Verzamelbrief rook-, vape- en alcoholbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D53177, datum: 2025-12-18, bijgewerkt: 2025-12-18 14:52, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit VVD kamerlid)
- Factsheet kopen en krijgen alcohol door jongeren
- Factsheet Inventarisatie verkooppunten alcohol Nederland
- Inspectieresultaten smaakjesverbod en illegale handel juli 2024-juli 2025
- Inspectieresultaten Alcoholwet juli 2024-juni 2025
- Beslisnota bij verzamelbrief rook-, vape- en alcoholbeleid
Onderdeel van zaak 2025Z22451:
- Indiener: J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2026-01-14 10:15: Procedurevergadering Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Roken, vapen en alcohol drinken zorgen voor gezondheidsschade bij jongeren. Vooral jongeren zijn vatbaar voor het aanleren van gezonde en ongezonde gewoonten. Daarom richt ik me op het bevorderen van gezonde keuzes bij jongeren. Met deze brief informeer ik uw Kamer over verschillende aspecten aangaande het rook, vape- en alcoholbeleid. Wat roken en vapen betreft bied ik uw Kamer met deze brief een factsheet van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) aan over de inspectieresultaten en inbeslagnames in het kader van het smaakjesverbod voor vapes. Ook deel ik een aankondiging over de wijziging van de definitie van een type tabaksspeciaalzaak dat is uitgezonderd van het uitstalverbod. Daarnaast kondig ik aan dat de inwerkingtreding van de registratieplicht een half jaar wordt uitgesteld en doe ik de motie Krul1 af die verzoekt om een verkenning naar een vergunningstelsel voor tabaksverkooppunten. Wat alcohol betreft worden vier rapportages aangeboden: een inventarisatie van het aantal verkooppunten van alcohol, een onderzoek naar aankoopgedrag van alcohol door jongeren bij fysieke verkooppunten, een onderzoek naar online aankoopgedrag van alcohol door jongeren en een factsheet met inspectieresultaten Alcoholwet door de NVWA. Daarnaast informeer ik uw Kamer over de stand van zaken ten aanzien van de aanscherping van de regels voor de online verkoop van alcohol.
Inbeslagnamecijfers en inspectieresultaten NVWA en onderzoek naar vapes en nicotinezakjes
De NVWA houdt toezicht op de Tabaks- en rookwarenwet. De regels voor nicotinezakjes en vapes vallen ook onder deze wet. De factsheet ‘Inspectieresultaten smaakjesverbod en illegale handel: juli 2024 – juli 2025’ is als bijlage bij deze brief opgenomen. Sinds de nieuwe bevoegdheid tot inbeslagname in artikel 13e van de Tabaks- en rookwarenwet (vanaf 1 januari 2025) zijn tot juli 2025 234.979 smaakjesvapes, 70.858 smaakaccessoires en 49.009 doosjes nicotinezakjes in beslag genomen en vernietigd. Dit zijn bemoedigende resultaten, maar om de illegale verkoop van smaakjes te verminderen is meer nodig. Ik informeer uw Kamer over mijn plannen daartoe in een brief in het eerste kwartaal van 2026.
Op basis van risicogerichte inspecties zijn nog altijd bij 4 op de 10 winkeliers verboden vapes aangetroffen. Daarnaast worden verboden producten ook nog aangeboden via onofficiële verkoopkanalen. Hierdoor hebben o.a. jongeren nog steeds toegang tot vapes met een smaak anders dan tabak. Om dit te verminderen is goed inzicht in de illegale markt essentieel. Eerder heb ik uw Kamer toegezegd om het onderzoek van Bureau Beke naar de aard, omvang en werkwijze van deze markt voor het eind van het jaar naar de Kamer te sturen. Vanwege de benodigde afstemming met relevante partners loopt dit enige vertraging op. U kunt dit onderzoek het eerste kwartaal van 2026 tegemoet zien.
Ondertussen blijf ik verder werken aan een wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet waarbij de boetemaxima worden verhoogd en de bevoegdheden van de NVWA worden uitgebreid zodat de NVWA efficiënter kan optreden wanneer er vapes met een smaakje worden aangetroffen tijdens het toezicht.
Met het toesturen van deze factsheet geef ik mede opvolging aan de eerder dit jaar aangenomen motie van het lid Crijns2 die de regering verzoekt om maximaal in te zetten op de bestrijding van illegale handel in tabaksproducten en de Kamer periodiek te informeren over de voortgang. Ik zal uw Kamer hier regelmatig over informeren.
