keer stevig de degens over gekruist. We gaan de
komende weken kijken of we gezamenlijk tot een nieuwe agenda kunnen
komen. Dat is volgens mij wat er nu van ons verwacht wordt, in deze
volgende fase van de kabinetsformatie.
De heer Van Baarle (DENK):
Rekent u er maar op dat we mevrouw Yeşilgöz ook in de komende tijd in
het debat zullen bevragen op haar keuzes — daar is dit huis ook voor —
maar ik vraag nu naar de keuzes van de heer Jetten. De heer Jetten maakt
nu namelijk een keuze voor samenwerking met de VVD. We weten wat de VVD
in de afgelopen tijd heeft gedaan en we weten waar de VVD voor staat. We
weten wat de VVD Nederland heeft aangedaan: het laten vallen van
kabinetten en het creëren van een extreemrechts kabinet. Maar laten we
het nou gewoon even heel tastbaar maken wat betreft de visie en het
leiderschap voor Nederland. Een VVD-bewindspersoon, de heer Nobel, heeft
de uitspraak gedaan dat Nederlandse islamitische jongeren voor een groot
deel de Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven. Zijn dat
soort zaken nou zaken waarvan de heer Jetten zegt: dat gaat gebeuren in
een mogelijk kabinet waar ik leiding aan geef. Dat zijn namelijk wel de
VVD-uitspraken die de heer Jetten met deze samenwerking in een kabinet
gaat hijsen.
De heer Jetten (D66):
Ik vond dat destijds belachelijke uitspraken, die niet helpen om de
integratie in Nederland te bevorderen. Ze helpen ook niet om oog te
hebben voor heel veel jongeren met een migratieachtergrond die hun
stinkende best doen, maar nog steeds elke dag worden geconfronteerd met
allerlei vormen van discriminatie, waardoor ze niet volwaardig aan deze
samenleving kunnen meedoen. Volgens mij staat er dan altijd een D66'er
op om zich daartegen uit te spreken. Dat is dus ook een onderwerp waar
we de komende weken vast en zeker nog wel stevige discussies over gaan
voeren, zoals het hoort en zoals u dat waarschijnlijk ook in alle
komende Kamerdebatten zult blijven doen. Ik sta voor een politiek die
oog heeft voor de talenten van mensen. Wat doen mensen? Wat willen
mensen bijdragen aan deze samenleving? Daar moeten we naar kijken in
plaats van dat we ze beoordelen op afkomst, geloof of wat dan ook. Dat
is ook het mooie aan verkiezingen. De kiezer heeft gesproken. Die heeft
ons een nieuwe zetelverdeling gegeven. Daar zullen we het mee moeten
doen. We bouwen dadelijk met elkaar aan een nieuw regeerakkoord en
wellicht aan een nieuwe kabinetsploeg. U mag dat kabinet op zijn
voorstellen en daden beoordelen.
De heer Van Baarle (DENK):
De glimmende nieuwe auto van een cultuur van verbinding begint zijn
glans nu wel steeds meer te verliezen. Van uitspraken die de heer Nobel
heeft gedaan wordt gezegd dat we het daar de komende tijd over moet
hebben. Ik geef aan dat de VVD zichzelf in de afgelopen tijd echt heeft
laten zien als een politieke partij die discriminatie gewoon het kabinet
in heeft gebracht. Ik denk dat heel veel Nederlanders na dit
extreemrechtse kabinet hadden gehoopt dat hier gewoon veel duidelijker
een lijn tegen werd getrokken en dat er veel duidelijker een lijn werd
getrokken tegen de agenda van verdeeldheid die de VVD in de afgelopen
tijd heeft laten zien. Tot mijn spijt wordt die stap niet gezet en
worden er nu gesprekken met de VVD gevoerd en wordt het een punt van
onderhandeling met de VVD. Dat vind ik jammer.
De heer Jetten (D66):
Ik vind het ook een beetje veel heel ver achteraf gepraat. Kijk, waar
het om gaat, is het volgende. Als er dingen gebeuren of worden gezegd
die je niet acceptabel vindt, dan gaat het erom dat je op dat moment
acteert, dat je op dat moment normeert en op dat moment de discussie
aangaat. Zoals wij hebben gedaan in het voorbeeld dat u aanhaalt.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb het al eerder gezegd, maar ik zal het ook hier zeggen:
complimenten aan de heer Jetten en de heer Bontenbal voor het stuk dat
zij hebben geschreven. Heel goed dat ze daar het gesprek over wilden
aangaan met heel veel mensen. Nu worden het drie partijen. Net werd er
iets gezegd in onze richting, wat ik toch even wil corrigeren. Dat ging
over de vraag hoe we nu verder moeten onderhandelen. Er werd even gedaan
alsof onze fractie voor allerlei varianten zou hebben gelegen. Dat is
niet het geval. Ik heb juist de suggestie gedaan aan de heer Jetten om
bijvoorbeeld met het CDA verder te gaan praten. En ook aan de heer
Bontenbal om met D66 verder te praten. Ik heb aangegeven dat onze
fractie een minderheidskabinet buitengewoon onverstandig vindt. Dat zal
ik straks betogen. Als de volgende stap in het proces was om met zijn
drieën te praten en daarna te kijken of we een ander kabinet zouden
kunnen vormen of naar meerderheden konden toewerken, dan waren wij
daartoe bereid. U heeft een andere keuze gemaakt. Dat kan. U heeft
ervoor gekozen om met de VVD verder te spreken. Maar schuif dat niet af
op mijn fractie. Het was uw keuze. Daar moet u zelf voor staan.
De heer Jetten (D66):
Ik kreeg de vraag waarom geen minderheidskabinet van CDA, D66 en
GroenLinks-PvdA. In het verslag van de informateur staat gewoon: "de
fractie van GroenLinks-PvdA sprak zich uit tegen een
minderheidskabinet". Dan heeft het dus geen zin om daarover met elkaar
te praten. We hadden misschien een volgende fase van de onderhandelingen
in kunnen gaan met deze drie partijen om te kijken of we vanuit daar tot
een meerderheidskabinet konden komen. Dat had gekund. Maar dan is wel de
vraag: welk meerderheidskabinet? Het meerderheidskabinet met
GroenLinks-PvdA, D66, CDA en VVD, al wekenlang mijn voorkeur, wordt
onmogelijk gemaakt, omdat de VVD dat niet wil. Ik heb een
meerderheidskabinet gesuggereerd met GroenLinks-PvdA, D66, CDA,
ChristenUnie en JA21. Dat gaat niet vliegen, omdat mevrouw Bikker daar
niet op zit te wachten en de heer Eerdmans er niet enthousiast over
wordt. Er zijn heel veel varianten gepasseerd. Die gingen niet omdat een
of meerdere partijen zeiden dat ze er niet aan gaan deelnemen. Zo simpel
is het ook. Het was in deze formatie ook echt een kwestie van heel veel
wegstrepen. Dan bleef over: gesprekken met deze drie partijen. Niet mijn
eerste voorkeur, maar ik denk wel een noodzakelijke stap om de formatie
gaande te houden.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat is helder. Dat is de keuze van de heer Jetten. Ik vraag hem alleen
om voor die keuze te gaan staan. Uit het verslag blijkt dat dit zijn
tweede keuze was. Als de meerderheidsvariant niet kon, dan kwam hij tot
deze keuze. Dat is de keuze die hij maakt. Hij doet nu net alsof het
komt, doordat mijn fractie van alles niet wilde. Dat is niet het geval.
De opties die hij zojuist noemde, bijvoorbeeld om met zijn vijven te
gaan praten, daar stonden wij allemaal voor open. Die route is niet
gekozen. Dat is wat het is.
De heer Jetten (D66):
Ja, dat waren routes die niet mogelijk bleken, omdat de partijen die
ervoor nodig zijn dat niet wilden. Ik sta voor die keuze. Het is ook
helemaal geen verwijt. Ik sta voor die keuze, want ik wil dat we tempo
maken in de instabiele wereld. Lees even wat er dit weekend in de
kranten stond over de complete chaos op het stikstofdossier. Dit land
schreeuwt om een missionair kabinet dat kan regeren. Ik denk dat dit nu
de enige mogelijke stap is naar een missionair kabinet. Had ik dat graag
met u gedaan? Jazeker! Was dat mogelijk? Helaas niet.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil even beginnen met een punt van orde. Door de heer Van Baarle is
twee keer gezegd dat hier een extreemrechts kabinet zit. U heeft bij uw
komst als voorzitter aangegeven dat u graag wilt normeren. Als het
huidige kabinet, waarvan BBB en VVD deel uitmaken, een extreemrechts
kabinet genoemd wordt, dan wordt er eigenlijk gesuggereerd dat wij
geïnspireerd worden door het nationaal socialisme, de nazi's. Als dat
weer gebeurt, zou ik graag willen dat u daar normerend tegen optreedt.
Dit is geen extreemrechts kabinet. Door dat te zeggen, hang je er heel
veel ideologieën aan, die wij niet ondersteunen.
De voorzitter:
Ik heb de heer Van Baarle die interpretatie zelf niet horen zeggen, maar
u heeft uw punt gemaakt, omdat de term in het verleden weleens zodanig
is gebruikt dat je die interpretatie eraan zou kunnen hechten. U heeft
uw punt gemaakt. En nu uw interruptie.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Daar wil ik toch even op reageren. In de definities van extreemrechts
wordt er overal bijgezet dat mensen die extreemrechts zijn — of in dit
geval een extreemrechts kabinet, wat het niet is — geïnspireerd worden
door de nazi's.
De voorzitter:
Ik heb gezegd dat u terecht dat punt maakte. U heeft het punt nu
gemaakt.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Ik lees even een citaat voor uit het verslag van de heer
Buma: "De overheid gaat gebukt onder steeds ingewikkelder cycli van
wetgeving, uitvoering, verantwoording en controle. Steeds ingewikkelder
regelgeving en steeds striktere regels leiden tot verkramping in de
uitvoering." Mijn vraag aan de heer Jetten is: wie heeft dat
verstikkende, wurgende beleid veroorzaakt? Hoe is dat tot stand gekomen?
Hoe komt het dat wij daar nu mee zitten?
De heer Jetten (D66):
Door meerdere opeenvolgende kabinetten, die het allemaal te complex en
te ingewikkeld hebben gemaakt.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, en daarmee constateer ik dat ook D66, CDA, VVD in de kabinetten
hebben gezeten die het wurgende beleid dat de heer Buma heel goed
omschrijft in zijn verslag, tot stand hebben gebracht. Dan is mijn
vervolgvraag: wat gaat de heer Jetten met de formerende partijen exact
doen om uit die wurgende wet- en regelgeving te komen, en niet het
kabinet-Rutte III en IV voort te zetten?
De heer Jetten (D66):
Ik heb zelf een paar jaar geleden al in verschillende toespraken gezegd
dat soms ook beleidskeuzes die met D66 zijn gemaakt, achteraf
onverstandig zijn gebleken, omdat we dachten dat we met meer wet- en
regelgeving of met meer controles op de uitvoering dingen beter zouden
kunnen maken voor mensen en ondernemers. Dat is op een aantal
onderwerpen niet waar gebleken. Je zult dus — de heer Eerdmans en ik
hebben daar vorig jaar allebei een pleidooi voor gehouden — eens even
flink kritisch moeten kijken naar een hele hoop regels die nu
verstikkend werken. Kan het simpeler? Kan het minder? Kan je meer vanuit
vertrouwen organiseren in plaats van vanuit wantrouwen? Ik denk dat voor
alle beleidsterreinen geldt dat het simpeler kan. Soms vraagt dat juist
een overheid die actiever wordt, want door het allemaal weg te
organiseren en het vervolgens te willen controleren, ontstaat er ook een
hele bureaucratische molen van controle op controle. Terwijl je het, als
je er als overheid dichter bovenop gaat zitten, soms ook meer kan
loslaten.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Kunnen wij dan verwachten dat hier in de volgende fase van de formatie
concrete voorstellen voor komen? Gaan de formerende partijen hier
concreet mee bezig? Dit is namelijk inderdaad waardoor Nederland tot
stilstand is gekomen. Dat komt niet door het huidige kabinet, maar door
alle regels die in het verleden zijn verzonnen en waarvoor wij proberen
een oplossing te vinden, zeker zolang we nog in het kabinet zitten. Maar
gaan de formerende partijen hier concreet mee komen in de volgende
formerende fase?
De heer Jetten (D66):
Ja, ik denk bijvoorbeeld als je kijkt naar de woningbouw wel. De laatste
signalen zijn vrij dramatisch, dat we dit jaar of komend jaar afstevenen
op — wat is het? — zo'n 60.000 nieuwe woningen. Dat is veel te weinig,
dus dan moet je kritisch kijken naar de vergunningverlening, naar het
tempo waarin er kan worden gebouwd. De huidige minister is daar al mee
begonnen, maar dat is nog niet genoeg, zoals blijkt uit de cijfers van
volgend jaar. Je moet dus echt bereid zijn om radicaal te kijken naar de
woningbouw. Het is gewoon niet uit te leggen aan de miljoenen mensen die
geen thuis hebben, dat het — wat is het? — vijf, zes, zeven jaar duurt
voordat we het papierwerk op orde hebben en de eerste schop in de grond
kan. Dat moet echt radicaal anders.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik heb toch wel met een kleine glimlach gekeken naar de woonparagraaf in
het tussenverslag, waarin heel veel dingen worden overgenomen van het
beleid van het kabinet dat er nu zit en van onze minister Mona Keijzer.
Het werd een beetje gepresenteerd alsof het ei van Columbus was gevonden
door D66 en het CDA, zo van: dit gaan wij doen. Maar heel veel daarvan
is gewoon al staand beleid. Erkent de heer Jetten dan ook dat de
beeldvorming die er in de verkiezingscampagne is geweest — "er gebeurt
niets", "alles zit op slot", "het is een totale chaos" en "het kabinet
bereikt niets" — niet klopt? In die passage zien wij dat dit eigenlijk
het beleid is dat nu al is ingezet door het nog zittende kabinet. Erkent
de heer Jetten dat er ook gewoon goed werk is geleverd dat voortgezet
kan worden door een volgend kabinet, in plaats van gepresenteerd te
worden als nieuwe plannen, van "dat ging toen fout en dit gaan wij nu
doen"? Dat is namelijk pertinent niet zo, als ik het tussenverslag
lees.
De heer Jetten (D66):
Ik heb de afgelopen anderhalf jaar ook regelmatig gezegd dat mijn
fractie het woonbeleid van minister Keijzer voor 99% steunt. Dat willen
we voortzetten, dat willen we intensiveren en daar willen we een schepje
bovenop. We willen ook nog een hele hoop nieuwe dingen, die nu in die
agenda staan. Gehoord deze mooie, positieve woorden van mevrouw Van der
Plas hoop ik dan ook dat als er eenmaal een nieuw kabinet is dat daar
verder mee gaat, het daarbij ook op steun van de BBB-fractie kan rekenen
om die woningbouw vlot te trekken. We maken natuurlijk wel echt een
radicaal andere keuze op het stikstofdossier, omdat de totaal
vastgelopen vergunningverlening op stikstof niet alleen slecht is voor
de woningbouw, maar ook voor boeren en voor de verduurzaming van
bedrijven. Ik denk dat mevrouw Van der Plas ook wel heeft gelezen in die
agenda dat we daarin echt willen breken met het beleid van minister
Wiersma.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat is niet helemaal waar, want ik zie ook heel veel elementen in het
tussenverslag staan die gewoon al door deze minister zijn ingezet. Wat
ik wel zie, is dat het CDA en D66 niet schuwen om boeren gedwongen te
onteigenen, vergunningen af te pakken en gedwongen uit te kopen. Dat
vind ik wel slecht nieuws voor de boeren, dat klopt.
Ik had ook nog een andere vraag. De heer Jetten schreef in september —
hij zei het ook nog in de Kamer — min of meer: laten we ons committeren
aan een kabinet dat er voor de kerst staat. Voor de kerst zou er een
nieuw kabinet zijn, maar dat is niet gelukt. Ik ga er niet van uit dat
er binnen de komende dagen nog een nieuw kabinet gaat komen, want dat
zou echt een wereldwonder zijn. Maar dat is niet gelukt. Wat is daar
gebeurd? De heer Jetten zei in september: dat gaan we doen en voor de
kerst zijn we er. Nu zitten we in december en het is nog niet gelukt.
Wat is daar precies gebeurd? We hebben een heleboel dingen kunnen
meekrijgen, maar waarom is dat niet gelukt? Waarom is dat niet
doorbroken?
De heer Jetten (D66):
Als de heer Bontenbal en ik een beetje hadden doorgewerkt, waren we er
misschien uitgekomen, maar dan hadden we nog steeds maar 44 zetels. De
ingewikkelde verkiezingsuitslag maakte dat die fase, waarin het CDA en
D66 samen deze agenda opstelden, nodig was om tot een doorbraak te
komen, ook in de kabinetsformatie. Ik vind nog steeds dat we echt in een
megahoog tempo door moeten. Ik zal straks ook een motie indienen om een
nieuwe informateur voor te dragen, die wat mij betreft vrijdag 30
januari als deadline krijgt. Dat is een heel kort tijdspad om tot een
akkoord te komen waarmee een nieuw kabinet zou kunnen beginnen. Ik denk
dat we dat ook echt verplicht zijn aan het land, dat het zat is dat we
al zo lang stilstaan. Het is ook ondoenlijk om van het demissionaire
kabinet te vragen om nog maandenlang door te gaan. Het is knap dat ze
het doen, met zo'n kleine ploeg en kleine steun in de Kamer, maar het is
natuurlijk niet wenselijk dat dat nog heel lang standhoudt. Wij zullen
dus ons best doen om zo snel mogelijk klaar te zijn.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Tot slot had ik nog één andere vraag. Dit is ook de formatie van het
fatsoen: normaal met elkaar omgaan, niet lelijk doen tegen elkaar, geen
ruzie maken. Die ruzie hebben we al gezien en lelijk tegen elkaar doen
hebben we ook al gezien in deze formatie. Ik las een citaat in de media
van uw collega, de heer Bontenbal. Dat ging over de goede samenwerking
en dat er geen ruzie was. Hij zei: er blijken ook nog normale mensen in
de Tweede Kamer te werken. Ik wil graag een reflectie van de heer
Jetten. Er wordt nu weliswaar om gelachen, maar ik vind het niet echt
fatsoenlijk om dat te zeggen over 148 andere gekozen parlementariërs die
niet weten wie er bedoeld wordt. Vindt u dat normaal gedrag? Vindt u het
normaal dat er wordt gezegd dat er ook nog normale mensen werken in de
Tweede Kamer?
De voorzitter:
De heer Jetten.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Zijn die anderen dan gek? En wie zijn dat dan? Ik wil dan graag even een
lijstje hebben met namen. Wie zijn dat?
De heer Jetten (D66):
Ik weet het ook niet, voorzitter.
De voorzitter:
U mag zich hier inschrijven.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
En als u ze niet heeft, dan wil ik graag weten: wat is daarmee
bedoeld?
De voorzitter:
Uw punt is helder, mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik vind het wel fijn om te weten of ik tot de gekken behoor of tot de
normalen.
De voorzitter:
Meneer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Waar ik nu een beetje bang voor ben, is dat de heer Bontenbal met die
ene normale persoon zijn secondant bedoelt, Bart van den Brink, omdat
hij twee weken met mij en de heer Paternotte in een Kamer heeft moeten
zitten. Ik ken het citaat niet. Ik weet niet waar het over gaat. Wat ik
wel weet, is dat het ons gelukt is, dat we in die tweeënhalve week heel
veel inhoudelijke thema's hebben beetgepakt, dat we transparant waren
over wie er langskomen en waar we over praten, dat er niks is gelekt, en
dat er niet met deuren is geslagen, geen ruzie is gemaakt of wat dan
ook. Dat vond ik ook heel prettig, want ik heb ook weleens in een
situatie gezeten waarin het er anders aan toe ging, en u volgens mij ook
de afgelopen jaren. Daar hadden wij gedrieën nog een klein debatje over.
We hebben gelukkig geen ruzie hoeven maken over koekjes. Ik hoop dat we
allemaal — laat ik het zo zeggen — in normalere verhoudingen kunnen
komen. We zijn allemaal verschillend hier. We mogen af en toe ook wel
stevig van mening verschillen, maar het is wel fijn als het op een
prettige manier kan, zoals u en ik nu aan debatteren zijn.
De voorzitter:
Mevrouw De Vos. Nee, mevrouw Van der Plas, dit was uw laatste
interruptie. Ik wijs erop dat de heer Jetten al een uur aan het woord
is. Hij is de eerste spreker van de zijde van de Kamer en hij heeft nog
vier minuten! Dus: mevrouw De Vos.
Mevrouw De Vos (FVD):
Ik ga even terug naar de inhoud. In het document van D66 en het CDA
staat onder andere dat de hypotheekrenteaftrek afgebouwd zou moeten
worden. Dat is bij de verkiezingen een heel heet hangijzer geweest. Dat
is terecht een heel grote zorg voor miljoenen mensen in Nederland met
een koopwoning. Forum voor Democratie is er heel duidelijk in geweest:
wij willen de hypotheekrenteaftrek behouden. Maar de VVD heeft ook in de
verkiezingstijd heel stellig gezegd dat zij niet in een kabinet gaan
zitten waarin de hypotheekrenteaftrek wordt afgebouwd. Mijn vraag is dus
eigenlijk aan de heer Jetten of dit een breekpunt is of niet.
De heer Jetten (D66):
Er zijn al zo veel breekpunten gepasseerd in de afgelopen paar weken.
Dat waren er volgens mij wel genoeg. CDA en D66 hebben gezamenlijk
gekeken wat er de komende jaren nou nodig is om zo veel mogelijk mensen
weer aan een betaalbaar huis te helpen en om de woningmarkt gezonder te
maken. We hebben ook geluisterd naar de experts van de ministeries,
economen, De Nederlandsche Bank en het CPB. Zij zeiden eigenlijk
allemaal dat de hypotheekrenteaftrek zoals Nederland die nu heeft gewoon
slecht is voor starters en voor de toegankelijkheid van de woningmarkt
en dat het de prijzen onnodig opdrijft. We moeten daar op termijn van
af. Ze adviseren om die afbouw op een verstandige en verantwoorde manier
vorm te geven en het geld dat je daarmee ophaalt via een lagere
inkomstenbelasting terug te geven aan de Nederlanders. Dat is het
voorstel dat wij hebben opgeschreven. Ik hoop dat we niet alleen de VVD,
maar misschien ook uw partij daar de komende tijd van kunnen
overtuigen.
Mevrouw De Vos (FVD):
Dat laatste gaat zeker niet lukken. Ik kan ook nog een boom opzetten
over de verkiezingsbeloftes van de VVD. Ik hoop dat ze zich aan die
beloftes houden, maar zeker weten doe ik het niet. Ik zeg daar ook even
bij dat Forum voor Democratie bij het vorige debat een motie heeft
ingediend om de hypotheekrenteaftrek te behouden. Die motie zou het
hebben gehaald als de VVD voor had gestemd. Dat is niet gebeurd. Mijn
vraag blijft dus toch eigenlijk staan. D66 wil de hypotheekrenteaftrek
afbouwen, CDA ook. VVD zegt dat niet te willen. Die drie partijen gaan
nu met elkaar om tafel. Wat gebeurt er als men daar niet uit komt? Is
D66 dan wel of niet bereid om zich daarnaar te voegen?
