[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over de informatie inzake de informele transportraad 1-2 september 2008

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Lijst van vragen

Nummer: 2008D01822, datum: 2008-08-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z01412:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Informele transportraad 1-2 september 2008

Verslag van een schriftelijk overleg

Binnen de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat hebben de fracties
van het CDA, de PvdA, de SP, de VVD, GroenLinks en de ChristenUnie de
behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister
van Verkeer en Waterstaat over de brief van de minister van Verkeer en
Waterstaat d.d. 22 augustus 2008, houdende de geannoteerde agenda voor
de informele transportraad.

De voorzitter van de commissie 

Roland Kortenhorst

De adjunct-griffier van de commissie 

Marius de Beij

Algemeen

De leden van de fracties van CDA, PvdA, SP, VVD, GroenLinks en
ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de informele Transportraad en meer specifiek het Pakket
Groener Vervoer van de Europese Commissie. 

De leden van de fractie van de ChristenUnie geven aan dat zij het
BNC-fiche inzake het Pakket Groener Vervoer niet hebben kunnen betrekken
bij dit schriftelijk overleg, omdat dit niet tijdig aan de Kamer is
gezonden. De leden van de fractie van de ChristenUnie betreuren dit,
aangezien het pakket voorstellen van de Europese Commissie al sinds
begin juli bekend is. Deze leden roepen de minister op in het vervolg de
fiches sneller aan de Kamer te zenden.

Over het geheel genomen hebben de leden van de fractie van het CDA grote
moeite met de huidige voorstellen van de EC met betrekking tot het
Pakket Groen Vervoer en vragen de minister in het Nederlandse standpunt
expliciet de volgende voorwaarden te stellen:

eerst invoeringsperspectief voor alle modaliteiten,

congestiekosten niet meenemen,

hardere afspraken over beperken systeemkosten en de inzet van het
opgehaalde geld.

Daarenboven willen de leden van de fractie van het CDA de minister
vragen om de knelpunten rond de rij- en rusttijden (o.m. de digitale
tachograaf, het tekort aan parkeerplaatsen en het beperken van de boetes
in het buitenland) en de vele additionele rijverboden in de diverse
landen (met name Duitsland) in de informele Transportraad op enigerlei
wijze aan de orde te stellen.

De leden van de fractie van de VVD steunen de invoering van dit pakket
vooralsnog niet, omdat de huidige verwachting is dat de kosten voor de
transportbranche (verder) zullen stijgen zonder dat daar aanwijsbare
opbrengsten tegenover staan. Daarnaast zijn de leden van de fractie van
de VVD van mening dat de focus onterecht uitsluitend op het wegvervoer
ligt en er dus sprake is van oneerlijke behandeling. De leden van de
fractie van de VVD willen dat de minister vooralsnog niet instemt met
dit voorgestelde pakket. Dit neemt niet weg dat de leden van de fractie
van de VVD in principe wel voorstander zijn van het harmoniseren van de
verschillende systemen in Europa.

Hierop aansluitend willen de leden van de fractie van de VVD de minister
graag het volgende verzoeken:

Het Franse voorzitterschap heeft dit pakket als belangrijkste prioriteit
op het gebied van groen en duurzaam transport benoemd. De leden van de
fractie van de VVD verzoeken de minister om prioriteit te geven aan de
afschaffing van de huidige bepalingen met betrekking tot cabotage. Deze
beperkingen zorgen ervoor dat lege vrachtwagens lange tochten maken. Dit
is schadelijk voor het milieu en nadelig voor de transportbedrijven.
Afschaffing van deze beperkingen zou bijdragen aan vergroening van de
transportbranche. 

De leden van de fractie van de VVD zijn van mening dat bronbeleid de
meest effectieve maatregel is om de transportsector te vergroenen. De
leden van de fractie van de VVD verzoeken de minister om aandacht te
besteden aan de mogelijkheden om de Euronormen aan te scherpen.  

