Voortgang Versterkte Aanpak Online inzake extremistische en terroristische content
Terrorismebestrijding
Brief regering
Nummer: 2025D52856, datum: 2025-12-17, bijgewerkt: 2025-12-17 15:46, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29754 -774 Terrorismebestrijding.
Onderdeel van zaak 2025Z22339:
- Indiener: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-12-18 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2026-01-22 12:00: Procedurevergadering Justitie en Veiligheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
De online wereld is onlosmakelijk verbonden met de fysieke wereld. Het veilig deelnemen aan de online wereld is essentieel voor de samenleving. Het biedt vele mogelijkheden voor onder andere kennisvergaring, ontspanning en het opdoen van sociale contacten. Tegelijkertijd kent de online leefwereld uitdagingen. Zo is in de afgelopen periode in de media en vanuit uw Kamer aandacht gevraagd voor een relatief nieuw fenomeen: online sadistische netwerken waarin geweld en seksueel misbruik een doel op zich is en waarbij kwetsbare jongeren worden aangezet tot ernstig geweld, seksueel misbruik en zelfbeschadiging (het zogeheten COM-netwerk).1 Dit draagt bij aan de groeiende zorgen van overheidsinstanties over de snelle online radicalisering van met name jongeren waar een mogelijke geweldsdreiging van uitgaat, en van extremistische en terroristische groeperingen die de mogelijkheden van online platformen misbruiken. Deze zorgen worden ook onderstreept in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) dat ik onlangs aan uw Kamer heb aangeboden, waarin wordt geconstateerd dat radicalisering in belangrijke mate online plaatsvindt.2
Het kabinet zal zich daarom onverminderd blijven inzetten om online extremisme en terrorisme aan te pakken - in het bijzonder waar het jongeren betreft.3 Hier heeft uw Kamer ook toe opgeroepen tijdens het Commissiedebat extremisme en terrorisme in september 2025 en in de verschillende moties die zijn aangenomen.4 In deze brief ga ik, mede namens de Staatssecretaris Participatie en Integratie, in op de meest recente ontwikkelingen met betrekking tot:
de dialoog met de internetsector;
de nationale inzet;
de internationale inzet;
de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM);
Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) onderzoeken inzake wet- en regelgeving.
Hiermee bouw ik verder aan de aanpak zoals die in de eerdere contourenbrief Versterkte Aanpak Online (december 2023)5, de Kamerbrief Nadere Uitwerking Versterkte Aanpak Online (december 2024)6 en de voortgangsbrief (mei 2025) 7 waarin de versterkte aanpak langs vier pijlers wordt vormgegeven. Ook ga ik in deze brief in op verschillende moties van en toezeggingen aan uw Kamer.
Dialoog internetsector
De online platformen spelen een cruciale rol in het veilig gebruik kunnen maken van de digitale wereld. Zij hebben een verantwoordelijkheid in het beschermen van hun gebruikers en het toepassen van contentmoderatie. Daarom blijft een structurele nationale dialoog met de internetsector een van de belangrijkste speerpunten in het voorkomen en bestrijden van online extremisme en terrorisme. In de gesprekken met verschillende typen online platformen uit ik mijn zorgen over risico’s voor jongeren en benadruk ik het belang van effectieve contentmoderatie met een beperkte foutmarge. Ook werk ik samen met de platformen aan interventiemogelijkheden om online radicalisering tegen te gaan.
Mede naar aanleiding van de motie Kuik (CDA) over een pilot om de
online-aanpak van radicalisering te versterken en de toezegging Boswijk
(CDA) om de bevindingen te delen, gaat in samenwerking met Meta een
pilot met de ReDirect-methode van start.8 De
pilot wordt per januari 2026 uitgerold op Instagram, waarna Facebook en
Threads volgen. De ReDirect-methode is een interventiestrategie die
gericht is op het tegengaan van online radicalisering. De methode
geleidt personen die online zoeken naar extremistische of terroristische
content door naar een landingspagina van het Landelijk Steunpunt
Extremisme (LSE). Hierbij bestaat tevens de mogelijkheid om gebruik te
maken van de, in opdracht van de NCTV, ontwikkelde online chatfunctie.9 Binnen deze chatfunctie kunnen
jongeren anoniem en laagdrempelig chatten met experts op het gebied van
radicalisering en extremisme. Indien nodig wordt vroegtijdig hulp
geboden, zoals persoonlijke begeleiding of familieondersteuning via het
LSE. In een volgende voortgangsbrief in 2026 ga ik nader in op de
resultaten en eventueel vervolg van de pilot.
