Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart (36643) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D51770, datum: 2025-12-11, bijgewerkt: 2025-12-12 09:14, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-12-11 19:50: Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart (36643) (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (š origineel)
Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart
Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de
Nederlandse identiteitskaart
Aan de orde is de behandeling van:
het wetsvoorstel Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart (36643-(R2202)).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de behandeling van de
Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de
Nederlandse identiteitskaart (36643). Ik heet de leden van de Tweede
Kamer van harte welkom. Ik heet ook de bijzonder gedelegeerde welkom die
is aangewezen door de Staten van CuraƧao, de heer Ramon Yung. Tevens is
Statenlid de heer David Severina in de zaal aanwezig. Ook van harte
welkom. Voorts heet ik in vak K de staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties natuurlijk van harte welkom. In de
Voorzittersloge zit de griffier van de Staten van CuraƧao, de heer
Cijntje. Ook van harte welkom.
Conform artikel 17 van het Statuut heeft de bijdrage van de zijde van de
bijzonder gedelegeerde het karakter van het geven van voorlichting.
Gelet hierop zal ik, indien nodig, slechts verduidelijkende vragen
toestaan. Deze eventuele verduidelijkende vragen zal ik toestaan aan het
einde van de bijdrage van de bijzonder gedelegeerde.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Dan nodig ik nu heel graag de heer Yung uit voor zijn bijdrage in deze
eerste termijn.
De heer Yung:
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Vandaag ben ik door het parlement van
CuraƧao als bijzonder gedelegeerde aangewezen, zoals u al naar voren had
gebracht, bij de behandeling van de Wijziging van de Paspoortwet in
verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart,
NIK.
Voorzitter. De reden om de regeling van de uitgifte van de NIK niet meer
in een rijkswet op te nemen is tweeledig. Ten eerste is de NIK een
nationale aangelegenheid van het Europese deel van Nederland. De andere
landen van het Koninkrijk hebben hun eigen identiteitskaarten. Ze hebben
hun eigen regelgeving, die geen onderdeel is van de Paspoortwet. Dat
geldt zowel voor Nederland als voor Aruba, CuraƧao en Sint-Maarten, en
voor Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, gezien de regeling van
identiteitskaarten als een aangelegenheid van het desbetreffende land.
De landen hebben er dus herhaaldelijk op gewezen dat een regeling van de
NIK in een rijkswet niet noodzakelijk is. De tweede reden is een
praktisch gevolg, waarbij de ontvlechting van de NIK uit de Paspoortwet
ertoe leidt dat er in het vervolg, indien er wijzigingen in de wetgeving
voor de uitgifte van de NIK doorgevoerd dienen te worden, geen
rijkswetprocedure meer doorlopen hoeft te worden.
Voor de autonome landen Aruba, CuraƧao en Sint-Maarten is het dus
onnodig een rijkswetprocedure te doorlopen. Voor Nederland is het ook
tijdrovend dat wijzigingen met betrekking tot de NIK de procedure van
een rijkswet moeten doorlopen. De ontvlechting van de NIK uit de
Paspoortwet zal dus geen implicaties hebben voor de landen Aruba,
CuraƧao en Bonaire. De ontvlechting van de NIK uit de Paspoortwet
betekent dan wel dat het paspoort nu alleen zal voorkomen in de
rijkswet. Maar gezien het paspoort nu helemaal losstaat van de NIK, zal
het de mogelijkheid bieden om tot voorstellen van wijzigingen te komen
in de Paspoortwet.
We hebben sinds 2013 en ook recentelijk vernomen dat door een Tweede
Kamerlid is geopperd om elk der autonome landen een paspoort te geven
met een eigen kleur, waardoor in ƩƩn oogopslag een burger van een der
landen geĆÆdentificeerd kan worden. Hij wil daarmee bereiken dat meteen
duidelijk is dat iemand afkomstig is uit Aruba, CuraƧao of Sint-Maarten.
Volgens het Kamerlid past dit in het verlengde van het beleid om
kansarme jongeren vanuit de drie landen te weren. We zijn hier zeker
geen voorstander van.
Het Koninkrijk bestaat uit vier landen met eenzelfde
Koninkrijkspaspoort. Dit gezegd hebbende, is de vraag wat het standpunt
van de minister is over een en ander. Gezien het feit dat de NIK
ontvlecht wordt van de Paspoortwet, houdt de gouverneur van elk der
landen de bevoegdheid tot het inhouden van de identiteitskaart. Kunt u
een voorbeeld geven van hoe we dit in de praktijk moeten zien? Hoe komt
de gouverneur tot de beslissing om een NIK in te houden? Wat kunnen de
redenen zijn? Ik stel deze vraag, want soms wordt de identiteitskaart
van mensen ingehouden, bijvoorbeeld op CuraƧao. Soms komen ze dan naar
ons toe met vragen. Daarom is het belangrijk om uitleg hierover te
krijgen.