Duurzaam stedelijk vervoer

De leden van de fractie van het CDA zijn het met het kabinetsstandpunt
eens dat hier het subsidiariteitsbeginsel een belangrijk uitgangspunt
is. Stedelijke distributie is vooral binnenlands vervoer, dus
terughoudendheid van de zijde van de EU is op zijn plaats. Het
uitwisselen van best-practices en het voeren van Europees bronbeleid
passen daar wel bij. Daarbij moeten de ontwikkelingen die in Nederland
gaande zijn niet worden gefrustreerd, maar juist gestimuleerd. De leden
van de fractie van het CDA denken dan aan bijvoorbeeld ontwikkeling en
inzet van stiller en schoner materieel, en het terugdringen van
venstertijden en maximaal gebruik maken van nachtdistributie.

Als het gaat om milieumaatregelen zoals milieuzoneringen in stedelijke
gebieden, dan vinden de leden van de fractie van het CDA dat het nemen
van dergelijke maatregelen niet door de EU moet worden opgelegd, maar de
vrijheid van de lidstaten zelf is en blijft. Maar als er
milieumaatregelen door een lidstaat, stad of regio worden genomen, dan
zouden er binnen de EU kaders moeten zijn afgesproken over vorm en
toepassing, zodat er geen onwerkbare wirwar van ge- en verboden met
uiteenlopende stickers, borden, e.d. ontstaat. Dus harmonisatie op dat
punt vinden de leden van de fractie van het CDA nuttig en nodig.

Met de inzet van Nederland bij het stedelijke duurzaam vervoersdeel zijn
de leden van de fractie van de PvdA het eens. De leden zien met
belangstelling het actieplan als vervolg op het groenboek tegemoet. De
leden van de fractie van de PvdA onderschrijven de lijn van Nederland om
te komen tot een integrale benadering van mobiliteitsvraagstukken in
stedelijke gebieden. Evenals de minister zijn de leden van de fractie
van de PvdA daarbij de mening toegedaan dat er echter geen nieuwe
Europese regelgeving nodig is waar dat ook nationaal kan worden
opgelost.

Internalisering van de externe kosten

De leden van de fractie van het CDA zetten een aantal stevige
kanttekeningen bij het pakket duurzaam vervoer zoals in juli jl. door de
Europese Commissie voorgesteld.

De leden van de fractie van het CDA vinden de strategie voor de
internalisering van externe kosten onvolledig en beperkt. De voorstellen
zijn te veel gericht op een snelle invoering in het wegtransport. Dit is
nota bene de modaliteit die de afgelopen decennia het meest
geĆÆnvesteerd en gepresteerd heeft in verduurzaming van transport. De
EC-voorstellen ademen weinig ā€œbeloningā€ daarvoor uit. 

Al eerder hebben de leden van de fractie van het CDA benadrukt dat dit
geen modal-shift instrument moet zijn of worden. Alle modaliteiten zijn
hard nodig voor het Europese handelsverkeer en moeten duurzamer worden.
Bovendien kan een verkapte modal-shift de interne marktverhoudingen
verstoren omdat er tussen lidstaten vanwege geografische verschillen nu
eenmaal ook grote verschillen bestaan in de aanwezige infrastructuur en
de mogelijkheden tot het gebruik en aanlegen van weg-, water- of
spoorwegen. 

De leden van de fractie van de VVD hebben de volgende vraag over de
praktijk van het Pakket Groener Vervoer:

Wat betekent de ontwikkeling van deze gemeenschappelijke methode voor
alle bestaande en nieuwe heffingssystemen? Mogen lidstaten zelf kiezen
welke methode zij gebruiken? Of is er met dit pakket sprake van een
voorkeurssysteem?

De leden van de fractie van GroenLinks zijn geen tegenstander van de
redenering van de EC dat de externe kosten die veroorzaakt worden door
klimaatverandering verdisconteerd worden in de brandstofprijs. De
klimaatcrisis is echter wel dermate urgent dat Nederland zich niet kan
permitteren te wachten tot de EU een systeem hiertoe ingevoerd heeft.
Lidstaten zelf moeten de vrijheid houden voorop te lopen en ook de
kosten van klimaatverandering (en verkeersongelukken) te verdisconteren
in een systeem van kilometerbeprijzing volgens het principe 'de
vervuiler betaalt'.  