Naast de pilot met de ReDirect-methode wordt verkend of ook met andere
online platformen vergelijkbare pilots kunnen worden opgezet om online
radicalisering tegen te gaan. Hierbij ligt de focus op online
gamingplatformen, gelet op het grote gebruik ervan door jongeren en de
manieren waarop extremistische groeperingen jongeren via deze platformen
benaderen. In de volgende voortgangsbrief in het voorjaar van 2026 kom
ik terug op de resultaten van deze verkenning. Een ander resultaat van
de dialoog met de internetsector is de afspraak om de medewerking van de
online platformen aan de opsporing te verbeteren. In de afgelopen
maanden is de bereidheid van online platformen om informatie te
verstrekken aan de politie significant toegenomen, en is de reactietijd
van online platformen op verzoeken verbeterd.
Ik blijf in de dialoog met de internetsector onverminderd inzetten op samenwerking met meerdere online platformen om genoemde pilots breder te implementeren en de mogelijkheden om vroegtijdig te interveniëren, te versterken. Aanvullend heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) uw Kamer op 3 oktober jl. geïnformeerd over de resultaten van het evaluatieonderzoek naar de beste contentmoderatiepraktijken op zeer grote online platformen en zoekmachines.10 Eén van de belangrijkste bevindingen is dat verbetering kan plaatsvinden in de communicatie richting gebruikers over beslissingen inzake contentmoderatie. Platformen zijn verplicht burgers te informeren wanneer berichten worden verwijderd of minder zichtbaar gemaakt. In dit kader zijn door de Europese Commissie, als toezichthouder, handhavingsprocedures gestart tegen enkele zeer grote online platformen.11
Nationale inzet
Radicalisering voorkomen en versterken digitale weerbaarheid
Er wordt nationaal ingezet op het voorkomen van radicalisering en het versterken van de digitale weerbaarheid. Binnen de lokale aanpak van radicalisering, extremisme en terrorisme werken gemeenten, politie, het Openbaar Ministerie (OM) en andere lokale en landelijke zorg- en veiligheidspartners samen aan het vroegtijdig voorkomen van radicalisering en gewelddadig extremisme.12 Dit doen zij door een combinatie van brede weerbaarheidsprojecten en persoonsgerichte preventie en interventie samen met sociale- en onderwijspartners. De alarmerende berichten dat minderjarigen online steeds vaker en sneller radicaliseren, benadrukken het belang om de digitale weerbaarheid te versterken, in het bijzonder waar het jongeren betreft.13 Samen met gemeenten wordt ingezet op het verhogen van de digitale weerbaarheid van jongeren via lesprogramma’s, waarin jongeren kritisch leren denken en leren om te gaan met desinformatie en online bedreigingen.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) ondersteunt gemeenten en (jeugd)professionals bij de preventie van (online) radicalisering onder jongeren. Vanuit de Actieagenda Integratie en Open en Vrije Samenleving14 zet SZW in op het vergroten van hun kennis, vakmanschap en bewustwording op dit thema. Daarnaast richt de Actieagenda zich op de versterking van regionale samenwerking tussen gemeenten en de ontwikkeling en evaluatie van effectieve interventies ter preventie van (online) radicalisering. In dit kader vond in 2025 de conferentie ‘Samen digitaal weerbaar tegen polarisatie en radicalisering’ plaats,15 waaraan tientallen gemeenten deelnamen. Er werden innovatieve interventies, kennis en handreikingen rondom online radicalisering gedeeld met gemeenten.
De Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) van SZW organiseerde in samenwerking met het Nationale Jeugdinstituut (NJi) in oktober jl. een webinar voor onderwijs- en jeugdprofessionals. Van (praktijk)experts leerden professionals hoe zij extreme uitspraken van jongeren kunnen herkennen en hoe deze samenhangen met de online leefwereld. Professionals kregen praktische tips mee over hoe zij hier in hun werk mee om kunnen gaan. Daarnaast is de ESS dit najaar gestart met een opdracht voor het opbouwen van een Online Coalitie.16 Het doel van deze coalitie is het aanjagen en ondersteunen van samenwerking tussen lokale partners ter voorkoming van online polarisatie en radicalisering.17 De geleerde lessen uit deze samenwerkingen worden gebruikt om een landelijk ondersteuningsaanbod voor lokale partners te ontwikkelen.
De Actieagenda steunt ook bewustwordingscampagnes over digitale weerbaarheid gericht op opvoeders, aangezien ouders een belangrijke rol spelen bij het voorkomen en tegengaan van radicalisering. In het kader van City Games – een gamefestival voor jongeren in Amsterdam – heeft SZW bijgedragen aan een online ouderavond over de digitale leefwereld van jongeren, georganiseerd door het jongerenwerk in de regio. Daarbij kwamen de kansen en risico’s van de online leefwereld aan bod en kregen ouders en professionals praktische handvatten om met deze uitdagingen om te gaan. Er volgt (nog) dit jaar een toolkit voor ouders en professionals, waar ook andere lokale partners mee aan de slag kunnen.
In het kader van het versterken van de digitale weerbaarheid is door het ministerie van BZK op 4 september jl. de Rijksbrede strategie ‘Kinderrechten in de digitale wereld’ met uw Kamer gedeeld.18 Hierin zet de staatssecretaris van BZK uiteen hoe kinderrechten beter worden beschermd in een digitale wereld. Er worden concrete acties benoemd voor kinderen, ouders, opvoeders en het onderwijs. Bijvoorbeeld het gebruik van Kinderrechten Impact Assesments (KIA). Dit wordt ingezet als instrument om de kansen en risico’s van digitale diensten voor kinderen in beeld te brengen en wordt momenteel uitgevoerd op social media platformen, streamingdiensten en gameplatformen, waaronder Roblox.19 Daarnaast is op 8 september 2025 de meerjarige publiekscampagne ‘Blijf in Beeld’ vanuit BZK van start gegaan. De campagne helpt ouders van kinderen tussen de 7 en 12 jaar in gesprek te gaan over hun smartphonegebruik.20 Via jouwkindonline.nl wordt informatie over mediaopvoeding en praktische handvatten voor ouders geboden, waaronder de richtlijn voor gezond schermgebruik.
Acteren bij radicalisering
Bij signalen van radicalisering richting extremisme of terrorisme, kunnen personen worden opgenomen in de lokale persoonsgerichte aanpak. Hierin wordt door zorg- en veiligheidspartners een plan van aanpak opgesteld met interventies op maat. Er bestaat bij het signaleren van online radicalisering een sterke afhankelijkheid van signalen vanuit politie en inlichtingen- en veiligheidsdiensten.21 Met zorg- en veiligheidsketenpartners is daarom onderzocht of de bestaande aanpak ten aanzien van jongeren daarin voldoende is en hoe knelpunten rondom preventie, signalering, monitoring, detentie en re-integratie kunnen worden weggenomen. Eén van de vervolgacties is dat de ESS samen met gemeenten regiobijeenkomsten in het land gaat organiseren. De bijeenkomsten zijn onder andere gericht op de inbedding van de online leefwereld binnen de preventieve aanpak van radicalisering in gemeenten en het opschalen van een interventie op extreme uitingen online. Jongerenwerkers en jongeren worden getraind om te kunnen reageren op extreme uitingen online. Met deze interventie wordt getracht de normalisatie van (rechts)extremistische content te voorkomen.
