Antwoord op vragen van de leden Lahlah, Kröger, Ceder en Grinwis over de oproep voor effectievere ondersteuning van mensen met hoge energiekosten via het Tijdelijk Noodfonds Energie
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D53226, datum: 2025-12-18, bijgewerkt: 2025-12-18 18:45, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Mede namens: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
- Aanbiedingsbrief
- Beslisnota over Antwoord op vragen van de leden Lahlah, Kröger, Ceder en Grinwis over de oproep voor effectievere ondersteuning van mensen met hoge energiekosten via het Tijdelijk Noodfonds Energie
Onderdeel van zaak 2025Z21912:
- Gericht aan: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Gericht aan: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Indiener: A. Lahlah, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.A. Grinwis, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 728
2025Z21912
Antwoord van staatssecretaris Nobel (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de minister van Klimaat en Groene Groei (ontvangen 18 december 2025)
1. Bent u bekend met de oproep van de G4 voor effectievere ondersteuning van mensen met hoge
energiekosten via het Tijdelijk Noodfonds Energie (TNE)? 1
Antwoord vraag 1:
Ja.
2. Wat is uw reactie op de brief, waarin de vier grote steden waarschuwen dat ondersteuning via
gemeenten deze winter niet tijdig en niet effectief kan worden ingezet voor huishoudens met acute
betalingsproblemen, waardoor inwoners “uiteindelijk de dupe worden”?
Antwoord vraag 2:
We zijn de G4 erkentelijk voor hun betrokkenheid bij dit onderwerp. Wij delen de urgentie om huishoudens die leven in energiearmoede ook aankomende winter te ondersteunen. Daarom is de afgelopen periode nagegaan welke scenario’s mogelijk zijn, en of deze haalbaar zijn. In de Kamerbrief van 7 november jl. worden twee scenario’s inclusief de resultaten en conclusies gedeeld. Deze scenario’s worden hieronder toegelicht.
Er is geconstateerd dat het niet haalbaar is om aankomende winter een publiek-private constructie te realiseren. Een belangrijke randvoorwaarde dat private partijen meer dan één derde van het benodigde bedrag bijdragen, wordt momenteel niet gehaald. Het uitblijven van inleg van derde partijen resulteert in aanzienlijke financiële, juridische en maatschappelijke risico’s waar uw Kamer eerder over is geïnformeerd.
Na bestuurlijk overleg hebben de VNG en SZW gezamenlijk besloten € 30 miljoen via het Gemeentefonds beschikbaar te stellen, om een impuls te geven aan bestaande lokale gemeentelijke dienstverlening. De middelen die via het Gemeentefonds aan gemeenten beschikbaar worden gesteld kunnen door gemeenten worden ingezet om huishoudens te ondersteunen bij het verlagen van hun energierekening. De middelen dienen als impuls voor de bestaande dienstverlening van gemeenten en zijn niet bedoeld ter vervanging van de rol die het Tijdelijk Noodfonds Energie heeft vervuld bij het bieden van directe inkomensondersteuning. Er is door de VNG, Stichting TNE en SZW gewerkt aan een veilige datadeling van gegevens van huishoudens die expliciet toestemming hebben gegeven om hun gegevens te delen met de eigen gemeente om hulp te ontvangen. Hiertoe heeft de Stichting TNE, in opdracht van SZW, een portaal gebouwd. Huishoudens die een aanvraag hebben gedaan bij het Tijdelijk Noodfonds Energie en expliciet toestemming hebben gegeven voor het delen van hun gegevens, kunnen op basis hiervan worden doorverwezen naar het lokale hulpaanbod in de eigen gemeente. Huishoudens worden persoonlijk benaderd voor hulp bij het verlagen van hun energierekening. Dit kan gaan om voorzieningen die zien op de verduurzaming van de woning en om hulp bij het aanvragen van landelijke en lokale voorzieningen, bijvoorbeeld via de Voorzieningenwijzer. Huishoudens kunnen daarnaast hierbuiten ook altijd bij hun gemeente terecht om te bespreken wat de mogelijkheden zijn voor ondersteuning. Indien door de bewoner gewenst kan bredere hulp worden geboden.
Met deze keuze kan vanuit het Rijk een cofinanciering van € 30 miljoen extra worden ingezet voor het publieke energiefonds, deze middelen komen uit het amendement Grinwis. Door het inzetten van in totaal € 90 miljoen aan Rijksmiddelen als cofinanciering, kan met behulp van middelen uit het SCF bijna een viervoudig bedrag voor het energiefonds beschikbaar komen.
3. Hoe beoordeelt u de constatering van de G4 dat gemeenten de uitvoeringscapaciteit voor
inkomenssteun deze winter grotendeels nog moeten opbouwen, terwijl de infrastructuur van het TNE volgens hen volledig klaarstaat om direct ingezet te worden?