De leden van de fractie van GroenLinks vragen de minister om bij de
Transportraad te bepleiten dat het aan de bevoegdheid van de lidstaten
moet worden overgelaten om te bepalen of externe kosten voor
klimaatverandering en verkeersongelukken doorberekend worden aan de
weggebruiker.

Eurovignetrichtlijn

Bij de wijziging van de Eurovignetrichtlijn is het element van
congestiekosten zeer discutabel, aldus de leden van de fractie van het
CDA. Het wegtransport is niet de veroorzaker van de congestie, en kan in
veel gevallen de congestie ook niet vermijden. De leden van de fractie
van het CDA denken daarbij aan de discussie over venstertijden en
nachtdistributie. Maar ook de rij- en rusttijdenregelingen, het tekort
aan geschikte parkeerplaatsen onderweg, en niet te vergeten, het
toenemende aantal rijverboden in lidstaten vanwege feestdagen,
vakantieperiodes of anderszins, beperken de keuze om op een bepaald
tijdstip wel of niet te rijden. De leden van de fractie van het CDA zien
daarin argumenten om het element congestie dus te laten vervallen. 

Als het gaat om de baten en de lasten van de EC-voorstellen dan vinden
de leden van de fractie van het CDA enerzijds dat er duidelijke grenzen
aan de kosten van het systeem moeten worden gesteld, zodat innings- en
perceptiekosten binnen de perken en in verhouding tot de opbrengsten
blijven. En anderzijds vinden de leden van de fractie van het CDA dat de
inkomsten daadwerkelijk moeten worden besteed ter vermindering van de
effecten waarvoor de gelden zijn opgehaald. Een inspanningsverplichting
van lidstaten is daarvoor te vrijblijvend en wellicht is een
resultaatsverplichting meer op zijn plaats.

De leden van de fractie van de PvdA vinden het een goede zaak dat er
wordt gewerkt aan een methodologie om de externe kosten vast te stellen
en te berekenen. De leden van de fractie van de PvdA willen daarbij wel
opmerken dat, met de voorstelwijziging van de Eurovignet richtlijn in
het achterhoofd, het uitsluiten van klimaatkosten (CO2-uitstoot) niet
gewenst is. De leden van de fractie van de PvdA willen graag streven
naar gelijke behandeling van de diverse modaliteiten en hangen dus niet
het ā€˜Modal Shiftā€™ ā€“model aan, in tegenstelling tot wat de Europese
Commissie voorstelt. Hoewel de leden van de fractie van de PvdA het
uitgangspunt onderschrijven dat de opbrengst van de externe kosten ten
goede moet komen van het milieu, moeten er gewaakt worden voor een te
rigide beschrijving van de manier waarop.

De leden van de fractie van de SP zijn verrast door het voorstel voor de
wijziging van de Eurovignetrichtlijn om de CO2 -uitstoot van zware
vrachtwagens niet te gaan belasten. De leden van de fractie van de SP
verzoeken de minister dan ook om meer duidelijkheid te geven over dit
voorstel en de gevolgen van het niet belasten nauwkeurig uit te zoeken
en de Kamer hierover te informeren. Daarnaast verzoeken de leden van de
fractie van de SP de minister om duidelijkheid te verschaffen over de
alternatieve mogelijkheden van het belasten van CO2 -uitstoot en de
reƫle termijn waarop deze alternatieven in te voeren zijn.

De leden van de fractie van de ChristenUnie ondersteunen het principe
van het internaliseren van de externe kosten van geluidsoverlast,
luchtvervuiling en congestie en het hiertoe aanpassen van de Eurovignet
richtlijn. Het is een belangrijke stap richting een duurzaam
transportsysteem in Europa.

