[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweede Stand-van-zakenbrief Douane 2025

Brief regering

Nummer: 2025D53173, datum: 2025-12-18, bijgewerkt: 2025-12-18 14:50, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z22449:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de tweede Stand-van-zakenbrief 2025. Met deze brief wordt uw Kamer geïnformeerd over een aantal actuele ontwikkelingen bij de Douane. Deze brief gaat tevens in op de openstaande toezeggingen op het gebied van Douane, en de aangenomen motie van het lid Koops1 uit het Tweeminutendebat Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit van 23 september jl. Op diverse aandachtspunten en suggesties die tijdens de V-100 bijeenkomst van 26 mei jl.2 zijn gedaan, wordt ook ingegaan in deze brief.

  1. Informatietechnologie

Informatievoorziening en dienstverlening

Na de toename in verstoringen in 2025 is Douane een Taskforce gestart om beschikbaarheid van de systemen te verhogen. De eerste resultaten daarvan waren al eerder zichtbaar en de verbetering heeft zich verder voortgezet. De Douane heeft de afgelopen periode verder geïnvesteerd in het verbeteren van de aanpak bij verstoringen. Doel van deze aanpak is om de impact van verstoringen op het bedrijfsleven zo klein mogelijk te houden. Centraal staan duidelijke communicatie, snellere dienstverlening en technische stabiliteit. Onder andere het volgende is uitgevoerd: vanaf november jl. is de website douane.nl in eigen beheer, de website is nu beter ingericht op de behoeftes van bedrijven en burgers en wordt nog verder doorontwikkeld. Het algehele beeld van de beschikbaarheid van de douanesystemen laat een positieve vooruitgang zien. Mede door de inzet van de Taskforce verstoringen, die – zoals eerder vermeld in de Stand-van-zakenbrief van juni jl. - is opgericht om zowel korte termijn oplossingen te realiseren als de structurele beschikbaarheid te verhogen, lijkt een structurele beschikbaarheid van 99% haalbaar.

Om vragen van bedrijven beter en efficiënter te beantwoorden is het Douane Contact Center (DCC) gevormd. In het DCC zijn stapsgewijs diverse telefonische ingangen samengevoegd, zodat bedrijven via een centrale ingang terechtkunnen met hun vragen.

Vanaf 2025 worden algemene vragen, vragen over de status van aangiftes en vragen van vergunninghouders, die voorheen naar verschillende regionale douanekantoren gingen, centraal beantwoord. Complexere vraagstukken, voorheen behandeld door klantcoördinatoren, worden doorgezet naar douanemedewerkers in de tweede en derde lijn. Deze centralisatie draagt bij aan een meer uniforme beantwoording. Sinds eind 2025 vormt DCC ook de ingang voor per e-mail gestelde vragen van bedrijven. Bovendien is de manier waarop bedrijven contact kunnen opnemen met Douane vereenvoudigd door de vermindering van het aantal telefoonnummers en mailadressen. Daarbij is de ambitie van de Douane om een heldere telefonische ingang te bieden met goede bereikbaarheid en met medewerkers die geschoold zijn in telefonische dienstverlening.

Tijdens de V-100 is de Douane gevraagd om in overleg met het bedrijfsleven binnen reële termijnen vragen af te handelen. De vorming van het DCC komt de bereikbaarheid en snelheid waarop vragen worden behandeld ten goede. De Douane werkt aan een snellere afhandeling van vragen. De afhandeltijd kan variëren door bijvoorbeeld de complexiteit van het vraagstuk. Uit een inventarisatie blijkt dat de afhandeling soms veel tijd kost door technische- of capaciteitsproblemen. Deze inventarisatie richt zich niet specifiek op het DCC, maar betreft de bredere telefonische bereikbaarheid en vraagafhandeling binnen de Douane. Binnen het Overleg Douane Bedrijfsleven (ODB) wordt hierover regelmatig gesproken. De Douane verkent op welke manier deze problemen kunnen worden opgelost en past indien nodig processen aan om vertraging te voorkomen.