Aanpassing eisen speciaalzaken inzake uitstalverbod
Voor verkooppunten die tabaksproducten en/of aanverwante producten (waaronder e-sigaretten) verkopen geldt een uitstalverbod. Dit betekent dat deze producten niet zichtbaar in het verkooppunt mogen worden uitgestald, maar bijvoorbeeld achter een deurtje of gordijn moeten worden geplaatst. Speciaalzaken die uitsluitend tabaksproducten en aanverwante producten (met daarbij behorende accessoires, loten en dagbladen) verkopen zijn hiervan uitgezonderd indien zij zich hebben geregistreerd.3 Daarnaast zijn ook verkooppunten die behalve tabaksproducten en aanverwante producten andere producten verkopen, uitgezonderd van het uitstalverbod mits deze verkooppunten zich voor 2021 geregistreerd hebben, over een boekjaar een netto-omzet hebben van niet meer dan € 700.000, én minimaal 75% van die omzet afkomstig is uit de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten.4
Deze laatstgenoemde categorie verkooppunten dient elke vijf jaar opnieuw aan te tonen dat hun netto-omzet onder dit bedrag blijft. De eerstvolgende toetsing vindt plaats begin 2026 (op basis van de omzet van 2025). De NVWA is belast met de controle hierop. Het bedrag van € 700.000 is gebaseerd op de definitie van micro-ondernemingen. Inmiddels is dit bedrag in 2024 verhoogd van € 700.000 naar € 900.000.5 De wetgeving wordt hierop aangepast maar treedt, gezien de duur van het wetgevingsproces, niet voor 1 januari 2026 in werking. De NVWA is voornemens deze verkooppunten zo spoedig mogelijk van het verhoogde omzetplafond op de hoogte te stellen en past haar handhavingspraktijk hierop aan.
Uitstel registratieplicht
In de Kamerbrief “Op weg naar een rookvrije generatie” heeft het kabinet een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten aangekondigd.6 Met een registratieplicht kan het aantal verkooppunten goed gemonitord worden en zal de handhaving vergemakkelijkt worden, omdat de toezichthouder een completer beeld heeft van deze verkooppunten. Het wetsvoorstel dat de registratieplicht regelt is eerder dit jaar aangenomen door beide Kamers met een beoogde inwerkingtreding van 1 januari 2026.7 De registratieplicht moet echter nog nader uitgewerkt worden bij ministeriële regeling. Het concept van de ministeriële regeling is in juli 2025 ter toetsing voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Toetsing door de AP is noodzakelijk omdat de ministeriële regeling beoogt te regelen dat persoonsgegevens uitgevraagd worden bij de registratie van de verkooppunten. Eind november 2025 heeft de AP advies uitgebracht. Publicatie van de ministeriële regeling voor 1 januari 2026 is daardoor op deze korte termijn onmogelijk. Zonder publicatie van de ministeriële regeling kan ook de wet die de registratieplicht regelt niet in werking treden. De inwerkingtreding van de registratieplicht wordt daarom uitgesteld naar 1 juli 2026 waarbij verkooppunten die op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet tabaksproducten of aanverwante producten verkopen, zich daarna binnen zes maanden moeten registeren. Na de publicatie van de regeling zal de NVWA op haar website meer informatie verstrekken over het registratiesysteem en de branches informeren.
Motie Krul m.b.t. een vergunningstelsel voor tabaksverkooppunten
In de eerder dit jaar aangenomen motie verzoekt het lid Krul samen met gemeenten een verkenning te doen naar een vergunningstelsel voor winkels die tabaksproducten en aanverwante producten verkopen op het moment dat tabak alleen nog in speciaalzaken verkocht mag worden.8
Om te voldoen aan de motie, zijn ambtelijk de wensen verkend van gemeenten waarvan mij bekend is dat zij interesse hebben in het voeren van beleid op tabaksverkooppunten9. Deze gemeenten vinden het wenselijk te sturen op zowel aantallen als locaties van tabaksverkooppunten. Hoewel het aantal tabaksverkooppunten vanwege de maatregelen van de afgelopen jaren sterk is gedaald, ervaren zij ongemak door de opening van nieuwe, specifiek op tabaksverkoop gerichte, zaken en willen zij nieuwe vergelijkbare verkooppunten tegenhouden en/of spreiden. Daarnaast willen de gemeenten de beschikbaarheid terugdringen, vooral nabij onderwijsinstellingen en in wijken met kwetsbare groepen en veel rokers. Ook willen ze een afstandscriterium waarbij nieuwe tabaksverkooppunten niet mogen openen binnen een bepaalde afstand van een onderwijsinstelling, kinderspeelplaats of (jeugd)-sportfaciliteit, en kunnen sturen op dichtheid en spreiding van verkooppunten.