De leden van de factie van de ChristenUnie vragen zich af of bestaande
tijdgebaseerde vignetten duurzaam zijn omdat ze het weggebruik gedurende
een bepaalde periode juist kunnen stimuleren en buitenlandse autoā€™s
gediscrimineerd kunnen worden. De leden van de fractie van de
ChristenUnie pleiten er daarom voor om te komen tot een stappenplan om
deze vignetten te vervangen door afstandgebaseerde vignetten. 

De Europese Commissie houdt de CO2-uitstoot buiten het toepassingsbereik
omdat er betere instrumenten voorhanden zouden zijn. Dit zou kunnen via
een Europese brandstoftax of een emissiehandelsysteem voor het verkeer.
Dit laat echter nog jaren op zich wachten terwijl de kilometerprijs
eerder wordt ingevoerd. De leden van de fractie van de ChristenUnie
zouden daarom graag zien dat het aan de bevoegdheid van de lidstaten
wordt gelaten om te bepalen of externe kosten voor klimaat worden
doorberekend aan de weggebruiker. Dit kan niet wachten tot het geplande
evaluatiemoment eind 2013. Een limiet op de heffing is volgens de leden
van de fractie van de ChristenUnie niet nodig. De richtlijn biedt
voldoende garantie voor niet meer dan proportionele heffingen. Lidstaten
dienen dan ook de vrijheid te hebben een proportionele heffing op te
leggen.

De heffing op externe kosten mag door lidstaten ingevoerd worden, maar
is niet verplicht. Dit kan volgens de leden van de fractie van de
ChristenUnie van invloed zijn op de concurrentiepositie van de
verschillende lidstaten waardoor lidstaten zouden kunnen afwachten wat
hun buurlanden doen. Het zou daarom volgens de leden van de fractie van
de ChristenUnie goed zijn als de Europese Commissie komt tot een
strategie om te komen tot implementatie van een verplichte minimale, op
afstand gebaseerde, heffing. 

Andere modaliteiten

De leden van de fractie van het CDA vinden dat bij de strategie ook
duidelijke afspraken horen over de invoeringstermijnen voor andere
modaliteiten en dat alle doorbelastingsmodellen uitgewerkt moeten zijn
en op hun effecten getoetst. Deze duidelijkheid moet er uiterlijk 1 juli
2009 zijn. Zo niet dan zou de internalisering van de externe kosten voor
het wegvervoer moeten worden opgeschort.

Een adequate aanpak van de verontreiniging en geluidsoverlast door
transport is voor de leden van de fractie van de SP een vereiste. De
leden van de fractie van de SP vragen zich echter af waarom er noch in
het Pakket Groener Vervoer noch in de brief van de minister over de
informele Transportraad van 1 en 2 september gesproken wordt over de
functie van de binnenvaart. De leden van de fractie van de SP zijn van
mening dat de binnenvaart gestimuleerd dient te worden om een aantal
redenen. Ten eerste is de binnenvaart per ton vervoerde goederen
beduidend minder verontreinigend dan transport over de weg waardoor de
stimulering van binnenvaart zeker zou passen binnen de doelstellingen
van het Pakket Groener Vervoer. Daarnaast zorgt een verschuiving van
transportvolume van de weg naar de binnenwateren volgens de leden van de
fractie van de SP voor een vermindering van de drukte op de weg, met
alle positieve gevolgen voor zowel het milieu als de economie van dien.
De leden van de fractie van de SP verzoeken de minister dan ook om zich
hard te maken voor de stimulering van binnenvaart.

De leden van de fractie van de VVD geven aan dat dit pakket zich alleen
richt op wegtransport van goederen en invoering betekent een flinke
verzwaring van de lasten voor de transportsector. Waarom worden spoor-,
water- en luchtvervoer, nu en in de toekomst, hier buiten beschouwing
gelaten? 