Ook technisch zijn verbeteringen doorgevoerd. Systemen geven eerder waarschuwingen bij fouten, tijdelijke oplossingen zijn robuuster en de afhankelijkheid tussen systemen is verminderd, zodat storingen minder snel leiden tot uitval van meerdere processen. Daarnaast is de bewustwording binnen de organisatie versterkt. Elke verstoring wordt geëvalueerd – waar mogelijk samen met het bedrijfsleven – om bij toekomstige incidenten sneller en adequater op te treden. Deze aanpak heeft echter nog niet geleid tot een daling van het aantal verstoringen. Wél is de doorlooptijd van het oplossen van de verstoringen afgenomen. Dit sluit aan bij de in de vorige Stand-van-zakenbrief gemelde acties, zoals het robuuster maken van het koppelvlak tussen Douane Tarief Voorziening en Douaneaangiften Management Systeem (DMS). Een deel van de verstoringen wordt veroorzaakt door onbeschikbaarheid van Europese douanesystemen, wat leidt tot onbeschikbaarheid in de nationale douanesystemen. Voor structurele oplossingen voor deze problemen voert de Douane overleg met de Europese Commissie om tot betere afspraken te komen, zodat incidenten voorkomen of sneller en efficiënter worden afgehandeld.

De aandachtspunten uit de V-1003 zijn actief meegenomen in de verbetermaatregelen. Tijdens deze bijeenkomst werd er aandacht gevraagd voor onder andere duidelijke communicatie bij verstoringen en de bereikbaarheid van de Douane.

Digitalisering uitvoervalidatie in het kader van btw-teruggave voor aankopen in Nederland door niet-EU reizigers die via Nederland de Unie verlaten

Vanaf 1 januari 2026 is sprake van een verplichte digitale uitvoervalidatie van goederen die zijn gekocht in Nederland en via Nederland de Europese Unie verlaten. In het tweeminutendebat Internationale fiscaliteit op 11 september jl. heb ik uw Kamer toegezegd in deze brief hier nader op in te gaan. Om deze digitale validatie mogelijk te maken heeft de Douane meerdere applicaties ontwikkeld. Het betreft een mobiele applicatie voor reizigers, een mobiele applicatie voor douanemedewerkers en een portaal binnen MijnDouane voor winkeliers die niet zijn aangesloten bij een intermediair. Daarnaast heeft de Douane onderzocht of op de verschillende uitreispunten, naast de validatie via de app of door de douanier, ook alternatieve digitale validatiemogelijkheden wenselijk zijn. Geconstateerd is dat op twee locaties ook een kiosk of tablethouder gewenst is. De Douane is in gesprek met de betrokken locatiehouders over de plaatsing van de kiosk of tablethouder. De Douane informeert reizigers en winkeliers via meerdere kanalen over de aangepaste regeling. De meeste reizigers worden geïnformeerd door winkeliers en intermediairs. Daarnaast wordt op de website van de Douane een speciale informatiepagina ingericht. Ook voor de winkeliers wordt daar gerichte informatie beschikbaar gesteld.

  1. Nieuwe taken

Handhaving e-commerce

Om de Europese douanediensten beter in staat te stellen om de e-commercestroom te controleren introduceert het nieuwe Douanewetboek van de Unie (nDWU) een handelingskostenvergoeding op e-commercezendingen (handling fee). Deze zal op zijn vroegst in november 2026 in werking treden. Een aantal lidstaten denkt erover om vooruitlopend op de Europese handling fee, een tijdelijke nationale handeling fee op e-commercezendingen in te voeren. Hoewel in Nederland nog geen besluit is genomen over het invoeren van een nationale handling fee, worden bij de Douane reeds de noodzakelijke voorbereidingen getroffen in samenwerking met het bedrijfsleven. Zo heeft de Douane november jl. een webinar georganiseerd om het bedrijfsleven te informeren over de mogelijke invoering van een nationale handling fee. Inmiddels is uw Kamer per brief4 nader geïnformeerd over het proces voor het besluit over het invoeren van een nationale handling fee.

Daarnaast werkt de Douane aan het versterken van het toezicht op e-commerce. Daarbij wordt nauw samengewerkt met markttoezichthouders en opdrachtgevende departementen. De Europese Commissie heeft middels de rapportageverplichting onder de Markttoezichtverordening vastgesteld dat Nederland de afgelopen jaren in vergelijking met andere lidstaten, relatief beperkt grenstoezicht heeft gehouden op aspecten van markttoezicht, ook in de e-commercestroom. De Europese Commissie heeft Nederland hier, via de Douane, in juni 2025 rechtstreeks op aangesproken.

Omdat een hogere controledichtheid wenselijk is, heeft de Douane besloten om, in overleg met haar opdrachtgevers en samenwerkingspartners, additionele capaciteit beschikbaar te maken voor de controles op de e-commercestroom, zodat de controledruk in absolute aantallen sterk zal toenemen. Ook zet de Douane in op verbeterslagen in de kwaliteit van risicogerichte profilering. De gezette stappen zijn door de Douane naar de Europese Commissie gecommuniceerd.