De heer Jetten (D66):
Met alle respect: het heeft geen zin om vooruit te gaan lopen op
onderhandelingen die nog moeten beginnen. Ik denk dat de inzet van D66
op dit onderwerp helder is. We gaan kijken waar we op uit kunnen komen
met elkaar.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog. Ik zou me kunnen voorstellen dat er enige overlap
zit tussen de interrupties en uw bijdrage.
De heer Jetten (D66):
Dat is zeker zo. Ik wilde zeggen dat deze agenda voor D66 en CDA dus een
uitgestoken hand is om te kijken waar we samen uit kunnen komen. Ik denk
dat veel van deze interruptiedebatten dat ook wel hebben laten
zien.
Na de presentatie van die agenda gingen we richting pakjesavond toch ook
weer een beetje terug naar bekend Haags gedrag. In plaats van langs de
lijnen van de inhoud kijken wie er met wie een volgende stap wil zetten,
volgde toch ook vooral heel veel Haags navelstaren van wie met wie wil
en vooral wie níét met wie wil. Er kwamen heel veel varianten voorbij.
De informateur moest uiteindelijk concluderen dat geen van die varianten
nu een meerderheid biedt voor een meerderheidskabinet. Er zal dus iets
anders moeten gebeuren. Ik vond het verstandig om nu een noodzakelijke
volgende stap te zetten, om een langdurige impasse te voorkomen in een
periode met grote politieke onrust en grote issues in eigen land. D66,
CDA en VVD zijn bereid om verder te praten over een ambitieus akkoord,
dat hopelijk ook snel kan leiden tot een kabinet. De opdracht daarbij is
niet alleen het uitwerken van het inhoudelijke akkoord, maar ook het
blijven kijken naar constructieve vormen van samenwerking met meerdere
partijen in deze Kamer. Dat is namelijk broodnodig om voorstellen,
wetten en begrotingen door de Tweede en Eerste Kamer te loodsen. Dat is
ook broodnodig omdat ik geloof dat er een breed draagvlak nodig is voor
onze veiligheid, voor goed migratiebeleid en voor langetermijnbeleid op
het gebied van economie. De uitgestoken hand naar zowel links als rechts
blijft dus. Ik hoop dat we in de komende weken verder met elkaar kunnen
uitdiepen hoe die dan het beste vorm te geven is.
Voorzitter, als u het mij toestaat, zou ik graag nu, in eerste termijn,
een motie willen indienen om een informateur aan de Kamer voor te
dragen.
De voorzitter:
Het is ongebruikelijk. Ik zie echter dat er vanuit de Kamer geen bezwaar
tegen is, dus gaat uw gang.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat informateur Buma een uitvoerig verslag heeft
uitgebracht;
wijst op grond van artikel 11, lid 1 van het Reglement van Orde mevrouw
Rianne Letschert aan als informateur, met als opdracht uitvoering te
geven aan het advies zoals verwoord in het verslag van de informateur,
en daarbij rekening te houden met de in het verslag geschetste
overwegingen, en hierover uiterlijk vrijdag 30 januari verslag uit te
brengen aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Jetten.
Zij krijgt nr. 18 (36848).
Dank u wel.
De heer Jetten (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan nodig ik de heer Wilders uit voor zijn inbreng in eerste termijn
namens de fractie van de PVV. Gaat uw gang.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. Informateur Buma — welkom trouwens — is er niet in geslaagd
om de gehele opdracht te vervullen die de Kamer hem heeft gegeven. In
een motie die Kamer op 13 november heeft aangenomen, stond dat een
kabinet moet kunnen rekenen op voldoende steun in beide Kamers der
Staten-Generaal. Dat is, op dit moment althans, nog niet het geval. Aan
die opdracht is dus niet voldaan. Sterker nog, die is faliekant mislukt.
CDA en D66 komen namelijk zelfs met de VVD erbij in de Tweede Kamer tien
zetels tekort voor een meerderheid. In de Eerste Kamer komen zij maar
liefst zestien zetels tekort voor een meerderheid.
Voorzitter. Dat de informateur niet aan zijn opdracht heeft voldaan, is
trouwens niet zijn schuld. Die ligt bij al die partijen, van VVD tot D66
en ook het nu piepende GroenLinks-Partij van de Arbeid, die zelf
allemaal massaal blokkades tegen andere partijen hebben opgeworpen,
alsof de democratie er niet toe doet en we voor niks verkiezingen hebben
gehad. Ik vind het namens mijn partij ook echt een gotspe dat de PVV met
26 zetels, samen met D66 qua zetelaantal de grootste partij hier in de
Tweede Kamer, wordt uitgesloten.
Voorzitter. Met de PVV erbij was er niet alleen een meerderheid in deze
Kamer geweest, maar had er ook echt een ambitieuze agenda kunnen liggen,
in plaats van de dikke middelvinger naar de Nederlander, die D66 en het
CDA nu als uitnodiging hebben verstuurd. Die agenda legt pijnlijk bloot
wat voor verschrikking Nederland te wachten staat als D66 en het CDA het
dadelijk voor het zeggen zouden krijgen. Ik vat hun plannen even kort
samen: de boeren moeten kapot, de woningbezitter moet kapot, de
automobilist moet gaan betalen, de zorg gaat er gedeeltelijk aan, de
sociale zekerheid wordt gekortwiekt en Nederland wordt één groot
asielwalhalla. Er komen geen strengere grenscontroles en er komt geen
asielstop. Ik lees ook niets over het denaturaliseren en uitzetten van
criminelen met een dubbele nationaliteit. Ik lees niets over het sluiten
van azc's en het terugsturen van Syriërs of Oekraïners. Ik zie geen
woord over het strafbaar maken van illegaliteit. De terreur van de
vreselijke Spreidingswet willen ze gewoon in stand houden, want die wet
moet, althans van D66 en het CDA, blijven bestaan. Hoe wereldvreemd kan
je zijn? Ze willen zelfs 70.000 opvangplekken voor asielzoekers. U hoort
het goed: 70.000. En dat terwijl Nederland prop- en propvol is en er
voor niemand nog een woning te vinden is. In plaats van de asielinstroom
te stoppen door een asielstop in te voeren, gaan ze die verder
faciliteren. Ze verkopen dat als het eerlijke verhaal, maar het eerlijke
verhaal is dat de gewone Nederlander door deze partijen op de laatste
plek wordt gezet; niet op 1, niet op 2, niet op 3, maar hooguit op plek
66.
Voorzitter. Er worden mega-uitgaven gedaan aan Afrika. Ik zei het net al
in mijn interruptie: de ontwikkelingshulp gaat met miljarden omhoog. Er
gaat meer geld naar Oekraïne, defensie en de Europese Unie. Om dat
allemaal te betalen, zal de Nederlander moeten bloeden. De voorgenomen
halvering van het eigen risico gaat eraan. Nieuwe zorg en nieuwe
medicijnen, die mensen kunnen helpen, komen minder snel in het
basispakket. Men wil de ouderenzorg moderniseren, wat in normaal
Nederlands gewoon bot bezuinigen betekent. Ook willen D66 en het CDA het
ontslagrecht versoepelen en de WIA kortwieken. Wie werkloos wordt, gaat
ook in de problemen komen. Het is van een ongekende hardvochtigheid.
Waar halen ze het lef vandaan? Miljarden euro's extra voor het
buitenland en die pakken uit de portemonnee van onze eigen mensen. Dat
is geen uitgestoken hand, maar een dikke middelvinger, een klap in het
gezicht van de Nederlander. Ik kan daar ongelofelijk boos om
worden.
Ondertussen willen ze ook nog meer soevereiniteit inleveren door
vetorechten op te geven aan Brussel. President Trump heeft groot gelijk
als hij stelt dat we in Europa met onze open grenzen en gebrek aan
nationale soevereiniteit te maken hebben met het afsterven van onze
eigen beschaving. Ik voeg daaraan toe dat dat natuurlijk ook komt omdat
heel veel laffe politici decennialang het paard van Troje, de barbaarse
islam, massaal ons land hebben binnengelaten en daar niks aan willen
veranderen. Wij zullen als PVV nooit meewerken aan een kabinet dat de
boeren uitmelkt, de automobilisten uitrookt, de grenzen openlaat, ons
land verder islamiseert, de ouderenzorg aanpakt, de zwaksten in onze
samenleving nog zwakker maakt en onze soevereiniteit en culturele
identiteit verkwanselt. Dat is onverteerbaar en onverkoopbaar. Ik beloof
de mensen thuis dan ook één ding: als er dadelijk inderdaad zo'n kabinet
van afbraak komt, zal de PVV er alles aan doen om dat zo snel mogelijk
naar huis te sturen. Wij zullen Nederland niet laten afbreken, door
niets en door niemand, want dit is ons land.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wilders. Dan geef ik het woord aan mevrouw
Yeşilgöz-Zegerius voor haar inbreng in de eerste termijn namens de
fractie van de VVD.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Politiek draait om keuzes maken, niet om de
makkelijke keuzes voor de korte termijn, maar om fundamentele keuzes
waardoor we als land de goed kant opgaan. Nederland verdient politici
die richting geven en verantwoordelijkheid nemen en die laten zien dat
politiek wel resultaat kan boeken. Kiezers hebben gestemd op doorbraken
met een positieve, liberale koers. Zij willen ruimte in hun portemonnee,
een sterke en groeiende economie, een versterking van onze binnenlandse
en internationale veiligheid en een strenger asielbeleid dat werkt. Zij
voelen, net als wij allen in deze zaal, de urgentie van een steeds
onzekerdere wereld die direct onze economie, veiligheid en manier van
leven raakt.
Het is dus hoog tijd om het vertrouwen in de politiek terug te winnen
door met energie en enthousiasme aan de slag te gaan en door te laten
zien dat woorden en plannen worden omgezet in daden die echt verschil
maken en dat we het mandaat van de kiezer serieus nemen. Wat ons betreft
gaan we nu gezamenlijk die fase in.
Ik dank de informateur voor al zijn werk om ons op dit punt te brengen.
Het is de informateur niet altijd even makkelijk gemaakt. Ik kan mij
voorstellen dat hij het satirische artikel van De Speld van vorige week,
waarin de informateur een onaardig appje over mij stuurde om maar van de
klus af te zijn, wel even erg aantrekkelijk vond. Maar hij heeft
doorgezet en daar ben ik hem dankbaar voor.
CDA en D66 hebben in de afgelopen weken hard gewerkt aan de schets waar
het land volgens hen naartoe moet, en ook dat verdient respect. Het laat
zien dat zij serieus hebben nagedacht over stabiliteit en over wat zij
belangrijk vinden voor Nederland. Er zijn onderwerpen waarbij de VVD
veel uit eigen voorstellen herkent en die passen bij wat Nederland nodig
heeft, zoals minder regels voor woningbouw zodat we sneller huizen
kunnen bouwen, doorpakken op stikstof zodat we boeren en andere
ondernemers perspectief en zekerheid kunnen bieden, en structureel
investeren in onze defensie. Dat zijn verstandige keuzes en daar kunnen
we ook constructief mee verder.
Voorzitter. Aangezien we niet aan tafel zaten, kunt u zich voorstellen
dat er ook zaken zijn opgenomen die niet op onze steun kunnen rekenen,
of dat we een aantal onderwerpen missen. Dan denk ik onder andere aan
scherpere maatregelen op asiel en migratie, maar ik zou ook graag
duidelijke plannen willen over integratie, een volwassen
buitenlandbeleid en veiligheid, plannen waardoor het loont als je in
Nederland hard werkt of onderneemt, plannen die ervoor zorgen dat ons
onderwijs beter aansluit op de arbeidsmarkt, plannen waarmee we grenzen
trekken als je de samenleving ondermijnt en plannen die de
overheidsfinanciën gezond houden. Dat zijn allemaal zaken waarbij
doorbraken nodig en mogelijk zijn, en waar we het de komende tijd met
elkaar over zullen hebben, inclusief de belangrijkste vraag die tot op
heden niet aan de orde is gekomen: hoe wordt voor alle uitdagingen en
wensen betaald, en door wie? U kent onze inzet daarbij: laten we vooral
kijken waar het bij de overheid minder kan.
Voorzitter. Wij zien mogelijkheden om een kabinet te vormen dat de
juiste plannen heeft voor Nederland. We moeten echter ook realistisch
zijn. De drie partijen die nu aan de slag gaan, hebben 66 zetels. De
wens van de VVD om een zo stevig mogelijk kabinet te bouwen dat de stem
van de kiezer goed reflecteert en levert op al deze zaken, blijft
overeind staan. Wij hopen dus verder te kunnen spreken met partijen die
met elkaar tot een dergelijk kabinet of samenwerking willen komen. Onze
belofte aan de kiezer staat daarbij vanzelfsprekend overeind. De komende
periode gaan we dus wat ons betreft aan tafel met partners die dezelfde
noodzaak zien, partners die begrijpen dat Nederland sterker moet worden
en dat stabiliteit niet louter een optelsom is of vanzelf ontstaat. In
een onzekere wereld, met een oorlog op ons continent en bondgenoten die
zich transactioneel opstellen, is het cruciaal dat we tempo maken en een
nieuw kabinet neerzetten.
Voorzitter. Het wordt niet per se een makkelijke fase. Het wordt
intensief, soms ingewikkeld, soms stevig, maar ik ben ervan overtuigd
dat het ook een fase wordt vol ambitie, realiteitszin en lef. Dat is
precies wat je mag verwachten als je verantwoordelijkheid neemt voor een
land met 18 miljoen mensen. Ik laat mij daarbij inspireren door die 18
miljoen mensen, door hoe wij Nederlanders al eeuwenlang vooruitkomen
door je nek uit te steken. Ik kijk dus met vertrouwen vooruit, niet
omdat die route makkelijk is, maar omdat we weten waar we naartoe
willen: Nederland sterker maken, veiliger maken en eerlijker maken, met
beleid dat werkt en afspraken die uitvoerbaar zijn, met een kabinet dat
staat. Het is de opdracht van de kiezer en het is de opdracht die de VVD
nu oppakt.
Dank u wel.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
De VVD gaat aan tafel aanschuiven en daarmee krijgt mevrouw Yeşilgöz de
verantwoordelijkheid, die ze ook zelf net duidde, om breed draagvlak te
zoeken. Het kwam al eerder aan de orde. Met de torpedomotie van gisteren
werd een aanval op de vrijheid van onderwijs ingezet. Zelfs D66 vond 'm
te gortig, hoorden we net. Nou, dan heb je het bont gemaakt, denk ik.
Mijn vraag is als volgt. Hoe dragen dit soort moties, dit soort acties,
van de VVD bij aan draagvlak? Ziet mevrouw Yeşilgöz ook het risico dat
je hiermee op voorbaat partijen zoals de SGP wegduwt in plaats van
uitnodigt?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik ken de SGP als een constructieve partij, die hier, overigens al heel
lang, zit vanuit sterke, principiële waarden en die die ook verdedigt.
Ik hoop dat de heer Van Dijk en de SGP ons en mij ook herkennen als een
constructieve partij, die hier vanuit andere, liberale waarden zit. Ik
heb de motie van gister dus niet ervaren als een torpedo of als een
aanval op een vrijheid. De motie zag juist op het verdedigen van
vrijheden op het moment dat die botsen. Wij hebben daar vaker discussies
met elkaar over gehad. Ik respecteer die discussies en debatten ook. Ik
ga ervan uit dat we, in welke stoel wij als VVD straks ook belanden, op
die manier met elkaar zullen omgaan. Aan de andere kant — zo ken ik de
SGP ook — hebben we ook altijd nauw samengewerkt, bijvoorbeeld rondom
veiligheid, defensie en het bestrijden van antisemitisme. Ik vind dat
het mooie aan deze Kamer en aan onze democratie: we kunnen soms stevig
verschillen, maar we kunnen elkaar ook vinden op dingen die we allebei
op dezelfde manier waarderen. Ik denk dat we de Nederlanders op deze
manier ook heel goed vertegenwoordigen met elkaar.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Zowel de VVD als de SGP wil graag constructief zijn: de SGP is geen
partij die als een soort toeschouwer in dit gebouw rondloopt. Maar juist
dat vraagt ook het accepteren of het respecteren van elkaars pijngrens.
In dat licht zie ik moties zoals ik die gisteren meemaakte. Is mevrouw
Yeşilgöz zich ervan bewust dat dit ook een schaduw naar voren werpt? Het
kleurt onze houding ten opzichte van een toekomstig kabinet ook al in —
en niet direct op een positieve wijze.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Als de heer Van Dijk dat aangeeft, dan is dat zo. Het zou wel spijtig
zijn. We trekken namelijk ook, in de recente dagen en ik hoop in de
toekomst ook weer, nauw samen op in andere dossiers, waarin we elkaar
ook echt nodig hebben. Ik denk persoonlijk dat het geen schande is dat
wij hier bepaalde delen van de bevolking vertegenwoordigen die elkaar in
deze waarden niet altijd vinden. Dat maakt Nederland zo rijk. De
pijngrens van een politieke partij en een stroming is één ding. De
pijngrenzen in het land, van de mensen voor wie wij allebei proberen op
te komen, zijn een ander ding. Ik denk dat we daar altijd primair mee
bezig zijn. De SGP weet ook dat er daadwerkelijk issues zijn in de
samenleving waarbij je moet opkomen voor kwetsbaren. Zo heb ik de SGP
overigens ook altijd aan onze zijde gevonden. Laten we dus ook bij dit
soort moeilijke onderwerpen samen kijken hoe we onze rollen kunnen
vervullen. Over sommige dingen gaan we het gewoon nooit eens worden,
maar over een heleboel andere dingen ook wel.
De voorzitter:
De heer Van Dijk, afrondend.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Afrondend. Er liggen inderdaad hele belangrijke dossiers. Daar voelt de
SGP zich medeverantwoordelijk voor. Ik hoop alleen dat mevrouw Yeşilgöz
heel goed begrijpt dat wij niet positief gaan meewerken aan dergelijke
dossiers als met de andere hand bijvoorbeeld de klassieke vrijheden of
de bescherming van het ongeboren leven worden afgebroken.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het recht om jezelf te kunnen zijn, is ook een klassieke vrijheid. Als
die onder druk staat, dan zal een VVD'er daar altijd voor opkomen. In
dat debat moeten we elkaar zien te vinden. Ik ken de SGP niet anders dan
als een partij waarmee we flink kunnen botsen op dit soort thema's, maar
die we op andere thema's altijd als constructieve partij zien. Eerlijk
gezegd kijk ik daar ook naar uit.
Mevrouw De Vos (FVD):
Mevrouw Yeşilgöz noemde in haar betoog een aantal onderwerpen uit het
voorstel van D66 en CDA waar zij het niet mee eens is, maar er werd niet
echt een concreet voorbeeld genoemd. Ik vroeg me dus af of de VVD nog
steeds nooit akkoord zal gaan met de afbouw van de hypotheekrenteaftrek
en de afbouw ervan nog steeds iets is waar de VVD nooit mee akkoord zal
gaan.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik heb deze vraag de afgelopen maand ook ongeveer elke dag van de pers
gehad, nog voordat het stuk bekend was, dus ik geef hetzelfde antwoord.
Inderdaad, D66 en het CDA waren al in de campagne heel duidelijk over
hoe zij ernaar kijken. Ook wij waren daar heel erg duidelijk over. We
komen nu aan tafel. Zoals ik tijdens de campagne en daarna, dus de
afgelopen maand, al elke dag heb aangegeven, ga ik mijn best doen om de
collega's aan die tafel ervan te overtuigen dat er andere oplossingen
kunnen zijn. Ik ben ervan overtuigd dat we daarmee een heel end zullen
komen. Maar dat moet allemaal gaan beginnen na dit debat.
Mevrouw De Vos (FVD):
Dat is dus geen ja en ook geen nee. Begrijp ik dat goed? Het is geen
garantie dat de VVD haar belofte gaat houden?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wat ik u zeg is dat ik de onderhandeling ga doen met deze twee heren en
niet in deze zaal.
Mevrouw De Vos (FVD):
Ik zou mevrouw Yeşilgöz graag een alternatief willen voorstellen,
namelijk dat er in de Kamer een meerderheid bestaat om de
hypotheekrenteaftrek te behouden. Deze drie partijen zouden ook kunnen
zeggen: we laten het aan de Kamer. Daarmee wordt volgens mij het beste
recht gedaan aan de verkiezingsuitslag.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het standpunt van de VVD over de hypotheekrenteaftrek is niet veranderd,
zoals ik net al zei. We hebben er ook stevig campagne op gevoerd en
zullen ons best nu doen aan de onderhandelingstafel. Niet alles zal in
een vorm van een regeerakkoord belanden. Sommige dingen zullen aan de
Kamer overgelaten worden. Dus we zullen zien waar we op dit punt
uitkomen. Het is duidelijk hoe de verhoudingen liggen, maar we gaan het
eerst aan die tafel doen.
Mevrouw De Vos (FVD):
Mag ik nog één opmerking maken?
De voorzitter:
Ik had eigenlijk "afrondend" gezegd.
Mevrouw De Vos (FVD):
Het is zeker afrondend.
De voorzitter:
Eén nog dan. Kort, kort.
Mevrouw De Vos (FVD):
Het is zeker afrondend. Ik heb bij het vorige formatiedebat precies over
dit onderwerp een motie ingediend met als doel dat de Kamer hier een
uitspraak over doet, omdat er in de Kamer een meerderheid voor bestaat
en het dus heel onverstandig is om dat in achterkamertjes te gaan
bekokstoven, omdat dan het risico is dat er inderdaad iets uit komt waar
eigenlijk geen meerderheid voor is in de Kamer. Ik wil de VVD er wel
graag op wijzen dat er een meerderheid was geweest in de Kamer als de
VVD zich ook op dat moment aan de verkiezingsbelofte had gehouden en
voor deze motie had gestemd.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat is een politiek frame dat niet helemaal opgaat. Formeren doe je niet
per motie. Dus hier kunnen partijen allerlei moties indienen en ons hele
verkiezingsprogramma erbij pakken. De kans dat we op alles tegen zullen
stemmen is erg aanwezig, want formeren doe je elders. Dat is geen
achterkamertje. Dat is hoe onze parlementaire democratie is ingericht.
Daar zit ook heel veel transparantie in. Daar komen ook verslagen uit.
Ik vind het niet netjes om een politiek frame te hangen aan zo'n
belangrijk onderwerp dat heel veel Nederlanders bezighoudt, namelijk:
heb ik ruimte in mijn portemonnee, heb ik perspectief en kan ik overeind
blijven? Dat frame doet geen recht aan wat hier aan de hand is.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik denk dat je elkaar in formatietijd ook de complimenten moet geven die
eenieder verdient, juist om vooruit te kijken. Ik ben blij dat de VVD
zegt: wij gaan aanschuiven bij dat motorblok dat al gevormd is van D66
en CDA. Tegelijkertijd hoor ik mevrouw Yeşilgöz net ook heel
nadrukkelijk zeggen: een meerderheidskabinet zou het mooist zijn.