Om lokale zorg-, jeugd- en gemeenteprofessionals te ondersteunen bij
het signaleren van online radicalisering, is ter aanvulling op de lokale
aanpak van radicalisering, extremisme en terrorisme, het
verdiepingsdossier ‘online radicalisering’ ontwikkeld.22
Dit dossier is geschreven voor gemeenten en lokale professionals en is
tevens informatief voor ouders. Het bevat onder andere een richtlijn
over het herkennen van online radicalisering met vragen die gesteld
kunnen worden in het gesprek over online gedrag en een
handelingsperspectief bij zorgen over mogelijke radicalisering. Voor
gemeenten is een handelingskader opgenomen over de (on)mogelijkheden van
online onderzoek.23
In het verdiepingsdossier wordt daarnaast aandacht besteed aan
publicaties, onderzoeken en de workshop ‘online radicalisering’ die het
Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering (ROR) heeft ontwikkeld
voor lokale professionals. Genoemde workshop heeft als doel om meer
inzicht in online radicalisering te bieden en is bedoeld als verdieping
van hun trainingsaanbod. Met het verdiepingsdossier geef ik tevens
gevolg aan de motie Mutluer om te komen tot een handreiking en
verwijzing naar hulplijnen, alsmede de toezegging van mijn voorganger
tijdens het commissiedebat Terrorisme en Extremisme om in te gaan op de
afname van signalen van professionals over radicalisering van 17
december 2024.24 Het verdiepingsdossier zal onder
meer via regiobijeenkomsten en landelijke overleggremia met gemeenten
onder de aandacht worden gebracht.
De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) heeft bij uitstek expertise als het gaat om de leefwereld van jongeren, waaronder de online leefwereld waarin radicalisering soms zeer snel kan optreden. De RvdK werkt samen met de landelijke keten aan een effectieve en uniforme aanpak op dit vlak.25 Daarnaast hebben gemeenten in de lokale keten de voornoemde persoonsgerichte aanpak, waar de RvdK deelnemer van is, en waarin kan worden gehandeld in het geval er signalen van radicalisering zijn. In het afgelopen jaar zijn de werkafspraken in dit verband tussen de RvdK en het OM verder ontwikkeld. Voor 2026 krijgt de RvdK een extra impuls om hun taken ten aanzien van radicalisering te versterken en landelijk te borgen.
Europese en internationale inzet
In het tegengaan van online extremisme en terrorisme is Europese en
internationale samenwerking essentieel. Het internet overstijgt iedere
landsgrens. Voor een effectieve bestrijding is een krachtig geluid en
eensgezind optreden vanuit in ieder geval de Europese Unie (EU), en bij
voorkeur ook andere landen, noodzakelijk. Nederland zet zowel in op het
gezamenlijk bestrijden van online radicalisering alsook de preventie
hiervan in internationaal verband. Binnen de EU heeft Nederland nauwe
samenwerking gezocht met Duitsland en Frankrijk, wat heeft geresulteerd
in het gezamenlijk opgestelde non-paper “Countering together: Fighting
Online Radicalisation, Violent Extremism and Terrorism”. Dit non-paper
is op 17 december jl. aan de Europese Commissie voorgelegd en aan uw
Kamer aangeboden.26 In het non-paper wordt de Europese
Commissie opgeroepen om in samenspraak met betrokken partijen, zoals
online platformen, lidstaten en het maatschappelijk middenveld een
vrijwillige gedragscode op te stellen ter bestrijding van online
radicalisering, gewelddadig extremisme en terrorisme. De voorstellen
voor de gedragscode richten zich op de bescherming van gebruikers van
online platformen, het delen van signalen van online radicalisering en
het tegengaan van zogeheten ‘platform migratie’ waarbij geblokkeerde
gebruikers telkens nieuwe accounts op nieuwe platformen openen.
Nederland zal, in het kader van de totstandkoming van de gedragscode,
ook oproepen om te komen tot een werkbare definitie van extremistische
content. Op die manier geeft Nederland invulling aan zijn internationale
voortrekkersrol op dit onderwerp, met name binnen de EU. Dit is een
belangrijke stap in de Europese samenwerking, waarvoor ik mij blijf
inzetten. Hiermee wordt ook opvolging gegeven aan de motie Six Dijkstra
(NSC), om in Europees verband te komen tot strakkere regels voor
(gaming)platformen om radicalisering tegen te gaan.27
Daarnaast is Nederland, samen met Frankrijk en de Europese Commissie voorzitter van een Europese werkgroep over online radicalisering van jongeren. Deze werkgroep is onderdeel van de EU Knowledge Hub on Prevention of Radicalisation en richt zich op het herkennen van signalen van online radicalisering en interventiemogelijkheden voor lokale professionals, politie- en handhavingsdiensten. Het doel hiervan is het bevorderen van kennisdeling onder lidstaten over effectieve initiatieven, het identificeren van knelpunten in de aanpak van online radicalisering en het gezamenlijk werken aan oplossingsrichtingen. De werkgroep zal in 2026 continueren. Ondertussen werkt de Europese Commissie aan een aantal concrete producten zoals richtlijnen voor een preventiestrategie online radicalisering en mogelijkheden om ouders te informeren over signalen van online radicalisering. Ook wordt er door de Europese Commissie een training ontwikkeld voor veiligheidspartners over de preventie van online radicalisering.