Tijdens de V-100 is gevraagd of de Douane bereid is om bij e-commerce zendingen meer aandacht te besteden aan de achtergrond van leveranciers, en pas toestemming te geven voor het doen van aangiften wanneer proefzendingen hebben aangetoond dat de leverancier compliant handelt. Het invoeren van zo’n werkwijze zou betekenen dat zendingen fysiek moeten worden gecontroleerd om de naleving te kunnen beoordelen. Dit vraagt veel inzet van zowel de Douane als markttoezichthouders. De controle van een beperkt aantal proefzendingen biedt helaas onvoldoende inzicht in de compliance van alle zendingen, gezien de enorme variatie aan producten, een dagelijkse groei met duizenden nieuwe producten, de diversiteit aan leveranciers en de volatiliteit van deze stroom.

De Douane richt zich op een versterkte samenwerking met de markttoezichthouders. In 2025 voeren de Douane en deze markttoezichthouders gezamenlijk controles uit binnen de doorlopende Priority Control Area. Deze Europese aanpak is erop gericht het toezicht op e-commerce pakketten uit derde landen te verbeteren, zodat de conformiteit van consumentengoederen met Europese regelgeving getoetst kon worden. Deze controles leverden ook informatie op voor het toezicht door de Europese Commissie op e-commerce platformen onder de Digital Services Act (DSA). Tegelijkertijd bereiden de Douane en de markttoezichthouders gezamenlijk een verdere uitbreiding en bestendiging van de samenwerking in 2026 voor. Dit betreft onder andere het uitvoeren van gerichte, integrale controles in de e-commercestroom. Het gezamenlijke doel is het verbeteren van het compliance in de toeleveringsketen, van e-commerce platform tot aan logistieke dienstverlener.

Tariefmaatregelen Verenigde Staten

De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben op 27 juli jl. een politiek akkoord gesloten ten aanzien van de handel en tarieven bij invoer. Als gevolg zijn de EU-rebalancerende maatregelen opgeschort voor een periode van maximaal zes maanden (tot en met 6 februari 2026). Daarnaast is een kaderovereenkomst opgesteld om een eerste stap te zetten richting de verbetering van markttoegang en de versterking van handels- en investeringsrelaties. Voor de Douane is het van belang dat de Europese Unie voornemens is de tarieven op alle industriële goederen uit de Verenigde Staten af te schaffen en preferentiële markttoegang te bieden voor een breed scala aan Amerikaanse visserijproducten en landbouwproducten.

Om uitvoering te geven aan de kaderovereenkomst heeft de Europese Commissie op 28 augustus jl. twee wetsvoorstellen naar de Europese Raad en het Europees Parlement gestuurd. Eén van deze voorstellen realiseert de afschaffing van alle industriële goederen uit de Verenigde Staten en preferentiële markttoegang voor een breed scala aan Amerikaanse visserij- en landbouwproducten.

In dit voorstel worden de niet-preferentiële oorsprongsregels gebruikt voor deze zogenaamde preferentiële tariefbehandeling. De uitvoerbaarheid hiervan is voor de Douane een belangrijk punt van aandacht.

De Douane heeft de impact van dit huidige voorstel in kaart gebracht. Voor de uitvoering van dit voorstel zijn geen aanpassingen in het aangiftesysteem van de Douane noodzakelijk. Aangezien het voorstel een grote groep goederen omvat en de controle op de niet-preferentiële oorsprong complex is, vraagt de handhaving een aanzienlijke inspanning van de Douane. De benodigde capaciteit hiervoor is op dit moment nog niet volledig inzichtelijk. Naar verwachting is eerst ervaring nodig om uiteindelijk een beeld te krijgen van het compliantieniveau binnen deze goederenstroom. De Douane start vanaf de ingangsdatum voor een periode van drie maanden met risicovindingscontroles. Daarmee ontstaat een beeld van hoeveel controles er nodig zijn om gesignaleerde risico's af te dekken en of deze passen binnen de afgesproken aantallen.

Voor het bedrijfsleven is het door de complexiteit moeilijk om aan de voorwaarden te voldoen. Dit legt niet alleen druk op het bedrijfsleven, maar zorgt ook weer voor extra controledruk bij de Douane. De Douane heeft hiervoor aandacht gevraagd bij zowel de opdrachtgevende departementen als bij de Europese Commissie.