Betekent dat dat als zij op de inhoud voldoende zekerheid ervaart, zij
alsnog de hand wel uitsteekt naar de heer Klaver? Of gaat ze daar meteen
weer een tik op geven en betekent het dat de heer Klaver net als de heer
Wilders voor mevrouw Yeşilgöz aan de zijlijn blijft staan?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik bepaal niet waar partijen staan. Ik bepaal alleen het standpunt van
de VVD. Dat is hierop onveranderd. Daar ben ik drie maanden dagelijks
commentaar op aan het geven. Hoe vaak u het ook vraagt, dat gaat niet
veranderen. Waar het om gaat is dat we nu met elkaar een stap
vooruitzetten. Ik ervaar overigens de samenwerking tussen D66 en CDA
niet als een motorblok waar wij aanschuiven. Zo is het ook niet
gecommuniceerd en zo staat het ook niet in het advies van de heer Buma.
Ook dat frame laat ik dus heel graag bij mevrouw Bikker. Ik heb er heel
veel zin in. Ik heb er ook heel veel vertrouwen in. Zoals ik ook in mijn
spreektekst zei: hoe lang of hoe kort wij ook met elkaar zitten en hoe
goed of slecht we er ook met elkaar uitkomen, het zetelaantal wordt
nooit meer dan 66. Dat betekent dat we altijd in de Kamer naar steun
zullen kijken. Op het moment dat u mij hoort over de onderwerpen die
volgens ons belangrijk zijn voor Nederland, dan hoort u ook naar welke
kant van de Kamer ik zal kijken voor steun. Maar daar ga ik niet in m'n
eentje over.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Het is heel duidelijk in welk blok de VVD zit. Dat is me helemaal
glashelder. Het is ook heel duidelijk dat ons land zit te springen om
een kabinet. Ik ben dus niet bezig met frames. Ik ben puur aan het
kijken op welke manier er een goede samenwerking in dit land tot stand
kan komen. Daarin is mijn partij constructief, maar ook bescheiden.
Daarin zie ik de VVD een stap vooruitzetten. Daar probeer ik
complimenten voor te geven en geen frame op te zetten. Dus pak 'm nou
gewoon aan, zou ik zeggen. Daarnaast heb ik wel een zorg. Dat is dat de
consequente uitsluiting van mevrouw Yeşilgöz ten aanzien van
GroenLinks-PvdA, die naar de kiezer duidelijk is gemaakt, niet
inhoudelijk is uitgewerkt, waar dat in onderhandelingen wel zou kunnen.
Ik dacht terug aan Rutte II. Toen was de VVD — het spijt me voor de heer
Klaver — eigenlijk de PvdA destijds de baas. U heeft op alle punten die
onderhandelingen knap gedaan. Ze hebben de gevolgen ervaren. Waarom dan
nu die angst? U kunt toch inhoudelijk gewoon die onderhandelingen
voeren? Dan hebben we toch veel sneller duidelijkheid, klare wijn, in
plaats van dat er opties in de lucht blijven hangen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het gaat niet om consequente uitsluiting, zoals mevrouw Bikker zegt. Dit
gaat om een belofte aan de kiezer op basis van inhoud. De kiezer heeft
ons daarin geloofd. Wij houden ons woord aan de kiezer. Dat is wat het
is. Dat gaat echt niet veranderen. De reden waarom ik daar niet
eindeloos over praat in mijn spreektekst, is omdat wij wel vooruit
moeten kijken. Dat is niet omdat daar iets in veranderd is. Waar dit
land om staat te springen, waar mensen echt behoefte aan hebben, is niet
zomaar een kabinet, maar een stabiel kabinet dat daadwerkelijk dingen
voor elkaar krijgt voor de mensen in het land. Als je echt verschil wil
maken, als je echt stappen wil kunnen zetten, kun je dat in onze
beleving het beste doen met partijen die relatief dicht bij elkaar
staan. De verschillen zijn er; daar hebben we het net ook over gehad.
Maar ze moeten relatief dicht bij elkaar staan. Dan kan je echt stappen
zetten. Als je eindeloos met elkaar moet onderhandelen omdat de
verschillen zo enorm zijn, dan loop je het reële risico — laat ik het
netjes formuleren, maar eigenlijk is het een garantie — dat het
gezapigere oplossingen zijn, die voor mensen dus eigenlijk helemaal geen
oplossing zijn. Dat hebben we ook in de campagne uitvoerig op de inhoud
met elkaar gedeeld. Dat is wat we vasthouden.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Wij delen een verlangen naar stevige maatregelen, naar mensen die willen
doorpakken, willen besturen en er vaart in brengen. Natuurlijk hebben
wij een verschillende agenda. Mevrouw Yeşilgöz heeft een liberale agenda
en ik zeg dat vanuit christelijk-sociale overwegingen. Maar ik wil net
zo hard dat er meer gebouwd gaat worden en dat het stikstofslot eraf
gaat. Alleen, ik constateer dat we het nu heel veel over partijen hebben
— ik moet nu ook al vragen over poppetjes stellen — in plaats van over
de inhoud. Ik betreurde het dat toen ik de goede agenda zag van
collega's Jetten en Bontenbal, waar ik natuurlijk ook mijn op- en
aanmerkingen bij heb — ik zie een aantal heilige huisjes geschrapt
worden die ik prima vind, maar ik mis ook een aantal heilige huisjes,
bijvoorbeeld over hoe je de samenleving goed opbouwt — we het voor we
het wisten weer alleen hadden over wie met wie wil samenwerken in plaats
van over wat we willen bereiken in dit land.
De voorzitter:
En uw vraag?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik zou mevrouw Yeşilgöz daarom willen aanmoedigen, nu we een nieuwe fase
van de formatie ingaan. Het is heel duidelijk dat u geen vrienden bent
met de linkerflank. Dat is voor iedereen echt wel duidelijk. Maar als we
op onderwerpen, op onderdelen, echt proberen meters te maken in dit land
en als dat een breder draagvlak vraagt dan alleen het vak achter mij,
kunnen we dan in ieder geval de hand wat gaan uitsteken naar elkaar, om
er echt voor te zorgen dat we wetgeving erdoorheen gaan krijgen, tot en
met de Eerste Kamer, waardoor mensen een huis krijgen en het
stikstofslot eraf gaat?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit heeft helemaal niks te maken met wel of geen vrienden zijn, echt
helemaal niks. Dit gaat om inhoudelijke verschillen. Ver voor de zomer
werd al door GroenLinks-PvdA geduid dat de verschillen tussen
GroenLinks-PvdA en de VVD tamelijk onoverbrugbaar waren. Met het
verschijnen van de verkiezingsprogramma's werd dat nog duidelijker. Dit
gaat over de inhoud. Sterker nog, ik heb een heleboel mensen in mijn
vriendenkring die lid zijn van de PvdA, van GroenLinks-PvdA. Er zal vast
ook een verdwaalde GroenLinkser rondlopen. Die gaat straks vast kleur
bekennen in een appje aan mij. Dit gaat daar helemaal niet over.
Ten tweede. Mevrouw Bikker zegt het, denk ik, terecht, maar laat ik het
in mijn eigen woorden zeggen: er is volgens mij nog nooit een kabinet
geweest dat bij voorstellen heeft geleund op alleen het aantal zetels
van de coalitie. Zo bedrijf je geen politiek. Dat heb ik ook als
minister nooit zo ervaren en nooit zo gedaan. Ik ben altijd de hele
Kamer langsgegaan en heb geprobeerd de Kamer zo breed mogelijk mee te
krijgen met de voorstellen die ik indiende, ook als ik wist dat er al
een meerderheid was. Als ik wist dat als ik een beetje zou stretchen, ik
ook een partij aan de linkerkant of aan de rechterkant mee zou krijgen,
heb ik dat ook altijd gedaan. Zo moet het ook altijd gaan. Wat voor
kabinet er straks ook komt te zitten, met hoeveel zetels dan ook, al
zijn het er veel meer dan die 66, het zal nog steeds op zoek moeten gaan
naar een zo breed mogelijk draagvlak. Dat hoort echt bij onze
democratie. Daar doen wij niks aan af. Dat zal ook zo gaan.
Voorzitter. Ten slotte: mevrouw Bikker heeft gelijk, maar het is echt
niet alleen aan mij te wijten. Er zijn de afgelopen weken en ook
afgelopen vrijdag zeven of acht varianten langsgekomen die zouden
kunnen. Wat betreft minderheidsvarianten over links hebben wij als VVD
aangegeven: "Even goede vrienden. Dan zitten wij in de oppositie. Dan
zien we hoe dat werkt." Er waren andere meerderheidsvarianten die om
andere redenen niet konden. Daar heeft de heer Jetten al wat over
gezegd. En er waren varianten waarvan wij zeggen: wij zijn daar geen
voorstander van; dat willen wij niet. Zo hebben we het echt over
aanzienlijk meer varianten gehad dan die ene waarvan de VVD zegt: doe
deze niet voor ons.
De heer Dassen (Volt):
Ik had net al een kort interruptiedebat met de heer Jetten, ook over de
veranderende wereld buiten de Haagse bubbel. We hebben de afgelopen week
gezien wat de nationale veiligheidsstrategie van de VS voor Europa gaat
betekenen. Donald Trump zei letterlijk: Europa mag wat mij betreft
kapot. Als je nu kijkt naar het stuk van de heer Jetten en de heer
Bontenbal, dan zie je daar een paar goede startpunten in. Wat betreft
mijn fractie is dat veel te weinig om te zorgen dat je als Europa in
deze geopolitieke wereld ook echt onafhankelijk overeind kunt
blijven.
De voorzitter:
En uw vraag?
De heer Dassen (Volt):
Ik ben benieuwd naar hoe de VVD daarnaar kijkt.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik gaf onder andere in mijn spreektekst al wat aan over de onzekere
wereld om ons heen, over waarop we moeten handelen, over waarom het
belangrijk is dat er snel een stevig kabinet komt dat daarmee aan de
slag gaat, en dat er tegelijkertijd een hoofdstuk over bijvoorbeeld het
buitenlandbeleid in dat stuk ontbreekt. Daarmee wil ik alvast ook zeggen
dat het wat mij betreft niet een helemaal tot achter de komma
dichtgetimmerd regeerakkoord hoeft te zijn — al kan het zijn dat je
daarop uitkomt — op elk onderwerp dat wij hier met elkaar belangrijk
vinden. Je kunt ook een aantal zaken gewoon aan de Kamer laten, omdat je
ervan uitgaat dat we die met z'n allen belangrijk vinden. Daarmee laat
je dat hier en dan hoef je dat niet van tevoren zo dichtgetimmerd te
hebben. Het zou denk ik mijn voorkeur hebben om dat nu met alles zo te
doen, maar dit is gewoon een cruciaal punt en daar zullen we ook zeker
met elkaar over spreken. Ik was bijvoorbeeld erg blij dat D66 en het CDA
wel stappen hebben gezet om fors te investeren in defensie; een heel
belangrijk punt, wil je stevig staan. Maar een sterker groeiende
economie, zorgen dat je zo onafhankelijk mogelijk bent voor je energie …
Al die zaken vallen daar ook onder.
De heer Dassen (Volt):
Eens. Ik zag daar ook veel punten in die door de afgelopen kabinetten al
in gang zijn gezet. Er zijn een paar vernieuwende punten. Maar ik denk
dat we ook moeten gaan kijken naar hoe je als Europa zorgt dat je met
één mond op het wereldtoneel gaat spelen. Want dat is natuurlijk precies
wat Trump op dit moment aan het doen is: hij probeert landen tegen
elkaar op te zetten, landen tegen elkaar uit te spelen. En dat gaat
gemakkelijk op het moment dat je met 27 landen niet met één mond
spreekt. Ik ben dus ook benieuwd of er dadelijk stappen gezet gaan
worden om ook echt toe te werken naar een, in mijn ogen, Verenigde
Staten van Europa, juist om te zorgen dat je van al die vetes afstapt en
dat je toewerkt naar een Europees leger, één buitenlandminister. Ik ben
benieuwd of de VVD bereid is om ook daar de noodzakelijke stappen voor
te zetten.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Die urgentie deel ik; die delen wij. Inderdaad, op dit moment is het zo
dat Europese landen eerlijk gezegd heel veel met zichzelf en met elkaar
bezig zijn. Tegen de tijd dat er überhaupt één standpunt ingenomen kan
zijn, zijn de andere alweer tien stappen verder; denk daarbij aan
Amerika, denk aan China, denk aan Rusland, noem maar op. Dus ja, we
zullen absoluut een aantal zaken sterker moeten oppakken. En ik weet dat
er, als we daarop zouden inzoomen, nog wel een paar fundamentele
verschillen zullen zijn tussen Volt en VVD over hoe je dat dan inricht,
maar die urgentie en dat je daar stappen toe moet zetten, delen we. Die
discussie zal dan misschien al ontstaan bij deze vraag over of een
Europees leger mogelijk is. Maar goed, dat is uitvoering, in mijn ogen;
het gaat over het fundament. En ja, je moet met elkaar een sterke vuist
kunnen vormen, anders word je alleen maar tegen elkaar uitgespeeld en
word je zelf als lidstaat ook zwakker.
De voorzitter:
Kort en afrondend.
De heer Dassen (Volt):
Ja, voorzitter. Ik ben de hele tijd al kort, dus ik zal het kort houden
en afronden. Maar in dezen is het wel: als je doet wat je deed, dan
krijg je wat je kreeg. Dus als we ook niet bereid zijn om tot stevige
hervormingen van de Europese Unie zelf te komen, dan denk ik niet dat we
in staat zijn om die vuist te maken die mevrouw Yeşilgöz juist ook wil
maken. Dus ik hoop dat ook de VVD het CDA en D66 erop zal uitdagen om
daarin echt stappen vooruit te zetten en om daar harde keuzes in te
durven maken.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Voorzitter. Ik had mij voorgenomen om er bij het gesprek met de
informateur open in te gaan — wat ik ook heb gedaan — en om zo min
mogelijk partijpolitiek gekonkel te willen bespreken. Maar toch werd ik
ermee geconfronteerd; vandaar deze interruptie. Kan mevrouw Yeşilgöz
zich voorstellen dat, als er een partij is als de VVD die zowel aan de
ene kant de PVV uitsluit als aan de andere kant GroenLinks-Partij van de
Arbeid uitsluit en die wordt betrokken bij een nieuwe formatieronde met
D66 en het CDA, de informateur dan aan alle andere partijen vraagt of ze
zich constructief willen opstellen? Kunt u zich dan voorstellen dat die
andere partijen dan denken: "Tja, we hebben een partij die aan de ene
kant de PVV uitsluit én GroenLinks-Partij van de Arbeid, maar al die
andere moeten heel constructief zijn"? Kunt u zich voorstellen dat die
partijen dan denken: "Succes ermee!"?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
De VVD heeft, volgens mij als enige, tijdens de verkiezingen heel
duidelijk en heel helder aangegeven richting de kiezer: dit is hoe wij
erin zitten. Vervolgens heeft de kiezer ons daarop vertrouwd en heeft
hij een stem uitgebracht. Dat leidde tot de stemverhouding die we hier
nu zien. Het enige wat wij doen is zeggen: wij houden woord aan de
kiezer. Dan is het aan de heer Jimmy Dijk om dan vervolgens het proces
dat daarna ontstaat … Deze uitkomst en deze getallen hadden wij ook niet
kunnen voorzien. Toen we dit in de zomer tijdens de campagne helder
zeiden, konden we ook niet weten dat we hier zo op deze manier met
elkaar zouden staan. Dit is waar we nu staan. Dan is het aan de heer
Jimmy Dijk en alle andere collega's om daar hun eigen
verantwoordelijkheid en hun eigen rol in te wegen. Als de heer Jimmy
Dijk zegt dat hij dat zo weegt dat hij dit niet gaat steunen, dan heb ik
daar respect voor. Ik vind het jammer, maar daar heb ik respect voor,
want hij moet het aan zijn kiezers kunnen uitleggen, net zoals ik mijn
woord moet houden en het aan mijn kiezers moet kunnen uitleggen.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Dat moeten we allemaal. Daar is niks bijzonders aan. Mijn vraag is, en
daar geeft u geen antwoord op, of u zich kunt voorstellen dat andere
partijen door de niet-constructieve houding die u zelf inneemt, denken:
als mij wordt gevraagd om constructief te zijn, nou, succes ermee!
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat hangt af van je doel hier. Dat is denk ik het enige eerlijke
antwoord. Wij zijn heel helder geweest. Wij zitten er heel erg
constructief in. Zoals ik net al zei, hebben we alleen van de week al
zeven of acht varianten besproken aan die tafel. Al die varianten hadden
gekund, al dan niet in een meerderheid of een minderheid. In een flink
deel van de varianten zat de VVD er niet bij. Ik weet dat dat ook de
voorkeur heeft van de heer Dijk, als ik mij niet vergis. Hij heeft
tijdens de campagne ook gezegd: we hebben liever een links kabinet
zonder de VVD. Dat snap ik vanuit hem gezien. Dat had ook hier de
uitkomst kunnen zijn. Dat heb ik ook letterlijk aangegeven: zelfs al
zien wij dat we best nodig zijn, als wordt besloten voor een andere
variant en de VVD niet mee mag doen, dan gaan wij constructief in die
bankjes zitten en zullen we elke keer kijken wat het beste is voor
Nederland. Dus andersom heb ik die vraag ook gekregen. Ik heb gezegd dat
wij dan constructief zullen zijn. We zullen dat dan jammer vinden en
zullen vinden dat het geen goede representatie is van wat de kiezer
heeft gewild, maar dat is onze interpretatie en dat mag.
De voorzitter:
Kort, meneer Dijk.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Dit is allemaal de keuze van mevrouw Yeşilgöz en haar partij. Ik bespeur
alleen in de interrupties van andere partijen dat er niet heel veel zin
is om mee te blijven werken aan deze niet-constructieve houding van de
VVD.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik denk dat de centrale vraag zal zijn en zal moeten zijn: wat is het
beste voor Nederland en wat is het beste voor de Nederlanders? Ik ga
ervan uit dat op het moment dat er uit het kabinet goede voorstellen
komen die dit land vooruithelpen, wat voor kabinet er ook komt, met
welke samenstelling dan ook, we altijd zullen doen wat het beste is voor
Nederland en niet alleen wat het beste is voor onszelf. Dat zal zeker
voor de VVD gelden, ook als wij uiteindelijk niet in dat kabinet
belanden.
De voorzitter:
Dank u wel. Was u daarmee aan het einde gekomen van uw eerste
termijn?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ja.
De voorzitter:
Dan nodig ik de heer Klaver uit voor zijn inbreng in de eerste termijn
namens de fractie van GroenLinks-PvdA. Ga uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dank. We zijn bijna twee uurtjes op stoom met dit debat. We
hebben al een inkijkje kunnen krijgen in het voorland van dit
minderheidskabinet. Maar daarover straks meer.
Allereerst veel dank aan de heer Buma. Na de heer Koolmees is het fijn
om weer een bekend gezicht hier terug te zien in Den Haag. Er waren
eerder mensen die zeiden: volgens mij vindt hij het wel leuk dat hij
terug is. Dat gevoel heb ik ook, maar ik heb ook het idee dat hij heel
graag weer terug wil naar Leeuwarden. Nu heb ik alleen begrepen dat de
dienstauto de nieuwe informateur moet ophalen in Maastricht. Dan zit de
chauffeur aan het einde van zijn rijtijd, dus de heer Buma zit voorlopig
nog even vast hier in Den Haag. Maar u bent hier altijd van harte
welkom.
Voorzitter. Deze campagne en deze verkiezingen gingen over de belofte
van verandering. Die hing in de lucht. We zouden het anders gaan doen,
een nieuwe politiek: afrekenen met die oude politieke cultuur, het
landsbelang boven het partijbelang en proberen het over de inhoud te
hebben. Ik vind het stuk dat is geschreven door de heer Jetten en de
heer Bontenbal daar echt een hele goede poging toe. Daarmee heb ik niet
gezegd dat we het met alles eens zijn, maar ik zie wel dat er wordt
geprobeerd om op inhoud met elkaar door te praten. De wijze waarop dat
is gebeurd de afgelopen weken vond ik ook heel fijn. Dat is ook fijn,
want daardoor weten we dat als de komende weken iets lekt … De vorige
weken is dat niet gebeurd in ieder geval.
Die nieuwe politieke cultuur is belangrijk, niet omdat dat voor ons
prettig is, omdat je op een andere manier met elkaar werkt, maar omdat
de uitdagingen waar Nederland voor staat groot zijn. We hebben grote
uitdagingen op het gebied van wonen. We hebben het vaak over hoeveel
woningen er dan gebouwd moeten worden, of over wat er moet gebeuren,
maar eigenlijk is het nog veel kleiner en pijnlijker. Ik heb berichten
gelezen over alleenstaande moeders die op straat leven en die, als ze
ergens aankloppen voor woonruimte, te horen krijgen: sorry, we pakken je
kinderen van je af. Het laat zien hoe groot de problemen in dit land
zijn. Dat betekent dat we niet hier met elkaar moeten blijven knokken en
vechten, maar tot oplossingen moeten komen. Daar waren wij toe
bereid.
Het stikstofdossier is een drama voor de economische kracht van
Nederland. Kijk naar Oost-Brabant, waar de groeimotor van Nederland zit,
ASML, en waar problemen zijn met de uitbreidingen. Dat raakt ons
allemaal. Tegelijkertijd leven boeren in onzekerheid, omdat ze niet
weten welk beleid er wordt gevoerd en of ze straks wel door kunnen. Ook
daar zit een grote onzekerheid. Die onzekerheid is er ook bij gezinnen
die de rekening niet kunnen betalen, of bij bedrijven die graag willen
weten op welke manier ze investeringsbeslissingen kunnen nemen voor de
komende jaren.
Juist deze grote uitdagingen en de wil om bij te dragen aan een andere
politieke cultuur hier in Den Haag hebben ons ertoe gebracht om de
afgelopen weken zo constructief mogelijk mee te denken. We hebben aan
tafel bij deze informateur, maar ook bij de verkenner, aangegeven dat
wij graag willen bijdragen aan het vooruithelpen van Nederland. Dat
bestond uit drie zaken. De eerste is dat wij graag een
meerderheidskabinet willen, omdat wij zekerheid willen geven over de
koers voor Nederland voor de komende jaren. De tweede is dat wij geen
inhoudelijke blokkades hebben neergelegd. We zijn het niet over alles
eens, maar goed, dat wisten we al. Daarom zijn we verschillende
politieke partijen, maar daar ga je over onderhandelen. En drie, we
hadden geen blokkades van politieke partijen.
Voor eenieder die denkt dat onze leden staan te springen om met de VVD
een kabinet te vormen: ik dacht het niet. Ik krijg berichten binnen met:
"Je gaat toch niet met de VVD? Ben je soms vergeten dat ze twee jaar
geleden met de leugen over nareis op nareis een kabinet hebben laten
vallen? Ben je soms vergeten dat ze de afgelopen twee jaar met de PVV
hebben geregeerd? Ben je gek? Dit moet je helemaal niet doen. Je partij
is nu aan het fuseren. Je moet op jezelf letten." Maar wij zijn bereid
om terug te gaan naar onze leden en te zeggen: sorry, het landsbelang
vraagt meer. Het landsbelang vraagt erom dat we samenwerken, ook als we
het niet eens zijn, ook als mensen onaardig over je zijn. Who cares? Het
gaat erom dat die moeder met die kinderen niet van de overheid het
verhaal krijgt dat haar kinderen worden afgepakt, maar juist hoort: hier
heb je een woning.