In lijn met de motie van de leden Boswijk (CDA) en Krul (CDA) blijft
de regering zich in Europees verband inzetten voor een substantiële vorm
van menselijke controle bij contentmoderatie.28
In het kader van het EU Internet Forum zal ik voortdurend aandacht
vragen voor het belang van menselijke beoordeling, en ik betrek dit in
mijn dialoog met de internetsector.29 Ik constateer dat
kwaadwillenden in staat zijn geautomatiseerde systemen voor
contentmoderatie te omzeilen en extremistische of terroristische content
te verspreiden, ook op grote online platformen. Juist wanneer dergelijke
content verhuld, gecodeerd of verpakt wordt aangeboden, is het van
belang dat contentmoderatiesystemen zorgvuldig en doeltreffend
functioneren. Hierbij is menselijke controle en beoordeling belangrijk.
Platformen dienen daarom te blijven investeren in hoogwaardige en
betrouwbare contentmoderatieprocessen die nieuwe vormen van misbruik
tegengaan. In dit verband is de digitaledienstenverordening (Digital
Services Act, DSA) van belang. Deze verordening is sinds 17 februari
2024 van toepassing op onder meer online platformen en bevat diverse
bepalingen over contentmoderatie. Samen met de ATKM en de Autoriteit
Consument en Markt (ACM)30 volg ik de naleving
van deze regels en blijf ik online platformen hierop aanspreken, onder
meer in het EU Internet Forum. In 2027 vindt de evaluatie van de DSA
plaats, die ik nauwgezet zal volgen. Ook bij de verdere doorontwikkeling
van deze wetgeving zal ik het belang van een effectieve vorm van
contentmoderatie benadrukken.
Daarnaast bekijk ik, conform de motie van het lid Michon-Derkzen (VVD),
de mogelijkheden om samen met de Politie, het OM, de ATKM, het Global
Internet Forum to Counter Terrorism (GIFCT) en Tech Against Terrorism te
komen tot een werkbare definitie van extremistische content en mij
hiervoor op Europees niveau in te spannen.31
Zo zal Nederland, zoals eerder genoemd, ook oproepen om te komen tot een
werkbare definitie van extremistische content. Over de voortgang zal ik
uw Kamer in de volgende voortgangsbrief in het voorjaar van 2026
informeren.
ATKM
Een onmisbaar onderdeel van de aanpak gericht op bestrijding van online terrorisme, is het (laten) verwijderen van online terroristische content door de online platformen en aanbieders van hostingdiensten. De ATKM is in Nederland aangewezen als bevoegde autoriteit in het kader van de TOI-verordening en daarnaast op basis van nationale wetgeving voor kinderpornografisch materiaal. De ATKM detecteert en beoordeelt in haar functie van toezichthouder online terroristisch materiaal. De ATKM beschikt sinds eind oktober jl. over een online meldpunt waar internetgebruikers terroristische inhoud op het internet kunnen melden.
Als er online terroristisch materiaal wordt aangetroffen, vaardigt de
ATKM een verwijderingsbevel uit op grond van de TOI-verordening.32 Tot op heden is in vrijwel alle
gevallen door aanbieders van hostingdiensten opvolging aan
verwijderingsbevelen van de ATKM gegeven. Wanneer een aanbieder van
hostingdiensten dit niet doet, kan de ATKM een last onder dwangsom of
boete opleggen. De ATKM voert als toezichthouder ook een permanente
dialoog met Nederlandse aanbieders van hostingdiensten om onder andere
samen invulling te geven aan de vereisten van de TOI-verordening.