Handhaving van sanctiemaatregelen

De afgelopen maanden zijn het achttiende en negentiende sanctiepakket tegen Rusland en Belarus aangenomen. De Douane continueert de intensieve handhaving op de sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus. Daarnaast zijn afgelopen september jl. de sanctiemaatregelen tegen Iran in relatie tot de activiteiten van dat land op het gebied van nucleaire proliferatie na tien jaar opnieuw ingesteld – de zogenaamde snapback. De Douane heeft ook een rol in de handhaving van deze sanctiemaatregelen.

Het tegengaan van omzeiling van sanctiemaatregelen blijft een belangrijke prioriteit. Nationaal en internationaal werkt de Douane samen met andere (uitvoerings-)organisaties, de Europese Commissie en andere lidstaten om signalen die mogelijk op omzeiling wijzen uit te wisselen. Deze signalen worden geanalyseerd en onder andere gebruikt om de nationale risicoprofielen ten aanzien van omzeiling aan te scherpen.

  1. DWU- en overige implementatietrajecten

De implementatie van een aantal wetgevingsopgaven loopt vertraging op. Dit komt onder andere doordat de vraag naar beleidsontwikkeling en analyse groter is dan het aanbod. Om toch zoveel mogelijk organisatorische, proces- en IT-aanpassingen tijdig te realiseren wordt het portfolio ieder kwartaal geprioriteerd. Een aantal specifieke, omvangrijke implementatietrajecten wordt hieronder nader toegelicht.

Dossiervorming Aangiftebehandeling

In de vorige Stand-van-zakenbrief is aangegeven dat de implementatie van DMS voor in- en uitvoer is afgerond. Er is sprake van een continue doorontwikkeling in verband met toekomstige wetswijzigingen. Daarnaast bouwt de Douane aan de ontvangst van begeleidende bescheiden in DMS. Deze begeleidende bescheiden komen nu nog via de mail binnen.

Hiermee realiseert de Douane een digitaal dossier. Dit stelt de Douane in staat om documenten sneller en efficiënter te verwerken. Ook komen de documenten automatisch bij de juiste behandelaar terecht. Dit draagt bij aan kortere doorlooptijden en betere dienstverlening aan bedrijven. Alle aangevers die van DMS gebruik maken zullen deze nieuwe werkwijze vanaf medio 2026 in hun aangifteprocessen moeten verwerken.

Douane vervoersaangiften (DVA)

De Douane volgt onveranderd de huidige planning voor de volgende fase van DVA, New Computerised Transit System (NCTS) fase 6. Er zijn verschillende aanpassingen nodig zoals het uitbreiden van aanbreng- en aangiftegegevens. Zoals aangegeven in de vorige Stand-van-zakenbrief5 wordt de implementatiedatum van september 2025 niet gehaald. Naar verwachting gaat Nederland vanaf juni 2026 over op NCTS-fase 6. Aansluitend wordt de aansluiting van de vervoersaangiften op CERTEX gerealiseerd. De definitieve planning moet nog worden vastgesteld.

CERTEX

De gelijktijdige implementatie van zowel CERTEX als Centralised Clearance vraagt veel van de Douane verandercapaciteit.

In 2025 is de Douane gestart met de gefaseerde invoering van CERTEX (de verwerking van certificaten voor niet-douaneformaliteiten) en de geautomatiseerde afhandeling voor de in 2025 verplichte niet-douaneformaliteiten, beginnend met alle invoer- en uitvoerprocedures. Inmiddels zijn van de elf niet-douaneformaliteiten drie implementaties succesvol afgerond, en is een aantal nieuwe implementaties eind 2025 gepland. Daarbij volgt de Douane de Europese specificaties. Dit heeft geleid tot bijstelling van nationale en lokale regelingen. De Douane werkt hierin nauw samen met handhavingspartners en het bedrijfsleven. Het is van belang om het bedrijfsleven voldoende overgangstijd te geven, met name voor de implementaties waarbij nationale regelingen door CERTEX worden vervangen. De Douane houdt hier rekening mee in de live-gang momenten. Dit wordt onder andere toegepast bij de overgang van de Rotterdamse Regeling naar CERTEX. Naar verwachting zal in de eerste helft van 2026 een vervoersaangifte voor transport naar keurpunten worden geïntroduceerd. In de tweede helft van 2026 zal CERTEX aan de vervoersaangiften in DVA worden gekoppeld. Het bedrijfsleven is hierover geïnformeerd. De overige douaneprocedures zoals opslag, IAA en vereenvoudigde procedures volgen in 2026. Ondertussen wordt de aansluiting van nieuwe niet-fiscale douaneformaliteiten op CERTEX, die vanaf 2027 door de Europese Commissie worden gevraagd, voorbereid in samenwerking met de handhavingspartners.

