Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 11/12) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D51768, datum: 2025-12-11, bijgewerkt: 2025-12-12 09:10, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-12-11 16:25: Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 11/12) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2025
Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2025
Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d.
12 december 2025 (CD d.d. 11/12).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Raad
Buitenlandse Zaken, aangevraagd door het lid Piri. Ik ga haar als eerste
het woord geven. Zij voert het woord namens de fractie van
GroenLinks-Partij van de Arbeid. Ondertussen welkom aan de minister van
Buitenlandse Zaken, die op hete kolen zit, dus we gaan dit echt voor
17.00 uur afronden.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Oekraïne onder hoge druk wordt gezet door de
regering-Trump om een akkoord te bereiken over een
staakt-het-vuren;
overwegende dat Rusland de agressor is en een serieuze bedreiging vormt
voor de gehele Europese veiligheid;
verzoek het kabinet om na een eventueel afgedwongen staakt-het-vuren de
sancties tegen Rusland in stand te houden en de wapenleveranties aan
Oekraïne door te zetten zolang er geen sprake is van duurzame en
rechtvaardige vrede,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Piri.
Zij krijgt nr. 3300 (21501-02).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering om op innovatieve manieren te zoeken naar
mogelijkheden om het Georgisch maatschappelijk middenveld en
onafhankelijke media te (blijven) ondersteunen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Van der Werf en
Dobbe.
Zij krijgt nr. 3301 (21501-02).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Georgiërs al maandenlang massale demonstraties
organiseren tegen de toenemende repressie door de regering;
constaterende dat er mogelijk op korte termijn in de EU wordt gesproken
over het opschorten van de visumliberalisatie voor de Georgische
bevolking;
overwegende dat niet de Georgische bevolking maar de regering
verantwoordelijk is voor de repressie, het politiegeweld tegen vreedzame
demonstranten en het massaal opsluiten van politieke gevangenen;
verzoekt de regering om niet in te stemmen met opschorten van
visumliberalisatie indien er geen sancties worden getroffen tegen de
Georgische regering,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Piri.
Zij krijgt nr. 3302 (21501-02).
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik was in ieder geval gerustgesteld door de woorden dat het
kabinet niet pleit voor normalisatie met de Israëlische regering.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Dobbe. Zij
voert het woord namens de Socialistische Partij. Gaat uw gang.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel. Er staat: 30 seconden, maar het is vast meer. Ah, kijk.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat 2024 het dodelijkste jaar ooit was voor zorgverleners
en dat dit record half 2025 al werd verbroken;
overwegende dat Nederland volgens artikel 90 van de Grondwet en de
Geneefse Conventies de verplichting heeft naleving van het
internationaal humanitair recht te verzekeren, inclusief de bescherming
van zorg- en hulpverleners;
verzoekt de regering beleid te ontwikkelen om geweld tegen zorg- en
hulpverleners tegen te gaan, met hierin in ieder geval opgenomen:
het altijd en consistent veroordelen van geweld tegen zorg- en hulpverleners, ongeacht de dader;
capaciteit beschikbaar stellen voor het doen van onderzoek, het verzamelen van bewijs en vervolging van daders van geweld tegen zorg- en hulpverleners;
het aanscherpen van de Wet internationale misdrijven, zodat daders van geweld tegen zorg- en hulpverleners ook kunnen worden vervolgd als er een indirecte band met Nederland bestaat,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Van Baarle en Piri.
Zij krijgt nr. 3303 (21501-02).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er nog 18.500 mensen, onder wie vele kinderen, ernstig
ziek of gewond zijn en op een wachtlijst staan;
constaterende dat het kabinet heeft aangegeven bij te zullen dragen aan
de medische evacuaties van ernstig zieke en zwaargewonde kinderen uit
Gaza voor wie in de regio geen plek is;
constaterende dat er vijf kinderen inmiddels medisch zijn geëvacueerd
naar Nederlandse ziekenhuizen;
verzoekt het kabinet om het genomen kabinetsbesluit welwillend te
blijven uitvoeren, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Van der Werf, Van Baarle,
Kostić, Dassen en Piri.
