BNC fiche Verordening inzake steunregelingen voor landbouwers (22112, nr. 665, fiche 5)
Brief regering
Nummer: 2008D01491, datum: 2008-08-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.C.G.M. Timmermans, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2008Z01271:
- Indiener: F.C.G.M. Timmermans, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008-2010)
- 2008-09-02 16:00: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008-2010)
- 2008-09-25 10:00: Landbouw- en Visserijraad (Algemeen overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008-2010)
- 2009-02-05 13:00: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Verordening inzake steunregelingen voor landbouwers 1. Algemene gegevens Voorstel van de Europese Commissie voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers. Datum binnenkomst Tweede Kamer: 15 juli 2008 22112 xxx fiche nr. 5 Datum Commissiedocument: 19 mei 2008 Nr. Commissiedocument: HYPERLINK "http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2008:0247:FIN :NL:PDF" \t "_blank" COM(2008) 247 definitief Pre-lex :http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=fr&DosId=197025 Nr. Impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board :niet opgesteld Behandelingstraject Raad: Comité Spécial de l'Agriculture (CSA), Landbouwraad (niet bekend wanneer) Eerstverantwoordelijk ministerie:Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Rechtsbasis:artikel 37, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Gekwalificeerde meerderheid, raadplegingsprocedure Comitologie: n.v.t. 2. Samenvatting BNC-fiche: Het onderhavige voorstel corrigeert enkele subsidiebeperkende voorwaarden die zouden voortvloeien uit het arrest C-45/05 van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Door de voorgestelde wijziging in dit voorstel worden de voorwaarden verduidelijkt waaronder landbouwers premie ontvangen als zij runderen aanbieden voor de slacht. Een slachtpremie wordt ook verstrekt voor runderen als enkele omschreven identificatie- en registratiegegevens uiterlijk aan het begin van de aanhoudperiode voor het dier zijn verstrekt. Nederland is voorstander van een wijzigingsvoorstel waarin de negatieve gevolgen van de uitspraak van het Hof kunnen worden tegengegaan, maar wil verduidelijking van de term “aanhoudperiode”. Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Gemeenschap, het subsidiariteitsbeginsel is niet van toepassing. De proportionaliteit wordt positief beoordeeld. 3. Samenvatting voorstel : a) Inhoud voorstel: Landbouwers kunnen een premie ontvangen als zij runderen aanbieden voor de slacht. De premie wordt verstrekt op grond van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (hoofdstuk 12 van Verordening (EG) nr. 1782/2003). De voorgestelde ontwerpverordening verduidelijkt de voorwaarden waaronder de slachtpremie wordt verstrekt. Op de eerste plaats moet de aanvrager van de slachtpremie hebben voldaan aan de identificatie- en registratievoorwaarden van Verordening 1760/2000. Dat betekent in Nederland dat de landbouwer de Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit informeert binnen drie werkdagen na een geboorte, verplaatsing of sterfte van een dier. In haar arrest C-45/05 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen geoordeeld dat de niet-inachtneming van deze termijn leidt tot uitsluiting van dit dier voor slachtpremie. Hierdoor zou een aanzienlijk deel van de Europese rundvleesstapel niet meer voor slachtpremie in aanmerking komen, ook al wordt de ontbrekende informatie in een later stadium verstrekt. Om dit ongewenste gevolg van de uitspraak van het Hof tegen te gaan, wil de Commissie de bestaande verordening zodanig wijzigen dat een dier ook voor de slachtpremie in aanmerking komt als de benodigde gegevens uiterlijk aan het begin van de aanhoudperiode van het dier zijn verstrekt. Daarnaast mag alleen een slachtpremie worden aangevraagd als een rund ten minste twee maanden is gehouden op het bedrijf van de aanvrager (de zogenaamde aanhoudperiode). b) Impact-assessment Commissie: Niet van toepassing 4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel a) Bevoegdheid: Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is een exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap. b) Functionele toets • Subsidiariteit: n.v.t. • Proportionaliteit: positief. • Onderbouwing: Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Gemeenschap, het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. Het voorstel corrigeert enkele subsidiebeperkende voorwaarden die zouden voortvloeien uit het arrest C-45/05 van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. c) Nederlands oordeel: Nederland is het eens met het wijzigingsvoorstel van de Commissie waarin de gevolgen van de uitspraak van het Hof worden gecorrigeerd, maar zal verduidelijking vragen over de termijn inzake de aanhoudperiode. Op dit moment is nog niet duidelijk wat er met de omschrijving ‘aan het begin van de aanhoudperiode wordt bedoeld’. Nederland zal vragen of de aanhoudperiode ook mag beginnen terwijl de Dienst Regelingen nog moet worden geïnformeerd op grond van de identificatie- en registratievoorwaarden van Verordening 1760.2000. 5. Implicaties financieel a)Consequenties EG-begroting: Geen b)Financiële, consequenties (incl. personele) voor Rijksoverheid en / of decentrale overheden: Geen c)Financiële, consequenties (incl. personele) bedrijfsleven en burger: Geen d)Administratieve lasten voor Rijksoverheid, decentrale overheden en/ of bedrijfsleven en burger: Geen 6. Implicaties juridisch a)Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid: In beginsel beoogt de wijziging herstel van de juridische situatie voorafgaand aan de hofuitspraak. Nederland zal nog verduidelijking vragen over de ingang van de identificatie- en registratietermijn van drie tot zeven dagen. b)Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: De verordening treedt in werking op de dag van publicatie. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2008. c)Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: N.v.t. 7. Implicaties voor uitvoering en handhaving Informatie over het inschakelen van nationale agentschappen, zelfstandige bestuursorganen e.d. a)Uitvoerbaarheid: Afhankelijk van de vraag of de identificatie- en registratietermijn verandert, moeten de voorwaarden voor toekenning van slachtpremie voor runderen wijzigen. Zoals vermeld zal Nederland inzetten om de uitvoeringssituatie voorafgaand aan de hofuitspraak te herstellen. b) Handhaafbaarheid: De wijziging is goed handhaafbaar. 8. Implicaties voor ontwikkelingslanden Geen 9. Nederlandse positie a) Nederlandse belangen en eerste algemene standpunt: Nederland is het eens met dit voorstel tot wijziging van de bestaande verordening, teneinde de ongewenste gevolgen van de uitspraak van het Hof tegen te gaan. De Commissie heeft aangegeven richting lidstaten dat zij voor 2007 (jaar van de uitspraak van het Hof) de status quo mogen handhaven. Nederland zal nagaan of de wijziging van het voorstel ook daadwerkelijk toeziet op handhaving van de huidige toestand. Nederland zal in dat kader vragen om verduidelijking van het voorstel aangezien op dit moment nog niet duidelijk is wat er met de omschrijving ‘aan het begin van de aanhoudperiode wordt bedoeld’. Nederland zal vragen of de aanhoudperiode ook mag beginnen terwijl de Dienst Regelingen nog moet worden geïnformeerd op grond van de identificatie- en registratievoorwaarden van Verordening 1760.2000.