Centralised Clearance

Uw Kamer is op 28 november jl. geïnformeerd over een onderzoek van het Adviescollege ICT-toetsing over de implementatie van Centralised Clearance. Voor de implementatie Centralised Clearance Import (CCI) volgt de Douane een gefaseerde aanpak, gekoppeld aan de aangifteprocedures.

Dit betreft de procedure ‘Inschrijving in de Administratie van de Aangever’ (IIAA) en de ‘normale procedure’. In juli 2025 is het nationale plan met de Europese Commissie gedeeld. In dit plan is toegelicht dat nadere analyse nodig was om meer inzicht te verkrijgen in de haalbaarheid van de beoogde realisatiedata.

Uit deze nadere analyse is gebleken dat de realisatieopgave om CCI voor alle regelingen en aangiftetypen te implementeren twee jaar in beslag gaat nemen. Daarnaast is, in lijn met het advies van het Adviescollege ICT-toetsing en de daaropvolgende bestuurlijke reactie, de sturing op Centralised Clearance versterkt en zijn richtinggevende keuzes voor het vervolg gemaakt.

Daarbij is uitgegaan van de fasering die door DG TAXUD wordt gehanteerd en de implementatievoortgang van CCI bij andere lidstaten. Fase P1 richt zich op de standaard aangifte; fase P2 betreft de IIAA-procedure, die in Nederland het meest wordt toegepast. Daarnaast is beoordeeld welke aanpak de meeste waarde oplevert voor het bedrijfsleven en voor andere douaneautoriteiten. Uit analyse van de afgegeven CCI-vergunningen en de implementatievoortgang van DG TAXUD blijkt dat in 80% van de gevallen het bedrijfsleven gebruikt maakt van een standaard aangifte (P1) of een inschrijving in de eigen administratie (P2). Hiervoor moet, vanuit Nederland gezien, met tenminste acht lidstaten worden samengewerkt.

Bij de keuze voor implementatie van CCI streeft de Douane ernaar het bedrijfsleven en andere douaneautoriteiten zo spoedig mogelijk te laten aansluiten. De Douane wil bij elke stap toegevoegde waarde bieden door aan te sluiten bij de meest gebruikte douaneregelingen en aangiftetypen die in Nederland en in andere lidstaten worden gebruikt.

Aangezien bedrijven in Nederland vooral de IIAA procedure (P2) toepassen en dit een groot volume aan toekomstige CCI-aangiften betreft, start de Douane met de realisatie van dit deel van CCI. Tegelijkertijd wordt ook gestart met analyse van de standaard aangifte (P1), waarna het ontwerp en realisatieplan wordt gemaakt. Om zowel P1 als P2 te realiseren en aan te sluiten bij CCI in andere lidstaten is een goed berichtenfundament nodig. Daarom wordt dit als eerste opgepakt en met DG TAXUD getest. In 2027 is het streven om CCI voor de meest gebruikte regelingen en aangiftetypen af te ronden.

Over de keuzes, implementatiestappen en planning gaat de Douane begin 2026 in gesprek met de Europese Commissie. Op basis van dit overleg zal de strategie en aanpak van Centralised Clearance worden vastgesteld.

Overleg Douane Bedrijfsleven (ODB)

De aanpak en het verloop van de invoering van de verschillende implementatietrajecten wordt periodiek met het bedrijfsleven besproken. Vanaf 2026 zal de aanstaande wet- en regelgeving van de Europese Commissie, zoals de introductie van de EU Datahub, de Visie 2035 Douane, het strategisch portfolio Douane en de planning van alle veranderingen de hoofdlijn vormen van het ODB.

d. Personeel

De Douane constateert dat de organisatie een toenemende aantrekkingskracht heeft op potentiële medewerkers, mede doordat de tv-serie Douane in Actie het werk van de Douane breed onder de aandacht heeft gebracht. Voor 2025 is de wervingsbehoefte ingeschat op 1.000 posities.

