[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 3 december 2025 aangaande de zout- en gaswinning onder de Waddenzee

Schriftelijke vragen

Nummer: 2025D52491, datum: 2025-12-16, bijgewerkt: 2025-12-17 07:49, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z22165).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z22165:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2025Z22165

Vragen van het lid Van Oosterhout (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei en de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 3 december 2025 aangaande de zout- en gaswinning onder de Waddenzee (ingezonden 16 december 2025).

Vraag 1

Bent u op op de hoogte van de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland waarin de rechter vaststelt dat de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) de mogelijke nadelige gevolgen van mijnbouwactiviteiten op de Waddenzee onvoldoende in overweging had genomen, onder andere door informatie van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) over klimaatverandering en zeespiegelstijging rond de Waddenzee niet mee in zijn beoordeling op te nemen?1

Vraag 2

Wat betekent deze uitspraak voor huidige en nieuwe mijnbouw in de Wadden?

Vraag 3

Wat betekent de uitspraak specifiek voor bestaande zoutwinning onder de Wadden? Hoeveel zoutwinningsprojecten zijn momenteel actief onder de Waddenzee? Hoe wordt gemonitord dat deze aan de voorwaarden van de milieuvergunningen blijven voldoen, ook wanneer er nieuwe wetenschappelijke informatie beschikbaar komt over de mogelijke negatieve gevolgen van die zoutwinning?

Vraag 4

Wat betekent de uitspraak voor de bij het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) lopende vergunningsaanvraag van het Duitse bedrijf ESCO voor extra zoutwinning onder de Waddenzee, gezien de mogelijkheid van een bodemdaling van anderhalve meter onder het Wad en meer bodemdaling dan verwacht onder de zeedijk in Noord-West Friesland?

Vraag 5

Kan deze uitspraak volgens u als basis dienen om geen nieuwe vergunningen te leveren voor zoutwinning onder de Waddenzee? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Heeft het Ministerie van KGG of het Ministerie van LVVN momenteel weet van andere bestaande aanvragen of potentiële aanvragen die door marktpartijen voorbereid worden voor zoutwinning onder de Waddenzee?

Vraag 7

Hoe beoordeelt u het geldende Gebruiksruimtebesluit onder de Wadden in het licht van deze uitspraak?

Vraag 8

In welke mate werden specifiek de in de uitspraak aangehaalde scenario's van het KNMI meegenomen in het geldende Gebruiksruimtebesluit onder de Wadden?

Vraag 9

Hoe schat u op basis van deze uitspraak de toegenomen waarschijnlijkheid in dat de Raad van State in 2026 zal oordelen dat de gebruiksruimte zou moeten worden herzien?

Vraag 10

Aangezien u in uw antwoord van 5 december 2025 op vraag 20 van mijn schriftelijke vragen heeft geantwoord dat in geval van een dergelijke uitspraak van de Raad van State het kabinet de gebruiksruimte zou herzien, deelt u de mening dat het in het licht van deze uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland wijselijk is een dergelijke wijzing reeds voor te bereiden om een strikte natuurbescherming van de Wadden te garanderen?2 Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Gezien uw antwoord van 5 december 2025 op vraag 21 van mijn schriftelijke vragen dat de modellen van het KNMI te beperkt zouden zijn of niet toegespitst zouden zijn op de Nederlandse situatie, maar dat de rechtbank Noord-Nederland tegelijk aangeeft dat de informatie van het KNMI wel degelijk relevant is in de context van zoutwinning, bent u bereid uw eerdere antwoord te herzien en aan het KNMI alsnog te vragen een actualisatie van het Gebruiksruimtebesluit Waddenzee te laten maken op basis van de meest recente wetenschappelijk inzichten over klimaatverandering en zeespiegelstijging en indien nodig de modellen meer toe te spitsen op de Nederlandse situatie?3 Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Wat is uw inzet in het overleg met de provinciale en lokale overheden in de noordelijke provincies rond zoutwinning en de schade als gevolg daarvan? Wat bent u van plan met de vragen en bezwaren van deze lokale overheden over dit onderwerp?

Vraag 13

Kunt u deze vragen beantwoorden ruim voorafgaand aan het commissiedebat Mijnbouw op 29 januari 2026?


  1. Rechtbank Noord-Nedderland, 3 december 2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:5015.↩︎

  2. Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2025–2026, nr. 572.↩︎

  3. Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2025–2026, nr. 572.↩︎