Zij krijgt nr. 3304 (21501-02).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Kamer in juni 2024 een motie heeft aangenomen die
verzocht om extra maatregelen om ook het werk voor vrouwenrechten en van
vrouwelijke mensenrechtenactivisten te beschermen en te
ondersteunen;
constaterende dat Palestijnse vrouwenrechten- en
mensenrechtenorganisaties ernstig in hun werk belemmerd worden door
bezuinigingen in de VS en Europa;
overwegende dat vanuit het principe "vrouwen, vrede en veiligheid"
vrouwenrechtenorganisaties een cruciale rol spelen in
vredesprocessen;
verzoekt de regering een extra inspanning te leveren om Palestijnse
vrouwenrechten- en mensenrechtenorganisaties te ondersteunen bij hun
werk,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Van Baarle en Piri.
Zij krijgt nr. 3305 (21501-02).
Mevrouw Dobbe (SP):
Dan over de capaciteit voor medische evacuaties en de medische
capaciteit in de regio om Gazaanse zieke kinderen op te nemen: het is
heel erg duidelijk dat die capaciteit onvoldoende is. De argumenten die
er waren voor het kabinet om het besluit te nemen om medische evacuatie
mogelijk te maken, bestaan dus nog steeds. Ik roep het kabinet van harte
op om daar gewoon echt mee door te gaan.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. De heer Van Baarle gaat nu spreken namens de
fractie van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Dank u wel, voorzitter. Mijn eerste motie gaat over het EU Pact for the
Mediterranean. Eén van de criteria voor het aangaan van samenwerking
binnen dat pact is: respect voor mensenrechten. Als er één ding is wat
de staat Israël in de afgelopen tijd heeft laten zien, is het dat de
staat Israël mensenrechten niet bepaald respecteert, als staat die een
genocide pleegt. Dus vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er gepoogd zal worden een EU-pact for the
Mediterranean af te sluiten, onder andere tussen de EU en Israël;
constaterende dat Israël de mensenrechten van de Palestijnen
schendt;
constaterende dat respect voor mensenrechten een van de criteria
is;
verzoekt de regering als standpunt in te nemen dat zolang Israël de
mensenrechten van de Palestijnen schendt, Israël niet voldoet aan het
criterium "respect voor mensenrechten",
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle, Dobbe en
Kostić.
Zij krijgt nr. 3306 (21501-02).
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Dan over de medische evacuaties uit Gaza. Er staan 18.500
mensen op de wachtlijst. Met name in het geval van kinderen die dreigen
te overlijden is het echt verschrikkelijk om te zien dat de Nederlandse
regering op dit moment alleen de toezegging heeft gedaan om naar de
regionale capaciteit te kijken en niet naar de mogelijkheid om kinderen
over te brengen. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat volgens Artsen zonder Grenzen 18.500 patiënten op de
wachtlijst staan voor medische evacuatie uit Gaza, onder wie duizenden
kinderen;
overwegende dat sinds 2024 1.092 mensen zijn overleden die op de
wachtlijst stonden;
verzoekt de regering opnieuw te bezien in hoeverre enkele kinderen die
complexe hoogspecialistische zorg nodig hebben, die in direct
levensgevaar verkeren, waarvoor nu in de regio geen onmiddellijke hulp
beschikbaar is, tijdelijk in Nederland kunnen worden geholpen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle en Dobbe.
Zij krijgt nr. 3307 (21501-02).
De heer Van Baarle (DENK):
Ik dank u vriendelijk, voorzitter.
De voorzitter:
U ook bedankt, voor uw inbreng. De heer Van der Burg is nu aan de beurt.
Hij voert het woord namens de VVD.