Mevrouw de voorzitter, ik heb geen verdere vragen. Gezien het feit dat
de ontvlechting van de NIK uit de Paspoortwet geen implicaties heeft
voor CuraƧao, gaan de Staten van CuraƧao akkoord met deze wijziging. Ik
dank u zeer en blijf in afwachting van de antwoorden op de vragen.
De voorzitter:
Ik dank u voor uw bijdrage. Ik kijk de Kamer rond of er behoefte is aan
een verduidelijkende vraag, maar dat is niet het geval. Dan gaan wij
door naar de volgende spreker van de Kamer. Dat is mevrouw Huizinga van
de fractie van D66.
Mevrouw Huizenga (D66):
Voorzitter, dank u wel. Dit is niet mijn maidenspeech, maar het is wel
een bijzonder moment, want voor het eerst neem ik hier het woord. Het is
een beetje onwerkelijk, maar ik doe het graag, met gevoel voor context,
namelijk in het bijzijn van de heer Yung en de heer Severina. Hun
aanwezigheid benadrukt dat ons landsbestuur echt verder reikt dan de
grenzen van Europees Nederland. Onze binnenlandse zaken spelen zich af
binnen het hele Koninkrijk. Dat besef zal ik bij Binnenlandse Zaken
continu met mij meenemen.
Voorzitter. Het is goed dat wij vandaag deze rijkswet bespreken. Wetten
die ons allemaal aangaan, bespreken we samen. Het gaat vandaag over de
Paspoortwet en de Nederlandse identiteitskaart; documenten die voor
velen, en ook voor mij, bijzonder zijn. Ze staan voor onze identiteit en
de vrijheid om te kunnen bewegen. Ik vergeet nooit meer dat ik beroofd
werd van mijn paspoort: alsof ik er plotseling niet meer bij hoorde.
Toen het paspoort verliep en er bruut twee gaten in geboord werden, deed
dat gewoon een beetje pijn door het besef hoe bijzonder het Nederlandse
paspoort is.
Tegelijkertijd is het belangrijk om het nu praktisch te houden. Veel
inwoners van CuraƧao, Aruba en Sint-Maarten dragen met trots hun lokale
identiteitskaart. Het zou wat onzinnig zijn als collega's iedere keer
wanneer er weer iets aan de hand is naar Den Haag moeten vliegen om de
wet aan te passen. Daarom is het verstandig om de identiteitskaart te
ontvlechten uit de Paspoortwet.
Het is goed dat wetgeving moderner en eenvoudiger wordt gemaakt. We gaan
artikelen schrappen en we gaan ze beter maken. In deze wetswijziging is
dan ook weinig te vinden waar mijn fractie tegen zou zijn. Toch wil ik
twee aandachtspunten benoemen.
Voorzitter. Ik zie het als een belangrijke verantwoordelijkheid om te
letten op de uitvoerbaarheid voor decentrale overheden, zoals gemeenten,
instanties en organisaties die beleid in de praktijk brengen. Er zijn
geringe gevolgen, maar een paar zaken trekken mijn aandacht. Kan de
staatssecretaris bevestigen dat de gemeenten vooral administratief klaar
zijn om dit uit te voeren? En kan de staatssecretaris bevestigen dat de
kosten voor deze aanpassingen voor decentrale overheden gecompenseerd
worden? Laten we vanaf nu waakzaam zijn op hogere kosten of regeldruk en
niet iets over de schutting gooien bij de gemeenten.
Dan heb ik nog een andere vraag. Een onderwerp waar mijn partij en
toenmalig staatssecretaris Van Huffelen zich sterk voor hebben gemaakt,
is het schrappen van de geslachtsregistratie op de identiteitskaart. Het
vermelden van geslacht is echt niet nodig voor identificatie en het
zorgt voor onnodige problemen voor bijvoorbeeld non-binaire mensen en
voor iedereen die vindt dat de overheid weinig te maken heeft met hoe
jij je identificeert. Alle verslagen over deze wetswijziging liggen al
geruime tijd bij de Kamer. De wet wacht alleen nog op de nota naar
aanleiding van het verslag. Als die er snel komt, kunnen we dit voorstel
eindelijk behandelen. Mijn vraag is dus eenvoudig: wanneer verwacht u
deze nota aan de Kamer te kunnen sturen? Want mensen wachten al een
lange periode op deze belangrijke wijziging.