Dan kom ik bij de keuze voor dit minderheidskabinet. Dat vinden wij een
onverstandige keuze, omdat dit de keuze is voor een permanente formatie.
Een permanente formatie de komende jaren betekent permanente onzekerheid
voor Nederland. Ik heb de afgelopen jaren veel met bedrijven in
Nederland gesproken die zich zorgen maken over het vestigingsklimaat. Ze
zeggen: "Wat jullie als GroenLinks-PvdA willen met belastingen is wel
heel veel, maar er kan best wel wat gebeuren. Wat we vooral willen, is
zekerheid. We willen dat er gewoon een kabinet komt dat aan het begin
van de rit bepaalt wat het gaat doen en aangeeft waar we de komende
jaren op kunnen letten als we investeringsbeslissingen nemen." Daar heb
je een meerderheid voor nodig. Dit minderheidskabinet gaat straks van
alles bedenken, maar zoals we hier net in de Kamer hebben gezien, is er
geen meerderheid in de Tweede Kamer. En die is er ook niet in de Eerste
Kamer. Onzekerheid.
Over zorg en sociale zekerheid wordt gezegd dat erop bezuinigd moet gaan
worden. Ik kan alvast een tipje van de sluier oplichten: dat gaan wij
niet steunen. Maar het gaat wel onzekerheid meebrengen in de zorg.
Mensen die daar werken, denken: oei, als deze bezuinigingen er komen,
moet ik misschien in een andere sector gaan werken. Het gaat het leven
van mensen overhoop helpen. Weer onzekerheid.
Woningbouwcorporaties. U gaat allerlei plannen maken; ik heb die gezien.
Ik vond de rol van woningbouwcorporaties niet voldoende uitgewerkt. Wat
is straks hun taakopdracht? Hoeveel middelen hebben ze om te investeren?
U kunt daar van alles over opschrijven met dit minderheidskabinet, maar
er is geen meerderheid hier in de Tweede Kamer en niet in de Eerste
Kamer. Daarmee wordt hier de onzekerheid voor Nederland ingebakken. U
kiest voor een permanente formatie en daarmee voor permanente
onzekerheid voor Nederland. Ik denk dat dat een gemiste kans is.
Voorzitter. Tot slot kort iets over onze opstelling richting dit nieuwe
kabinet. Wij nemen altijd verantwoordelijkheid. Dat hebben wij in de
afgelopen jaren gedaan op al die momenten dat er geen meerderheden
waren. Ik hoef maar te wijzen op wat er moest gebeuren rondom Oekraïne.
Als er geen steun was van andere partijen, stonden wij altijd klaar. Dat
zullen wij altijd doen, omdat we het landsbelang altijd vooropzetten.
Wij zullen dat nu doen door alles voorstel per voorstel te bekijken.
Daardoor duurt het dus even voordat mensen weten welke meerderheden er
zijn op basis van het akkoord dat wordt gesloten. Ik wil nog één ding
zeggen. Wij zullen verantwoordelijkheid nemen voor Nederland, maar voor
één ding niet. Ik ken mijn pappenheimers van de VVD. Er komt een enorme
onzekerheid in Nederland door deze constructie. Voor je het weet krijgt
de oppositie hier breed de schuld van deze onzekerheid. Die
verantwoordelijkheid zullen wij niet op ons nemen. Die onzekerheid komt
voort uit de keuze die jullie drieën hebben gemaakt. Die
verantwoordelijkheid zullen jullie moeten dragen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Klaver. Dan is het woord aan de heer Bontenbal voor
zijn inbreng in de eerste termijn namens het CDA.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. Allereerst wil ik de heer Buma bedanken voor zijn
begeleiding de afgelopen weken en de prachtige gemeente Leeuwarden voor
het tijdelijk uitlenen van haar burgemeester. Met straffe hand en een
dosis humor heeft hij ons geholpen om de opdracht die de Tweede Kamer
ons heeft gegeven uit te voeren. Hoewel het ons als CDA-onderhandelaars
helaas niet gelukt is om het verplichte aanleren van het Wilhelmus op de
basisschool een plek te geven in onze positieve agenda, zijn we blij met
het resultaat. De informateur heeft ons niet alleen gestimuleerd knopen
door te hakken en met andere partijen in gesprek te gaan, maar ook om
steeds kritisch te kijken naar de uitvoerbaarheid van onze plannen, want
burgemeesters weten maar al te goed hoe vervelend het is om slecht
beleid vanuit Den Haag te moeten uitvoeren.
De opdracht van de verkenner, de heer Koolmees, was helder: D66 en het
CDA moesten aan de slag met een positieve en ambitieuze agenda om op een
aantal thema's doorbraken te realiseren. Ik wil de D66-collega's Jetten
en Paternotte bedanken voor de constructieve gesprekken. Vanaf het begin
was er aan beide kanten de bereidheid om naar elkaar te luisteren,
argumenten uit te wisselen en te zoeken naar oplossingen die Nederland
sterker en weerbaar maken. De agenda die we met elkaar hebben
geschreven, kan een deel van het antwoord zijn op de vraag hoe we
Nederland uit de impasse halen.
Voorzitter. In zijn verslag adviseert de informateur om met drie
partijen verder te praten: D66, de VVD en het CDA. De opdracht is om tot
een akkoord te komen en daarbij te onderzoeken welke samenwerking met
andere partijen mogelijk is. Het CDA gaat graag met die opdracht aan de
slag. Tegelijkertijd maakt de uitslag dat het kabinet, welk kabinet er
ook komt, op zoek zal moeten gaan naar meerderheden in de Tweede Kamer
en de Eerste Kamer. De noodzakelijke hervormingen op de vijf thema's die
door de Kamer als opdracht zijn meegegeven en in onze agenda zijn
uitgewerkt, zullen stuk voor stuk met wetgeving door beide Kamers
geloodst moeten worden. Dat vraagt dus om samenwerking. Samenwerking is
een opdracht voor ons allemaal, klein of groot, coalitie of oppositie,
Tweede Kamer of Eerste Kamer. Dat vraagt om een andere politieke
cultuur, een cultuur waarin het parlement niet alleen een strijdtoneel
is van coalitie tegenover oppositie. Niemand kan een ander dwingen tot
samenwerking. We kunnen als partij alleen zelf die eerste stap zetten.
Het CDA is daartoe bereid en heeft de afgelopen twee jaar ook als kleine
oppositiepartij laten zien dat samenwerken en daardoor resultaten
bereiken mogelijk is. De samenleving waardeert dat ook. Deze houding van
constructieve samenwerking willen we ook de komende jaren laten
zien.
Voorzitter, …
De voorzitter:
U heeft een interruptie van mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ook aan de heer Bontenbal maak ik complimenten voor het stuk. Op de
inhoud worden een aantal moedige keuzes gemaakt. Ik ben het lang niet
met alles eens — we hebben ook nog opmerkingen — maar ik maak er wel
complimenten voor. Ik hoor de heer Bontenbal zeggen dat hij enthousiast
is over het advies van de informateur om met D66 en de VVD aan de slag
te gaan om een kabinet te vormen, maar eerder had hij het over het
belang van samenwerken en zei hij dat het landsbelang boven het
partijbelang moet staan. Ik vraag waar hij het vertrouwen vandaan haalt
dat de VVD dat gaat doen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb volgens mij niet gezegd dat ik meteen helemaal enthousiast ben
over het advies. Ik vind het wel een logisch advies. Ik ben wel
enthousiast om aan de slag te gaan. Ik heb weleens vaker gezegd dat mijn
handen jeuken om te werken aan een bestuur dat vaart gaat maken. Er is
net ook door andere collega's geschetst wat er aan de hand is in de
wereld: Russische agressie in Europa, onze eigen economie, de
stikstofimpasse, de asielketen. Ik vind dat Nederland snel een degelijk
nieuw bestuur nodig heeft. Ik ben enthousiast om daaraan te werken. U
vraagt of ik het vertrouwen heb dat de VVD daaraan mee gaat werken. Dat
vertrouwen heb ik. Ik snap uw vraag ook. Toch heb ik er vertrouwen in,
want ik heb de VVD de afgelopen jaren op meerdere manieren leren kennen.
Ik ken ook de periode van Rutte IV. Dat was voor mij een periode waarin
ik zelf ook actief moest samenwerken met de VVD. Uit die periode put ik
het vertrouwen dat die versie van de VVD ons zeker kan gaan helpen om
tot een goed kabinet te komen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Oké. Het klopt inderdaad: de heer Bontenbal had gezegd dat hij
enthousiast was om aan de slag te gaan en niet per se dat hij
enthousiast was over dit advies. Maar toch: hij gaat verder met de VVD.
De heer Bontenbal had het net terecht over de Russische agressie, maar
het was toch de VVD die het zittende kabinet, met deze partijen erin —
CDA, D66, VVD en de ChristenUnie — opblies met een leugen? Dat gebeurde
terwijl die oorlog op ons continent er al was. Toen was Poetin Oekraïne
al binnengevallen. Dat was niet bepaald verantwoord. Als de VVD
sindsdien ander gedrag had vertoond, zoals reflectie en volwassenheid,
en had gezegd "o, dit hebben we misschien niet zo goed gedaan", dan zou
ik me nog kunnen voorstellen dat de heer Bontenbal vandaag zegt: ik heb
er eigenlijk wel vertrouwen in. Maar wij zien toch dat de VVD vooral
bezig is met haar eigen partijpolitieke belangen en niet met het
landsbelang.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik hoef natuurlijk niet het gedrag van de VVD te verantwoorden; dat moet
die partij zelf doen. Uw vraag aan mij, die wel terecht is, is of ik er
vertrouwen in heb om met de VVD verder samen te werken. Dat vertrouwen
heb ik wel. Ik schets niet voor niets ook dat er hier een andere
politieke cultuur nodig is. Daar moeten wij allemaal aan werken. Als ik
zeg "allemaal", dan geldt dat ook voor de VVD. Dat geldt ook voor mijn
eigen partij en alle andere partijen. Mochten we naar een constructie
met een minderheidskabinet gaan — dat zou een van de uitkomsten kunnen
zijn — dan vergt dat heel breed een andere politieke cultuur in de
Tweede Kamer. Daarnaast pin ik mensen nooit vast op wat ze in het
verleden hebben gedaan. Iedereen krijgt in die zin altijd een nieuwe
kans, en dat geldt denk ik ook voor partijen. Partijen moeten daarmee
waarmaken dat ze te vertrouwen zijn. Dat zal de komende tijd moeten
blijken.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Een nieuwe kans is mooi, maar je zou denken dat je daarvoor eerst moet
reflecteren. Dat hebben wij in elk geval bij de VVD niet gezien. Als het
verhaal vandaag is "we moeten toch door" en "er moet een stabiel kabinet
komen", dan zeg ik: daar ben ik het mee eens, maar ik denk niet dat een
stabiel kabinet er met deze VVD gaat komen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik denk dat er zeker een kans is dat dat wel gaat gebeuren, maar dat
vraagt om hele goede gesprekken, ook met de VVD en D66. Hoe gaan wij
samenwerken? U mag ervan op aan dat wij die gesprekken voeren, maar dat
doen we wel achter de schermen, omdat je dan ook tot een beter gesprek
komt. Ook vanuit die gesprekken heb ik wel het vertrouwen dat dit kan
lukken. De wedervraag is ook steeds: wat is dan het alternatief? Er zijn
heel veel collega's, mensen uit mijn eigen partij of van elders, die
zeggen: moet je geen andere keuze maken? Mijn wedervraag is dan ook:
welke alternatieven zijn er? Daarvan zijn er ook niet zo heel veel die
dan wél tot een heel stabiel kabinet gaan leiden.
De voorzitter:
Afrondend.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik zou zeggen: als D66 en CDA met z'n tweeën een minderheidskabinet
zouden vormen, dan zou dat in elk geval mijn fractie meer vertrouwen
geven in de stabiliteit, de constructieve houding en het respect voor de
rechtsstaat, waar we echt aan toe zijn. Een kabinet met weer ministers
erin die de Kamer eigenlijk gewoon voortdurend op het verkeerde been
zetten, omdat dat hun partijpolitieke belangen beter uitkomt, kan
namelijk rekenen op weinig vertrouwen van in elk geval mijn fractie.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik beschouw dat in ieder geval als een compliment van mevrouw Ouwehand
aan het CDA. Dat is ook weleens anders geweest, dus dat incasseer ik
gewoon even. Voor de rest zou ik willen zeggen: deze twee partijen
hebben bij elkaar ook maar 44 zetels. Die optie is ons aan de hand
gedaan, maar ik vind die ook wel heel erg kwetsbaar. 44 zetels zijn
minder dan een derde van de Tweede Kamer. Dat lijkt me ook niet echt een
realistische optie.
De voorzitter:
U vervolgt.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. We hebben nu een daadkrachtig kabinet nodig. Ik zei het net
al: de Russische dreiging, de woningnood, de problemen op het
elektriciteitsnet, de agressieve geopolitiek van China, de
stikstofimpasse, klimaatverandering en een asielinstroom die de
draagkracht van de samenleving te boven gaat. Wat we moeten doen, is het
volgende: in actie komen, verantwoordelijkheid nemen, aan de slag gaan.
We kunnen deze uitdagingen aan, want we zijn tot heel veel in staat als
land. Onze samenleving is veerkrachtig. Onze ondernemers zijn
innovatief. Ons Rijnlands model, onze overlegeconomie, kent een
maatschappelijke worteling en een focus op de langere termijn. We hebben
organisaties in de zorg, het onderwijs en de volkshuisvesting die vanuit
hun eigen missie dienstbaar zijn aan de samenleving. We moeten de kracht
van de samenleving, ondernemers, maatschappelijke organisaties en
sociale partners benutten.
Dat vraagt om een dienstbare overheid die samenwerkt met de samenleving
om concrete maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Te lang hebben
we ons beziggehouden met Haagse problemen. We hebben iets groters te
doen. Het CDA gaat graag aan de slag, samen met alle constructieve
krachten in Nederland, in de politiek en in de samenleving. Nederland
wil namelijk weer vooruit en verwacht dat we dat in Den Haag mogelijk
gaan maken. Het CDA is er klaar voor.
Dank u wel.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Een van die maatschappelijke vraagstukken is de toekomst van onze
ouderenzorg. Er stond een zin in uw agenda: specifiek gerichte
huishoudelijke hulp voor wie dat nodig heeft.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Zijn er dan nu mensen die huishoudelijke hulp krijgen en die die niet
nodig hebben?
De heer Bontenbal (CDA):
Deze zin zou u niet moeten verbazen, want in de verkiezingscampagne
hebben wij exact hetzelfde gezegd. Destijds is het abonnementstarief
ingevoerd. Een deel van de huishoudens die zelf de hulp konden betalen,
heeft daarop die hulp afgeschaft en is die vervolgens voor het
abonnementstarief gaan inhuren via de gemeente. Het CBS heeft daar nog
niet zo lang geleden een artikel over geschreven waarin dat helemaal is
uitgesplitst naar inkomensgroepen. Dan zie je dus dat rijkere ouderen
daar gebruik van maken. We hebben in de campagne gezegd: dat vinden we
niet helemaal een goede besteding van het geld. Tegelijkertijd hebben we
gezegd: de mensen die het echt nodig hebben, dus met de laagste
inkomens, zullen daar altijd een beroep op moeten kunnen doen. Dat is
onze visie en dat staat in dit stuk. Dat is dus een heel sociaal
verhaal, zou ik tegen de heer Dijk willen zeggen.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Ik ken de discussie over het abonnementstarief, maar hier staat: alleen
voor wie dat nodig heeft. Bent u niet van mening dat mensen die een iets
gevuldere portemonnee hebben en ook zorg nodig hebben, dat gewoon horen
te krijgen?
De heer Bontenbal (CDA):
Waar het hier om gaat, is het verschil tussen iets krijgen en de vraag
wat je er zelf financieel aan bijdraagt. Je ziet eigenlijk dat het
principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, vertaald
is in de doorrekening van ons verkiezingsprogramma en in dit stuk. Dat
vind ik heel christendemocratisch.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Uiteindelijk wil ik heel graag zien hoe dat uitpakt, hoe dat uitwerkt.
Tot slot: waarom stel ik hier nou vragen over? Omdat hier toch wel heel
expliciet staat dat er flink op de zorg bezuinigd gaat worden. Mensen
moeten meer zelf gaan doen. De samenleving moet meer zelf gaan doen. We
krijgen echter iedere dag berichten van families, gezinnen en werkende
mensen, zowel mensen die in de zorg werken als anderen. De werkdruk
loopt hun echt over de schoenen heen. Dat versterkt de gemeenschap niet.
Dat zorgt er juist voor dat mantelzorgers overbelast raken en dat ze
geen vrijwilligerswerk meer kunnen doen. Dit soort bezuinigingen treft
de samenleving en die gemeenschap juist keihard. Bent u met mij van
mening dat het, zoals het hier nu staat en zoals u het gaat uitwerken,
de samenleving moet versterken in plaats van verzwakken?
De heer Bontenbal (CDA):
Ik denk dat u alles over één kam scheert. Als je het op een
onverstandige manier doet, denk ik dat te harde bezuinigingen een
samenleving inderdaad zwakker kunnen maken. Maar bezuinigingen kunnen
een samenleving ook sterker maken. Neem bijvoorbeeld de zorg. Zelfs de
verenigingen die staan voor bepaalde groepen mensen, zie je heel sterk
pleiten voor zorgzame gemeenschappen. Die worden gezien als een manier
voor ouderen om veel meer voor elkaar te kunnen doen. In sommige andere
landen is dat ook heel gebruikelijk. Je kunt de zorg ook zo organiseren,
zoals wij in Nederland hebben gedaan, dat de verantwoordelijkheid bij
mensen onderling wordt weggehaald. De houdbaarheid van de zorg staat of
valt toch wel met de vraag hoeveel bereidheid er onder mensen is om voor
elkaar iets te doen. Dat moeten we versterken, want anders is de
toekomst van de zorg ongewis. De zorg is niet houdbaar op de manier
waarop die op dit moment georganiseerd is.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik heb eerder in dit debat een interruptie gepleegd over
onderwijsvrijheid en medische ethiek. Dat standpunt wil ik niet
herhalen, maar ik heb nog wel een vraag. We zien het duidelijk aankomen:
voordat er een kabinet op het bordes staat, zijn we heel wat maanden
verder. Mijn vraag aan de heer Bontenbal is: zou het niet raadzaam zijn
als de formerende partijen met elkaar afspreken om gedurende die
tussenfase geen drieste stappen te zetten op het terrein van de
klassieke vrijheden, medische ethiek en vergelijkbare thema's?
De heer Bontenbal (CDA):
Dat zou ik verstandig vinden. De vraag is echter waar u specifiek op
doelt. Ik vermoed dat uw vervolgvraag is wat we gaan doen met de wet
over embryokweek. Dat vermoed ik want u bouwt uw interrupties doorgaans
keurig op, zoals wij hier allemaal doen. De wet over embryokweek is al
op twee momenten door de Kamer geweest. Het klopt wat er net gezegd is:
de eerste termijn van de Kamer is ruim voor de verkiezingen geweest. Ik
snap wel wat u zegt, maar de vraag is ook hoe democratisch het is. De
eerste en tweede termijn hebben we al gehad en de Kamers hebben
uitputtend met elkaar over het onderwerp gediscussieerd. Inderdaad
bleken partijen het op bepaalde punten niet met elkaar eens te zijn.
Politieke partijen verschillen van mening over deze wet. De vraag is of
het democratisch is om tussen de stemmingen over de amendementen, die we
deze week gehad hebben, en de eindstemming te zeggen dat we dit van
tafel moeten halen en moeten parkeren. Ik denk dat dit niet democratisch
is.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Het zou de SGP een lief ding waard zijn als de stemmingen over de
Embryowet worden uitgesteld. Maar ik zie het uitdrukkelijk breder. Ik
noemde ook de motie van gisteren. Er zit nog een wijziging van de
Embryowet in de pijplijn. Die gaat over andere dingen. Ik denk dat daar
ook het belang ligt voor de formerende partijen. Alles wat we nu doen,
is niet gratis of om het even. Het bepaalt ook hoe partijen, zoals de
SGP, in de toekomst ten opzichte van zo'n coalitie gaan staan. Is in die
zin voorzichtigheid en terughoudendheid niet op zijn plaats in deze
tussenfase?
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, die is zeer op zijn plaats. Dat is vooral een signaal dat u aan de
andere twee partijen moet meegeven en dat heeft u nu gedaan. Ik hoop dat
ze goed geluisterd hebben. Ik vond de motie van gisteren over artikel 23
ook niet zo verstandig. De indiener was ook niet heel goed geïnformeerd.
Je kunt volgens mij niet per motie even zeggen hoe een grondwet
geïnterpreteerd moet worden. Volgens mij laat een lesje staatsrecht zien
dat het zo niet werkt.
Sorry VVD, ik moest het toch even doen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik heb net de complimenten aan collega Jetten gegeven. Die wil ik ook
geven aan collega Bontenbal, voor het stuk dat voorligt. En ook voor de
politieke moed om naar voren te stappen, niet als grootste partij, en te
zeggen: wij willen werken aan die andere cultuur. Dat zeg ik in het
bijzonder tegen de heer Bontenbal. Ik vind dat dit ook hier genoemd mag
worden. Ik zou collega Bontenbal willen aanmoedigen om dat vast te
houden. Nu er verbreed gaat worden, wil ik aanmoedigen om die andere
cultuur, waar we gericht zijn op inhoud en het daadwerkelijk aanpakken
van problemen, voorop te stellen. Ik heb het stuk met aandacht gelezen.
Mij valt op — dat zei ik ook al tegen de heer Jetten — dat er op een
aantal punten al heel concreet dingen worden benoemd. Dat zijn vaak de
harde zaken, de stenen zaken waaraan we moeten bouwen. Dat is nodig.
De voorzitter:
En uw vraag?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Mijn vraag is juist daarom: ik ken het CDA als een partij vanuit het
gemeenschapsdenken. De heer Bontenbal gaat nu aan tafel met twee
liberale partijen. Hoe wil de heer Bontenbal dat gemeenschapsdenken op
al die thema's die voorliggen en de financiële plaat gaan verstevigen en
versterken?
De heer Bontenbal (CDA):
Een mooie vraag. U mag ervan op aan dat wij dit tijdens de
onderhandelingen natuurlijk naar voren brengen. U kent het CDA immers
als een partij die gemeenschapszin en saamhorigheid belangrijk vindt. In
de inleiding van ons stuk zijn die twee woorden nota bene gebezigd. Het
is inderdaad een stuk van het CDA én D66. We hebben dus D66 toch al een
beetje de terminologie in gekregen van "saamhorigheid en
gemeenschapszin". Dat vind ik heel mooi. Maar u zegt terecht dat het dan
ook op de beleidsterreinen doorvertaald zal moeten worden. We hebben ons
de afgelopen weken heel strak gehouden aan de opdracht van de verkenner.