De heer Van der Burg (VVD):
Twee moties, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Unie weliswaar de import van Russisch
aardgas heeft afgebouwd, maar nog steeds aanzienlijke hoeveelheden
stikstofkunstmest uit Rusland importeert;
constaterende dat deze import de Russische schatkist financiert en
daarmee indirect bijdraagt aan de financiering van de oorlog tegen
Oekraïne;
overwegende dat de afhankelijkheid van Russische kunstmest de
voedselzekerheid in Europa kwetsbaar maakt en in strijd is met het
streven naar strategische autonomie;
verzoekt de regering om op Europees niveau te pleiten voor de invoering
van effectieve sancties tegen de Russische kunstmestindustrie, met het
oog op het beëindigen van de financiële steun aan de Russische
oorlogsmachine,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Burg en Den
Hollander.
Zij krijgt nr. 3308 (21501-02).
De heer Van der Burg (VVD):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat we als Nederland een derde van ons geld in het
buitenland verdienen en dat internationale handel de drijvende kracht
achter een goed draaiende wereldeconomie is;
constaterende dat de stabiliteit en de voorspelbaarheid in de wereld
afnemen en dat Nederland hierdoor gebaat is bij het sluiten van
handelsakkoorden die onze economische positie op de internationale markt
kunnen versterken;
constaterende dat het vergroten van deze strategische autonomie en de
toegang tot kritieke grondstoffen essentieel zijn voor de defensie- en
energiesector en dat de Mercosur-landen grote reserves aan kritieke
grondstoffen hebben;
verzoekt de regering om in te stemmen met het EU-Mercosur-handelsakkoord
en zich in te zetten voor een spoedige totstandkoming en
inwerkingtreding van het verdrag,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Burg, Struijs, Van der
Werf, Hoogeveen en Boswijk.
Zij krijgt nr. 3309 (21501-02).
Ik aarzel een beetje, want als we nog interruptiedebatten gaan houden, halen we de eindtijd niet. Er worden namelijk ook heel veel moties ingediend. Eén korte interruptie.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
We stemmen nu over de onderwerpen uit de Raad Buitenlandse Zaken. Vindt
de heer Van der Burg dit de meest gepaste plek om deze motie in te
dienen?
De heer Van der Burg (VVD):
Ja, want ik heb vanmiddag tijdens de commissievergadering over de Raad
Buitenlandse Zaken dit voorstel aangekondigd door te zeggen dat ik
handelsverdragen buitengewoon belangrijk vind. We hebben hier de
afgelopen maanden eerder debatten met elkaar over gehad. Ik wil gewoon
de minister alle ruimte geven om bij elk contact dat hij deze week heeft
met zijn collega's die stappen te zetten.
De voorzitter:
Ik ga u toch even onderbreken. Dit betreft een handelskwestie. Die ligt
op het terrein van een ander bewindspersoon dan de minister van
Buitenlandse Zaken. Er is bij het debat over de verkiezing van de
Voorzitter Kamerbreed op aangedrongen dat er wordt ingegrepen als er
moties worden ingediend bij debatten op onderwerpen die geen onderdeel
uitmaakten van de agenda van die debatten. Ik vind dat we deze motie
niet op dit moment moeten behandelen maar op een ander moment, wanneer
er een commissiedebat of tweeminutendebat over Buitenlandse Handel
is.
De heer Van der Burg (VVD):
Voorzitter, daar ben ik het buitengewoon mee oneens. Ik heb dit
vanmiddag als onderwerp aan de orde gehad. Ik heb gesproken over de
handelsverdragen. Ik vind niet dat u dit kunt doen. Deze motie wordt
door een meerderheid van de Kamer ondersteund.
De voorzitter:
Dan moet de Kamer daarover beslissen. Wil de Kamer daar nu over stemmen?
Snel, want we hebben weinig tijd.