In de maanden juni 2025 tot en met oktober 2025 zijn 162 vacatures opengesteld, goed voor 346 posities. Van deze vacatures zijn 147 vacatures extern gepubliceerd voor 305 posities. Van de 346 opengestelde posities zijn er inmiddels 75 via een belangstellingsinventarisatie door een interne kandidaat voorzien. Vanuit het perspectief van behoud is dat positief, ook al levert dit nieuwe vacante plekken op. De externe instroom over de afgelopen maanden bedroeg 588 fte’s bij een totale uitstroom van 392 fte’s. De bezetting is daarmee gegroeid met 196 fte’s. Het bezettingspercentage ten opzichte van de formatie (6.588 fte’s) bedraagt daarmee 95,6%.

Integriteit

De Douane blijft werken aan de implementatie en borging van de projecten uit de Verbeteragenda Integriteit. Een belangrijk onderdeel daarvan is versterkte screening. Ten aanzien van de periodieke screening is de Douane in overleg met de vakbonden over een aanpassing van het personeelsreglement, in lijn met de mogelijkheden die de CAO Rijk hiervoor biedt. Daarnaast wordt met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gesproken over het opnemen van een bepaling in de CAO Rijk die borgt dat, zodra er een wettelijke basis beschikbaar is, voor bepaalde functies continue screening kan worden ingevoerd. Hiermee wordt verzekerd dat de CAO aansluit op deze toekomstige wettelijke voorziening. De vervolgstap is in de eerste helft van 2026 een eerste start te maken met de voorbereiding van wetgeving voor continue screening. Deze voorbereidingen worden intern voorbereid in nauwe samenwerking met het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

In september jl. heeft de Tweede Kamer de motie van het lid Koops aangenomen6, waarin wordt verzocht te onderzoeken of voor bepaalde douanefuncties – waarbij medewerkers toegang hebben tot informatie die voor criminelen interessant kan zijn – een verklaring van geen bezwaar kan worden vereist. De Douane gaat dit op korte termijn uitvoeren. Voor functies in de burgerluchtvaart en voor vertrouwensfuncties is een verklaring van geen bezwaar verplicht. Aan de hand van een aankomende nieuwe AIVD-leidraad zal de Douane in 2026 inventariseren welke extra functies als vertrouwensfuncties moeten worden aangewezen.

De Douane past al diverse vormen van screening toe, waaronder de VOG politiegegevens en de periodieke screening voor BOA-medewerkers. Deze maatregelen maken deel uit van de aanpak van versterkte screening, waarbij afhankelijk van de aard en het risico van de functie een passende vorm van screening wordt ingezet.

  1. Onvolkomenheden inkoopbeheer en grote geldstroom en bevinding scriptbeheer

  • Inkoopbeheer

De Douane heeft een verbetertraject ingezet om te komen tot een structurele verbetering van het inkoopproces. Daarnaast heeft de Douane ook een proces opgezet via de centrale inhuurdesk om de procedures beter te kunnen naleven, zoals het uitvoeren van de minicompetities bij inhuur.

De Auditdienst Rijk (ADR) heeft vastgesteld dat er verbeteringen zichtbaar zijn binnen het inkoopbeheer wat zich uit in minder rechtmatigheidsfouten in de eerste helft van 2025 ten opzichte van vorig jaar. Tegelijkertijd constateert de ADR nog een hoog aantal financieel beheer bevindingen en waivers. De Douane onderschrijft het handelingsperspectief van de ADR en analyseert de financieel beheerbevindingen en de oorzaken van deze waivers. Daarnaast worden de key controls verder onderbouwd en getoetst op werking. Met deze aanpak streeft de Douane naar een structureel verbeterd inkoopproces en het oplossen van deze onvolkomenheid in 2025.

  • Grote geldstroom

Het verbeteren van de interne beheersing van de Grote Geldstromen krijgt binnen de Douane veel aandacht. De ambitie om deze onvolkomenheid nog in 2025 volledig op te lossen is te ambitieus gebleken. De Douane herkent de constatering van de ADR dat er naast de gerealiseerde actielijnen nog uitdagingen bestaan ten aanzien van de procesrisico’s, de managementinformatie over de voortgang van de verbeteringen en de kwaliteit van de reeds opgeleverde producten. Op dit moment wordt het bestaande verbeterprogramma herijkt. Doel van deze herijking van het verbeterprogramma is om de benodigde focus aan te brengen in de verbeteractiviteiten en te komen tot realistische tijdspaden om de onvolkomenheid op te lossen. Het verbetertraject richt zich op het neerzetten van het stelsel van interne beheersing, risicomanagement, ontwikkelen van management- en stuurinformatie en monitoring inclusief het invullen van bijbehorende rollen en verantwoordelijkheden. Begin 2026 wordt een nieuwe planning opgeleverd met de verdere aanpak voor het oplossen van deze onvolkomenheid.