Als we dat niet deden, dan hadden we een informateur die zei: "Je moet
je houden aan de opdracht van de verkenner." Dat heeft er wel voor
gezorgd dat we heel veel thema's niet besproken hebben, of ze hooguit
hebben aangeraakt, maar zonder ze vervolgens uit te werken. Dat zou ook
mijn antwoord zijn.
De samenlevingsagenda moet er wat mij betreft in en die zal ook nog veel
beter in de verschillende thema's terug kunnen komen. Ik noem ideeën
zoals het pact wonen. U heeft zelf ook vaak bepleit dat wonen meer is
dan het stapelen van stenen; het is eveneens het bouwen van
gemeenschappen, die vervolgens ook concreet worden gemaakt en moeten
terugkomen in zo'n akkoord. Dat geldt ook voor de zorg. Het gaat er niet
om dat we massaal bezuinigen op de zorg. Het gaat erom dat we de
zorgtoekomst bestendig maken, dat we zorgen dat er zorgzame
gemeenschappen ontstaan, dat ouderen met nieuwe woonvormen ook voor
elkaar kunnen zorgen, dat mensen eenzaamheid met elkaar bestrijden. Dat
soort thema's zijn, denk ik, heel belangrijk, ook voor een
coalitieakkoord.
De voorzitter:
De interrupties en antwoorden mogen echt korter. Mevrouw Bikker.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ja, voorzitter, dank u wel. Ik ben blij met dit antwoord. Ik zei al
tegen de heer Bontenbal dat hij nu om tafel gaat met twee
progressief-liberale partijen. Daarvan hebben we de afgelopen weken ook
de effecten gezien, op medisch-ethisch terrein en op de klassieke
vrijheden. Voor mijn constructieve houding doet het ertoe dat er op dat
punt zelfbeheersing blijft. Is de heer Bontenbal geneigd om daar
afspraken over te maken, juist om de focus op al die andere zaken te
kunnen houden?
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, ik denk dat het goed is om daar afspraken over te maken. Ik denk dat
het gek is om dat niet te doen. Er moet namelijk gewoon breed gekeken
worden naar steun in de Kamer. Ik zou ook willen zeggen: kijk naar de
agenda die er nu ligt en naar de ervaring die ik nu heb van de afgelopen
weken onderhandelen met D66: de prioriteiten die wij hebben neergezet,
laten ook iets zien. U heeft in dat stuk ook de bereidheid gezien om
naar elkaar toe te bewegen. U heeft dus, denk ik, in dat stuk een iets
ander CDA kunnen zien, omdat wij natuurlijk ook dingen hebben weggegeven
en ook bewegingen hebben gemaakt. U heeft dat ook kunnen zien van D66.
Ik denk dat u net ook aan de toon van de heer Jetten heeft kunnen horen
waar hij zijn prioriteiten legt. Dat geeft mij het vertrouwen dat dit
kabinet de juiste prioriteiten gaat stellen, en dat zit 'm echt in de
thema's die de Kamer ons heeft meegegeven. We zijn niet voor niets met
die vijf thema's begonnen. Die heeft de Kamer ons meegegeven. Die hebben
we uitgewerkt. Natuurlijk zullen we andere thema's ook moeten aanraken,
maar ik heb er wel vertrouwen in dat dit met respect gebeurt, ook voor
alle oppositiepartijen.
De voorzitter:
Mevrouw Bikker? Nee? Dank u wel. De heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Ik vond het mooi dat de heer Bontenbal zojuist zei: je
moet goed kijken naar maatschappelijke organisaties. Nu is er het
afgelopen jaar ook een eerste Nationaal Burgerberaad Klimaat geweest.
175 Nederlanders hebben met elkaar gesproken, uit alle lagen van de
samenleving, om met elkaar het gesprek te voeren over hoe we de
klimaatcrisis te lijf kunnen gaan en wat wij als samenleving op dat
gebied voor maatregelen willen nemen. Daar zijn hele goede voorstellen
uitgekomen en ik ben benieuwd of de heer Bontenbal van mening is dat
hier ook in het volgende proces serieus naar gekeken moet gaan
worden.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, sowieso. Dan wil ik toch herinneren aan het feit dat een van de
voorvechters van dat burgerberaad Agnes Mulder was, inmiddels
commissaris van de Koning in Drenthe. Toen zij Kamerlid was, was zij een
van de voorstanders van burgerberaden. Burgerberaden vind ik sowieso een
interessant instrument om de democratie te vernieuwen. Volgens mij
hebben heel veel enthousiaste burgers geschreven aan dit burgerberaad.
Ik moet wel heel eerlijk zeggen dat ik nog niet alle adviezen helemaal
gelezen heb, maar ik ben zeker bereid om ze heel goed te bekijken en na
te gaan wat we kunnen meenemen. Ik zou het ook mooi vinden als dit
rapport onderdeel wordt van het parlementaire debat en geagendeerd wordt
in de commissies voor energie, klimaat en duurzaamheid.
De heer Dassen (Volt):
Helemaal eens. Het zou ook mooi zijn als dat nu al meegenomen wordt in
de formatie en dat er serieus naar gekeken wordt, omdat er ook
voorstellen liggen voor de landbouw, voor die energietransitie, voor de
reparatie van spullen, treinreizen, vliegen, noem maar op, en een
CO2-reductie van 10% tot 15%. Dat is dus echt serieus en
ambitieus. Ik denk ook dat het goed zou zijn voor het vertrouwen in de
politiek, dat er daadwerkelijk mee aan de slag wordt gegaan op het
moment dat de politiek zegt dat er zo'n groot initiatief wordt
neergezet, dat er mensen bereid zijn om er heel veel weekenden mee bezig
te zijn en dat ze dan komen met vernieuwende oplossingen. Ik ben dus
blij dat de heer Bontenbal dat wil.
Ik zal de derde interruptie laten, voorzitter. Een van de andere
uitkomsten was een lobbyregister. Ik vind het goed als er ook bij de
vervolgstap van een eventueel akkoord weer een lobbyparagraaf komt,
zodat duidelijk is met welke partijen is gesproken en wie er allemaal
aan tafel heeft gezeten. Ik was benieuwd of de heer Bontenbal zich daar
ook voor wil inzetten. Daar overweeg ik namelijk een motie voor.
De heer Bontenbal (CDA):
Daar ben ik dan weer minder positief over. Dat is niet omdat ik niet
voor transparantie ben, maar je kunt er ook in doorschieten. Een van de
dingen die we, denk ik, moeten constateren, is dat overheden, maar ook
heel veel bedrijven, te maken hebben met vrij doorgeschoten regelgeving.
Die zit ook op dit punt. Als we kijken naar bijvoorbeeld de Wet open
overheid … Dat is me inmiddels toch een klein beetje een doorn in het
oog. Bij ministeries werken bijvoorbeeld al honderden fte's om de hele
dag alleen maar papieren zwart te lakken. Ik denk dat we dan ons doel
voorbijschieten. Ik heb liever dat deze ambtenaren zich bezighouden met
het oplossen van de toeslagenaffaire en dat soort zaken. Dat geldt
misschien ook wel voor zaken als de AVG. Je kunt in de balans tussen
transparantie en effectiviteit soms ook een beetje doorslaan, wat mij
betreft. Ik zou dit op de formatietafel dus ook best wel willen
bespreken.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bontenbal. Ik nodig de heer Eerdmans uit voor zijn
inbreng in eerste termijn, namens de fractie van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank. Goedemiddag aan het land.
De voorzitter:
Rust in het D66-vak a.u.b.
De heer Eerdmans (JA21):
Heel goed, voorzitter. Zo kennen we u weer.
De voorzitter:
Meneer Eerdmans, ga uw gang.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. JA21 vindt nog steeds dat er een centrumrechts kabinet kan
en moet komen met daarin drie winnaars en ten minste 75 zetels. Het is
onder de kiezers ook de meest gewilde variant. Of dat lukt, weet alleen
de Lieve-Heer, maar we zouden het op z'n minst toch moeten proberen.
JA21 vindt dit dus een gemiste kans. De PVV heeft ook 26 zetels. Bij
elkaar heeft rechts hier meer zetels dan links. Dat feit kunnen we niet
zomaar negeren. Hoe ziet de heer Buma zijn advies in het licht van de
verkiezingsuitslag?
Voorzitter. Het klopt dat centrumrechts geen meerderheid heeft in de
senaat, maar dat heeft een minderheidscoalitie al helemaal niet. Als
centrumrechts niet lukt, zal JA21 in beide Kamers zeker niet zomaar
tekenen bij het kruisje. Welk kabinet er straks ook komt, het moet
leveren. Wij willen aantoonbaar resultaat op migratie, economie en
veiligheid. Dat vraagt dus om de juiste agenda. Ik heb er respect voor
dat D66 en CDA bij elkaar zijn gaan zitten en aan een basisdocument, een
positieve agenda, hebben gewerkt. Ik heb het al vaker gezegd: er zitten
wat ons betreft best een aantal goede dingen in, er staan een aantal
mindere dingen in en het nodige ontbreekt. Maar het was ook een open
uitnodiging aan alle partijen. JA21 heeft daar positief op gereageerd.
We zijn het dus niet eens met alles in dit stuk, zeker niet, maar we
zijn wel klaar om daarover te onderhandelen.
Voorzitter. Het vorige kabinet werd een fiasco, maar dat doet niets af
aan de onvrede en de hoop op verandering bij een groot deel van de
kiezers. Het roer moet om. Wat Nederland nodig heeft, is een verzoening,
een oprechte poging om de zorgen van rechts serieus te nemen en op te
lossen. Rechts stemmen is geen protest; het is mainstream. Daar moeten
sommigen in deze Kamer misschien aan wennen, maar het is wel zo. Dat
gezegd hebbende, Nederland zit dus ook niet te wachten op een impasse.
Stilstand kunnen we ons simpelweg niet veroorloven. Als deze tussenfase
nodig is, dan is dat zo. Wij gaan de voortgang niet blokkeren.
We danken de heer Buma. De gesprekken worden gewaardeerd. Het is een
hele puzzel. De heer Buma is er oprecht mee bezig geweest om de
onderlinge voorkeuren en afkeuren met elkaar in overstemming te brengen.
Ik vond de heer Buma eigenlijk de eerste deblokkeerfries in dat opzicht.
Hij heeft het oprecht goed geprobeerd.
Voorzitter. Ik wil afsluiten met een advies aan de heer Buma, dat ik
leen van mijn vader, namelijk: doch dyn plicht en lit de lju mar rabje.
De goede verstaanders weten wat dat betekent, de heer Buma zeker.
Misschien kan hij het, om de spanning erin te houden, pas vertalen in
zijn bijdrage aan het eind.
De voorzitter:
Laten we hem daartoe oproepen. Ik geef het woord aan mevrouw De Vos voor
haar inbreng namens Forum voor Democratie. Gaat uw gang.
Mevrouw De Vos (FVD):
Dank, voorzitter. Op 29 oktober heeft Nederland gesproken. Inmiddels
alweer zes weken geleden brachten 10,6 miljoen mensen hun stem uit op
een persoon, een partij en een verkiezingsprogramma. Dat zijn 10,6
miljoen mensen die wij hier met z'n honderdvijftigen mogen
vertegenwoordigen. Ik benadrukte de vorige keer namelijk ook al dat dat
is wat wij zijn: volksvertegenwoordigers. Het mandaat om de toekomst van
ons land vorm te geven, ligt in de eerste plaats hier, in deze zaal, bij
ieder van ons. Het blijft voor mij dan ook volkomen onbegrijpelijk dat
deze Kamer zich zodra de verkiezingen zijn geweest gedraagt alsof zij
buiten werking is gesteld. Het is alsof onze stem als
volksvertegenwoordiger is geparkeerd bij verkenners, informateurs — dank
aan de heer Buma voor het prettige gesprek — en een beperkte en nader te
bepalen selectie van partijen die samen mogelijk een coalitie gaan
vormen. Het is alsof de democratie in de wachtkamer zit. Vorige week
werd er bijvoorbeeld nog een gepland stikstofdebat vooruitgeschoven naar
volgend jaar. Dat gebeurde niet omdat onduidelijk is hoe de
verschillende partijen denken over dit onderwerp. Het werd ook niet
vooruitgeschoven omdat de problemen plotseling zijn opgelost,
integendeel. Het werd vooruitgeschoven omdat men wil wachten op de
formatie. Dat kwam net in een interruptiedebatje met mevrouw Yeşilgöz
over de hypotheekrenteaftrek ook heel duidelijk aan het licht.
Voorzitter. Wij zijn met zijn honderdvijftigen niet gekozen als
figuranten in een formatiespel. Nogmaals, wij zijn gekozen als
volksvertegenwoordigers. De nieuwe Kamer zou juist in de periode direct
na de verkiezingen haar mandaat moeten waarmaken, niet door te wachten,
maar door te handelen. De afgelopen weken wordt er hier in
achterkamertjes gesproken over wie wel en wie niet met wie wil, over
tussenmomenten en eindhaltes, over verslagen en over uitnodigingen en
breekpunten, terwijl het leven buiten deze zaal gewoon doorgaat. De
woningennood staat niet op pauze. Het overbelaste elektriciteitsnet
staat niet op pauze, net als de onzekerheid bij boeren. De regeldruk
voor ondernemers en de asielinstroom staan al helemaal niet op pauze.
Iedere week opnieuw komen gemiddeld 1.000 asielzoekers Nederland binnen.
Iedere week weer raken we meer zeggenschap kwijt aan Brussel, trekken
meer mensen en bedrijven weg uit Nederland en neemt de onveiligheid op
straat en in het openbaar vervoer verder toe.
Ondertussen wordt hier in Den Haag vergaderd, overlegd en gewacht. Men
wacht op onderhandelingen tussen een select aantal partijen, die per
definitie met compromissen zullen komen die afwijken van de wisselende
meerderheden die al in deze Kamer bestaan. Dat gebeurt op basis van de
verschillende verkiezingsprogramma's waarop onze kiezers hun stem hebben
gebaseerd. Het gaat om wisselende meerderheden op het gebied van
migratie, energie, wonen, zorg, lastenverlichting, de EU en talloze
andere onderwerpen. Op basis van die wisselende meerderheden kunnen wij,
de 150 volksvertegenwoordigers, de hoofdlijnen uitzetten en een
minister-president uit ons midden kiezen op de wijze waarop we ook de
Voorzitter kiezen, die vervolgens vakministers zoekt om deze hoofdlijnen
te vertalen naar concreet beleid. Dat hadden we bij wijze van spreken al
de dag na de verkiezingen kunnen doen.
Inmiddels zijn we anderhalve maand verder. Opnieuw zien we hetzelfde
ritueel als de afgelopen jaren: verkenningen, informateurs, nieuwe
gespreksrondes. We zien een document van D66 en CDA dat hoofdzakelijk
een voortzetting is van de koers van de afgelopen jaren. Er komt geen
structurele aanpak van de massale immigratie. We zien de instandhouding
van de Spreidingswet. We zien de vervanging van tijdelijke asielplekken
door permanente plekken. We zien meer ruimte voor VluchtelingenWerk. We
zien blijvend commitment aan de klimaatdoelen — "met volle kracht",
aldus de heren Jetten en Bontenbal. We zien een invoering van
rekeningrijden. We zien verdere elektrificatie van onze samenleving en
industrie, met nog meer netcongestie tot gevolg. We zien geen heropening
van het Groningenveld, waarmee betaalbare energie voor Nederlanders
onmogelijk wordt. Er staat letterlijk "een aanpak van de wooncrisis
zonder taboes". Maar over de enorme effecten van de massale immigratie
op de woningnood wordt ondertussen geen woord gezegd. We zien een
voortzetting van het stikstofbeleid. In het document staat — ik citeer —
"een forse en zekere beperking van stikstof". We zien een uitbreiding
van natuurgebieden in een land waar iedere vierkante centimeter al in
gebruik is. We zien uitkoop van boeren. We zien afbouw van de
hypotheekrenteaftrek, waarvoor in deze Kamer, als de VVD zich aan haar
verkiezingsbelofte zou houden, geen meerderheid is. We zien nog meer
geld naar de zinloze en afschuwelijke oorlog in Oekraïne. We zien nog
meer soevereiniteitsoverdracht naar Brussel, waaronder het opgeven van
vetorechten. We zien meer ontwikkelingshulp.
Voorzitter. Hoewel de hoofdrichting van het voorliggende document
diametraal de verkeerde kant op wijst, is Forum voor Democratie over
enkele details toch positief. Punten als het niet meewerken aan
procedures door asielzoekers als afwijzingsgrond, vermindering van de
regeldruk voor bedrijven en woningbouw, het niet verhogen van het eigen
risico en investeren in nieuwe kerncentrales kunnen op onze steun
rekenen. Wij zullen verder ieder voorstel op zijn merites
beoordelen.
Voorzitter, ik rond af. Het moge duidelijk zijn dat het huidige
formatieproces absoluut niet op de steun van Forum voor Democratie kan
rekenen. Toch hopen wij dat een eventueel minderheidskabinet ten minste
meer speelruimte aan de Kamer zal geven dan de afgelopen jaren het geval
was, omdat per voorstel meerderheden zullen moeten worden gezocht in de
Kamer. Wij zullen blijven pleiten voor nog meer speelruimte en ons
uiteraard blijven inzetten voor de wensen en zorgen van onze
kiezer.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw De Vos. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der
Plas voor haar inbreng in de eerste termijn namens BBB. Ga uw gang.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil allereerst de heer Buma bedanken voor het
verslag, en de twee formerende partijen, D66 en het CDA, voor het
opleveren van een tussenverslag.
Voorzitter. We staan vlak voor kerst en de lichtjes branden in de
straten, maar in dit huis wordt het eerder donker. Want wat was ons
beloofd? Dat alles anders zou gaan: nieuwe politiek, nieuwe
bestuurscultuur, doorbraken en een kabinet voor kerst. Waar staan we nu?
Er is een tussenverslag en een eindverslag, en we zijn in afwachting van
een volgend verslag, met als deadline 30 januari, zo hoorde ik net. Als
je de kaft eraf trekt, wordt vooral één ding zichtbaar: voortzetting op
hoofdlijnen van hetzelfde beleid dat is gevoerd door bijvoorbeeld de
kabinetten-Rutte III en IV. Het voelt alsof we naar een slechte
herhaling van Rutte III en IV zitten te kijken. Alleen de acteurs zijn
anders. De inhoud is oude wijn in nieuwe zakken.
Informateur Buma schrijft dat dit een uitnodiging is. Als dit een
uitnodiging is, dan is het er een voor het kerstdiner waar de kalkoen al
drie weken over de datum is, want wat is er nieuw? Asiel? De
Spreidingswet blijft fier overeind, met meer opvangplekken dan het COA
ooit zou durven vragen. Instroombeperking? Ho maar. Het CDA en D66
blijven roepen dat ze streng gaan worden. De uitkomst? Nog meer plekken,
nog meer verplichtingen voor gemeenten en probleemverplaatsing in plaats
van probleemoplossing.
Dan de boeren. Gedwongen krimp is terug op de onderhandelingstafel. Er
wordt gesproken over zonering rond natuurgebieden. Het transitiefonds,
oftewel het oude boerenoprotfonds, wordt weer uit de mottenballen
gehaald. Ik zeg het maar zoals boeren het zelf zeggen: men heeft er geen
bal van geleerd. Visserij? Het wordt niet eens genoemd in de paragraaf
over landbouw. Klimaat en energie? D66 en het CDA zetten in op nog meer
wind op zee, terwijl investeerders zich terugtrekken en de kosten
blijven stijgen. Het lijkt alsof men denkt dat de ambities zichzelf
betalen, maar de realiteit is dat burgers en ondernemers opdraaien voor
deze rekening. Ook worden hiermee nog meer visgronden afgenomen van de
vissers.
Of neem Europa. De agenda van D66 en het CDA schreeuwt eurofiele
grootheidswaan: de bankenunie afmaken, de kapitaalmarktunie verdiepen,
meerderheidsbesluitvorming uitbreiden en Europese defensie-integratie
opvoeren. Dat noemen wij geen "positieve agenda". Dit is het versneld
inleveren van Nederland bij Brussel. Wie zich aansluit bij deze agenda,
sluit zich aan bij nog meer Europa en nog minder Nederland.
Voorzitter. De kiezer kreeg wekenlang te horen dat alles openlag.
Bemiddelaar Buma zou partijen uit de loopgraven trekken. Maar wat zien
we? De heren Jetten en Bontenbal schrijven eerst samen een document,
zonder de VVD, zonder JA21, zonder een meerderheid. Dan kan iedereen
tekenen bij het kruisje. Dat noemen wij niet een "open uitnodiging",
maar "chantage met een strik erom". Het resultaat laat zich raden: het
onderhandelen kan opnieuw beginnen. Dan het minderheidskabinet. Zelfs de
partijen die het zouden moeten dragen, willen het niet. Dat is
natuurlijk ook de reden dat ieder kabinet op een meerderheid moet kunnen
bogen. BBB is dan ook geen voorstander van een minderheidskabinet. Wij
constateren dat we daar niet de enigen in zijn. Jetten wil het niet,
Bontenbal wil het niet, Yeşilgöz wil het niet, niemand wil het. Toch
blijven de onderhandelaars eraan morrelen, alsof Nederland een soort
formatieproeftuin is, terwijl er een meerderheid over rechts is óf een
meerderheid over links. Als we terugkijken naar weken onderhandelen, is
er slechts één conclusie mogelijk: er is eigenlijk helemaal niets
veranderd, er is geen resultaat.
Voorzitter. Ik vraag aan de informateur hoe hij na weken praten kan
concluderen dat dit de weg vooruit is, terwijl niemand het wil, niemand
de ander vertrouwt en er feitelijk links en rechts blokkades worden
opgeworpen. Waar is het realiteitsbesef gebleven dat een kabinet een
meerderheid nodig heeft, niet alleen op papier maar ook qua vertrouwen
en draagvlak? Wat heeft de informateur bereikt?
Voorzitter. Dit eindverslag ademt grote woorden, maar kleine daden. De
afdronk is onmacht en onwil om een coalitie te vormen. De heren Buma,
Jetten en Bontenbal zijn trots op hun positieve agenda, maar de mensen
in de regio zien iets anders, namelijk meer asielinstroom, minder
boeren, meer lasten, minder zeggenschap, meer Brussel en minder
Nederland. Dat is geen basis voor een toekomstbestendig kabinet. Dat is
een recept voor nog meer wantrouwen in de politiek.
BBB staat hier frank en vrij. Wij hebben verantwoordelijkheid genomen in
een kabinet en wij blijven ons inzetten voor echte oplossingen voor
woningen, voor veilige regio's, voor boeren, voor vissers, voor een
betaalbaar leven, en dat zonder buigen, draaien of meel in de mond te
nemen. BBB blijft staan waar ze nu al staat: aan de kant van de gewone
mensen, van de regio's, van onze voedselmakers — kritisch waar nodig en
constructief waar mogelijk.
Ik wil afsluiten met een vraag aan de heer Buma over de kern van zijn
pogingen om een coalitie te smeden. Wat heeft de heer Buma gedaan om het
door D66 en het CDA beloofde "kabinet voor kerst" te laten slagen?
