[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Resultaten stichtingsaanvragen en bekostigingsbesluiten nieuwe scholen (2024-2025) (35050-60) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D51769, datum: 2025-12-11, bijgewerkt: 2025-12-12 09:12, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Resultaten stichtingsaanvragen en bekostigingsbesluiten nieuwe scholen (2024-2025)

Resultaten stichtingsaanvragen en bekostigingsbesluiten nieuwe scholen (2024-2025)

Aan de orde is het tweeminutendebat Resultaten stichtingsaanvragen en bekostigingsbesluiten nieuwe scholen (2024-2025) (35050, nr. 60).

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Resultaten stichtingsaanvragen en bekostigingsbesluiten nieuwe scholen. Ik heet de leden van de Kamer welkom en ik heet de staatssecretaris van harte welkom. Ik ga het woord geven aan mevrouw Moorman van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid voor haar bijdrage. Gaat uw gang.

Mevrouw Moorman (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik heb een motie. Ik ga 'm meteen voorlezen want het is best een stuk tekst. Ik ben het niet gewend, zo'n lange motie, maar ik hoop dat ik het red in twee minuten.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen ertoe leidt dat bij gemeenten extra druk ontstaat op het gebied van financiën, onderwijspersoneel en onderwijshuisvesting;

overwegende dat er door de wet onwenselijke segregatie en concurrentie tussen scholen ontstaat, publieke middelen niet doelmatig worden besteed en de onderwijskwaliteit niet altijd gegarandeerd is, terwijl in tijden van dalende onderwijskwaliteit en een lerarentekort juist doelmatigheid en samenwerking noodzakelijk zijn;

overwegende dat gemeenten op dit moment in de wet geen recht hebben om hun advies in te brengen, terwijl zij veel kennis hebben van het lokale onderwijsveld en het verloop van de samenwerking met andere aan onderwijs gerelateerde maatschappelijke organisaties, zoals kinderopvang en buurtteams;

overwegende dat eind 2025 een evaluatie van de wet verschijnt, maar dat een beleidsreactie pas voor de zomer van 2026 is voorzien;

verzoekt de regering de beleidsreactie voor de Voorjaarsnota naar de Kamer te sturen en per heden te starten met het opstellen van een nieuwe wet voor de vestiging van nieuwe scholen, waarin:

  • de onwenselijke effecten van de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen worden tegengegaan, zijnde ondoelmatig gebruik van publieke middelen, druk op de onderwijskwaliteit, het creëren of vergroten van personeelsschaarste, en onwenselijke segregatie en concurrentie;

  • expliciet een adviesrecht voor gemeenten wordt opgenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Moorman.

Zij krijgt nr. 62 (35050).

Mevrouw Moorman (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Dit was de motie. Aangezien ik nog een halve minuut heb, kan ik daarbij nog aanvullen dat het vooral de bedoeling is dat we heel snel een betere wet krijgen dan de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen. Ik hoop dat de Kamer daarmee instemt.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan wij luisteren naar de heer Kisteman, die spreekt namens de fractie van de VVD. Gaat uw gang.

De heer Kisteman (VVD):
Dank u wel, voorzitter. De VVD is nadrukkelijk tegenstander van de wetgeving die het ongelimiteerd stichten van nieuwe scholen mogelijk maakt. De wet maakt het op dit moment te eenvoudig om scholen te stichten, waardoor de kleine scholen als paddenstoelen uit de grond schieten. Dat leidt in de praktijk tot enorm veel druk op het aantal beschikbare leraren en de onderwijshuisvesting. Bovendien leidt het tot het creëren van een aparte school voor iedere subgroep, cultuur en religie. Dat leidt tot segregatie en maatschappelijke bubbels. Het gevolg is dat er scholen worden gesticht op plekken waar er al genoeg scholen zijn. In veel gevallen blijft de gemeente dan uiteindelijk met een schoolgebouw achter, terwijl de stichter van de school is verdwenen.

Het feit overwegende dat er nog een evaluatie komt, heb ik zo meteen één motie. Ik heb ook nog een vraag aan de staatssecretaris: wat is de stand van zaken van het wetsvoorstel over eisen aan bestuur en wanneer kunnen we dat als Kamer verwachten?

