Brief van de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing over een advies over het wetsvoorstel Uitvoering van verordening (EU) 2022/1031 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2022 over toegang van ondernemers, goederen en diensten uit derde landen tot de aanbestedings- en concessiemarkten van de Unie en procedures ter ondersteuning van onderhandelingen over toegang van ondernemers, goederen en diensten uit de Unie tot de aanbestedings- en concessiemarkten van derde landen (Instrument voor Internationale Overheidsopdrachten – IIO) (PbEU 2022, L 173)
Uitvoering van verordening (EU) 2022/1031 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2022 over toegang van ondernemers, goederen en diensten uit derde landen tot de aanbestedings- en concessiemarkten van de Unie en procedures ter ondersteuning van onderhandelingen over toegang van ondernemers, goederen en diensten uit de Unie tot de aanbestedings- en concessiemarkten van derde landen (Instrument voor Internationale Overheidsopdrachten – IIO) (PbEU 2022, L 173)
Brief commissie
Nummer: 2025D53116, datum: 2025-12-18, bijgewerkt: 2025-12-18 16:07, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.J. Bushoff, voorzitter van de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: Y.C. Kling, griffier
Onderdeel van zaak 2025Z22425:
- Indiener: T.J. Bushoff, voorzitter van de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing
- Medeindiener: Y.C. Kling, griffier
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-12-18 09:30: Procedurevergadering tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing (Procedurevergadering), tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing
- 2026-01-13 16:45: Procedurevergadering Economische Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (🔗 origineel)
36 810 Uitvoering van verordening (EU) 2022/1031 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2022 over toegang van ondernemers, goederen en diensten uit derde landen tot de aanbestedings- en concessiemarkten van de Unie en procedures ter ondersteuning van onderhandelingen over toegang van ondernemers, goederen en diensten uit de Unie tot de aanbestedings- en concessiemarkten van derde landen (Instrument voor Internationale Overheidsopdrachten – IIO) (PbEU 2022, L 173)
Nr. 6 BRIEF VAN DE TIJDELIJKE COMMISSIE GRONDRECHTEN EN CONSTITUTIONELE TOETSING
Aan de Leden
Den Haag, 18 december 2025
De tijdelijke commissie Grondrechten en Constitutionele toetsing
(hierna: de tijdelijke commissie) heeft tijdens haar
procedurevergadering van 25 september 2025 besloten, gelet op het dictum
en het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State, een
adviestraject te starten voor het wetsvoorstel Instrument voor
Internationale Overheidsopdrachten1
(Kamerstuk 36 810). De vaste commissie voor commissie voor Economische
Zaken is hierover geïnformeerd met een brief van 25 september 2025
(2025Z17780).
Omdat de regering het advies van de Raad van State heeft
opgevolgd, heeft de tijdelijke commissie geen opmerkingen over het
wetsvoorstel. De tijdelijke commissie attendeert de leden er op dat bij
elke implementatie van Europese regelgeving dient te worden afgewogen op
welke niveau – wet, algemene maatregel van bestuur of ministeriële
regeling – de implementatie dient plaats te vinden.2 De regering merkt namelijk
op dat zij op een later moment zal bezien of het alsnog mogelijk is een
ruime delegatiebepaling in te voeren voor de implementatie van Europese
aanbestedingswetgeving. Beide punten worden hieronder kort
toegelicht.
Inhoud wetsvoorstel
Het wetsvoorstel zoals voorgelegd aan de Raad van State heeft tot
gevolg dat de regering - en niet de wetgever (regering én parlement) –
regels mag stellen ter uitvoering en implementatie van alle
(toekomstige) Europese wetgeving met bepalingen over aanbesteden.
Daaronder valt ook de Instrumenten voor internationale
overheidsopdrachten-verordening (hierna: IIO-verordening).3 De
aanleiding voor dit wetsvoorstel is in de eerste plaats de uitvoering
van deze IIO-verordening, met een zeer korte uitvoeringstermijn van
zestig dagen. Daarnaast voorziet de regering meer voorstellen van de
Europese Commissie met aanbestedingsregels, met soms korte
implementatietermijnen. Met de voorgestelde brede delegatiebepaling4 beoogt de regering hierop sneller te
kunnen inspelen. Bij gedelegeerde regelgeving hoeft het formele
wetgevingsproces – waaronder de parlementaire behandeling – immers niet
te worden doorlopen, wat tijd scheelt.