De heer Hoogeveen (JA21):
Steun om erover te stemmen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Het staat niet op de agenda van de RBZ, dus los van wat Kamerlid Eric
van der Burg zei, was hij de enige die dit genoemd heeft. Het hele
debat, dat ik voorzat, is hier niet over gegaan. Geen steun.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Voorzitter. Ik sta onder deze motie en wat mij betreft kan erover
gestemd worden.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter, eigenlijk heeft u al gezegd wat er gezegd moest worden. We
hebben een afspraak gemaakt met de Kamer dat we dit niet meer zouden
toelaten. Dit is buiten de orde, dus ik roep de Kamer op om dit niet toe
te staan. Prima als de heer Van der Burg deze motie wil indienen, maar
op een moment waarop het hierover gaat en niet nu.
Mevrouw Dobbe (SP):
Theoretisch gezien heeft de voorzitter gelijk, dus geen steun, maar ik
vind dat we de norm ook weer niet zo heel strikt met elkaar hoeven te
volgen. Maar goed, nu geen steun.
De heer Van Baarle (DENK):
Tot zover die nieuwe, verfrissende manier van met elkaar omgaan en
besturen. Op het moment dat dit onderwerp in een debat waar het er niet
over gaat even zijdelings wordt genoemd en dan hier zomaar de beslissing
erdoor wordt gejast door een meerderheid …
De voorzitter:
Oké, geen steun.
De heer Van Baarle (DENK):
Volgens mij is dit niet de manier waarop we met elkaar moeten werken,
dus vanuit mij geen steun.
De heer Stöteler (PVV):
We hebben inderdaad een andere bewindspersoon, maar voor mij is het op
dit moment nog niet zo'n heel groot probleem.
De voorzitter:
En dat betekent wel of niet steun?
De heer Stöteler (PVV):
Van mij mag u 'm in stemming brengen, hoor.
De heer Vermeer (BBB):
Geen steun.
De voorzitter:
De heer Flach nog. Of is er al een meerderheid? Ja, er is een
meerderheid. Dank voor uw inbreng en dan gaan we door met het lid Kostić
namens de Partij voor de Dieren. Gaat uw gang.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Goed. Het was net in het commissiedebat in ieder geval voor mij echt
even schrikken dat dit kabinet als het gaat om Israël zelfs conclusies
van hulp- en mensenrechtenorganisaties betwijfelt, bijvoorbeeld de
conclusies dat Israël afspraken schendt en dat er sprake is van etnische
zuivering op de Westelijke Jordaanoever. Nu wil dit kabinet zelfs een
nieuw Europees pact met Israël sluiten. Dat is zo ernstig dat ik er
eigenlijk geen woorden meer aan vuil wil maken, maar ik heb wel een
motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Elbit Systems, Israëls grootste defensiebedrijf, door
de NAVO-organisatie NSPA is geschorst wegens verdenkingen van corruptie
en omkoping in aanbestedingsprocedures;
constaterende dat meerdere aan Elbit gelieerde bedrijven onderwerp zijn
van strafrechtelijke onderzoeken, terwijl Elbit tegelijkertijd
wapensystemen levert die in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever worden
ingezet bij ernstige schendingen van internationaal recht;
overwegende dat Nederland zelf nog militaire systemen van Israëlische
bedrijven afneemt, waaronder van Elbit;
verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze Nederland, naar
voorbeeld van de NAVO-schorsing, de banden met Elbit Systems kan
opschorten of beëindigen, en hierover uiterlijk in het eerste kwartaal
van 2026 te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić, Van Baarle, Piri en
Dobbe.
Zij krijgt nr. 3310 (21501-02).
Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter. Ten slotte zie ik graag antwoorden van de minister tegemoet
op de vragen die ik zonet heb gesteld in de commissie over het stoppen
van de export van gevechtshonden naar Israël, zoals de Kamer dat al heel
lang wenst. Dieren horen niet ingezet te worden als wapens, en al
helemaal niet in een context van etnische zuivering en genocide.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Tot slot is het woord aan de heer Hoogeveen, die
namens JA21 gaat spreken. Gaat uw gang.
De heer Hoogeveen (JA21):
Dank u, voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording van de
vragen. We hebben elkaar meer gezien dan ons eigen gezin, volgens mij;
welkom in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, werd mij verteld op de
fractie.
