[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte

Brief regering

Nummer: 2008D01476, datum: 2008-08-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z01262:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

  DOCPROPERTY  iStraat  \* MERGEFORMAT  Binnenhof    DOCPROPERTY  iNr 
\* MERGEFORMAT  1    DOCPROPERTY  iToev  \* MERGEFORMAT  A 

  DOCPROPERTY  iPostcode  \* MERGEFORMAT  2513 AA     DOCPROPERTY 
iPlaats  \* MERGEFORMAT  S GRAVENHAGE 

  DOCPROPERTY  iKixCode  \* MERGEFORMAT  2513AA22XA 



Postbus 90801

2509 LV Den Haag

Anna van Hannoverstraat 4

Telefoon (070) 333 44 44

Fax (070) 333 40 33

www.szw.nl





  DOCPROPERTY  kCP  \* MERGEFORMAT  Contactpersoon 	  DOCPROPERTY  iCP 
\* MERGEFORMAT  G.J. van Genderen 

  DOCPROPERTY  kDoorkies  \* MERGEFORMAT  Doorkiesnummer 	  DOCPROPERTY 
iDoorkies  \* MERGEFORMAT  (070) 333 55 46 



  DOCPROPERTY  kUwBrief  \* MERGEFORMAT  Uw brief 	SZW0800245

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Ons kenmerk 	SV/WV/08/20800

  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum 	16 juli 2008  DOCPROPERTY 
iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

 



In uw brief van 9 april jl. vraagt u mij om een reactie op het
schrijven van de heer De Geest van 19 maart jl. Daarin geeft hij aan dat
hij gedurende een periode van 104 weken recht op loondoorbetaling bij
ziekte heeft gehad. In die periode is hij minder uren gaan werken. Een
aantal maanden daarna heeft hij het werk volledig neergelegd. Zijn vraag
is of op dat moment een nieuw recht op loondoorbetaling ontstaat.

Op basis van de huidige wetgeving heeft een werknemer gedurende een
periode van 104 weken recht op loondoorbetaling als hij ongeschikt is
tot het verrichten van de bedongen arbeid. Op basis van jurisprudentie
ontstaat er na afloop van deze periode geen nieuw recht op
loondoorbetaling als de geschiktheid voor de bedongen arbeid voortduurt.
Dit betekent dat de werkgever, zolang de bedongen arbeid niet is
gewijzigd, dan niet meer verplicht is het loon door te betalen als de
werknemer opnieuw wegens ziekte uitvalt.

Voor de beschreven situatie hebben werkgevers en werknemers de
mogelijkheid om in de individuele of collectieve arbeidsovereenkomst te
regelen dat de bedongen arbeid wijzigt na de loondoorbetalingsperiode
van 104 weken. Als de werknemer bijvoorbeeld minder uren gaat werken of
andere taken gaat verrichten en dit vastlegt in een gewijzigde
arbeidsovereenkomst, dan duurt de arbeidsongeschiktheid in de zin van
het BW niet meer voort. Mocht de werknemer vervolgens ziek worden, dan
ontstaat een nieuwe loondoorbetalingsplicht voor de werkgever.

In het stelsel van ziekte en arbeidsongeschiktheid ligt de primaire
verantwoordelijkheid voor de re-integratie van een zieke werknemer bij
de werkgever en de werknemer. Dit heb ik ook aangegeven in mijn brief
van 18 april jl. naar aanleiding van het rapport van de Stichting van de
Arbeid over de re-integratie van werknemers die minder dan 35%
arbeidsongeschikt zijn. Werkgevers- en werknemersorganisaties kunnen
bijvoorbeeld door middel van voorlichting eraan bijdragen dat
individuele werkgevers en werknemers op de hoogte zijn van het belang om
na 104 weken ziekte expliciete (schriftelijke) afspraken te maken over
een wijziging van de bedongen arbeid. Vanuit dien hoofde past
terughoudendheid bij het ingrijpen in de contractsvoorwaarden, die
echter gewogen moet worden tegenover de gewenste bescherming van
werknemers.

Ik zal over de geschetste situatie waarin de bedongen arbeid niet
wijzigt en wel uitval door ziekte optreedt, contact opnemen met de
Stichting van de Arbeid. Tevens zal ik bezien of een wettelijke regeling
geëigend is om in die gevallen dat sociale partners geen afspraken
maken, een bepaling te effectueren die voorkomt dat individuele
werknemers tussen wal en schip vallen.

Hierover zal ik u voor het einde van dit jaar nader informeren.

De Minister van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid,

(J.P.H. Donner  IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY
 kBijlagen \* MERGEFORMAT  Bijlagen(n):      IF   DOCPROPERTY iBijlagen
\* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT     IF   DOCPROPERTY iCC \*
MERGEFORMAT    = "" ""   IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT 
iBijlagen  = "" "

" "

"  

 "

"     IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY  kCC 
\* MERGEFORMAT  c.c.:      IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = ""
"" "

"     DOCPROPERTY iCC  \* MERGEFORMAT   )

 Artikel 7:629, lid 1, BW

 Hof Den Bosch, 3 augustus 2004, JAR 2004/274; en Centrale Raad van
Beroep, 9 maart 2005, LJN AT2600.

 Kamerstukken II 2007/08, 28719, nr. 54.

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Ons kenmerk 	SV/WV/08/20800



 PAGE   2 

  DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT   

 PAGE   2