Voorzitter. Dan mijn motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen de procedure om een school op te richten korter en toegankelijker maakt en het daarmee relatief eenvoudig is om een nieuwe school te stichten;

constaterende dat deze wetgeving is bedacht met het idee van meer ruimte voor onderwijskundige vernieuwingen, zonder aandacht voor de externe effecten ervan;

overwegende dat de wet (mede) bijdraagt aan toename van de forse druk op het lerarentekort, de huidige onderwijshuisvestingsproblemen en de schaarse middelen;

overwegende dat de wet heeft geleid tot een toename van scholen die vooral leerlingen aantrekken uit één specifieke religieuze of culturele groep, waardoor de kans op segregatie in het onderwijs toeneemt;

overwegende dat gemeenten aangeven dat de wet hun mogelijkheden om het lokale onderwijsaanbod doelmatig te plannen beperkt en dat gemeenteraden op dit moment weinig instrumenten hebben om hier iets aan te doen;

verzoekt de regering te verkennen of en hoe gemeenten beter betrokken kunnen worden bij het stichtingsproces binnen de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen, en de Kamer hierover te informeren voor de zomer van 2026,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kisteman.

Zij krijgt nr. 63 (35050).

De heer Kisteman (VVD):
Dat was het, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan kijk ik even naar de staatssecretaris. Wil hij in één keer door? "Twee minuten", hoor ik. Dan gaan we heel kort schorsen. Ik schors de vergadering een aantal minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Resultaten stichtingsaanvragen en bekostigingsbesluiten nieuwe scholen. We zijn toegekomen aan de beantwoording en de appreciatie van de ingediende moties. Ik geef hiertoe graag het woord aan de staatssecretaris. Gaat uw gang.

Staatssecretaris Becking:
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik wil beginnen met de vraag van de heer Kistenmaker. O, Kisteman, sorry. "Hoe staat het met het wetsvoorstel over eisen stellen aan bestuurders en intern toezicht?" Dit wetsvoorstel, dat eerder aan uw Kamer is toegezegd, zit ver in de ontwerpfase. Ik hoop in het eerste kwartaal van volgend jaar de internetconsultatie daarvan te starten, om zo brede input op te halen uit de samenleving en uit het onderwijsveld.

Dan kom ik bij de appreciatie van de moties.

De motie op stuk nr. 62: ontijdig. Ik verwacht namelijk in februari 2026 het eerste evaluatierapport met uw Kamer te kunnen delen. Met de evaluatie in de hand kunnen we op een gefundeerde manier bekijken of de wet op fundamentele onderdelen zou kunnen worden herzien. De in de motie genoemde mogelijke effecten op segregatie et cetera zijn wel zaken die aandacht behoeven en zijn ook onderdeel van de monitoring van de wet. Het opstellen van een beleidsreactie en de afstemming daarvan kosten gewoon tijd. Het is niet mogelijk om dat vóór de Voorjaarsnota naar de Kamer te sturen. Dat kan wel voor de zomer. Vandaar de appreciatie "ontijdig".

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 62 krijgt de appreciatie "ontijdig". Ik geef mevrouw Moorman graag het woord. Gaat uw gang.

Mevrouw Moorman (GroenLinks-PvdA):
"Het kost allemaal tijd": precies dit is de reden waarom ik deze motie nu indien. Ik zou in principe dat eerste deel nog weg kunnen halen; dan komt 'ie later. Ik wil vooral dat de staatssecretaris nu al begint met een nieuwe wet opstellen. Als we nu eerst gaan wachten op die evaluatie, waarvan we eigenlijk al weten wat er allemaal in gaat staan — dat hoor ik hier ook — en vervolgens nog eens een keer die nieuwe wet gaan ontwerpen, dan zijn we jaren verder. Ik vind dat we nu haast moeten maken, omdat we allemaal zien dat er heel veel negatieve effecten aan deze wet kleven.

Staatssecretaris Becking:
In dat geval moet ik 'm ontraden, als het zo blijft.

De voorzitter:
De indiener gaat zelf over de motie. Dus als de motie niet gewijzigd is, dan kan de appreciatie nog steeds "ontijdig" blijven. Het is dan aan de indiener wat ze doet met de motie. Zij wil 'm in stemming laten brengen en daarmee is de appreciatie …

Staatssecretaris Becking:
Ontraden.

De voorzitter:
Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 63.

Staatssecretaris Becking:
De motie op stuk nr. 63: oordeel Kamer.

Voorzitter, dank u.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 63 krijgt oordeel Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We gaan aanstaande dinsdag stemmen over de ingediende moties.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik schors voor een enkel ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.