Het is een enorm belangrijk onderwerp. We zien uit naar de brief ten
aanzien van Euroclear Bank. Het is enorm belangrijk, want onze
financiële markten staan op het spel. Dit is juridisch onontgonnen
terrein. Daarom een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de reputatie en functie van Euroclear Bank cruciaal is
voor het opereren van de Europese kapitaalmarkten;
constaterende dat België als gastheer van Euroclear Bank een speciale
positie en verantwoordelijkheid inneemt;
verzoekt de regering om zich in Europees verband actief in te zetten
voor het tot stand brengen van juridische solidariteit omtrent de
Russische tegoeden bij Euroclear Bank,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Hoogeveen en Van der Burg.
Zij krijgt nr. 3311 (21501-02).
De heer Hoogeveen (JA21):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. We gaan gelijk door met de beantwoording door de minister.
Ik sta alleen maar interrupties toe op de eigen motie en hoop dat u niet
te veel gebruikmaakt van die mogelijkheid, want de minister staat onder
hoge tijdsdruk. Het woord is aan de minister.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Ik zal dus ook niet te veel woorden vuilmaken aan de
beantwoording en daar waar het kort kan, kort reageren.
Tegen mevrouw Kostić zeg ik dat we nog terugkomen op de honden.
Ik ben de heer Van Baarle nog een antwoord schuldig op een vraag over
humanitaire hulp. Ik wil hem vragen om dat punt te adresseren bij het
tweeminutendebat over hulp, ook al omdat dit punt buiten mijn
portefeuille valt, want het gaat hier over een financiële
bijdrage.
Voorzitter. Dan de moties.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik heb geen moties ontvangen en volgens mij mijn collega's ook niet. Ik
wil die wel graag beoordelen voordat de beoordeling van de minister
komt, want daarna gaan we meteen stemmen.
De voorzitter:
Daar wordt hard aan gewerkt. Kan de minister al doorgaan, of wilt u echt
eerst de moties zien? Ik begrijp dat dat zo is. Dan schorsen we een
ogenblik.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Misschien kan ik in de tussentijd een vraag stellen. De minister heeft
…
De voorzitter:
Nee, nee. Sorry. Als ik u dit nu toesta, krijg ik straks weer te horen:
"ik heb ook een vraag" en "ik heb ook nog een vraag".
Kamerlid Kostić (PvdD):
Maar dit gaat om een toezegging. We hebben net een commissiedebat gehad.
De minister had gezegd mijn vraag …
De voorzitter:
Hij zegt toe daarop terug te komen.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Wanneer, vraag ik nog een keer. Ik wil dit even verhelderd hebben. Komt
hij erop terug na de appreciatie van de moties?
De voorzitter:
Nee. Apart, schriftelijk.
Kamerlid Kostić (PvdD):
En wanneer?
Minister Van Weel:
In het eerste kwartaal, want het gaat om een verkenning.
De voorzitter:
U heeft uw antwoord.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Oké.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Volgens mij kan de minister door met zijn beantwoording.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Ik begin met de motie op stuk nr. 3300 van mevrouw
Piri. Die motie ontraad ik. Ik ontraad die niet omdat ik het niet eens
ben met de strekking ervan, maar wel omdat er nu, op dit moment,
onderhandelingen gaande zijn tussen Oekraïne, de VS, Rusland en de
Europese Unie in verschillende formats. Ik wil de uitkomsten daarvan
niet laten binden door de inhoud van deze motie. Daarvoor is de
omschrijving van wat een afgedwongen staakt-het-vuren is, als Oekraïne
daarmee instemt, en wat het betekent als er in die deal afspraken worden
gemaakt waar Oekraïne mee instemt over verlichting van de sancties,
omdat dat nodig was voor Rusland … Ik kan op dit moment niet overzien
hoe dat spel speelt. Het spel is ook initieel niet aan mij; uiteindelijk
zal de Europese Unie gezamenlijk moeten besluiten over het opheffen van
de sancties. Met deze overwegingen moet ik de motie op dit moment
ontraden, en dus niet omdat ik niet sympathiek zou staan tegenover de
inhoud ervan.
