BNC fiche verordening over het meerjarenplan haring in wateren ter westen van Schotland (22112, nr. 664, fiche nr. 2)
Brief regering
Nummer: 2008D01423, datum: 2008-08-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.C.G.M. Timmermans, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2008Z01213:
- Indiener: F.C.G.M. Timmermans, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008-2010)
- 2008-09-02 16:00: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008-2010)
- 2008-10-08 16:30: Visserij (Algemeen overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008-2010)
- 2009-02-05 13:00: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Verordening inzake meerjarenplan haring in wateren ten westen van Schotland 1. Algemene gegevens Verordening van de Raad tot vaststelling van een meerjarenplan voor het haringbestand in het gebied ten westen van Schotland en de visserijen die dat bestand exploiteren Datum binnenkomst Tweede Kamer: 8 juli 2008 22112 664 fiche nr. 2 Datum Commissiedocument: 6 mei 2008 Nr. Commissiedocument: HYPERLINK "http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2008:0240:FIN :NL:PDF" \t "_blank" COM(2008) 240 Pre-lex: HYPERLINK "http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=197033" \t "_blank" http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=197033 Nr. Impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: geen Behandelingstraject Raad: onbekend, mogelijk in de Raad van november 2008 Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Rechtsbasis:Artikel 37 van het EG-verdrag Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: gekwalificeerde meerderheid in de Raad raadpleging van het EP Comitologie: n.v.t. 2. Samenvatting BNC-fiche: Het voorstel voorziet in een meerjarenplan voor haring in de wateren ten westen van Schotland. De uitvoering van dit plan leidt niet tot extra kosten of grotere administratieve belasting. Wel heeft het op de korte termijn grote gevolgen voor de Nederlandse pelagische sector. Onder huidige omstandigheden zou op basis van dit plan de totale toegestane vangsten voor 2009 (waaronder dus ook het Nederlandse gedeelte) met zo’n 50% verminderd worden. De lidstaten die historische vangstrechten hebben in deze wateren zijn het over het algemeen eens met de insteek van het plan, maar wensen een meer stapsgewijze afname in de visserijsterfte als het bestand buiten biologisch veilige grenzen zit. Het visserijbeleid betreft een exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap, het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. De proportionaliteit van het voorstel is positief. 3. Samenvatting voorstel : a. Inhoud voorstel: Het doel van het voorstel is de vaststelling van een meerjarenplan voor het haringbestand in het gebied ten westen van Schotland en de visserijen die dat bestand exploiteren, teneinde een hoge opbrengst te garanderen in duurzame omstandigheden op economisch, ecologisch en sociaal gebied. Dit plan past in het beleid van de EU om meer te werken met meerjarenplannen en te streven naar een opbrengst volgens het principe van de maximale duurzame opbrengst (MSY-principe = maximum sustainable yield principe). Het voorstel bevat regels voor het vaststellen van een totale vangsthoeveelheid (TAC). Afhankelijk van de toestand van het paaibestand , wordt de visserijsterfte gereduceerd tot het uiteindelijke doel van maximale duurzame opbrengst. De visserij wordt gesloten als de omvang van het paaibestand beneden het biologisch minimum komt. Ten behoeve van de stabiliteit van de visserij sector bedragen jaarlijkse variaties in de TAC maximaal 15% indien het bestand boven veilig biologisch minimum zit. Het plan voldoet volgens de internationale biologen aan de principes van de voorzorg en is daarmee duurzaam. Er zijn speciale visvergunningen nodig om hier te mogen vissen. Het plan wordt iedere vier jaar herzien. Controle-maatregelen moeten erop toezien dat de vroegere overtredingen van de regels tot het verleden behoort. b) Impact-assessment Commissie:geen 4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel a) Bevoegdheid: Het Gemeenschappelijke Visserijbeleid is een exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap b) Functionele toets: • Subsidiariteit: n.v.t. • Proportionaliteit:positief • Onderbouwing: Het past in de ambitie van de basisverordening voor het gemeenschappelijk visserijbeleid 2002 om bestanden te beheren met meerjaren-, beheer- c.q. herstelplannen. Een gemeenschappelijk plan is nodig omdat het meerdere lidstaten betreft die hier historische vangstrechten hebben. Maatregelen die lidstaten afzonderlijk zouden kunnen nemen, zullen niet voldoende zijn om het haringbestand op peil te houden. Tot nu toe is het beheer van dit bestand gebaseerd op een combinatie van TAC’s en technische maatregelen. Uit wetenschappelijk advies komt naar voren dat beheer op basis van meerjarenplannen beter zou zijn. Daarom is een optreden op communautair niveau beter. c) Nederlands oordeel: Nederland is het eens met de onderbouwing om een meerjarenplan op te stellen voor het haringbestand. Dat er geen impact assessment is opgesteld is betreurenswaardig. Nederland is kritisch ten opzichte van de voorgestelde reducties in vangstmogelijkheden. 