Daarnaast wordt in deze dialoog bezien welke aanvullende inspanningen
overheid en internetsector, vanuit de eigen verantwoordelijkheid, kunnen
nemen om de verspreiding van terroristische online inhoud tegen te
gaan.
De ATKM investeert verder in de samenwerking met haar Europese en
internationale partners. Voor uitvoering van de TOI-verordening is het
van belang dat de bevoegde autoriteiten in de EU-lidstaten onderling en
samen met Europol optrekken. In EU-verband heeft de ATKM het initiatief
genomen om een zogenaamde ‘baseline’ te formuleren, dat wil zeggen het
identificeren van materiaal dat alle lidstaten als terroristisch
beoordelen. Daarnaast wordt via het Global Online Safety Regulators
Network (GOSRN) samengewerkt met toezichthouders in het Verenigd
Koninkrijk en Australië, die zeer actief zijn bij het aanpakken van
illegaal online materiaal. De samenwerking betreft zowel het delen van
kennis en expertise als het wederzijds informeren over specifieke
casuïstiek.
De ATKM, die in 2023 is opgericht, heeft hiermee als relatief jonge organisatie belangrijke stappen gezet en zich een actieve partner getoond in de aanpak van online terrorisme. In mijn gesprekken met de ATKM is aandacht voor de verdere ontwikkeling tot een gezaghebbende autoriteit, zodat de ATKM nog beter invulling kan geven aan de bestuursrechtelijke aanpak van terroristische online inhoud.
WODC onderzoeken wet- en regelgeving
Recent zijn drie WODC-onderzoeken gestart en afgerond over wet- en regelgeving rondom online extremisme en terrorisme. Allereerst werd dit jaar een onderzoek afgerond naar de haalbaarheid van een duidingskader voor platformen, om terroristische, extremistische en borderline content te identificeren en modereren, met respect voor de vrijheid van meningsuiting. Op 2 december jl. heb ik dit onderzoek, met beleidsreactie, naar uw Kamer verzonden.33
Ten tweede is in mijn vorige voortgangsbrief de evaluatie van de Uitvoeringswet TOI aangekondigd. De voorbereidingen voor de evaluatie van de sinds 1 september 2023 geldende Uitvoeringswet TOI zijn gestart. Het doel is de doeltreffendheid en praktische effecten van de wet te beoordelen, conform de wettelijke verplichting om binnen drie jaar na inwerkingtreding een evaluatie aan uw Kamer te presenteren.34 In de scope vallen ook de juridische reikwijdte van verwijderbevelen en de ruimte voor verwijderverzoeken, wat bijdraagt aan de verkenning van mogelijke inzet hiervan door de ATKM. Het derde WODC-onderzoek ziet op online rekrutering voor terroristische en extremistische doeleinden op gaming- (gerelateerde) platformen. Dit onderzoek is gestart en de resultaten worden voor de zomer van 2026 met uw Kamer gedeeld.