De motie op stuk nr. 3301 van mevrouw Piri geef ik oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 3302 gaat over de visumliberalisatie. Deze motie
moet ik ontraden omdat ik niet vind dat we het proces van
visumliberalisatie moeten koppelen aan sancties. We geven altijd een
eigenstandige mening of een land voldoet aan de vragen of niet. Georgië
voldoet daar niet aan. Dat komt door de regering, die ervoor zorgt dat
die voorwaarden steeds verder worden geschonden. Ik snap dat een deel
van de bevolking in Georgië dat echt goedwillend is, hier ook door wordt
geraakt, maar dat is nog geen argument om te zeggen: we koppelen
visumliberalisatie aan het sanctie-instrument.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Het zou zo cru zijn als de enige sanctie die na al die maanden van
demonstraties opgelegd wordt, de bevolking raakt; zo zal het echt worden
opgevat in Georgië. De minister weet ook dat dit de ministers, met
diplomatieke paspoorten, niet raakt; die hebben helemaal niks met
visaliberalisatie. Mijn eis is als volgt. Ik ben sowieso niet voor het
opschorten van het verdrag. Ik merk dat de regering wel die kant op
gaat. Doe dat niet als je niet ook sancties neemt tegen het regime. Dat
is de strekking van deze motie.
Minister Van Weel:
Ik heb de motie goed gelezen en ik snap de strekking. Ik ben bereid om
me in te spannen voor sancties, maar de harde koppeling die in de motie
staat, vind ik oneigenlijk.
De voorzitter:
De minister vervolgt zijn betoog.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 3304 van mevrouw Dobbe over geweld tegen
hulpverleners krijgt oordeel Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 3305. Het kabinet heeft op 2 oktober aangegeven
te bezien hoe het een bijdrage kan leveren en hoe het enkele kinderen,
die complexe gevallen die hoogspecialistische zorg nodig hebben, naar
Nederland kan halen. Als gevolg daarvan zijn vijf kinderen geëvacueerd
naar Nederland. Wij zullen de behandeling van die vijf kinderen blijven
ondersteunen. We willen als kabinet blijven kijken hoe we een bijdrage
kunnen leveren aan de tekorten wat betreft de complexe en
hoogspecialistische zorg in de regio. Ik heb daarbij gezegd dat ik niets
uitsluit. In eerste instantie zal de aandacht echter wel blijven uitgaan
naar het vergroten van de capaciteit in de regio en niet direct naar
evacuaties naar Nederland. Dat gezegd hebbende, geef ik 'm oordeel
Kamer.
De motie op stuk nr. 3306. Oordeel Kamer.
De voorzitter:
Prima.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 3307 moet ik ontraden.
De motie op stuk nr. 3308 ontraad ik, met verwijzing naar de motie van
mevrouw Dobbe; die formulering past beter bij hetzelfde onderwerp.
De motie op stuk nr. 3309 krijgt oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 3310 krijgt oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 3311 moet ik ontraden.
De motie op stuk nr. 3312 krijgt oordeel Kamer.
De voorzitter:
Hartelijk dank.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We hebben afgesproken — die informatie is ook verspreid — dat er direct
na afloop van dit debat gestemd zal worden. Ik vraag nu om de
stemmingsbel af te laten gaan, want dan gaan we direct stemmen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
De heer Flach.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter, een puntje van orde. Ik weet niet precies wat er is
afgesproken, maar dit is best problematisch. Het zijn handgeschreven
moties. Voor sommigen is de tekst helemaal nieuw. Acuut besluiten op dit
soort zaken leidt mogelijk tot ongelukken. Kunnen we daar toch niet even
een periode voor uittrekken?
De voorzitter:
Wat is dan uw voorstel?