  • Scriptbeheer

De bevinding van de ADR op scriptbeheer is oktober jl. opgelost. De ADR heeft geconstateerd dat de eerder gesignaleerde bevindingen op het gebied van scriptbeheer zijn opgelost. Naast technische verbeteringen is nadrukkelijk geïnvesteerd in bewustwording en draagvlak onder medewerkers. Door medewerkers actief te betrekken is meer eigenaarschap ontstaan, wat bijdraagt aan een duurzame borging van verbeteringen.

  1. Hoeveelheids- en waardeoverschrijdingen/ menselijke maat

Zoals toegezegd aan het lid Van Eijck (VVD) tijdens het Tweeminutendebat van 22 januari jl., heeft Nederland bij de Europese Commissie gepleit voor het behoud van een gunstige tariefbehandeling als de hoeveelheid of waarde in de vergunning is overschreden en aan de overige voorwaarden wel is voldaan.

De Europese Commissie heeft recent aangegeven op dit moment geen wijzigingen door te voeren in de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie vanwege de onderhandelingen over het nieuwe Douane Wetboek van de Unie (nDWU). Nederland zet in op opname van de voorgestelde mogelijkheid in het nDWU. In de tussentijd zet de Douane in op preventie door middel van voorlichting aan vergunninghouders om ze te wijzen op de gevolgen van een hoeveelheid- of waardeoverschrijding. Daarnaast verkent de Douane mogelijke IT-oplossingen voor het tijdig afgeven van een signaal aan een bedrijf waar een overschrijding dreigt te ontstaan. Het overvolle IT-portfolio betekent echter dat het doorvoeren van deze aanpassingen nog enige tijd op zich zal laten wachten.

Tijdens de V-100 is gesproken over de mogelijkheid om handhaving uit te stellen. Daarbij werd gesuggereerd om eerst een waarschuwing te geven en pas te handhaven over de periode na die waarschuwing.

De Douane voert controles meestal uit op basis van een risicoanalyse. In veel gevallen controleert de Douane binnen drie jaar, omdat een eventuele douaneschuld in die periode moet worden vastgesteld. Wanneer een controle wordt uitgesteld, kan dit betekenen dat een eventuele schuld later wordt vastgesteld. Daardoor kan er meer rente over achterstallige bedragen verschuldigd zijn.

Wanneer een douaneschuld wordt vastgesteld na een controle, wordt het verschuldigde bedrag aan invoer- of uitvoerrechten geboekt. Dit gebeurt uiterlijk veertien dagen nadat de douaneautoriteiten het bedrag hebben vastgesteld en een beschikking hebben afgegeven. In het huidige wetgevingssysteem is daarbij geen ruimte voor een waarschuwing.

  1. Bestrijding van ondermijnende criminaliteit

De Douane levert een essentiële bijdrage aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit dankzij haar strategische informatiepositie en expertise. In de afgelopen periode heeft de Douane met diverse partners overleg gevoerd over de samenwerking op het gebied van cameratoezicht. Daarnaast is het gebruik van een algoritme in postzendingen getest en heeft de Douane opvolging gegeven aan het programma Weerbare Haven Terminals.

Programma ‘Zicht op cameratoezicht’

Dit programma ziet op de realisatie van cameratoezicht in onder andere de haven van Vlissingen-Oost, de haven van Harlingen en het Noordzeekanaalgebied. Uitgangspunt is dat de Douane geen eigenaar wordt van de camera's en het netwerk, maar wel zorgdraagt voor het veilig ontsluiten en opslaan van camerabeelden van partners. Gesprekken met een aantal partners hebben opgeleverd dat zij openstaan voor deze manier van samenwerken. De Douane zal wel een investering doen in de aanschaf van een Video Management Platform (VMP) bestaande uit onder andere een aantal Video Management Systemen (VMS’en) om de beelden van partners te kunnen ontsluiten. De Douane heeft een juridisch kader laten opstellen over het vormgeven van samenwerkingen met partners. Dit geeft praktische handvatten op het gebied van onder andere privacy, cybersecurity en aanbestedingsrecht.