Wat betreft wens om tabaksverkooppunten te kunnen monitoren: met de registratieplicht voor tabaksverkooppunten die in 2026 in werking zal treden, komt een meer actueel overzicht van deze verkooppunten beschikbaar. Ik verken of en hoe gegevens op gemeente- of wijkniveau ontsloten kunnen worden. Betreffende de wens van gemeenten om het openen van nieuwe tabaksverkooppunten te voorkomen dan wel om hierop te kunnen sturen: zoals eerder uiteengezet10, is dit juridisch gezien mogelijk door het instellen van een vergunningplicht en de uitgifte van een beperkt (schaars) aantal vergunningen. Het is mogelijk om in nationale wetgeving de mogelijkheid op te nemen voor gemeenten om een vergunningstelsel te implementeren.
Een vergunningstelsel moet, onafhankelijk van het feit of de vergunningen lokaal of nationaal worden uitgegeven, voldoen aan de Dienstenrichtlijn11, in Nederland geïmplementeerd in de Dienstenwet. Op grond hiervan is het niet mogelijk om bij vergunningverlening een onderscheid te maken tussen bestaande verkooppunten en (potentiële) toekomstige verkooppunten. Schaarse vergunningen mogen niet voor onbepaalde of buitensporig lange tijd verleend worden, en er dient een transparante en onpartijdige verdelingsprocedure te zijn waarbij elke gegadigde gelijke kansen heeft op een vergunning. Reeds gevestigde ondernemers, bijvoorbeeld een speciaalzaak die al tientallen jaren bestaat, mogen geen voorrang krijgen op basis van hun anciënniteit en lopen zo het risico hun activiteiten te moeten staken ten gunste van een nieuwe speciaalzaak. Bij eventuele invoering van een vergunningplicht is een overgangstermijn vereist, omdat niet alle bestaande verkooppunten een vergunning zullen krijgen. Deze bestaande ondernemers zullen moeten stoppen met de verkoop van tabak, hetgeen een beperking (regulering) van hun eigendomsrecht is. Dit is onder voorwaarden is gerechtvaardigd.12 Zo moet er onder meer een eerlijk evenwicht (fair balance) zijn tussen de belangen van de ondernemer en het met de regulering gediende doel van algemeen belang (in dit geval de bescherming van de volksgezondheid). Een overgangstermijn is hierbij een belangrijke factor. Als alternatief voor een overgangstermijn kunnen bestaande ondernemers financieel gecompenseerd worden. Een compensatieregeling dient dan in de wetswijziging te worden opgenomen.
Een afstandscriterium in de buurt van scholen en andere plaatsen waar jongeren vaak komen, kan onderdeel zijn van een vergunningstelsel, maar kan ook als beperkende voorwaarde in de Tabaks- en rookwarenwet worden opgenomen. Een dergelijk afstandscriterium is nu niet voorzien. Ook voor een afstandscriterium is een overgangstermijn c.q. compensatieregeling nodig.
Sinds het verbod op de verkoop van tabaksproducten in supermarkten in 2024, is het aantal verkooppunten met meer dan de helft gedaald.13 Een wetsvoorstel is in voorbereiding waarmee de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten in 2030 beperkt zal worden tot gemakszaken en speciaalzaken en vervolgens in 2032 tot alleen speciaalzaken. Uit schattingen blijkt dat het aantal verkooppunten na deze maatregel daalt tot ca. 1.500 in 2032.14 De beslissing over een vergunningstelsel voor de overgebleven verkooppunten laat ik aan een volgend kabinet.