Waarom is dat niet gelukt? Waarom is het niet gelukt om alles anders te
doen? Die verwachting was wel gewekt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja voorzitter, twee opmerkingen. Ik wil graag opmerken dat door de Kamer
de opdracht is verleend aan deze twee partijen om deze agenda te
schrijven. Ik meen in het betoog van mevrouw Van der Plas te bespeuren
dat zij inhoudelijk daar niet helemaal enthousiast over is, maar zij
zegt ook dat dit het verhaal is van de heer Buma, de heer Bontenbal en
de heer Jetten. Het is natuurlijk het verhaal van deze partijen. De
informateur heeft een en ander alleen begeleid, maar het is niet zijn
verhaal. Ik vind het dus niet netjes om de informateur verantwoordelijk
te houden voor het inhoudelijke verhaal. Dat staat volledig op het conto
van deze twee partijen. Dat wil ik wel graag even opmerken.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik laat het aan de heer Buma over om daar een eigen oordeel over te
geven. Ik neem niet aan dat de heer Bontenbal de spreekbuis is van de
heer Buma.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik de heer Van Baarle uit voor zijn inbreng in de
eerste termijn namens de fractie van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, dank je wel. Wat begon als een hoopvol proces waarin Rob
Jetten en Henri Bontenbal zich als de aanvoerders van de nieuwe en
verfrissende politiek probeerden te presenteren, verwerd tot een
patstelling. Uiteindelijk is er door D66 en het CDA gekozen voor de VVD
van Yeşilgöz. Laat het duidelijk zijn: dat was niet onze keuze geweest
voor Nederland.
Maar laat ik eerst zeggen dat het een compliment verdient hoe de heren
Jetten en Bontenbal samen met hun fracties een stap vooruit hebben gezet
met hun agenda. Dat is hoopvol. Dat partijen bereid zijn om vanuit de
inhoud een agenda te presenteren en compromissen te sluiten, is een
moedige stap. DENK ziet, zoals gezegd tegen informateur Buma,
aanknopingspunten en zorgen in het stuk.
Het is goed dat er maatregelen in staan om de bouw van betaalbare
woningen te versnellen. Het is goed dat er maatregelen in staan om het
onderwijs te versterken en te investeren in onze universiteiten. We
juichen het toe dat er toegewerkt wordt naar meer investeringen in
ontwikkelingshulp. Dat zijn voorbeelden van stappen waarin de fractie
van DENK aanknopingspunten ziet.
Zorgen hebben we over de bezuinigingen op de zorg, het laten bestaan van
het eigen risico en het invoeren van een eigen bijdrage in de zorg.
Mensen die hulp nodig hebben, gaan hierdoor uiteindelijk de rekening
betalen. Samen met het wegvallen van inkomensafhankelijke
tegemoetkomingen en het invoeren van belastingen zoals rekeningrijden,
lijkt het erop dat de agenda van D66 en CDA op deze manier de
inkomensongelijkheid in Nederland verder zal vergroten.
Nu we in Nederland nog steeds 100.000 kinderen hebben die in armoede
opgroeien, maakt DENK zich zorgen om die richting. Mensen in ons land
hebben te kampen met de torenhoge prijzen aan de pomp, de dure
boodschappen en de hoge energierekening. DENK verwacht dan ook echt veel
meer van een komende regering om de armoede in ons land tegen te gaan,
om kinderarmoede eindelijk uit te bannen en Nederlanders eindelijk die
zo gewenste groei in hun koopkracht tegemoet te kunnen laten zien.
Ook maken we ons zorgen over de maatregelen op asiel. Met het wegvallen
van procedures die de rechtspositie van vluchtelingen versterken, het
verminderen van de duur van een verblijfvergunning, het invoeren van een
tweestatusstelsel en het gesloten opvangen van asielzoekers komt de vaak
al kwetsbare positie van vluchtelingen verder onder druk te staan.
Daarnaast maakt DENK zich zorgen om de versnelde militarisering. De
opgevoerde defensie-uitgaven voor Trump zullen uiteindelijk ten koste
gaan van zaken zoals onze verzorgingsstaat. Dat er zelfs een vorm van
dienstplicht wordt geopperd, gaat DENK te ver. Wat DENK betreft hoeft
Nederland niet Trump en de NAVO op deze manier te pleasen.
We missen een echt pakket voor kansengelijkheid, het tegengaan van
discriminatie, racisme en moslimhaat en een rechtvaardige
buitenlandagenda, waarin de rechten van de Palestijnen worden bevorderd.
Het is vandaag de Dag van de Mensenrechten. Terwijl we met elkaar
spreken zien we nog steeds de verschrikkingen die gepleegd worden door
Israël tegen de Palestijnen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. De
komende regering zal echt moeten stoppen met het sluiten van de ogen
voor deze verschrikkelijke misdaden.
Hoe er uiteindelijk omgegaan wordt met onze zorgen en wensen, zal
bepalen hoe DENK zich gaat opstellen. Onze grondhouding is daarbij
altijd constructief, binnen de voorwaarden die wij al bij verkenner
Koolmees hebben aangegeven.
Voorzitter. Hoe deze informatie in de afgelopen dagen is geëindigd, dát
is niet fraai. De VVD heeft de formatie op slot gezet, maar krijgt nu
een plek aan tafel, terwijl de VVD inmiddels een trackrecord heeft van
Nederland bestuurlijk instabiel maken. De VVD heeft Nederland een
kabinetsval aangedaan met onwaarheden over vluchtelingen. De VVD heeft
Geert Wilders met zijn onrechtsstatelijke PVV aan de macht geholpen. De
VVD was verantwoordelijk voor het kabinet dat Nederland in de afgelopen
periode in de onzekerheid heeft gestort. De VVD is niet het toonbeeld
van rechtsstatelijkheid, stabiliteit en verbinding. Dat is een ding dat
zeker is. Als blijkt dat de VVD nu aan tafel mag zitten, om de weg te
openen voor een rechts kabinet, dan zal DENK dat niet gaan steunen, want
Nederland verdient beter dan dat. Nederland verdient nu eindelijk een
kabinet dat werk maakt van bruggen slaan tussen bevolkingsgroepen, een
einde maken aan discriminatie, racisme en moslimhaat en het helpen van
mensen in armoede. Dat doe je niet met een rechts kabinet. Dus, Rob: doe
Nederland niet nog een rechts kabinet met de VVD aan. Laat je niet
piepelen door Yeşilgöz. Laat de VVD niet de norm bepalen.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Waar de heer Van Baarle sprak over "Rob", doelde hij op de heer Jetten,
denk ik. Ik nodig de heer Diederik van Dijk uit voor zijn inbreng in
eerste termijn namens de Staatkundig Gereformeerde Partij. Gaat uw
gang.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Ik vervang in dit debat mijn collega Stoffer,
die deze week vanwege een conferentie over Israël in de VS zit.
Voorzitter. Het was de afgelopen dagen een veelgehoorde uitdrukking:
informateur Buma moest de knoop doorhakken. Het beeld komt uit een
beroemd verhaal uit de oudheid. In de plaats Gordium, in het huidige
Turkije, stond in een tempel van oppergod Zeus een strijdwagen
vastgeknoopt. De knoop vormde een wirwar van touwen, onmogelijk om uit
elkaar te peuteren. Volgens een orakel zou degene die de gordiaanse
knoop kon ontwarren wereldheerschappij verkrijgen. Wat niemand lukte,
kreeg uiteindelijk Alexander de Grote voor elkaar. Over de manier van
losmaken heeft het orakel niets gezegd, zei hij. Het verhaal gaat dat
hij vervolgens zijn zwaard hief en de knoop maar gewoon doorhakte. De
rest is geschiedenis.
Nu ben ik geen orakel, zelfs geen fractievoorzitter, maar slechts
eenvoudig Kamerlid. Informateur Buma is in het dagelijks leven geen
wereldheerser, maar burgemeester. Toch heeft de kabinetsformatie op dit
moment iets weg van een ingewikkelde knoop: een versnipperd politiek
landschap, de kleinste grootste partij ooit, partijen die elkaar
uitsluiten. Ook de inhoudelijke agenda waar de heren Jetten en Bontenbal
zo hard aan hadden gewerkt, leiden niet direct tot de gehoopte
doorbraak.
In dit document lees ik positieve dingen over defensie, wonen en de
economie. Maar D66 en CDA maken ook keuzes waar wij niet warm voor
worden. Ik voorzie een nieuwe stikstofdomper voor boeren. Gezinnen komen
er bekaaid vanaf. Van degelijke financiën is geen sprake. Op migratie
lijken we het EU-pact als exclusief wondermiddel te beschouwen. Sowieso
ademt het stuk "meer EU". Na het gewapper met de Nederlandse driekleur
tijdens de D66-campagne had ik een ander accent verwacht. Nu de VVD aan
tafel schuift, rijst de vraag naar de status van het D66-CDA-document.
Vormt dit het uitgangspunt voor de vervolggesprekken of beginnen de drie
partijen weer van voor af aan? Hoe ziet de oud-informateur dit?
Voorzitter. D66, VVD en CDA gaan nu verder praten over de vorming van
een stabiel kabinet. Dit kan zomaar uitdraaien op een
minderheidskabinet. Op alle partijen in deze Kamer rust de plicht en de
verantwoordelijkheid om vanuit de eigen overtuiging gewetensvol bij te
dragen aan het bestuur van ons land en vanuit de inhoud open te staan
voor samenwerking. Het hele uitsluitcircus — vrijwel alle grote partijen
doen daar op een of andere manier aan mee — helpt niet om een nieuwe
regering te vormen. Vanuit dat perspectief is het spijtig dat het nu
blijkbaar niet lukt om tot een meerderheidskabinet te komen. De SGP
vindt dat een minderheidsvariant pas onderzocht moet worden als alle
meerderheidsopties definitief van tafel zijn. Hoe zeker is de
oud-informateur daarvan? Waarom wordt bijvoorbeeld nu niet eerst gekeken
naar de variant met D66, VVD, CDA en JA21, eventueel nog aangevuld met
een vijfde partij?
Voorzitter. We hebben in de afgelopen jaren wisselende ervaringen gehad
met kabinetten die geen meerderheid hadden in Tweede of Eerste Kamer.
Een minderheidskabinet kan een prikkel zijn om breder te kijken dan
alleen coalitiepartijen. Om de grote problemen op te lossen, zoals
migratie, woningbouw en stikstof, is breed draagvlak in de Kamer en
daarbuiten sowieso noodzakelijk. Ik wil echter wel heel duidelijk zijn.
Als de minderheidsconstructie ertoe leidt dat Kamerfracties alle ruimte
krijgen om in volle vaart de bescherming van kwetsbaar leven uit te
hollen of de onderwijsvrijheid in te perken, dan bedanken wij voor de
eer om het nieuwe kabinet positief tegemoet te treden. Wat we de
afgelopen weken hebben gezien rondom embryokweek en artikel 23 is dan
ook van betekenis voor het vervolg van de formatie. Het is riskant om
nu, zonder veel rekening te houden met minderheden, een aantal
controversiële voorstellen erdoorheen te drijven terwijl je in de
toekomst afhankelijk bent van breed draagvlak in de Kamer.
In kabinetsformaties wordt vaak gesproken over een vruchtbare
samenwerking met de Staten-Generaal. Er is wat betreft de SGP geen
sprake van vruchtbare samenwerking als het nieuwe kabinet uit tactische
overwegingen achteroverleunt en ervoor kiest om medisch-ethische
vraagstukken en klassieke vrijheden aan de vrije krachten in de Kamer
over te laten. De SGP vindt dat een kabinet als landsbestuur
aanspreekbaar moet zijn op de zaken die er in het land het meest toe
doen en het diepst ingrijpen. Daarom de vraag: hoe ziet de
oud-informateur de verhouding tussen het kabinet, de partijen die
vermoedelijk het minderheidskabinet gaan vormen, en de overige partijen?
Welke adviezen geeft hij hierover mee?
Voorzitter, tot slot. De SGP dankt de heer Buma voor zijn grote inzet.
We kunnen ons goed voorstellen dat Leeuwarden weer naar u uitziet en dat
u uitziet naar Leeuwarden. Formeren is toch een soort klunen, kan ik me
zo voorstellen. Hopelijk keert u terug naar Friesland met de boodschap
dat uw tijdelijke afwezigheid heeft bijgedragen aan een belangrijke
ontknoping, misschien niet in Gordium, maar dan wel in Den Haag.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Diederik van Dijk. Dan geef ik het woord aan mevrouw
Ouwehand voor haar inbreng namens de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Nederland heeft dringend behoefte aan een
kabinet dat kan rekenen op vertrouwen van de bevolking en dus ook van de
Tweede Kamer, en dat eindelijk de problemen gaat oplossen die al zolang
onopgelost blijven. We memoreren dan ook dat het vrijdag op de dag af
tien jaar geleden is dat het klimaatakkoord van Parijs werd
gepresenteerd. Het gaat niet bepaald de goede kant op met de ambitie en
de plannen om de klimaatcrisis te keren, niet in de laatste plaats omdat
populistische politici er alles aan doen om twijfel te zaaien over de
ernst van de klimaatcrisis, waarover straks meer.
Ik wil eerst de informateur bedanken voor zijn werk en nogmaals vanaf
deze plek complimenten geven aan de heer Jetten en de heer Bontenbal,
omdat wij denken dat het echt een goed idee was om een stuk te
schrijven, zodat er op een aantal grote inhoudelijke punten — we wisten
van tevoren dat het niet over alles zou gaan en dat we ook dingen zouden
missen — een volgende stap gezet kan worden in de formatie. We gingen er
wel van uit dat er gestuurd zou worden op een stabiel kabinet met
partijen die het landsbelang daadwerkelijk boven hun eigen politieke
partijbelang zouden zetten, waarover straks ook meer.
Voorzitter. Eerst moet ook worden gememoreerd — in het verslag van de
informateur staat het heel koeltjes — dat de heer Buma en de heer Wijers
zijn benoemd en dat ze op vrijdag 14 november aan de slag zijn gegaan,
maar dat op diezelfde dag de heer Wijers zich in verband met
berichtgeving in de media genoodzaakt voelde terug te treden. Ik kan me
voorstellen dat de heer Buma zich niet vrij voelde om daar wat meer over
te zeggen, maar vanaf deze plek wil ik toch wel het gevoel dat leeft bij
veel kiezers verwoorden. Wat zou er gebeurd zijn als die borrelclubelite
niet had geprobeerd om de heer Wijers weg te werken, met hulp van — het
spijt me echt dat ik het moet zeggen — twee landelijke dagbladen, De
Telegraaf en NRC? Dat is toch een zeer onverkwikkelijke gang van zaken
geweest. Veel mensen vragen zich af: wat zou de uitkomst zijn geweest
als de heer Wijers niet was weggewerkt? Die vraag wil ik hier — het is
misschien retorisch — toch opwerpen.
Die vraag heeft natuurlijk alles te maken met het gevoel van ongemak dat
mensen voelen bij het gegeven dat vastgoedjongens, reclamemannen en
andere ondernemers in die borrelclubelite kennelijk veel invloed kunnen
uitoefenen op zo'n formatieproces. Tegelijk zien we ook al dat het
landsbestuur niet vrij is van dit soort invloeden, met bewindslieden die
openstaan voor dit soort contacten, terwijl mensen die in armoede leven,
niet het telefoonnummer hebben van de minister-president of andere
mensen in vak K. Die structurele ongelijkheid als het gaat om wie welke
stem en welke invloed heeft, baart ons grote, grote zorgen. Het is niet
geheel toevallig dat die club de VVD graag in het kabinet wilde hebben.
Daar is het een en ander op aan te merken.
Inhoudelijk hebben wij grote verschillen van mening met de VVD, maar dat
is niet eens het punt. Het punt is eerst: ben je een partij die
daadwerkelijk bereid is om de verantwoordelijkheid die hoort bij
deelname aan een kabinet, volledig te dragen? Dat betekent dat je de
rechtsstaat respecteert, in woord en daad. Dat betekent dat je het
landsbelang boven je partijpolitieke belang plaatst. Dat betekent dat je
de Kamer respecteert, je de Kamer niet voorliegt en je de Kamer niet op
het verkeerde been zet, omdat je denkt dat dat jou beter uitkomt. Die
partij is de VVD niet. Er was oorlog op ons continent. Het was 2023 en
de VVD blies de samenwerking op met D66 en het CDA met leugens over
"nareis op nareis". Is dat verantwoord gedrag? Hebben we sindsdien
reflectie gezien? De heer Bontenbal nam zojuist het compliment in
ontvangst van de Partij voor de Dieren dat wij nu zeggen dat als het CDA
zou gaan besturen met D66, dat bij ons meer vertrouwen zou wekken dan
als die met de VVD zou gaan besturen. Dat is inderdaad niet
vanzelfsprekend geweest, maar we hebben het CDA zien reflecteren op de
manier waarop zij de afgelopen decennia met hun verantwoordelijkheid
voor de macht zijn omgegaan. Ook D66 zegt: wij hebben een aantal dingen
niet goed gedaan. Maar ik heb geen reflectie gezien bij de VVD. Ik weet
niet waar de heer Bontenbal het vertrouwen op baseert dat de VVD dit
trucje niet nog een keer gaat flikken. Een kabinet met de VVD, onder
leiding van Yeşilgöz, erin, steunen wij niet.
Voorzitter. Dan een aantal inhoudelijke punten. Ik hou me in, want je
komt natuurlijk in de verleiding om over die hele agenda te zeggen: dit
vinden we wel goed en dit allemaal niet. Maar wat betreft stikstof: waar
zijn de dieren? Waar is het verband met de vogelgriep, die rondgaat?
Waar is het verband met de geitenhouderijen, waarvan deze week opnieuw
is vastgesteld dat mensen die daar in de buurt wonen een hogere kans op
longontstekingen hebben? Je zult dus, zeker omdat er zo veel twijfel is
gezaaid over de noodzaak van het aanpakken van het stikstofprobleem,
over de noodzaak van klimaatmaatregelen, mensen moeten meenemen in
waarom het van groot belang is dat we die veehouderij aanpakken, voor
onze gezondheid, voor de natuur en voor het oplossen van het
stikstofprobleem, inderdaad, maar ook voor de klimaatmaatregelen.
Samenwerking met de VVD biedt geen enkel vertrouwen, terwijl iedereen,
waaronder je kinderen en kleinkinderen, in Nederland geraakt kan worden
door een uit de hand lopend opwarmend klimaat. Leg het uit aan mensen.
Ga niet bezuinigen op het sociale weefsel voor de plannen die we moeten
betalen, maar belast mensen die geld genoeg hebben. Zo'n agenda kunnen
we steunen als er een kabinet zit waarin we vertrouwen kunnen
hebben.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Het woord is aan mevrouw Bikker, voor haar
inbreng namens de ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst wil ik zeggen: goed dat de formatie
vordert, want heel het land kijkt uit naar een nieuw kabinet dat
daadkrachtig, met visie en stabiel aan de slag kan. Ik begin daarom met
dank aan informateur Buma: dank u wel voor de gevoerde gesprekken — zo
zeg ik via u, voorzitter — voor het verslag, voor het aanreiken van een
mogelijke weg richting een nieuw kabinet en daarmee naar een weg vooruit
voor ons land. Ja, de ChristenUnie wil heel graag vaart. Daarom ook
complimenten voor collega's Bontenbal en Jetten.
Voorzitter. Soms voelt politiek als een processie van Echternach. Ik
weet niet of u die kent: een stoet mensen die samen een poosje oplopen;
iedereen verwacht dat ze samen van A naar B gaan, maar die processie
gaat niet in een rechte streep, ze springt soms van links naar rechts en
van rechts naar links; en af en toe lijkt het wel of ze drie stappen
voorwaarts gaan, maar dan doen ze er ook weer twee achteruit. En toch:
niet opgeven; er schuilt kracht in die beweging. Ik hoop dat die
beweging de komende weken ook in de formatie blijft. Want zoals die
processie van Echternach een riviertje oversteekt op weg naar een nieuw
land, als teken van overgang, als teken van het doorbreken van oude
patronen, zo zou ook ons politieke landschap wat mij betreft kunnen
veranderen. Naar een generatie die weet van aanpakken; naar een land dat
verandering gaat zien; naar betaalbare huizen, waarin er een einde zit
aan het stikstofslot; naar goede migratiemaatregelen; naar juist echt
aan de slag in plaats van de bezigheidstherapie van de afgelopen jaren.
De partijen die nu aan tafel gaan, kunnen een motorblok gaan vormen, om
met moed en — zo zeg ik met nadruk — ook met zelfbeheersing de grote
thema's aan te pakken. Daar ben ik positief over. Het is pril, maar de
ChristenUnie geeft dit heel graag een kans.
Toch kunnen we ook niet om de ongemakkelijke waarheid heen dat dit een
liberaal-conservatief minderheidsexperiment kan worden, terwijl
Nederland behoefte heeft aan stabiliteit, aan een meerderheidskabinet
dat verantwoordelijkheid neemt. Met experimenten met de
onderwijsvrijheid, met het oprekken van medische ethiek wordt het
fundament van brede steun uit de Kamer aangetast. Ik zou daarom ook aan
de drie collega's willen vragen: ga lekker aan de slag, maar stop met
experimenten. Nederland rekent erop dat er de komende vier jaar op een
aantal grote dossiers echt knopen worden doorgehakt. Wat de ChristenUnie
betreft: stroop de mouwen op voor vier jaar hard werken aan problemen
waarover we het breed eens zijn dat ze moeten worden aangepakt. De
agenda die D66 en CDA nu neerleggen, bevat zeker hoopvolle stappen, maar
een samenlevingsverhaal is het nog niet. De ChristenUnie is helder: wij
zullen iedere wet die een minder- of meerderheidskabinet straks
voorlegt, constructief beoordelen, maar we leggen die altijd naast onze
eigen prioriteiten. Dat is: een goed samenlevingsverhaal dat mensen
verbindt. Een einde aan armoede behoort ook tot onze prioriteiten. Neem
de berichten over dakloosheid, van vandaag nog, van jonge kinderen. Dat
kan niet waar zijn! Een gewoon groen beleid dat onze
verantwoordelijkheid voor de schepping serieus neemt en betaalbaar houdt
voor alle Nederlanders is ook een van onze prioriteiten.
Voorzitter. In het verslag blijft onduidelijk welke hervormingen dit
mogelijke kabinet nu werkelijk wil gaan doorvoeren en, opnieuw, hoe al
deze ambities worden betaald. Gelukkig vond ik een uitgesproken VVD-wens
in het eindverslag. Dus ik laat me graag verrassen, ook wat betreft die
financiële plaat, maar ik zeg er wel bij: laat dat ook een plaat zijn
die vooruitkijkt naar de toekomst. Dus niet alleen bezuinigen omdat we
het nu goed willen kunnen betalen — ik ben het met u eens; we houden van
degelijk beleid — maar ook vooruitkijken en zorgen dat het geen kille
bezuinigingen zijn in de zorg en de sociale zekerheid. Want ja, er moet
wat veranderen, maar wel op een verantwoorde manier.
Voorzitter. Ik laat mij graag verrassen over de vervolgstappen. Ik ben
zeer benieuwd naar het volgende verslag van de volgende informateur,
waarin er hopelijk meer helderheid komt over die richting, die samenhang
en die financiële onderbouwing.