Tot slot
Voor het tegengaan van online extremisme en terrorisme is de afgelopen periode de samenwerking op lokaal, departementaal en Rijksniveau hechter en structureler ingericht. Vanuit deze integrale inzet blijf ik mij inspannen om de fundamentele rechten in de digitale wereld te beschermen en misbruik tegen te gaan. In het voorjaar van 2026 zal ik in de volgende voortgangsbrief nader ingaan op de verdere ontwikkelingen in het tegengaan van online extremisme en terrorisme.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Foort van Oosten
Zie het recente NTA rapport ‘Likes voor leed’ van 4 november jl. https://ntadvies.nl/media/1082/likes-voor-leed-764-com-netwerken-misantropisch-nihilistisch-gewelddadig-extremisme.pdf↩︎
Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland december 2025.↩︎
Het gaat hierbij om de leeftijdsgroep van 10 tot en met 22 jaar.↩︎
Hiermee geef ik invulling aan de toezegging om de Kamer voor het einde van 2025 te informeren over de voortgang van de versterkte aanpak online, TZ202509-006.↩︎
Kamerstukken II 2023/2024, 29754, nr. 708.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 29754, nr. 735.↩︎
Kamerstukken II 2025/26, 29754, nr. 751.↩︎
Kamerstukken II 2022/23 29754 nr. 658 en Kamerstukken II 2023/24, 202312 nr. 032.↩︎
Kamerstukken II 2025/26, 26643, nr. 1423.↩︎
Zie de Verzamelbrief Digitalisering van oktober 2025: https://open.overheid.nl/documenten/3dafed26-aa22-4286-9ab0-267a98825ad9/file↩︎
Zie de doelbinding Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten (PARTA): https://wetten.overheid.nl/BWBR0050740/2025-07-01↩︎
Zie AIVD Rapport april 2025: https://www.aivd.nl/documenten/publicaties/2025/04/03/een-web-van-haat↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 32824, nr. 448; Kamerstukken II 2025/26, 32824, nr. 456.↩︎
Eindproduct Samen Digitaal Weerbaar | Publicatie | Socialestabiliteit↩︎
Naar voorbeeld van de Utrechtse Online Coalitie, deze Online Coalitie heeft betrekking op een regio in landelijk gebied.↩︎
Lokale partners zoals het jongerenwerk, scholen, OOV (Openbare Orde en Veiligheid) partners en zorg- en welzijnspartners.↩︎
Publicatie Rijksbrede strategie ‘Kinderrechten in de digitale wereld’: https://www.digitaleoverheid.nl/document/strategie-kinderrechten-online/↩︎
Bij risico’s gaat het onder meer om de categorieën content, gedrag, contact, consument, privacy en gezondheid. Het KIA is geen instrument dat in het kader van toezicht wordt ingezet. Het brengt niet in kaart of wetgeving wordt nageleefd en is evenmin bedoeld om vooruit te lopen op een eventueel oordeel van een of meerdere toezichthouders.↩︎
Naast een reclamespot, wordt er ook een afsprakenkaart aangeboden die ouders en kinderen samen kunnen invullen.↩︎
De AIVD en de politie hebben binnen hun wettelijk kader bevoegdheden om toezicht te houden of opsporingsonderzoek uit te voeren, onder specifieke omstandigheden, in gesloten chatgroepen en op het darkweb, bijv. bij verdenking van een strafbaar feit. Conform de motie Yeşilgöz-Zegerius worden de bevoegdheden van de politie online uitgebreid om toezicht te kunnen houden. Zo is 4 juli jl. in consultatie gegaan het wetsvoorstel waarin de bevoegdheid tot stelselmatige informatievergaring in publiek toegankelijke online bronnen.↩︎
Zie ook: https://www.nctv.nl/onderwerpen/l/lokale-aanpak-radicalisering-extremisme-en-terrorisme/verdiepingsdossier-online↩︎
Dit kan slechts in die gevallen dat er sprake is van een dreigende (significante) openbare orde verstoring. Hier wordt verwezen naar de Handreiking: https://open.overheid.nl/documenten/799e3fc2-a01c-4cd8-955f-96408dba56ff/file↩︎
Kamerstukken II 2025/26, 29754, nr. 763; en TZ202412-147.↩︎
Bestaande uit het OM, Politie, RvdK, Jeugdreclassering, Reclassering Nederland en NCTV.↩︎
Aanbiedingsbrief Non-paper Online radicalisering, gewelddadig extremisme en terrorisme↩︎
Kamerstukken II, 2025/26, 29754, nr. 768.↩︎
Kamerstukken II 25/26, 29754, nr. 765.↩︎
Een samenwerkingsverband waar EU-lidstaten, EU-instellingen en online platformen samenkomen.↩︎
De ACM is aangewezen als Digitale Dienstencoördinator in Nederland.↩︎
Kamerstukken II, 2025/2026, 29754, nr. 758↩︎
De ATKM rapporteert jaarlijks op 31 maart aan de Europese Commissie haar resultaten over het voorafgaande jaar en informeert ook de Tweede Kamer hierover.↩︎
Kamerstukken II, 2025/2026, 29754, nr. 771.↩︎
Toezegging gedaan aan het lid van der Werf (D66) tijdens het plenair debat inzake de Uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud op 21 december 2022.↩︎