Voorzitter. Dat was mijn inbreng. U zult het hiermee moeten doen, zoals
de rijdende rechter dat soms zegt. Ik wil de heren bedanken voor hun
aanwezigheid en ik dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Tseggai namens de fractie
GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Tseggai (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ook ik wil de bijzonder gedelegeerden van de
Staten van CuraƧao danken voor hun inbreng. Ik ben blij dat ze er zijn.
Het is ontzettend goed dat collega-parlementariƫrs uit de andere landen
van het Koninkrijk ook actief betrokken zijn bij rijkswetgeving. Ik zou
deze gelegenheid dan ook graag willen aangrijpen om nog even te
benadrukken dat GroenLinks-PvdA ook graag zou zien dat het actief
kiesrecht naar de eilanden wordt uitgebreid, zodat Ɣlle Nederlanders
invloed hebben op de rijkswetgeving die we hier behandelen. Maar dat is
een discussie voor een ander moment.
Ik kom bij de inhoud van het voorliggende wetsvoorstel. Mijn fractie kan
zich vinden in de voorgestelde wijziging waarbij alle bepalingen uit de
Paspoortwet over de Nederlandse identiteitskaart en de vervangende
identiteitskaart in een reguliere wet worden opgenomen en niet langer in
de Paspoortwet. Dit is een begrijpelijke wijziging omdat de
identiteitskaart niet meer specifiek als reisdocument maar als
identiteitskaart wordt gezien. Dan hoeft dus in het vervolg niet elke
keer een rijkswetprocedure doorlopen te worden en dat lijkt me
handig.
Mijn fractie heeft nog ƩƩn specifieke vraag aan de staatssecretaris. Kan
hij wellicht wel uitleggen waarom de Nederlandse identiteitskaart niet
ook van toepassing is voor de BES-eilanden? Want op dit moment hebben
zij hun eigen identiteitskaart, maar aangezien zij onderdeel zijn van
het land Nederland, dus een bijzondere gemeente, en we sinds de nieuwe
staatkundige structuur in 2010 het uitgangspunt hebben dat er geen
onnodig onderscheid wordt gemaakt tussen Caribisch en Europees
Nederland, is dit toch een beetje vreemd. Dus ik zou hier graag een
reactie op willen van de staatssecretaris.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn wij aan het einde gekomen van de eerste termijn van
de Kamer. Ik kijk even naar de staatssecretaris in vak K. Zal ik er zes
minuten van maken? We schorsen zes minuten.
De vergadering wordt van 20.07 uur tot 20.13 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de Wijziging van de
Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse
identiteitskaart. Wij zijn toegekomen aan de beantwoording van de vragen
door de staatssecretaris. Ik geef hem daarvoor van harte het woord. Gaat
uw gang.
Staatssecretaris Van Marum:
Dank u wel, voorzitter. In zo'n week van de InterExpo is het natuurlijk
heel mooi dat we ook wat mensen uit de rest van ons Koninkrijk kunnen
verwelkom. Ik dank de Kamerleden en in het bijzonder de afvaardiging van
de Staten van CuraƧao voor hun inbreng.
Voordat ik overga tot de beantwoording van de vragen, wil ik kort
stilstaan bij de achtergrond van dit wetsvoorstel. Alle Nederlandse
burgers kunnen een Nederlandse identiteitskaart en een paspoort
aanvragen. Met de identiteitskaart kunnen zij zich in een Europees land
identificeren waar nodig. Ook kunnen burgers ermee reizen naar de meeste
landen in Europa. De Nederlandse identiteitskaart is de identiteitskaart
van Europees Nederland. De andere landen van het Koninkrijk en de
openbare lichamen in Caribisch Nederland hebben elk hun eigen
identiteitskaart of sƩdula.
De regels over het paspoort en de Nederlandse identiteitskaart staan nu
in de Paspoortwet. Dit is een rijkswet. Voor dat paspoort is dat nodig
omdat alle burgers van het Koninkrijk het paspoort aanvragen. Maar de
Nederlandse identiteitskaart is de identiteitskaart van Europees
Nederland. Het is dus geen onderwerp dat in een rijkswet geregeld moet
worden. Het is voor Aruba, CuraƧao en Sint-Maarten belastend en voor
Nederland tijdrovend dat voor de Nederlandse identiteitskaart de
procedure van een rijkswet moet worden gevolgd, terwijl het geen
Koninkrijksonderwerp is.