Dan tot slot, voorzitter. In deze fase van onze democratie en het
vertrouwen daarin van Nederlanders, zijn volgens mij de kardinale
deugden die horen bij het leiderschap heel hard nodig. Ik doel dan op
moed om te kiezen voor wat ons land daadwerkelijk dient en
zelfbeheersing om niet onmiddellijk op elkaars tenen te gaan staan omdat
het zo fijn is om ophef te hebben. Dat moeten we niet meer doen. Daarom
kom ik terug op die processie van Echternach. Met een informateur uit
het katholieke Zuiden verwacht ik dat de bestemming wel in het oog
blijft, dus dat er geen onnodige vertraging is, maar vaart waar mogelijk
en visie op het doel, moed en zelfbeheersing.
Voorzitter. Ik wens informateur Buma, oud-informateur inmiddels,
natuurlijk toe dat hij niet op die manier naar Leeuwarden reist, maar
gewoon vrolijk, fris en welgemoed. Toch zeg ik na deze goede
kennismaking: oant sjen!
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker. Dan geef ik het woord aan de heer Jimmy Dijk
voor zijn inbreng in de eerste termijn namens de SP. Ga uw gang.
De heer Jimmy Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de informateur voor het prettige
gesprek. Er ligt vandaag een keuze voor: kiezen we voor een vervolgstap
in deze formatie? Dat is geen technische keuze. Het is een keuze tussen
een samenleving die mensen beschermt en een samenleving die mensen
uitlevert aan de grillen van de markt.
De agenda die D66 en het CDA onlangs presenteerden, kiest duidelijk de
richting van de markt. Dit is een richting waarin zorg een kostenpost
wordt, waarin ziekte een prikkel moet zijn, waarin sociale zekerheid
wordt versoberd en waarin solidariteit iets lijkt te zijn wat er alleen
nog is als de begroting het toelaat. Laat ik helder zijn: de rekening
wordt zo door gewone mensen betaald. Wat betekent die agenda van D66 en
het CDA nu? Het betekent dat de vrouw in Almere haar tanden laat
trekken, omdat ze de tandartskosten niet kan betalen, dat een jonge
vader in Zwolle zijn baan verliest, omdat hij naast zijn werk ook
mantelzorger moet zijn, dat een WIA-aanvrager die te ziek is om te
werken te gezond wordt verklaard om steun te krijgen en dat ouderen hun
zorg zien verschralen, maar wel zelf meer moeten betalen. Dat zijn geen
abstracties. Dat zijn mensen zoals wij.
Ja, ik ben verontwaardigd. Ik ben verontwaardigd omdat onze zorg wordt
weggezet als een kostenpost, dat ziekte wordt behandeld als een
economisch risico en dat families structureel worden overbelast, omdat
de overheid een stap terugdoet. Maar naast die verontwaardiging voel ik
vooral zorg, zorg om een land dat steeds vaker zegt "red jezelf" in
plaats van: we helpen elkaar. Laat ik de kritiek van de SP dan ook heel
simpel samenvatten: Nederland wordt sterker als we voor elkaar zorgen en
zwakker als de markt de maat der dingen is. Het eigen risico is namelijk
marktdenken. Een strengere WIA is marktdenken. Het verschralen van het
zorgpakket is marktdenken. Het verminderen van de regels ten gunste van
investeerders is marktdenken.
De vraag is simpel: willen wij dat de markt het morele kompas van ons
land wordt? Ik wil dat niet. De SP wil dat niet. Wij kiezen niet voor
een land van prikkels, schotten, drempels en spreadsheets, maar voor een
land met een stevige gemeenschappelijke grond. Wij kiezen niet voor een
samenleving waarin mantelzorgers worden gebruikt als verborgen noodrem,
maar voor een samenleving waarin de overheid een zichtbaar vangnet
blijft. Wij kiezen niet voor een ijskoude 24 uurseconomie, maar voor een
warme 24 uurssamenleving. Wij kiezen niet voor de markt als maat van de
mens, maar voor de mens als maat van de politiek.
Laten we de politieke realiteit onder ogen zien. De agenda van D66 en
het CDA is al duidelijk doordrenkt met deze neoliberale aannames. En we
weten allemaal wat er gebeurt wanneer de VVD zich ermee gaat bemoeien.
Dan worden bezuinigingen geen risico maar een zekerheid. Dan wordt de
markt niet begrensd maar juist verdiept. Waar D66 en het CDA soms nog
spreken over evenwicht, zal de VVD gaan afbreken. Waar zij spreken over
hervormen, zal de VVD gaan ontmantelen. Als de VVD aanschuift, komt er
geen rem op het neoliberalisme, maar komt de turbo erop. De SP zal er
alles aan doen om dat te voorkomen.
Er is nog een tweede punt dat hier eerlijk genoemd moet worden in de
richting van D66. In de campagne sprak D66 met overtuiging over de
gemeenschap. Het klonk als een nieuwe boodschap. Daarbij werd zelfs met
een Nederlandse vlag gezwaaid. Maar in de agenda van D66 en het CDA zien
we de invulling hiervan nergens meer terug. Dan moeten we eerlijk zijn:
een ideaal dat alleen tijdens campagnes bestaat, is geen ideaal. Dat is
een marketingtruc. Want wie echt gelooft in gemeenschappen, verhoogt
niet het eigen risico, wat mensen uitsluit. Wie werkelijk gelooft in
gemeenschappen, legt geen extra lasten neer bij gezinnen en
mantelzorgers. Wie werkelijk gelooft in gemeenschappen, laat mensen niet
vallen wanneer het moeilijker wordt. Het bouwen aan gemeenschappen is
geen slogan. Het bouwen aan gemeenschappen is een keuze. En die keuze
ontbreekt in deze agenda volledig.
We staan vandaag niet voor een technische keuze. Deze agenda levert ons
land en de mensen uit aan de grillen van de markt. Het is terug naar de
afbraakpolitiek van de kabinetten-Rutte, de kabinetten waarmee de
problemen van vandaag veroorzaakt zijn. Na twee jaar stilstand is terug
naar toen geen vooruitgang. Vandaag kunnen we kiezen voor een
samenleving die gewone mensen beschermt, of voor een samenleving die
mensen uitlevert aan de logica van de markt. Wij weten waar we voor
staan. De SP weet waar onze samenleving voor kan staan: voor een
Nederland waarin niemand wordt weggezet als kostenpost, voor een
samenleving waarin mensen elkaar optillen en niet wegschuiven, voor een
land waarin een mens weer boven de markt staat. Ik hoop dat veel andere
partijen dat ook zo zien.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dijk. Dan geef ik het woord aan de heer Struijs voor
zijn inbreng namens 50PLUS.
De heer Struijs (50PLUS):
Voorzitter. Meneer Buma, dank voor uw verslag. Ik vond het echt een
uitnodiging. Ik heb ook gezegd dat het geen liefdesbrief is, want ik heb
nog wel veel zorgen. Ik wil u toch even meenemen in wat ik hier meemaak
in mijn verwonderfase als nieuwe fractievoorzitter. Ik ben namelijk door
geen enkele fractie uitgesloten. Ik was overal welkom. Ik kon moeilijke
vragen stellen. De fracties hebben mij zeer openhartig benaderd. Ik dank
jullie daarvoor. Ik hoop dat we dit voort kunnen zetten in deze Kamer,
want 50PLUS sluit geen enkele partij uit en gaat uitsluitend op de
inhoud af. Dat wordt belangrijk. Ik ben wel mensen tegengekomen met
littekens, de pijn van het verleden, maar wij willen echt voorwaarts. Ik
ben hier niet mee belast, maar ik wil u dat toch meegeven. De
openhartigheid die ik in elke fractie, van elke partij, heb gekregen,
gun ik u allemaal.
Ik gun ook de volgende stap in het proces dit. Ja, er zijn nog een paar
dingen die ons van het hart moeten, maar ik heb ook nog een andere
opmerking. Ik heb het voorrecht gehad om mensen van deze demissionaire
regering te spreken. We kunnen deze mensen dit niet meer aandoen. Ik
vind ze fantastisch werk leveren. Ja, ik ben het ook met een heleboel
dingen oneens, maar gaat er maar aan staan. Zij houden de rug recht en
houden koers. Dat vind ik wel bewonderenswaardig. Dus we moeten ook een
beetje de snelheid in de gaten houden bij het krijgen van een valide
regering.
Dan ga ik nu naar de inhoud. Beste informateur, mij moet van het hart
dat er voor ons een grote paarse olifant is die maar niet benoemd wordt.
Dat zijn de ouderen en met name ook de pensioenen. U heeft ingestemd met
een pensioenstelsel, maar dat pensioenstelsel ziet elke dag geld
verdampen, honderden miljoenen. Er is vijftien jaar nauwelijks —
nauwelijks — indexatie voor onze mensen. Dat is koopkrachtbehoud en
uitgesteld loon. Dat kunnen we niet negeren. We moeten naar een
hersteloperatie voor de pensioenen. Onze AOW, onze grootste
volksverzekering, moet gekoppeld blijven, maar van de 3,7 miljoen
AOW'ers leven er 1 miljoen rond de armoedegrens. Dat raakt elkaar enorm.
Ik kan me heel goed vinden in wat er staat over onze buitenlandse
veiligheid — daar moeten we nog over doorpraten — maar we moeten het
hebben over onze binnenlandse veiligheid. We hebben 10 miljard aan
zorgfraude. Het OM schreeuwt moord en brand hierover. Dat raakt vele
dingen. Dat raakt de steunkousen van iemand die daar drie keer per week
recht op heeft maar ze niet krijgt omdat er een malafide bureautje boven
zit, maar het raakt onze rechtsstaat ook. Het gaat van klein naar groot.
We moeten als volksvertegenwoordigers deze verhalen hier brengen en dan
abstraheren.
Kortom, wij steunen de volgende stap — ik vind het een zeer mooie
uitnodiging — maar als ik naar het hele palet kijk, dan vind ik dat we
nog wel moeten doorpraten over alles. Wij zijn een kleine fractie die
openstaat. Wij gaan mensen niet uitsluiten. We gaan zeker heel
constructief de toekomst in. U kunt ons vinden bij een
minderheidskabinet, bij een meerderheidskabinet of in een andere vorm in
de oppositie. Ik wil er nog wel één ding over zeggen: het is voor ons
wel belangrijk dat we vier jaar stabiliteit krijgen. In het belang van
50PLUS zou een minderheidskabinet hartstikke mooi zijn, want dan hebben
we meer invloed, maar vanuit het landsbelang willen wij echt dat er een
meerderheidskabinet komt dat vier jaar lang echt goede slagen kan
maken.
Kortom, dank namens 50PLUS aan de informateur voor dit verslag. Wij
willen graag de volgende stap nemen en nodigen iedereen uit om daaraan
mee te doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Struijs. Dan geef ik het woord aan de heer Dassen,
die namens de fractie van Volt de laatste bijdrage zal leveren in de
eerste termijn van de zijde van de Kamer. De heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Dank aan oud-informateur Buma dat hij vanuit
Leeuwarden naar Den Haag is gekomen. Dank voor het eindverslag, dat is
geschreven in een tijd waarin Poetin aan de poorten van Europa staat,
waarin Trump de aanval op Europa opent, waarin we met klimaatverandering
te maken hebben die maar doorraast en waarin China en Amerika met rasse
schreden alleenheersers worden over onze social media, onze data, AI en
daarmee over onze levens. De wekker gaat. De eenentwintigste eeuw is
aangebroken, maar te lang wordt er hier in Den Haag nog op snooze
gedrukt. We zeggen: we kunnen nog wel een momentje wachten, laten we het
nog maar even uitstellen; we hebben nog tijd.
Voorzitter. Die tijd hebben we nu echt niet meer. De heer Donald Trump
heeft afgelopen week luid en duidelijk aangegeven dat Europa, de
Europese Unie, kapot moet. Dit raakt aan onze veiligheid, aan onze
vrijheid en aan onze welvaart. Ik blijf me erover verbazen dat, ondanks
alles wat er in de wereld om ons heen gebeurt, het tijdens deze formatie
nog steeds heel veel over het Haagse interne gedoe en over spelletjes
gaat. Het mocht twee dagen over de inhoud gaan na het stuk van CDA en
D66. Nogmaals: complimenten voor dat stuk. Daarna ging het vrij snel
over wie met wie, met als gevolg dat de logische optie van een
daadkrachtig meerderheidskabinet dreigt te vervagen en plaatsmaakt voor
een nieuw experiment. Nogmaals, de aanzet van het stuk is prima. Wat mij
betreft mag er meer peper, meer ambitie in, zeker gezien de turbulentie
van dit moment. Ik snap dat partijen snel verder willen. Dat werd ook in
dit debat aangegeven. Dat wil ik ook, maar Nederland heeft baat bij een
daadkrachtig meerderheidskabinet. Kom dus nu niet terecht in een
tunnelvisie van een minderheidskabinet zeg ik ook tegen D66 en het CDA.
Houd die open blik om te bekijken of een meerderheidsvariant toch nog
mogelijk is. Met deze uitdagingen is dat namelijk toch de beste optie
voor Nederland.
Ik heb mijn twijfels of de extra peper en ambitie die nodig zijn
kansrijker worden in deze nieuwe samenstelling, gezien de opstelling en
de inhoudelijke punten van de VVD. Laat Jetten I dadelijk geen "Rutte V"
worden, een zoutloos kabinet dat zich continu laat verstrikken in
deelbelangen in plaats van dat er daadwerkelijk doorbraken komen om die
status quo uit te dagen. Deze formatie is in mijn ogen dan ook pas
geslaagd op het moment dat er daadwerkelijk oplossingen liggen die de
grote uitdagingen van de eenentwintigste eeuw het hoofd bieden en
daarmee ook de hoop van de kiezer waarmaken.
De volgende drie urgente zaken moeten wat mij betreft direct worden
meegepakt. Dit is het moment voor de verenigde staten van Europa: een
gezamenlijk leger, een gezamenlijke buitenlandminister en geen
verlammend veto meer. Het klimaat kan ook niet nog verder van de
politieke agenda vallen. We moeten een nieuwe economie bouwen, weg van
de vervuilende industrie, met veel meer ambitie en met
klimaatneutraliteit in 2040. Pak de digitale toekomst terug. We willen
op digitaal gebied geen kolonie worden van de Verenigde Staten en China.
Investeer dus in Europese tech, maar bouw ook eigen Europese sociale
media en kunstmatige intelligentie. Dit ontbreekt grotendeels nog in het
vorige stuk, terwijl dit wat Volt betreft cruciaal is voor welke
toekomst dan ook. Nogmaals, dit is een prima aanzet, maar er is veel
meer mogelijk dan we nu denken. Dit alles zeg ik in het volste besef dat
compromissen nodig zijn, maar een compromis mag geen politieke
schuilkelder zijn. Het moet ons land vooruitbrengen. Dat is wat de
kiezer is beloofd.
Voorzitter. Ik stel nog een paar vragen aan de oud-informateur. Komt
hier een regeerakkoord of een regeerbasisakkoord uit? Ik noem het alvast
een rba. Het was mij niet helemaal duidelijk wat de heer Buma daarmee
bedoelde. Dit kabinet zal ook belangrijke keuzes moeten maken voor de
toekomst van jongeren. Het lijkt Volt dan ook goed als
jongerenorganisaties structureel worden betrokken bij de volgende
stappen. Ik ben benieuwd hoe de oud-informateur hiernaar kijkt. Ik zal
hierover in tweede termijn misschien ook een motie indienen.
Tot slot. Ik had het er al met de heer Bontenbal over: vorige week zagen
we de uitkomsten van het allereerste burgerberaad klimaat van Nederland.
Ondanks de verschillen werd er samen tot pragmatisch en ambitieus
klimaatbeleid gekomen. Neem deze uitkomsten mee in de onderhandelingen.
175 Nederlanders van verschillende afkomsten en met een verschillende
blik op klimaat zijn in staat om tot serieuze maatregelen te komen. Neem
die dus alsjeblieft mee.
Voorzitter. Volt zal als progressief kompas iedere coalitie die Europa
verenigt, vergroent en digitaal onafhankelijk maakt, constructief
benaderen. Andersom kan iedere coalitie die de makkelijke weg kiest naar
een zoutloos kabinet, dat zich vastklampt aan de oude wereld, rekenen op
sterke oppositie.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dassen. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de
eerste termijn van de Kamer. Ik schors tot 16.15 uur, waarna we het
woord geven aan de informateur. De vergadering is geschorst.
De vergadering wordt van 16.02 uur tot 16.15 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de informateur.
De heer Buma (informateur):
Dank u wel, voorzitter. Heel veel dank voor de gelegenheid die u mij
biedt om mijn eindverslag toe te lichten. Het is een kleine maand
geleden dat ik de deur van het Leeuwarder stadhuis achter mij dichttrok.
Nu sta ik vandaag, voor het eerst sinds zes jaar, weer in de plenaire
vergaderzaal, in een ander gebouw, maar vooral in een ander
tijdsgewricht. De internationale dreiging is acuut, de woningnood is
groot, bedrijfsinvesteringen staan onder druk, er is een onopgelost
energie- en klimaatvraagstuk, de stikstofcrisis heeft onze economie op
slot gezet en migratie is niet onder controle. Ik noem deze thema's,
omdat dit de vijf prioriteiten zijn die u als Kamer, ongetwijfeld ook
via de voorzitter, aan het begin van deze formatiefase heeft
geïdentificeerd als prioriteiten die snel aangepakt moeten worden. Aan
het eind van het eerste deel van mijn opdracht, als bijlage bij het
tussenverslag, hebben D66 en CDA een agenda gepresenteerd met
voorstellen om ons een weg te banen uit deze crises. Die agenda werd,
binnen én buiten dit huis, over het algemeen welwillend ontvangen. In
ieder geval proefde ik een grote bereidheid tot samenwerking. Dat is van
oudsher een wezenskenmerk van Nederland.
Na het verschijnen van het tussenverslag zijn we toe aan het
eindverslag, dat ik eergisteren aan uw voorzitter aanbood. Ik licht nog
even de hoofdlijnen daarvan toe. Zoals u weet, heb ik vorige week met
alle fractievoorzitters gesproken over de vraag of zij aanknopingspunten
zouden zien in de agenda of in delen daarvan. Ik wilde ten tweede van
hen weten hoe zij tegen coalitievorming aankijken en of zij bereid zijn
tot constructieve steun. Alle fracties op één na, zagen inhoudelijke
aanknopingspunten in de agenda, zoals die gepresenteerd is. Dat is een
belangrijke constatering, want nadat alle verschillen, zeker in het
licht van de verkiezingen, zo sterk zijn benadrukt, blijkt dat er op
inhoud best veel aanknopingspunten zijn voor overeenstemming.
Maar ik moet eerlijk zijn: het probleem begint pas daarna. Met name over
de manier waarop die samenwerking moet worden vormgegeven, verschillen
de meningen. En die verschillen tot op de dag van vandaag. Afgelopen
vrijdag sprak ik met de fractievoorzitters van D66, VVD,
GroenLinks-PvdA, CDA en JA21. Ook daar bleek: op inhoud is er best wel
iets om over verder te praten; overbrugbaar. Maar op bereidheid tot
samenwerking is dat er niet.
Afgelopen weekend is er vervolgens heel veel contact geweest. De eerder
ingenomen standpunten over mogelijkheden en onmogelijkheden van
coalities zijn daar op zich niet wezenlijk door veranderd. Maar de stap
die maakt dat we hier vandaag kunnen staan met een voorstel voor een
vervolg, is dat er voldoende steun is voor een vervolgstap, waarbij D66,
VVD en CDA verder aan de slag gaan.
Ik merk dat er nog verschillende beelden zijn over de volgende fase.
Daarover was ook een vraag van de heer Dassen. De woorden
"regeerbasisakkoord", dat voortkwam uit een vraag tijdens de
persconferentie, "tussenfase" en "eindfase" zijn genoemd. Hoe moet de
komende fase worden betiteld? Daarvoor wil ik even teruggaan naar het
eindverslag. Mijn advies is om dit wel dé informatieronde te laten zijn.
Het is dus de laatste informatieronde. Mijn advies is om deze fase te
eindigen met een regeerakkoord. De enige reden dat ik er voorzichtig mee
was om het een akkoord te noemen, was dat ik dacht dat het langzamerhand
een beladen woord was. Bij regeerakkoord denkt u namelijk aan iets wat
heel gedetailleerd is. Dat hoeft niet. Voor zover het een tussenadvies
is, is dat omdat er daarna nog een formatiefase komt. Er is dus altijd
een tussenfase. Het zou wat mij betreft wel belangrijk zijn dat u deze
fase ingaat als de fase waarin alle stappen genomen worden, zowel het
praten met verschillende fracties, als het bouwen van de inhoud, om
terug te komen naar de Kamer met een akkoord dat groot genoeg is en
precies genoeg om er een kabinet op te bouwen.
Ik zou graag hebben geadviseerd om aan de slag te gaan met een kabinet
dat kan beschikken over een meerderheid in de Tweede en in de Eerste
Kamer, of daar in ieder geval zo dichtbij mogelijk kan zijn. Ik heb
echter dezelfde constatering moeten doen als mijn voorganger, namelijk
dat een onderzoek naar een dergelijk kabinet onmogelijk is. Het is
geblokkeerd en blijft dat voorlopig ook. Als die meerderheidsvariant
niet lukt, zijn er vervolgens varianten die bijna een meerderheid halen.
Die zijn ook onderzocht, maar daar leven op dit moment ook nog te grote
bezwaren om ze al verder te helpen. Zo blijft een minderheidsvariant
over. Daar zijn vragen over gesteld. Er is geconstateerd dat sommigen er
blij mee zijn en anderen niet. Ik heb daar al eerder van gezegd: het is
op dit moment niet anders. Ik heb ook niet kunnen constateren dat er
andere voorstellen zijn, buiten de voorstellen die ik kreeg, waarin
concreet werd gezegd: bouw aan een andere constructie. Deze drie
partijen hebben met z'n drieën gezegd verder te willen bouwen aan een
akkoord. Toen zij mij maandag ook konden zeggen dat zij zicht hadden op
steun van een meerderheid in de Kamer voor dit voorstel, was dat het
voorstel dat ik ook in het eindverslag heb opgenomen. Om die reden ben
ik tot het advies gekomen om die drie partijen, mede op basis van de
eerder gepresenteerde agenda, een akkoord te laten voorbereiden waarop
een stabiel kabinet kan worden geformeerd.
Dan kom ik op een vraag die volgens mij van mevrouw Van der Plas was.
Zij vroeg naar deze agenda en hoe het verdergaat. Ik wil even
benadrukken dat de vijf thema's in de agenda niet door de
onderhandelende partijen zijn gekozen, maar voortkomen uit het verslag
van mijn voorganger en de motie die daarop kwam. Ik heb als informateur
de onderhandelaars erop gewezen dat het niet zo kan zijn dat zij aan die
vijf thema's beginnen met hun eigen politieke wensen en daar ook mee
eindigen. Nee, zij moesten die prioriteiten goed lezen, want daar
stonden al richtingen in. Ik noemde die even. Het zijn uiteindelijk
politieke wegingen, maar een Kamermeerderheid heeft ons de zaken
meegegeven waarvan ik gezegd heb "daar moet je mee verder". Bijvoorbeeld
bij de defensieparagraaf staat niet: "schrijf iets op over defensie",
maar "keuzes in overeenstemming met de in NAVO-verband gemaakte
afspraken". Men moest dus 3,5% en 1,5% erin fietsen. Dat geldt ook voor
andere thema's. Zo wordt er bijvoorbeeld gepraat over bedrijven, maar er
stond "het creëren van ruimte voor economische groei en de verbetering
van het investerings- en vestigingsklimaat". Ook daarin zitten al, zo
heb ik gezegd en dat heeft men ook wel begrepen, elementen die terug
moeten komen in het verslag.