Inspectieresultaten NVWA Alcoholwet en onderzoeken alcoholverkoop
Inventarisatie van het aantal verkooppunten alcohol in
Nederland
Breuer&Intraval heeft geïnventariseerd hoeveel commerciële en para-commerciële verkooppunten in Nederland alcohol verstrekken om zicht te hebben op het aantal alcoholverkooppunten. Het aantal verkooppunten is namelijk van invloed op problematisch alcoholgebruik. Breuer&Intraval heeft voor deze inventarisatie een data-analyse gedaan op bestaande bronnen en een uitvraag onder gemeenten met oog op het aantal para-commerciële verkooppunten. Nederland telt op dit moment 42.689 fysieke verkooppunten (vooral in de branches voor levensmiddelen, horeca en fastservice) en 9.621 online verkooppunten. Daarnaast zijn er naar schatting 11.955 para-commerciële verkooppunten die alcohol
verkopen. In 2019 berekende het CBS dat er in Nederland 39.200 fysieke verkooppunten en 4.000 online verkooppunten zijn. Hoewel er wat methodologische verschillen zijn tussen beide onderzoeken15, lijkt de stijging van
verkooppunten tussen 2019 en 2025 zich vooral voor te doen in de branches levensmiddelen en online verkoop. Gemeenten kunnen op basis van hun beleid voor alcoholvergunningen, het aantal verkooppunten reguleren. Ik laat het aantal verkooppunten over vier jaar opnieuw in kaart brengen.
Onderzoek naar het kopen en krijgen van alcohol door jongeren
Breuer&Intraval heeft onderzocht hoe jongeren (tussen de 14 en 19 jaar) die drinken, aan alcohol komen. Naast de cijfers over de naleving van de leeftijdsgrens door verstrekkers, is het belangrijk om te weten of en zo ja, waar jongeren in de praktijk alcohol kopen. Deze informatie is relevant voor het toezicht op de leeftijdsgrens. Breuer&Intraval heeft in 2019 ook onderzoek gedaan naar het aankoopgedrag van jongeren. In het voorliggende onderzoek is behalve aankoopgedrag, gekeken in hoeverre jongeren alcohol van anderen krijgen of dat ze dit wel eens aan anderen geven (wederverstrekking). Uit dit onderzoek blijkt dat 74% van de jongeren tussen de 14 en 19 jaar wel eens alcohol drinkt en 47% heeft dat de afgelopen maand gedaan. Voorts blijkt dat nog steeds de meerderheid (88%) van de minderjarige jongeren die (regelmatig) alcohol gebruikt, de alcohol van anderen krijgt. Zij krijgen dit veelal van hun ouders (61%) of van meerderjarige vrienden (52%). In 2019 noemde 31% van de minderjarige jongeren hun ouders als bron. Van de minderjarige jongeren laat 29% wel eens anderen alcohol voor hen kopen. Ze schakelen hiervoor oudere vrienden in, maar ook hun ouders. Opvallend is dat de minderjarige jongeren die zelf wel eens alcohol kopen, dit voornamelijk doen bij uitgaansgelegenheden (71%), restaurants (45%), ketensupermarkten (28%) en sportkantines (27%). In 2019 kochten minderjarige jongeren eveneens hun alcohol veelal in de horeca en bij de supermarkten. Van de meerderjarige jongeren koopt 17% wel eens alcohol voor minderjarige jongeren, waarbij duidelijk is voor de verstrekker dat dit bedoeld is voor wederverstrekking. Deze jongeren doen dit met name bij ketensupermarkten (64%), uitgaansgelegenheden (36%) en sportkantines (15%).
Onderzoek online aankoop van alcohol door jongeren
In opdracht van de NVWA heeft Breuer&Intraval eind 2024 onderzocht of en waar jongeren van 16 tot en met 19 jaar online alcohol kopen. Uit het onderzoek blijkt dat 8% van de jongeren het afgelopen jaar wel eens online alcohol heeft besteld. De 18-/19-jarigen hebben vaker online alcohol besteld dan de 16-/17-jarigen, 12% (n=112) versus 5% (n=39). De jongeren die online alcohol bestellen doen dit voornamelijk bij supermarkten (45%) en slijterijen (36%) en in mindere mate bij flitsbezorgers (16%) en bierkoeriers (12%). De leeftijdscontrole vindt bij het bestellen met name plaats door het aanklikken dat je ouder bent dan 18 jaar en door het invullen van je leeftijd. Een vijfde van de jongeren zegt dat tijdens het bestelproces op geen enkele manier hun leeftijd werd gecontroleerd.