Uit het Statuut voor het Koninkrijk volgt dat alleen onderwerpen die het
hele Koninkrijk aangaan in een rijkswet geregeld horen te worden. Door
de leden van de Staten van CuraƧao en ook van Sint-Maarten is al eerder
gevraagd waarom de regels over de Nederlandse identiteitskaart nog in de
rijkswet geregeld worden terwijl dat niet nodig is. Daarom is er ook
gekozen voor de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart uit de
Paspoortwet. Regels over de uitgifte van de Nederlandse identiteitskaart
worden een-op-een overgezet naar een gewone wet, de Wet op de
Nederlandse identiteitskaart. De Kamer heeft in september het voorstel
voor deze wet al aangenomen. Met het onderliggende voorstel worden de
regels over de Nederlandse identiteitskaart uit de Paspoortwet
geschrapt. Inhoudelijk verandert er niets. Burgers zullen er niets van
merken. Voor de uitgevende instanties zijn er ook nauwelijks
gevolgen.
Dan zal ik nu overgaan tot het beantwoorden van de vragen. De heer Yung,
gedelegeerde van CuraƧao, vroeg: is het kabinet van plan om
verschillende kleuren paspoorten uit te geven met voor elk land een
eigen kleur? Nee, dat ben ik niet van plan. Een vraag uit de Kamer om
dit te regelen is bij mij ook niet bekend. Er is ƩƩn nationaal paspoort
voor alle staatsburgers van het Koninkrijk. Dat heeft de bordeauxrode
kleur. Het model hiervan is voor alle Nederlanders hetzelfde, ongeacht
in welk land ze wonen. Het paspoort is het bewijs van Nederlanderschap.
Alle staatsburgers van het Koninkrijk hebben het Nederlanderschap.
Hierin wordt geen onderscheid gemaakt tussen de vier landen van het
Koninkrijk. Een onderscheidende kleur van het paspoort vind ik daarom
ook niet wenselijk.
Dan de vraag: kunt u een voorbeeld geven van hoe een inhouding van een
NIK in de praktijk gaat? De Paspoortwet bepaalt dat de uitgevende
instanties van rijksdocumenten bevoegd zijn om paspoorten en NIK's in te
houden. Op dit moment zijn de afdelingen burgerzaken en de gouverneurs
van Aruba, CuraƧao en Sint-Maarten dus al bevoegd om NIK's in te houden.
Dit gebeurt bijvoorbeeld als het document niet meer geldig is of zo erg
beschadigd dat het niet meer te gebruiken is. Die situatie blijft
hetzelfde. Met dit wetsvoorstel wordt daarom in de Paspoortwet expliciet
toegevoegd dat de gouverneurs bevoegd blijven een NIK in te houden. Deze
bevoegdheid moet in rijksregelgeving worden geplaatst, omdat het gaat om
de bevoegdheid van een gouverneur.
Dan de derde vraag: hoe komt een gouverneur tot de beslissing om een NIK
in te houden en wat kunnen de redenen zijn? De redenen om een NIK in te
houden zijn genoemd in artikel 54 van de Paspoortwet. Een NIK kan worden
ingehouden als de kaart van rechtswege is vervallen, bijvoorbeeld als de
geldigheidsduur is verstreken, als de naam van de houder is gewijzigd of
als de houder melding van fraude met de kaart heeft gemaakt. Daarnaast
kan een NIK ook worden ingehouden als een kaart zo erg beschadigd is dat
deze niet meer kan worden gebruikt, als de houder onbevoegd wijzigingen
op de kaart heeft aangebracht of als blijkt dat de gegevens op de kaart
niet juist zijn. Tot slot kan een NIK ingehouden worden als de foto niet
langer voldoende kloppend is. Dit wordt alleen in zeer uitzonderlijke
gevallen gedaan, als de houder zodanig niet meer lijkt op de foto dat
identificatie niet meer mogelijk is.
Dan ga ik naar de vragen van mevrouw Huizenga. Wat zijn de gevolgen voor
de uitvoerbaarheid voor de decentrale overheden? Kan de staatssecretaris
bevestigen dat de gemeenten klaar zijn voor de ontvlechting? Kan de
staatssecretaris bevestigen dat de kosten worden gecompenseerd? EƩn. Ja.