Tot slot het punt waar mevrouw Van der Plas het begrijpelijkerwijs over
had: stikstof. Er staat in de opdracht "Nederland van het stikstofslot
halen". Dus zijn er ook daar, evenals op andere terreinen, externen
gekomen, omdat de grote vraag over stikstof is: wat heb je nodig om
straks langs de rechter te komen en van het stikstofslot te komen? Dat
betekent niet dat men geen andere keuzes kan maken. Het stuk is geen
verplichting. Het is een basis om verder mee te gaan. Maar het toont aan
waarom ik als informateur kon leven met de wijze waarop aan het eerdere
verslag van mijn voorganger en aan de motie invulling werd
gegeven.
Ik ga verder. De bedoeling van nu is dus verder praten op inhoud, maar
ik zeg er wel bij: en meteen ook praten met andere fracties. We moeten
namelijk niet hebben dat er nu met drie fracties een stuk wordt gemaakt,
waarna de anderen erop reageren, want dat kan heel goed verkeerd vallen.
Mijn advies is dus — daar zit geen dwang in — om in een vroeg stadium
weer met de andere fracties te spreken. Ik kan alleen maar zeggen dat ik
het zelf als informateur heel waardevol vond om van begin af aan ook
alle fracties te horen. Veel van wat zij tegen mij zeiden, zie ik hierin
ook terug.
Het betekent wel wat, met iedereen praten in een vroeg stadium, want dat
betekent voor deze drie partijen dat ze dus inderdaad bereid zijn om het
gesprek aan te gaan en te luisteren. Voor de andere fracties betekent
het dat zij beseffen dat het proces van formeren gaat over geven en
nemen, en dat het altijd gaat over een ander iets gunnen. Het debat van
vandaag is waardevol, omdat u aangeeft wat uw uitgangsposities zijn,
maar wij zitten in een fase — ik wil dat toch nog benadrukken — waar er
geen kabinet is en er een kabinet zit dat echt op een gegeven moment
vervangen moet worden. Ik denk dat de mensen die ik straks in Leeuwarden
weer onder ogen kom, mij niet zullen vragen wat alle partijen in het
debat zeiden, maar wanneer er een kabinet komt. Dat is namelijk de kern
van een formatiefase. U vraagt, dat erken ik zonder meer, stappen die
lang niet altijd makkelijk zijn kort na verkiezingen.
Tot slot wil ik nog iets zeggen, en dan heb ik mijn inbreng gedaan en ga
ik nog even wat vragen beantwoorden die zijn gesteld. Ik wil het nog
hebben over een onderwerp waar wij veel over gesproken hebben, namelijk
de mogelijkheid om het in de praktijk ook daadwerkelijk uit te voeren.
Voor het opstellen van de agenda hebben diverse deskundigen en mensen
uit de samenleving de onderhandelaars bijgelicht. Vaak kwam dat verhaal
terug op twee woorden: overal zat het woord "urgent" in, maar ook het
woord "uitvoering" kwam heel vaak voorbij.
Bedrijven en overheden — het is in de Kamer vaak besproken, en ik moet
eerlijk zeggen: na zes jaar in de Leeuwardense praktijk kan ik het
alleen maar onderschrijven — zijn vast komen te zitten in wat ik een
ondoordringbaar woud van regelgeving noem. En het mooiste is: ik sta
hier voor u, maar ik moet mijzelf aanspreken, want ik ben als
burgemeester vaak over wetten gestruikeld waarvoor ik zelf mijn hand
bleek te hebben opgestoken op zo'n dinsdag waarop weer heel veel
langskwam. Ik zou bijna willen zeggen dat het voor heel veel mensen in
Nederland eigenlijk niet zo veel uitmaakt of de wet nou links of rechts,
progressief of conservatief is; de wet moet werken en mensen moeten
ermee aan de slag kunnen.
De afgelopen weken hebben wij een aantal vragen uitgezet bij
departementen. Ik zou u willen oproepen om een aantal ook even goed te
bekijken, want de antwoorden zijn heel interessant. We hebben meer
waardevolle informatie gekregen. Die is allemaal bij het eindverslag
gevoegd.
Wat betreft wetgeving hebben we gevraagd — de antwoorden hebben we
gekregen — welke wetgeving onevenredig veel capaciteit legt op de
uitvoering bij overheidsinstellingen en uitvoeringsinstanties. Mevrouw
Van der Plas had het ook over de bijna onmogelijkheid voor mensen om die
nog uit te voeren. Ik hoorde de heer Bontenbal net ook het voorbeeld van
de Wet open overheid noemen. Die wet had echt de bedoeling om burgers
ter wille te zijn in de richting van de overheid, maar ik heb de
uitvraag gedaan en teruggekregen dat er in het land op dit moment alleen
al bij gemeenten, provincies en het Rijk — dan heb ik het nog niet over
de politie, het OM en de universiteiten — 1.500 tot 2.000 mensen werken
die niets anders doen dan deze ene wet uitvoeren. Een aantal daarvan
werkt op het stadhuis in Sneek. O, ik bedoel Leeuwarden. In Sneek
gebeurt dat ook; daar kom ik vandaan, vandaar. Dat aantal is even groot
als een gemiddeld beleidsdepartement dat alles doet in Den Haag.
Ik noem dit voorbeeld, omdat ik echt denk dat er voor de Kamer heel veel
te winnen is met een overheid die de burger en de bedrijven weer gaat
helpen door gewoon de primaire taak uit te voeren. Ik kan u vertellen:
achter deze Wet open overheid komt de Wet dwangsom en beroep bij niet
tijdig beslissen, want heel veel redden we niet op tijd, en daar komt
alweer de volgende aan. Ga er dus mee aan de slag.
Tot slot. Alle stukken zijn nu openbaar. Ik hoop dat u in het proces dat
hierop volgt samen verder kunt bouwen aan een kabinet. Ik durf dan ook
wel het vertrouwen uit te spreken dat D66, VVD en CDA de komende weken
met de Kamer de weg voorwaarts vinden naar de bouw van een kabinet. Ik
wens ook mijn opvolgster, mevrouw Rianne Letschert, daar heel veel
succes bij.
Natuurlijk wil ik ook alle Kamermedewerkers bedanken, de medewerkers van
het ministerie van Algemene Zaken, zonder wie er, zeg ik er even bij,
überhaupt nooit een kabinet in Nederland tot stand zou kunnen komen en
natuurlijk de vele verslaggevers die mij iedere ochtend welkom heetten
en 's avonds weer uitzwaaiden.
Ik ga nog een paar vragen langslopen. De meeste heb ik al wel gehad,
denk ik, maar u heeft recht op de antwoorden.
De heer Eerdmans vroeg hoe ik het verslag zie in het licht van de
verkiezingsuitslag wat betreft centrumrechts of anderen. Ik wil daar wel
iets over zeggen. Kijk, ik hoor die woorden vaak, maar het is vaak wel
zo dat degene die dat zegt, de uitslag zo vertaalt dat die voor de eigen
partij goed werkt. Het midden zegt dus voortdurend: wij hebben 30 of
weet ik veel zetels gewonnen, dus de kiezer heeft het midden gewild.
Centrumrechts, JA21 en anderen, zegt: nee, er is voor centrumrechts
gekozen. Ik heb de heer Klaver horen zeggen: er is voor verandering
gekozen. Uiteindelijk kiest in het Nederlandse stelsel een kiezer een
partij. Die wil dat die partij iets doet. Daar is de kiezer stellig in
en de partij gaat ermee aan de slag.
Dan komt er dus een hele moeilijke fase, want men moet samenwerken.
Allen die daaraan meedoen zullen dan moeten uitleggen dat we in
Nederland wonen, dat Nederland een land is van samenwerking en dat delen
van de eigen positie weggaan. Maar uiteindelijk is het niet de kiezer
die een vinkje zet op "ik wil rechts", "ik wil links" of iets anders. Ik
hoor hier ook verschillende standpunten van partijen waar links en
rechts het zeer over eens zijn. Mijn hoop is dus dat u voor het vervolg
van de formatie vooral denkt: wat zou het goede kabinet kunnen zijn dat
we op inhoud aan Nederland kunnen aanbieden? Dat is het antwoord op die
vraag.
De vraag van mevrouw Van der Plas heb ik beantwoord, maar ik heb haar
nog niet gezegd wat ik nou gedaan heb om het snel te laten verlopen. "Is
het een stap naar voren?" Ik heb bij de presentatie gezegd: dit is een
stap, maar geen doorbraak. Een doorbraak zou zijn geweest: een
meerderheidskabinet, aan het werk, klaar. De stap is dat er een
meerderheid is voor deze drie om verder te gaan. Op alle vragen over hoe
dat verder moet, kan ik alleen maar zeggen: die zijn terecht en zullen
in de volgende fase beantwoord moeten worden.
Een kabinet voor kerst? Ik zeg weleens: ik kan de dieren naar de
waterbak brengen, maar ik kan ze niet dwingen te drinken. Dus ik heb
geprobeerd om iedereen bij elkaar te brengen, maar vervolgens moet men
dat wel doen. En dat is waar we nu nog voor staan. Dus ik hoop heel erg
dat die fase er nog komt.
De vraag van de heer Van Dijk van de SGP heb ik in het verslag eigenlijk
al beantwoord. Die vraag luidde: waarom niet D66, VVD, CDA, JA21 en
misschien nog een partij? De werkelijkheid is dat daar op dit moment
onvoldoende steun voor is. Dat staat ook in mijn verslag. Aan de andere
kant is er echter ook onvoldoende steun en daardoor zijn deze drie
partijen de enige mogelijkheid om verder te gaan. Die hebben verder ook
samen gezegd: wij willen het met z'n drieën doen.
Dat is eigenlijk ook al het antwoord op zijn vraag over de verhouding
tussen kabinet en andere partijen. Als het een minderheidskabinet is,
dan … Ik heb al gezegd: hoe meer steun aan het begin, hoe beter. En daar
zitten wederzijdse kansen in. De kansen zijn dat een kabinet echt moet
luisteren naar wat de Kamer wil. De Kamer kan er namelijk haar eigen
wensen in krijgen. Ik hoop dat u uiteindelijk samen allemaal blijft
denken: we moeten voor Nederland nu wel een aantal serieuze beslissingen
nemen.
Hij vroeg nog of ik ernaar uitzie om terug naar Leeuwarden te gaan en
hij noemde daarbij De Speld. De bekende rubriek De Speld heeft
aangegeven dat ik wellicht bepaalde woorden zou willen gebruiken die het
mogelijk maken om vervroegd terug naar Leeuwarden te gaan. Dat heb ik
niet gedaan, maar er is sindsdien nog een Speld verschenen en die heeft
laten zien hoe groot de chaos is tijdens mijn afwezigheid. En dát is wel
een reden voor mij om na vandaag te zeggen: toch maar weer terug.
De heer Dassen had de vraag hoe ik het akkoord zou willen noemen. Daar
heb ik het over gehad. "Een regeerakkoord" of hoe je het verder maar
noemen wil, maar het is wel hét akkoord dat een formatie oplevert.
Hij heeft ook nog heel terecht benoemd dat je mensen, ook jongeren, moet
uitnodigen. Wij hebben bij het praten over stikstof de Jonge Boeren
erbij gehad en bij het praten over het klimaat hebben we de
Klimaatjongeren erbij gehad. Maar dat is natuurlijk maar een heel klein
deel. We hadden dan ook maar weinig tijd, maar u allen, en ook de
onderhandelaars, adviseer ik: blijf mensen van buiten erbij halen.
In mijn allerlaatste afsluitende woorden kom ik nog even terug op het
gedicht van … Het gedicht? Nee, op de Friese tekst van de heer Eerdmans:
doch dyn plicht en lit de lju rabje. Doe je plicht en laat de mensen
maar wat praten: zo werd dat bij mij thuis altijd gezegd. Ik moet zeggen
dat dat mij weer deed denken aan afgelopen zondag. Ik wandelde toen zo
ver mogelijk van Den Haag en de stad die het verst van Den Haag ligt, is
Dokkum. En daar las ik de zin: allinnich giest flugger, tegearre komst
fierder. Alleen gaat het wellicht sneller, maar ik zeg u: samen gaat het
uiteindelijk wel, samen kom je verder. Dat dus.
Ik ben nu aan het eind van mijn inbreng en ik ga nog één ding tegen u
zeggen, want in zo'n formatietijd is het soms best wel heftig en
serieus. Ik heb in mijn leven één ding geleerd: een mens moet ook kunnen
relativeren. Ik zei al dat ik iedere dag bij mijn eigen formatiegedeelte
kwam. "De bunker" noemde ik dat wel, maar goed: zo heette dat. En dan
liep ik langs al die journalisten, journalisten die allemaal veel vragen
voor mij hadden. Ik had dan weleens medelijden als ik nog een uurtje
langer doorwerkte, want dan bleef men daar maar staan.
Dat deed mij denken aan een straat in Leeuwarden, de Grote Kerkstraat.
Dat is een straat waar ik vaak doorheen loop en waar gedichten op de
ramen en de muren zijn geschreven voor het jaar van de culturele
hoofdstad. Er is één gedicht waar ik altijd bij stil blijf staan, omdat
het mij even weer alle ellende in de wereld laat relativeren. Ik zeg
tegelijkertijd: ik hoop dat de journalisten daar even van denken "ja, zo
is het eigenlijk." Dat gedicht luidt als volgt:
Natuurlijk kun je stilstaan
bij wat was en bij wat moet
bij weer en wind, bij alles
wat er wereldwijd toe doet
maar stilstaan bij een deur
kan net zo goed.
Dat gedicht wil ik graag aanbieden om op te hangen, als dat mag,
voorzitter, bij de deur aan het begin van het formatiekwartier.
(Geroffel op de bankjes)
De heer Buma (informateur):
Het gedicht is van Judith Nieken, die ook in die straat woont.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Ik dank ú wel, ook voor het prachtige gedicht. U moet weten dat ik
gisteren heel streng ben geweest in de richting van mevrouw De Vos wat
betreft het meenemen van attributen naar het spreekgestoelte in de
Kamer, maar ik denk dat onze dankbaarheid in uw richting voor de
verrichte werkzaamheden maakt dat de Kamer daar vast wel één keer een
oogje voor wil dichtknijpen.
Ik kijk even rond, want er is ruimte voor verduidelijkende vragen in de
richting van de informateur. Is daar behoefte aan? Ik zie dat dat niet
het geval is. Ik vraag of er behoefte is aan een tweede termijn. Ik zie
dat dat wel het geval is. Dan geef ik daarvoor als eerste het woord aan
de heer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, dank u zeer. Dank ook aan de oud-informateur voor zijn
antwoorden. Ik heb een drietal moties om een uitspraak van de Kamer te
vragen om het proces omtrent waar het geld vandaan moet komen en om
asiel en immigratie nog enigszins te kunnen beïnvloeden. Motie één is de
volgende.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit dat er een asielstop moet worden ingevoerd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.
Zij krijgt nr. 19 (36848).
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit dat de Spreidingswet moet worden ingetrokken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.
Zij krijgt nr. 20 (36848).
De heer Wilders (PVV):
Ten slotte de derde motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit dat er niet bezuinigd mag worden op de zorg en sociale
zekerheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.
Zij krijgt nr. 21 (36848).
De heer Wilders (PVV):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk naar mevrouw Yeşilgöz. Heeft u behoefte aan een
tweede termijn? Dat is niet het geval. Meneer Klaver? Bontenbal?
Eerdmans? De Vos? Is er überhaupt iemand die nog behoefte heeft aan een
tweede termijn? Mevrouw Van der Plas voor het laatste woord, vandaag
tenminste, in deze vergadering. Gaat uw gang.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Dank aan de heer Buma voor de beantwoording van de vragen en
de verduidelijking.
Voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Kamer de regering heeft verzocht de effecten van
nieuw beleid en de uitvoering te toetsen aan de gevolgen voor het
platteland;
constaterende dat de huidige minister van LVVN de Kamer een toezegging
heeft gedaan om een impactanalyse te maken over de gevolgen van het
stoppen en uitkopen van vele boeren op het platteland;
overwegende dat ook bij het vormen van een nieuwe coalitie rekening
gehouden moet worden met een vitaal, veerkrachtig en leefbaar
platteland;
verzoekt de formerende partijen in het komende coalitieakkoord op te
nemen hoe de maatregelen in dit akkoord uitwerken voor het
platteland,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.
Zij krijgt nr. 22 (36848).
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dan nog eentje.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat CDA en D66 gedwongen krimp van de veehouderij,
gedwongen onteigening en afpakken van vergunningen weer op tafel hebben
liggen;
constaterende dat gedwongen krimp van de veestapel, gedwongen
onteigening en afpakken van vergunningen geen significante bijdrage
leveren aan de stikstofreductie, dit natuurherstel niet gaat helpen en
hiermee het levenswerk van generaties boeren afneemt;
constaterende dat deze koers leidt tot verlies van agrarische
bedrijvigheid, economische verzwakking en verminderde leefbaarheid van
het platteland;
constaterende dat boeren op het platteland de ruggengraat vormen van
onze voedselvoorziening, landschapsbeheer, werkgelegenheid en
voedselzekerheid;
overwegende dat gedwongen uitkoop niet past bij een beleid dat inzet op
innovatie, vrijwilligheid en vertrouwen;
verzoekt de formerende partijen in het coalitieakkoord op te nemen dat
boeren nooit gedwongen mogen worden uitgekocht op basis van
stikstofbeleid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.
Zij krijgt nr. 23 (36848).
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Van Baarle? Mevrouw Ouwehand? Mevrouw Van der Plas,
mevrouw Ouwehand heeft nog behoefte aan een interruptie. Ik zie opeens
dat er toch nog meer animo is voor de tweede termijn. Mevrouw Ouwehand,
eerst uw interruptie.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb een vraag over de eerste motie die mevrouw Van der Plas indiende,
want die gaat over het in kaart brengen van de gevolgen van beleid voor
het platteland. Heb ik dat goed begrepen?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, dat heeft u goed begrepen, en over een impactanalyse die nog
aanstaande is over wat het stoppen en uitkopen van duizenden boeren op
het platteland voor gevolgen heeft op het platteland.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb er een vraag over. Natuurlijk willen we de gevolgen van beleid in
kaart gebracht hebben, maar bedoelt mevrouw Van der Plas dan
bijvoorbeeld ook dat je maatregelen neemt om de veehouderij te laten
inkrimpen, nu we weten dat je vanuit de geitenhouderij een risico loopt
op longontsteking? Of denk aan mensen die op het platteland wonen en het
risico op parkinson lopen als gevolg van het gebruik van landbouwgif. Is
dat wat ze bedoelt? Dat is voor ons wel belangrijk om te bepalen of we
zo'n motie wel of niet kunnen steunen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik denk dat het niet zo belangrijk is voor u om te bepalen of u voor- of
tegenstemt. Ik denk dat het voor u een mooi moment is om dit nog even te
noemen. Maar dat mag; u bent parlementariër. Voor beide gevallen wordt
er wel over gesproken dat er sprake kan zijn van wat mevrouw Ouwehand
zegt, maar bij beide gevallen is er geen causaal verband aangetoond.
Zoals mevrouw Ouwehand weet, hebben wij binnenkort een debat over
vogelgriep en daarin zullen we daar verder over praten.
De voorzitter:
Dank u wel.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Het gaat mij er met name om, zeg ik nog even ter toelichting, dat we in
regio's in Nederland nu al zien dat het platteland gewoon enorm
verschraalt. Met "verschralen" bedoel ik dat er voorzieningen
verdwijnen, werkgelegenheid verdwijnt, er lege schuren zijn en lege
schuren op sommige plekken worden gebruikt voor bijvoorbeeld xtc-labs.
Daardoor zijn er grote problemen in sommige delen van Nederland, in de
regio's. Ik vind het belangrijk dat dit wordt meegenomen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Meneer Van Baarle, ik geef u het woord
voor uw tweede termijn. Gaat uw gang.
De heer Van Baarle (DENK):
Dank u wel, voorzitter. Namens mijn fractie heb ik aangegeven welke
onderwerpen wij, naast een veelvoud van zaken die we uiteraard kunnen
meegeven, echt missen in dit akkoord. Dat is onder andere een
maatregelenpakket dat werk maakt van kansengelijkheid en de bestrijding
van met name discriminatie. Daarover heb ik de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat discriminatie een groot probleem blijft in onze
samenleving en daarmee Nederlanders belemmerd blijven worden in hun
ontplooiing;
verzoekt in een komend akkoord zowel in middelen als maatregelen de
strijd tegen discriminatie op te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 24 (36848).
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Ik zei het in mijn bijdrage: het is vandaag de
Internationale Dag van de Mensenrechten. Mijn fractie mist ook dat we
eindelijk met elkaar zeggen dat we in Nederland de ogen niet meer moeten
sluiten voor de misdaden die gepleegd worden tegen de Palestijnen, niet
alleen in Gaza, maar ook op de Westelijke Jordaanoever. Het Palestijnse
volk heeft recht op zelfbeschikking en een eigen staat. Vandaar de
volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat het Palestijnse volk recht heeft op zelfbeschikking en
dat de mensenrechten van de Palestijnen gerespecteerd dienen te
worden;
verzoekt in een komend akkoord concrete maatregelen op te nemen om het
zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen te ondersteunen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 25 (36848).
De heer Van Baarle (DENK):
Bedankt, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Baarle. Meneer Dassen zag ik staan. Heeft hij
behoefte aan een tweede termijn? Dat is het geval. Gaat uw gang.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Nogmaals dank aan de heer Buma. Ik heb twee
moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat diverse jongerenorganisaties een oproep aan de
informateur en de formerende partijen hebben gedaan om te worden
betrokken bij het formatieproces omdat uit onderzoek is gebleken dat
jongeren zich structureel niet gehoord voelen door de politiek;
spreekt uit dat er gehoor moet worden gegeven aan de oproep van
jongerenorganisaties door ze actief bij het formatieproces te
betrekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.
Zij krijgt nr. 26 (36848).
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. De heer Bontenbal gaf net aan dat het heel veel werk is om
aan te geven met wie er gesproken wordt in het formatieproces. Ik denk
dat het meevalt. Het kabinet-Schoof had bij het regeerakkoord dat zij
hadden ook een simpele lobbyparagraaf opgenomen over met welke
organisaties zij gesproken hadden. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat transparantie van lobbyactiviteiten essentieel is voor
het versterken van de democratische controle en het vertrouwen in de
politiek;
spreekt uit dat bij de formatie betrokken partijen een lobbyparagraaf
opnemen bij het tot stand komen van een toekomstig akkoord,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.
Zij krijgt nr. 27 (36848).
De heer Dassen (Volt):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dassen. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de
tweede termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors tot 17.10 uur,
waarna we fractiegewijs zullen stemmen over de ingediende moties.
De vergadering wordt van 16.45 uur tot 17.10 uur geschorst.