Reactie op het advies (MROA) over de inbreukprocedure inzake de bescherming van de grutto onder de Vogelrichtlijn
Natuurbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D52847, datum: 2025-12-17, bijgewerkt: 2025-12-17 17:16, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van kamerstukdossier 33576 -473 Natuurbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z22335:
- Indiener: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-12-18 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2026-01-21 11:15: Procedurevergadering Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
33576 Natuurbeleid
Nr. 473 Brief van de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2025
Op 17 juli 2025 heeft Nederland een ‘met redenen omkleed advies’ (hierna: MROA) ontvangen van de Europese Commissie in de inbreukprocedure inzake de bescherming van de grutto onder de Vogelrichtlijn. In het MROA verzoekt de Commissie Nederland om de benodigde maatregelen te nemen om te voldoen aan de verplichtingen van de Vogelrichtlijn om de broedpopulatie van de grutto te herstellen. De reactie op het MROA is op 17 december 2025 naar de Europese Commissie verzonden.
De Nederlandse regering zet zich maximaal in voor de bescherming van de grutto, met als inzet om in 2050 het landelijke doel van 50.000 broedparen te bereiken. Dat gebeurt door het uitvoeren van de maatregelen die vermeld staan in mijn brief aan de Kamer van 25 maart 2025 (Kamerstuk 33 576, nr. 441). De Nederlandse regering kiest ervoor om in te zetten op maatregelen die passen binnen de ruimtelijke beperkingen waar Nederland mee te maken heeft en die recht doen aan de rol die de agrariër speelt in de bescherming van de grutto. Het pakket van maatregelen is een combinatie van stimulerende en borgende maatregelen die passen binnen de Nederlandse context en die effectief bijdragen aan herstel en behoud van de gruttopopulatie.
Het is aan de Europese Commissie om te beoordelen of de maatregelen
voldoende zijn om aan de verplichtingen van de Vogelrichtlijn te
voldoen. Als de Commissie de maatregelen niet voldoende vindt, kan zij
een procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het
Hof) inleiden. Het Hof zal vervolgens beoordelen of Nederland in strijd
met de Vogelrichtlijn heeft gehandeld.
Voortgang van de maatregelen ter bescherming van de grutto
In samenwerking met provincies, uitvoeringsorganisaties en collectieven worden concrete stappen gezet om de uitvoering van het agrarisch natuurbeheer te versterken en het areaal al vanaf 2026 uit te breiden. Hierbij ligt al op de korte termijn prioriteit bij het uitbreiden en verzwaren van beheer voor weidevogels, met name de grutto. Op 8 december jl. is door het rijk en provincies een gezamenlijke Intentieverklaring Aanvalsplan Grutto bestuurlijk bekrachtigd. Daarbij is de intentie uitgesproken dat het Aanvalsplan Grutto volledig zal worden uitgevoerd, zowel in de gebieden waar de uitvoering al is gestart, als in de resterende gebieden en dat de noodzakelijke maatregelen voor de grutto in deze Aanvalsplan Grutto-gebieden met voorrang, in samenhang, versneld en geborgd worden uitgevoerd. Deze gezamenlijke intentieverklaring is een belangrijk moment in het langjarige proces van uitvoering van het Aanvalsplan Grutto. Het maakt duidelijk dat zowel de Nederlandse regering als de provincies zich gebonden achten aan een effectieve uitvoering van het Aanvalsplan Grutto als essentiële bijdrage aan het herstel van de populatie van de grutto in Nederland. In de intentieverklaring is vermeld dat het een belangrijke vervolgstap is om een afsprakenkader of convenant uit te werken met inbegrip van de uitwerking van financiering en instrumentarium en dat medio 2026 te bekrachtigen. Daarvoor zijn reeds 14 punten genoemd die zo concreet mogelijk zullen worden uitgewerkt, gericht op volledige uitvoering binnen tien jaar.
Ook werkt het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) in samenspraak met provincies en maatschappelijke organisaties aan een nieuw, toekomstbestendig stelsel voor jacht en faunabeheer. Inzet is om te komen tot een toekomstbestendige aanpak, waarin jacht en faunabeheer samenhangen met bredere natuurdoelen als actieve soortenbescherming, duurzame landschapsinrichting en herstel van de natuur. Samen met de collectieven die zich inzetten voor agrarisch natuurbeheer wordt ook bekeken hoe de slag van beleid naar praktijk beter kan worden gemaakt.
Tevens start er in 2026 een vijfjarig onderzoek naar kuikenoverleving dat gericht is op predatie, voedselaanbod en ‘headstarting’ (hierbij worden jonge kuikens in een beschermde omgeving grootgebracht en vervolgens uitgezet).
Onlangs heb ik ook instandhoudingsdoelstellingen voor de grutto toegevoegd aan de aanwijzingsbesluiten van 25 bestaande Vogelrichtlijngebieden waar broedende grutto’s in voldoende mate voorkomen. Dit zorgt voor aanvullende bescherming en inzet op verbetering van hun leefgebied. Om de doelen te behalen zullen er door de voortouwnemers maatregelen worden opgenomen in de Natura 2000-beheerplannen. Met de vaststelling van de bovengenoemde besluiten is ook een landelijk doel voor de grutto als broedvogel vastgesteld op 50.000 broedparen in 2050 en is het landelijk doel voor de grutto als niet-broedvogel geactualiseerd.
MROA vertrouwelijk ter inzage bij het Centraal Informatiepunt
(CIP)
De inbreukprocedure is vertrouwelijk en overeenkomstig de vaste
praktijk van de Europese Commissie zijn de stukken die in dat kader
worden gewisseld niet openbaar tijdens een lopende procedure. Ik ben
bereid in te gaan op het verzoek van de vaste Kamercommissie LVVN tot
het voeren van een vertrouwelijk gesprek over de inbreukprocedure en
mijn ambtenaren op korte termijn een besloten technische briefing te
laten geven, overeenkomstig de besloten technische briefing die in
oktober 2024 heeft plaatsgevonden (Kamerstuk 33 576, nr. 392). Ook zal
ik de Nederlandse reactie op het MROA vertrouwelijk ter inzage leggen
bij het Centraal Informatiepunt (CIP)1, naar aanleiding van het
verzoek van de vaste commissie voor LVVN (brief d.d. 11 september 2025,
kenmerk 2025Z16760/2025D38687). De inhoud van de reactie mag niet worden
verspreid en kan niet worden aangehaald in openbare debatten.
Ik vertrouw hiermee tegemoet te komen aan het informatieverzoek van de Kamer.
De staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
J.F. Rummenie
Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.↩︎