De gemeenten zijn klaar voor de ontvlechting. Inhoudelijk verandert er
niets aan het uitgifteproces. De gevolgen voor de gemeenten zijn dus
beperkt. Dat heeft de VNG ook bevestigd. Ook de kosten zijn zeer laag.
Ik geef een voorbeeld. De jaarlijkse zelfevaluatie voor uitgevende
instanties krijgt een apart hoofdstuk over de NIK. De gemeenten moeten
dan voortaan naast de Paspoortwet naar de nieuwe Wet op de Nederlandse
identiteitskaart gaan verwijzen in hun eigen communicatie en lokale
regelgeving.
Dan de vraag: wanneer verwacht u de nota naar aanleiding van het verslag
over het wetsvoorstel voor de identiteitskaart zonder geslacht naar de
Kamer te sturen? Dat wetsvoorstel is in juli 2024 ingediend door het
vorige kabinet. Uw Kamer heeft in oktober 2024 verslag uitgebracht. De
Staten van CuraƧao hebben in mei 2025 verslag uitgebracht. Door de
wisselingen in het kabinet sinds de indiening van het wetsvoorstel ligt
het voorstel al enige tijd stil. Op dit moment is er binnen het kabinet
overleg tussen de betrokken departementen over de voortgang van het
wetsvoorstel.
De voorzitter:
Dat geeft aanleiding tot een vraag. Gaat uw gang.
Mevrouw Huizenga (D66):
Ik vroeg concreet wanneer u dat kunt aangeven. Kunt u daar nog een wat
duidelijker deadline voor geven?
Staatssecretaris Van Marum:
Nog niet. Zodra ik die heb, kom ik daarmee terug. Als ik die wel heb,
zal ik dat misschien ook schriftelijk kunnen doen, maar op dit moment
heb ik daar geen nader tijdspad voor.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan de vraag van mevrouw Tseggai: waarom wordt er niet voor gekozen om
ook de mensen op de BES-eilanden een NIK te kunnen verstrekken? De NIK
is nu al op alle eilanden beschikbaar voor de Nederlanders. Daarnaast
heeft elk eiland zijn eigen identiteitskaart of sƩdula, de lokale
ID-kaart. De sƩdula wordt breder ingezet dan alleen als ID-kaart en
wordt bijvoorbeeld ook gebruikt als vreemdelingenkaart. Daarmee ben ik
aan het einde gekomen van de aan mij gestelde vragen.
De voorzitter:
De vragen uit de Kamer zijn nog niet op. Mevrouw Tseggai, gaat uw
gang.
Mevrouw Tseggai (GroenLinks-PvdA):
Het spijt me, maar het antwoord van de staatssecretaris leidt bij mij
tot meer verwarring, maar misschien heb ik het verkeerd begrepen. Is het
zo dat een inwoner van bijvoorbeeld Saba of Statia een NIK kan hebben Ʃn
een lokale identiteitskaart? Dat lijkt mij toch onwenselijk.
Staatssecretaris Van Marum:
Het lijkt mij ook onwenselijk, maar ik moet even navragen hoe het
precies zit. In principe is het volgens mij zo dat wij hier in Nederland
nu een NIK hebben, gewoon voor het Europese deel, en dat de eilanden, en
dus ook de bijzondere gemeenten, hun eigen identiteitskaart hebben, dus
niet de Nederlandse.
Mevrouw Tseggai (GroenLinks-PvdA):
Wat ik hier verwarrend aan vind, is dat we ook niet de gemeente Woerden
een eigen identiteitskaart zouden laten maken. De status van de
BES-eilanden is eigenlijk dezelfde als die van een willekeurige gemeente
hier in Europa. Ik zie dus het nut hiervan niet zo in. Ik ben bang dat
het leidt tot meer verwarrende situaties. Zou de staatssecretaris
misschien hier schriftelijk op terug willen komen?
Staatssecretaris Van Marum:
Dat doet hij graag.
De voorzitter:
Dan zijn wij aan het einde gekomen van deze termijn. Ik kijk even de
Kamer rond om te zien of er daar behoefte is aan een tweede termijn. Ik
zie de leden nee schudden, net zoals onze speciale gasten. Dan zijn we
aan het einde gekomen van deze behandeling.
De algemene beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik dank alle leden, maar ook de bijzonder gedelegeerde, het Statenlid en
de heer Cijntje. Wij gaan dinsdag 13 januari stemmen over deze
wet.
Ik schors voor een enkel ogenblik en dan gaan we snel verder met het
volgende tweeminutendebat. Ik schors enkele ogenblikken.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.