Primaat van de wetgever en delegatie
De Raad van State merkt over het voorstel op dat het in strijd is
met het beginsel van het primaat van de wetgever.5 Het
primaat van de wetgever houdt in dat de wetgever de hoofdelementen van
een regeling dient vast te stellen. Deze hoofdelementen moeten worden
opgenomen in een wet in formele zin en niet in lagere regelgeving zoals
een algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling. De regels
zijn dan kenbaar en inzichtelijk. Op die manier wordt ook verzekerd dat
het parlement rechtstreeks betrokken is bij de vaststelling van de
(belangrijkste) regels, wat de democratische legitimiteit van de regels
verhoogt. De verdere (technische) uitwerking van deze regels kan dan
plaatsvinden in lagere regelgeving, zoals een algemene maatregel van
bestuur of een ministeriele regeling. Het primaat van de wetgever raakt
ook aan het legaliteitsbeginsel: overheidsoptreden moet gebaseerd zijn
op een duidelijke voorafgaande, wettelijke grondslag. Wanneer een
delegatiebepaling in de wet wordt opgenomen op basis waarvan nadere
regels kunnen worden uitgewerkt door de regering of de minister, moet
deze delegatiebepaling zo concreet en nauwkeurig mogelijk worden
begrensd. De Raad van State adviseert, gelet op het primaat van de
wetgever, de voorgestelde delegatiegrondslag aan te passen en deze te
beperken tot hetgeen noodzakelijk is ter uitvoering van de
IIO-verordening.
De regering heeft dit advies opgevolgd. De tijdelijke commissie
heeft over het wetsvoorstel geen opmerkingen. Wel merkt de regering op
dat nogmaals zal worden bezien of het mogelijk is te voorzien in een
ruimere delegatiegrondslag voor de implementatie en uitvoering van
EU-wetgeving met aanbestedingsbepalingen. De regering wijst erop dat het
karakter van implementatiewetgeving – uitvoering van bindende
EU-rechtshandelingen – met zich brengt dat aan het primaat van de
wetgever een andere invulling kan worden gegeven, waardoor er meer
ruimte is voor delegatie. De tijdelijke commissie erkent dit. De
concrete invulling hangt bijvoorbeeld af van criteria als: het
detailniveau van de te implementeren Europese regelgeving, de
implementatietermijn, of de vraag hoeveel ruimte er nog is voor
beleidsinhoudelijke keuzes bij de implementatie.6 Hoe
minder die ruimte er is, hoe ruimer de mogelijkheden voor delegatie
zijn. De genoemde criteria kunnen sterk verschillen per Europese
regeling. Een algemene of weinig concrete delegatiebepaling voor alle
toekomstige Europese regelgeving over in dit geval aanbestedingsrecht,
staat daarmee op gespannen voet.
De voorzitter van de tijdelijke commissie Grondrechten en
Constitutionele toetsing,
Bushoff
De griffier van de tijdelijke commissie Grondrechten en Constitutionele
toetsing,
Kling
De volledige titel luidt: Uitvoering van verordening (EU) 2022/1031 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2022 over toegang van ondernemers, goederen en diensten uit derde landen tot de aanbestedings- en concessiemarkten van de Unie en procedures ter ondersteuning van onderhandelingen over toegang van ondernemers, goederen en diensten uit de Unie tot de aanbestedings- en concessiemarkten van derde landen (PbEU 2022, L 173).↩︎
De relevante criteria voor de afweging zijn opgenomen in Aanwijzing 9.8 van de Aanwijzingen voor de regelgeving en in de Handleiding Wetgeving en Europa, paragraaf 2.1.2.a.↩︎
Met de IIO-verordening wordt een Europees handelspolitiek instrument geïntroduceerd. Wanneer de Europese Commissie concludeert dat derde landen inderdaad beperkingen opleggen aan Europese ondernemingen kan - als tegenmaatregel - de toegang van ondernemers, goederen of diensten uit dat derde land tot aanbestedingsprocedures in de Europese Unie worden beperkt.↩︎
Het gaat om beperkingen aan de toegang tot een aanbestedingsprocedure, de toe te passen eisen en criteria bij een aanbestedingsprocedure, de wijze waarop getoetst wordt of aan die eisen en criteria is voldaan en het verstrekken van gegevens over de aanbestedingsprocedure aan o.a. de Europese Commissie.↩︎
Dit volgt uit artikel 81 e.v. Grondwet.↩︎
Alle criteria zijn terug te vinden in Aanwijzing 9.8 van de Aanwijzingen voor de regelgeving en in de Handleiding Wetgeving en Europa, paragraaf 2.1.2.a.↩︎