Antwoord vraag 3:
Er is door SZW en VNG gezamenlijk gekozen voor de aanpak om inwoners voor de winter van 2025-2026 te ondersteunen via de bestaande gemeentelijke dienstverlening. Daartoe is € 30 miljoen beschikbaar gesteld aan gemeenten via het Gemeentefonds. De middelen dienen als impuls voor de bestaande dienstverlening van gemeenten en zijn niet bedoeld ter vervanging van de rol die het Tijdelijk Noodfonds Energie heeft vervuld bij het bieden van directe inkomensondersteuning. Er is gekozen om aan te sluiten bij bestaande lokale dienstverlening. Gemeenten kunnen, afhankelijk van de lokale situatie, het beste inschatten op welke wijze deze ondersteuning het meest effectief kan worden ingezet om bij te dragen aan het verlagen van de energierekening van inwoners.
Zoals ook is vermeld in het antwoord onder vraag twee wordt er niet voldaan aan de randvoorwaarde van voldoende private financiering. Daarmee is de route van een publiek-privaat construct niet verantwoord.
4. Hoe beziet u de waarschuwingen van de G4 dat gemeenten door beperkte wettelijke mogelijkheden vooral zullen inzetten op verduurzamingsmaatregelen en niet of minder op directe inkomenssteun, terwijl ook die inkomenssteun deze winter voor huishoudens met acute betalingsproblemen dringend nodig is, en het verzoek was in motie Timmermans c.s.2? Hoe waarborgt u dat de beschikbare middelen ook worden benut voor acute financiële ondersteuning van huishoudens met betalingsproblemen, naast de nodige maatregelen op het gebied van verduurzaming die echter pas op langere termijn effect hebben?
Antwoord vraag 4:
De middelen die via het Gemeentefonds aan gemeenten beschikbaar worden gesteld kunnen door gemeenten worden ingezet om huishoudens te ondersteunen binnen het bestaande aanbod van de lokale dienstverlening. Gemeenten kennen beleidsvrijheid wat betreft de invulling van dit bestaande hulpaanbod. Het is niet mogelijk om directe inkomensondersteuning te bieden aan huishoudens vanuit deze middelen. Gemeenten kunnen deze middelen wel aanwenden om huishoudens te bereiken en te wijzen op bestaande voorzieningen zoals toeslagen en/of minimaregelingen. Daarnaast kan bijzondere bijstand worden verleend wanneer de hoge energiekosten het gevolg zijn van bijzondere omstandigheden, zoals een chronische ziekte of beperking.
5. Hoe weegt u de juridische en financiële risico’s die u schetst bij het inzetten van TNE zonder
private inleg, waaronder risico op onrechtmatigheid en staatssteun, ten opzichte van de door TNO en de G4 geschetste gezondheidsproblemen, stress en leerachterstanden die ontstaan wanneer kinderen opgroeien in energiearmoede?
Antwoord vraag 5:
Het is onwenselijk dat kinderen in Nederland opgroeien in energiearmoede en daarbij negatieve gevolgen ondervinden voor hun gezondheid, ontwikkeling en gelijke kansen. Het kabinet zet daarom in op het ondersteunen van huishoudens met hoge energiekosten door deze huishoudens door te werken aan de realisatie van een publiek energiefonds, en met de inzet op het verbeteren van de energetische kwaliteit van de woning, zodat zij structureel grip kunnen krijgen op hun energierekening. Echter, zoals geschetst in de Kamerbrief van 7 november jl. leidt een publiek-private constructie zonder private bijdrage tot forse financiële, juridische en maatschappelijke risico’s.
Met het uitblijven van de benodigde financiering door derde partijen bestaat de mogelijkheid dat de constructie wordt aangemerkt als een buitenwettelijk bestuursorgaan, waardoor uitkeringen onrechtmatig kunnen zijn en sprake kan zijn van een open einde-regeling met grote financiële gevolgen voor het Rijk. Daarnaast is er een reëel risico op staatssteun, wat kan leiden tot onderzoek door de Europese Commissie en mogelijke terugvordering van middelen. In de Kamerbrief van 30 september jl.3 vindt u een nadere toelichting op deze risico’s.
6. Bent u bereid de optie om de ondersteuning deze winter alsnog via het TNE te organiseren opnieuw te bezien, nu de G4 hier expliciet een oproep toe doet? Waarom wel of niet?
Antwoord vraag 6:
Op basis van de geschetste risico’s in het antwoord op vraag 5 en de conclusie in de Kamerbrief van 7 november jl. is de mogelijkheid om inkomensondersteuning te realiseren in de vorm van een publiek-private constructie niet haalbaar is. Met het uitblijven van een private bijdrage van meer dan één derde van het totale bedrag is deze mogelijkheid niet verantwoord.
7. Kunt u bovenstaande vragen een voor een beantwoorden voor het tweeminutendebat over
Energiebesparing en betaalbare energierekening voor
huishoudens?
Antwoord vraag 7:
Ja.