De leden van de fractie van de ChristenUnie menen dat ook andere
transportvormen bij het pakket betrokken moeten worden. Voor het spoor
geldt reeds een infrastructuurheffing. De keuze om nu te starten met het
goederenvervoer over de weg is logisch gezien het feit dat het overgrote
deel van de negatieve aspecten kan worden toegeschreven aan het
wegvervoer en daarbinnen aan het goederenvervoer over de weg. Wel vragen
de leden van de fractie van de ChristenUnie zich af wat precies de
positie is van het personenvervoer over de weg binnen het pakket en
welke voorstellen op dit vlak nog te verwachten zijn. Het is wenselijk
dat hiervoor ook geharmoniseerde regelgeving komt.

Gevolgen voor Nederlandse situatie

De leden van de fractie van de VVD hebben de volgende vragen over de
Nederlandse situatie:

Overweegt de minister dit systeem ook in Nederland toe te gaan passen?

De VVD krijgt graag meer inzicht in het rekenmodel. Wat zullen de
verwachte lasten worden voor de Nederlandse transportsector? Hoe worden
de opbrengsten, die door deze sector worden gegenereerd, in dit model
meegewogen? 

Wat is de meerwaarde van dit pakket ten opzichte van het Eurovignet en
de kilometerheffing? Zijn de huidige systemen niet voldoende?

Waar zou de minister de beoogde opbrengst van het pakket Groener Vervoer
aan willen besteden?

Is er zicht op de te verwachten effecten op de koopkracht en de
concurrentiepositie als de transportbranche te maken krijgt met
stijgende kosten? 

De leden van de fractie van GroenLinks vinden de herziening van de
Eurovignet richtlijn voor Nederland extra relevant, omdat er een relatie
is met de wijze waarop de kilometerprijs (voor

vrachtverkeer) wordt ingevuld. Het voorstel van de Europese Commissie
maakt namelijk differentiatie naar CO2-uitstoot in de kilometerprijs
onmogelijk. Dat is tegen de wens van de leden van de fractie van
GroenLinks en beperkt bovendien de mogelijkheden om invulling te geven
aan de motie Van der Ham / Duyvendak (31305, nr. 59) waarin 'de regering
wordt verzocht te komen met een aantal scenario's voor
milieudifferentiatie in de kilometerprijs, zowel in tarief als in
grondslag en de daarbij behorende milieueffecten'. 

De leden van de fractie van de ChristenUnie vinden dat het pakket een
kader biedt waarbinnen lidstaten kunnen overgaan tot tolheffing. De
hoogte van het tolgeld zal variƫren naar afgelegde afstand, de plaats
en het tijdstip. Hoe verhoudt dit zich tot de plannen voor
kilometerheffing waar ook sprake is van een heffing naar
milieukenmerken? Een differentiatie naar CO2-uitstoot in de
kilometerprijs moet wat betreft de leden van de fractie van de
ChristenUnie mogelijk blijven.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen zich daarnaast af of
de dichte bebouwing in Nederland van invloed is op de
concurrentiepositie van ons land aangezien Nederland veel vaker te maken
zal hebben met geluidsoverlast en congestie. Allereerst voelt ons land
daardoor een grotere druk om te komen tot maatregelen, ook om Europese
doelen ten aanzien van luchtkwaliteit te bereiken. Ook zijn de externe
kosten van ons land verhoudingsgewijs hoog en zijn er weinig
alternatieven voor wegtransporteurs in termen van trajecten met minder
congestie en geluidsoverlast. Dit wordt enigszins gecompenseerd door het
feit dat in dichtbevolkte gebieden ook meer vraag naar transport is,
maar op macroniveau verdient dit aspect wel aandacht om te zorgen dat er
zoveel mogelijk sprake is van een gelijk speelveld.

Martiem transport en spoor

De leden van de fractie van de PvdA hechten belang aan een duurzaam
vervoersbeleid, met name in de strijd tegen klimaatverandering en zijn
er derhalve voorstander van om op Europees niveau afspraken te maken
over vergroeningsmaatregelen. De leden van de fractie van de PvdA kunnen
zich vinden in de lijn van de minister bij de onderwerpen maritiem
transport en het onderdeel spoor.