[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De brief over invulling van de motie militaire steun aan Oekraïne

Schriftelijke vragen

Nummer: 2025D51589, datum: 2025-12-11, bijgewerkt: 2025-12-11 14:48, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z21792:

Preview document (🔗 origineel)


2025Z21792

(ingezonden 11 december 2025)

Vragen van de leden Tony van Dijck, Maeijer en De Roon (allen PVV) aan de ministers van Financiën, van Defensie en van Buitenlandse Zaken over de brief over invulling van de motie militaire steun aan Oekraïne

 

Kunt u alsnog expliciet en uitgebreid ingaan op de niet in de brief gedeelde informatie met betrekking tot artikel 3.1 CW 2016, inzake a) de doelstellingen, de doeltreffendheid en de doelmatigheid die worden nagestreefd; b) de beleidsinstrumenten die worden ingezet; c) de financiële gevolgen voor het Rijk en, waar mogelijk, de financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren? Zo nee, waarom niet? [1]
 

Waaruit bestaat de 500 miljoen euro aan verwachte onderuitputting in 2025? In hoeverre is deze onderuitputting een zekerheid?
 

Welke reguliere defensieprojecten hebben als gevolg van externe factoren vertraging opgelopen en waarom? Wat zijn de concrete gevolgen hiervan?
 

Hoe groot is de kans op toekomstige tegenvallers? Zijn er al tegenvallers met een zekere mate van waarschijnlijkheid te voorzien? Zo ja, waarop en hoeveel?
 

In de nota van wijziging schrijft u dat er wordt gekeken naar het Nederlandse en Oekraïense bedrijfsleven voor respectievelijk 300 miljoen en 400 miljoen; hoe is deze verdeling tot stand gekomen? [2]
 

Waar zal de 700 miljoen exact aan worden uitgegeven? Welke contracten worden met welke bedrijven voor welke orders getekend?
 

Op welke manier exact garandeert u dat de 400 miljoen voor het Oekraïense bedrijfsleven doelmatig besteed wordt en bovendien niet ten prooi valt aan corruptie?
 

In de brief wordt gesproken over het spoedeisende karakter als reden om een beroep te doen op artikel 2.27, tweede lid CW 2016; waaruit blijkt dit spoedeisende karakter?
Waarom kon deze uitgave niet een week later, na stemming over de najaarsnota, plaatsvinden?
 

De Kamer mag de onderuitputting niet gebruiken voor extra uitgaven, maar waarom mag u dit wel? Hoeveel van de resterende onderuitputting kan nog worden gebruikt?
 

[1] Kamerstuk 36 045 nr. 261

[2] Kamerstuk 36 850 X, nr. 4