Van de jongeren die de bestelling zelf in ontvangst hebben genomen, geeft twee vijfde aan dat de bezorger zonder naar de leeftijd of ID-bewijs te vragen de bestelling aan hen heeft afgeleverd. Bij eveneens twee vijfde vroeg de bezorger naar een ID-bewijs, bij een vijfde naar de leeftijd en bij een tiende naar zowel leeftijd als ID-bewijs. Het grootste deel van de jongeren (zowel bij de 16-/17-jarigen als de 18-/19-jarigen) zegt hun eigen leeftijd te hebben genoemd en/of hun eigen ID-bewijs te hebben laten zien. Bijna al deze jongeren kregen de hele
bestelling afgeleverd van de bezorger, inclusief alcohol. Bij enkele jongeren haalde de bezorger de alcohol uit de bestelling, vroeg de bezorger of iemand anders de bestelling kon aannemen en/of nam de bezorger de gehele bestelling weer mee terug.
Inspectieresultaten NVWA Alcoholwet
De NVWA houdt toezicht op de regels voor de online verkoop van
alcohol en op de regels voor prijsacties. Tussen juli 2024 en juli 2025
heeft de NVWA in totaal 878 risicogerichte inspecties uitgevoerd. Met
deze brief bied ik uw Kamer de factsheet met de inspectieresultaten aan.
Voor de leeftijdsgrens van 18 jaar voor online alcoholverkoop heeft de NVWA in totaal 593 inspecties uitgevoerd. Bij 280 inspecties (47%) werden overtredingen geconstateerd. Bij 27% van de 281 inspecties op de regels voor het leeftijdsverificatiesysteem is een overtreding geconstateerd. Daarnaast was de geborgde werkwijze16 bij 32% van de 269 controles onvolledig of niet aanwezig. Ook heeft de NVWA 163 keer met testkopers gecontroleerd of de leeftijdsgrens ook werd nageleefd bij de aflevering. Bij 85% van deze inspecties werd er alcohol geleverd aan de 17-jarige testkoper.
De NVWA controleert ook op het verbod op het afleveren van alcohol op een plek zonder adres, zoals een park. Bij 92% van de 51 controles werd er een overtreding geconstateerd en werd alcohol in een park bezorgd.
Daarnaast houdt de NVWA toezicht op de regels voor prijsacties op alcohol (niet meer dan 25% korting) in de retail en de regels voor online slijterijen. Van de 241 inspecties op de regels voor prijsacties trof de NVWA bij 18% te hoge kortingen aan. Van de 44 verkooppunten die zijn gecontroleerd op naleving van de verkoopbeperkingen voor online slijterijen, kregen er twee een officiële waarschuwing voor het verkopen van niet-toegestane producten.
Reactie in het kader van fysieke alcoholverkoop
De onderzoeken laten zien dat jongeren die drinken, gemakkelijk aan alcohol kunnen komen. Dit is een van de redenen dat ik blijf inzetten op het versterken van de sociale norm van NIX18 en de positieve rol van ouders hierbij. Het versterken van de pedagogische rol van ouders heeft ook een plek in de thuisomgeving van de samenhangende preventiestrategie. Het Nederlands Centrum Jeuggezondheidszorg (NCJ) heeft met de Jeugdgezondheidszorgsector dit jaar een communicatieaanpak risicovolle verleidingen ontwikkeld om ouders, opvoeders en professionals van kinderen van 2-12 jaar handvatten te geven om van jongs af aan al te oefenen met het omgaan met risicovolle verleidingen zodat ze tijdens de tienerjaren beter kunnen omgaan met risicovolle gedragingen zoals alcohol. Deze aanpak wordt volgend jaar verder geïmplementeerd.
Tegelijkertijd valt op dat minderjarige jongeren die zelf alcohol kopen bij fysieke verkooppunten, dit vooral doen in de horeca en in ketensupermarkten. In deze sectoren vindt ook de meeste wederverstrekking plaats. Ondanks alle regelgeving (o.a. leeftijdsgrens en verbod op wederverstrekking) en de beschikbare ondersteuning (zoals een gratis e-learning) voor het naleven van de leeftijdsgrens, laat de praktijk zien dat verstrekkers te kort schieten in het naleven van de leeftijdsgrens. In het kader van de samenhangende preventiestrategie vraag ik
verstrekkers om actiever in te zetten op het verbeteren van de naleving. En ik heb gemeenten onlangs met een brief aangespoord om in hun toezicht op de Alcoholwet gebruik te maken van alle beschikbare handvatten om zo de pakkans voor verkopers die alcohol verstrekken aan minderjarigen te verhogen. We hebben de inzet van alle partijen nodig om minderjarige jongeren te beschermen en te voorkomen dat zij aan alcohol kunnen komen.