5. Implicaties financieel a) Consequenties EG-begroting: geen. b) Financiële, consequenties (incl. personele) voor Rijksoverheid en / of decentrale overheden: geen. c) Financiële, consequenties (incl. personele) bedrijfsleven en burger: Aanzienlijk. Onder huidige omstandigheden zou op basis van dit plan de totale toegestane vangsten voor 2009 met zo’n 50% verminderd worden. Dit betekent een verlies voor de Nederlandse sector van enkele miljoenen euro’s. Hier staat tegenover dat een dergelijke ingreep een snel herstel zou moeten bewerkstelligen en dat de vangsten dan weer toe zullen nemen. d) Administratieve lasten voor Rijksoverheid, decentrale overheden en/ of bedrijfsleven en burger: Verwaarloosbaar. Ondernemers die de betreffende visserij uitvoeren moeten een speciaal visdocument aanvragen. De gevolgen van de daarmee samenhangende informatieverplichting is klein, omdat het aantal af te geven documenten klein is. Tevens introduceert de verordening in bepaalde gevallen een dagelijkse plicht tot het doorgeven van vangstaangiftes. Dit moet uitgewerkt worden in nationale regelgeving. Met de moderne communicatiemiddelen zal het dagelijks doorgeven van de vangsten de visserij niet in de weg staan. 6. Implicaties juridisch a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid:De verordening introduceert de verplichting dat lidstaten voor vaartuigen die gebruikt worden voor de betreffende visserij een speciaal visdocument moeten afgeven. Dit moet uitgewerkt worden in nationale regelgeving. b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: Drie dagen na publicatie: dit levert geen problemen op, het betreft een gebruikelijke termijn in dergelijke verordeningen. c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: n.v.t. 7. Implicaties voor uitvoering en handhaving Informatie over het inschakelen van nationale agentschappen, zelfstandige bestuursorganen e.d. a) Uitvoerbaarheid: De verordening schrijft voor dat de lidstaten administratieve kruiscontroles moeten uitvoeren. Deze controles zijn in lijn met de controle-inspanningen die Nederland al doet. b) Handhaafbaarheid: geen. 8. Implicaties voor ontwikkelingslanden Geen, ontwikkelingslanden hebben in dit gebied geen vangstrechten. 9. Nederlandse positie a) Nederlandse belangen en eerste algemene standpunt: Nederland heeft met 11% een beperkt aandeel in de TAC. Echter een groot deel van de bedrijven in andere landen is in Nederlandse handen. Het belang van dit bestand voor de Nederlandse pelagische sector is derhalve groot. Het bestand is relatief klein en kampt, net als in de Noordzee, met een slechte aanwas van jonge haring door klimatologische veranderingen. De toestand van het haringbestand en de visserij in de Westschotse wateren is zorgelijk. De visserijdruk is te hoog ten opzichte van de aanwas van haring. Nederland is akkoord met het voornemen om dit bestand te beheren met een meerjarenplan. In principe is Nederland het eens met het voorgestelde lange termijn doel voor de visserijsterfte en de voorgestelde fluctuaties in de TAC, als het bestand boven voorzorgsniveau zit. Echter, om de visserij geheel te sluiten wanneer het bestand zich onder veilig biologisch minimum bevindt, is - gezien de belangen van de Nederlandse visserijsector – te straf. In de raad zal daarom gepleit worden voor een meer graduele aanpak om stabiliteit in de vangstmogelijkheden te bevorderen. Dit is overeenkomstig het unanieme advies van de Pelagische Regionale Advies Raad (RAC). Opmerkelijk is dat de Commissie, net als vorig jaar, het advies van de Pelagische RAC naast zich neerlegt zonder enige toelichting. Dit strookt niet met de belofte van Eurocommissaris Borg om serieuzer met de adviezen van de RACs om te gaan. Dit plan is getest door de internationale biologen van ICES (International Council for the Exploration of the Sea) en het wetenschappelijk advies orgaan van de Commissie STECF (Scientific, Technical, Economic Committee for Fisheries). Het voldoet aan het voorzorgsprincipe en zou op den duur moeten leiden tot hoge en stabiele vangsten. Volgens biologen is ingrijpen nu nodig, om drastischer ingrijpen later te voorkomen.