De heer Flach (SGP):
Volgens mij hoeft de minister daar niet bij te zijn.
De voorzitter:
Dan kan ik even wat schorsen, als u het goed vindt dat de minister van
Buitenlandse Zaken niet bij de stemmingen is. Hoeveel minuten zullen we
doen? Tien minuten?
De heer Vermeer (BBB):
We hebben steeds gezegd "minimaal een halfuur en het liefst drie
kwartier", want er moet overleg plaatsvinden in de fracties. Er worden
hier steeds allemaal heel gevoelige moties ingebracht, juist bij dit
type debatten. Dit moet op een verantwoorde manier plaatsvinden.
De voorzitter:
Ik vind het ingewikkeld, want we hadden een debat over Groningen, een
aangelegen punt. Dat heb ik al moeten onderbreken voor het werk van de
commissie Buitenlandse Zaken. Er is een schema rondgegaan met dat we
aansluitend gaan stemmen. Ik snap de zorgen, maar ik ben niet
verantwoordelijk voor hoe dit nu samenloopt. Ik ga nu schorsen, maar
niet een halfuur of drie kwartier. Ik zou zeggen: we doen een kwartier.
Dat moet voldoende zijn.
Meneer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Er is een motie ingediend die gaat over steun geven aan een
miljardendeal met Zuid-Amerika, waar al jaren discussie over bestaat in
de Kamer.
De voorzitter:
Ja. Ik heb al geprobeerd om …
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ja, om die reden. Het is toegestaan om die in te dienen, maar ik zou
graag met de fractie willen overleggen. Dit is een gigantisch punt en we
hebben de afgelopen jaren een aantal keren gehad dat we gewoon
broddelwerk afleverden. Dat wil ik nu echt op dit punt voorkomen. Ik wil
echt een beroep op u doen. Of de motie wordt aangehouden. We kunnen deze
ook later in stemming brengen. Dit gaat over een miljardendeal en steun
geven aan een EU-handelsakkoord.
De voorzitter:
Ja, meneer Ceder …
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dit moeten we in de fractie bespreken.
De voorzitter:
Ik heb proberen te voorkomen dat deze motie in stemming zou komen. Een
Kamermeerderheid heeft besloten dat die in stemming komt, dus daar heb
ik mij aan te houden. Ik snap uw argumenten heel erg goed, maar ik kan
dat niet zomaar veranderen.
Mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik kan instemmen met een kwartier. Het klopt wat u zegt. Er is
aangekondigd dat er wordt gestemd, maar we wisten niet wat de inhoud was
van waarover er wordt gestemd. Er zijn moties ingediend. De minister
gaat sowieso niet naar de Raad Buitenlandse Zaken, begrepen we uit de
discussie. We kunnen ook gewoon aan het einde van de avond fractiegewijs
stemmen. Dan kan iedereen in ieder geval met de fractie overleg hebben
over de moties.
De voorzitter:
Maar dan zou ik niet zeggen: aan het eind van de vergadering. Dan zou ik
zeggen dat we dat bijvoorbeeld aan het begin van de avondvergadering
doen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dat is prima. Dan heeft iedereen in ieder geval voldoende tijd gehad om
de fractie te informeren.
De voorzitter:
Ja? Is dat iets waar iedereen zich in kan vinden?
De heer Hoogeveen (JA21):
Voorzitter, concreet: met hoe laat moet ik dan rekening houden?
De voorzitter:
Dat hangt weer af van hoe snel we klaar zijn met het debat over
Groningen. We gaan dan schorsen voor de dinerpauze, minimaal drie
kwartier, en daarna vindt dan de stemming plaats. Ik kan niet uit mijn
hoofd zeggen hoelang een debat duurt, want dat hangt af van de inbreng
vanuit de Kamer. Begin avondvergadering, spreken we af. Dan zijn de
stemmingen. Dan gaan we nu een ogenblik schorsen en dan door met het
debat over Groningen.
De vergadering wordt van 16.59 uur tot 17.01 uur geschorst.