Reactie in het kader van online alcoholverkoop
Met de brief van 10 juli 2025 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de maatregelen voor de online verkoop van alcohol.17 De inspectieresultaten van de NVWA en het onderzoek van Breuer&Intraval naar het online aankoopgedrag van alcohol door jongeren laten opnieuw zien dat het nodig is om de regels voor de online alcoholverkoop aan te scherpen. De naleving van de leeftijdsgrens bij de online verkoop van alcohol is (ondanks de huidige regels en de inspecties die de NVWA met testkopers uitvoert) nog steeds ondermaats.
Voor het wetgevingstraject waarmee deze maatregelen worden ingevoerd is een tweede fase gecreëerd. Naar aanleiding van de MKB-toets, in combinatie met de reacties op de internetconsultatie van de wijziging van de Alcoholwet, zal in de tweede fase worden verkend of de regels uit de Alcoholwet uitgebreid kunnen worden naar online verkopers die gevestigd zijn in het buitenland en zich richten op de Nederlandse consument. Ook zal in de tweede fase een voorstel voor de uitwerking van eisen aan het leeftijdsverificatiesysteem worden aangeboden. Hierbij wordt rekening gehouden met de Europese ontwikkelingen op het gebied van online leeftijdsverificatie en digitale identiteit. Ik verwacht dat het tweede deel van het wijzigingstraject in 2027 aan uw Kamer wordt aangeboden.
Ik streef ernaar uw Kamer uiterlijk in het tweede kwartaal van 2026 de eerste fase van het wijzigingstraject aan te bieden. Hiermee worden ketenpartijen beboetbaar als zij alcohol afleveren aan minderjarigen, wordt een fysiek kenmerk op de buitenste verpakking (waarmee duidelijk wordt aangegeven dat een pakket een leeftijdsgebonden product bevat) verplicht en wordt de mogelijkheid opgenomen om nadere eisen aan het leeftijdsverificatiesysteem bij de online alcoholverkoop te stellen.
Hoogachtend,
de staatssecretaris Jeugd,
Preventie & Sport,
Judith Zs.C.M. Tielen
Kamerstukken II 2024/25, 36 541, nr. 13.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 36 541, nr. 9.↩︎
Artikel 5.9, eerste lid, van het Tabaks- en rookwarenbesluit.↩︎
Artikel 5.9, tweede lid, van het Tabaks- en rookwarenbesluit.↩︎
https://www.ser.nl/nl/thema/duurzaamheid/faq/groot-middel-klein↩︎
Kamerstukken II 2022/23, 32 011, nr. 97.↩︎
Stb. 2025, 118.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 36 541, nr. 13.↩︎
Amsterdam, Den Haag, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 32 011, nr. 107.↩︎
Richtlijn 2006/123/EG van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt.↩︎
Het gaat hierbij om het eigendomsrecht zoals beschermd door art. 1 EP EVRM en art. 17 EU Handvest.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 32011, nr. 122.↩︎
Bijlage bij Kamerstukken II 2021/22, 32 011, nr. 92.↩︎
De toename ten opzichte van de CBS-cijfers uit 2019 wordt deels veroorzaakt door een andere onderzoeksafbakening. Het CBS onderzocht alleen bedrijven in de Detailhandel en Horeca die op 1 oktober 2019 in het Algemeen Bedrijfsregister stonden, en gebruikte uitsluitend de URL’s die daarbij bekend waren of via Dataprovider.com waren aangeleverd. In het onderzoek van Breuer&Intraval wordt gewerkt met een bredere set voorzieningen en worden websites actief opgezocht via zoekopdrachten, waardoor andere typen locaties en online pagina’s zijn gevonden dan in de CBS-populatie.↩︎
Met de geborgde werkwijze wordt gewaarborgd dat de alcoholhoudende drank op het juiste adres of afhaalpunt wordt afgeleverd en de leeftijd van de ontvanger wordt gecontroleerd.↩︎
Kamerstukken II 2024-2025, 36600 XVI, nr. 200.↩︎