Innovatie

De Douane maakt gebruik van technologische vernieuwingen om de effectiviteit en efficiëntie van toezicht te verbeteren. Tussen november 2023 en juli 2025 heeft de Douane een pilot uitgevoerd waarbij een algoritme van de Douane bepaalde ongewenste goederen automatisch kan herkennen in post. Na het ontwikkelen van de algoritmes zijn deze in verschillende fases en op verschillende locaties uitvoerig getest en verbeterd. De opgedane inzichten en geleerde lessen worden betrokken bij de borging van inzet van algoritmen in reguliere Douane-processen. Verder wordt er in 2026 gekeken hoe deze pilot in productie gebracht kan worden bij mogelijk geïnteresseerde partijen.

Programma Weerbare Haven Terminals

Het programma Weerbare Haven Terminals is opgezet om in nauwe samenwerking met publieke en private partijen de uithalersproblematiek in de Nederlandse zeehavens te minimaliseren. De problematiek bleek complex en vroeg om een gefaseerde en gerichte aanpak.

In 2025 is een aantal concrete vervolgacties geïmplementeerd. De aanzegtermijn voor Douanecontroles bij binnenkomen zal op termijn worden verkort van 72 naar 24 uur. In de tweede helft van 2026 wordt de onderliggende IT hierop aangepast. De communicatie wordt zorgvuldig voorbereid zodat bedrijven zich kunnen voorbereiden. Daarnaast is een Europese aanbesteding gestart om een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar het scannen van containers direct bij lossing in de haven van Rotterdam. Andere aanbevelingen zoals de inzet Smart Seals en de verbreding van de inzet van drones worden ook opgevolgd.

Internationale samenwerking

Er zijn concrete signalen dat de smokkel van drugs naar Europa ook via West-Afrika verloopt. Om deze signalen beter te duiden en een effectieve aanpak in te richten wordt gesproken met autoriteiten in de regio en met liaisons/attachés van andere lidstaten in de regio. Daarnaast wordt onderzocht hoe gegevensuitwisseling kan worden geïntensiveerd en de samenwerking met landen in deze regio kan worden versterkt. Daarvoor wordt de mogelijkheid tot het sluiten van bilaterale douaneverdragen met meest relevante landen onderzocht als juridische basis voor activiteiten in de regio. Daarbij wordt in kaart gebracht op welke plaats in West-Afrika de Douane in 2026 een attaché zal gaan plaatsen.

h. Strategische pijlers

In de vorige Stand-van-zakenbrief is toegezegd u te informeren over voortgang van het project ‘Meten Weten’ en het project Douane brede risicoanalyse (DOBRA). Afgelopen zomer zijn binnen vier taakgebieden ‘Meten Weten’ sessies georganiseerd. Tijdens deze sessies staan ervaringen van medewerkers met de effectiviteit van hun werk, evenals ideeën om het werk efficiënter en effectiever in te richten, centraal. De opbrengsten van deze sessies worden momenteel verder uitgewerkt en opgepakt binnen de operatie. Daarnaast is de methodiek van de sessies doorontwikkeld. Op basis van een evaluatie zal worden besloten hoe de methodiek structureel kan worden ingebed binnen de organisatie. Deze evaluatie zal in het eerste tertaal van 2026 plaatsvinden.

In het voorjaar van 2025 is onderzocht hoe de integrale risicoanalyse van de Inspectie Leefomgeving en Transport (IBRA) zich verhoudt tot de risicoanalyse van de Douane (DOBRA). In het najaar van 2025 is vastgesteld hoe deze bevindingen aansluiten bij de Visie 2035 en bij onze huidige werkwijze. Op basis hiervan wordt bepaald op welke onderdelen verdere ontwikkeling wenselijk is. In 2026 start de Douane met het meer integraal, over taakgebieden heen, en beleidsmatig, vanuit onze opdracht, duiden van de risicobeelden. Daarmee kunnen opdrachtgevers gerichter inzicht krijgen in welke zaken prioriteit vragen, en kunnen interventies hierop doelgericht worden aangepast.

In een volgende Stand-van-zakenbrief, voorzien voor juni 2026, zult u verder worden geïnformeerd over de voortgang van diverse trajecten opgenomen in deze brief.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane,






Eugène Heijnen

  1. Kamerstukken II 2025-2026, 29911. nr. 481↩︎

  2. Kamerstukken II 2025-2026, 31934. nr. 95↩︎

  3. Kamerstukken II 2025-2026, 31934 nr. 95↩︎

  4. Kamerstukken II 2025-2026, 22089↩︎

  5. Kamerstukken II 2025-2026, 31934. nr. 96.↩︎

  6. Kamerstukken II 2025-2026, 29911. nr. 481.↩︎