Antwoord op vragen van de leden Kuiken, Tang, Omtzigt en Haverkamp over reorganisatie van de douane
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D02025, datum: 2008-09-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. de Jager, staatssecretaris van Financiƫn (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2007Z05020:
- Gericht aan: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken
- Gericht aan: J.C. de Jager, staatssecretaris van Financiƫn
- Indiener: A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.C. Haverkamp, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.J.G. Tang, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 2 september 2008 2070823550 DGB 2008-03632 Onderwerp Beantwoording Kamervragen Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden op de vragen van de leden Kuiken (PvdA), Tang (PvdA), Omtzigt (CDA) en Haverkamp (CDA) aan de staatssecretaris van FinanciĆ«n en de minister van Economische Zaken over de reorganisatie van de douane (nr. 2070823550). Hoogachtend, de staatssecretaris van FinanciĆ«n a.i., mw. M.J.A. van der Hoeven 1 Klopt het dat in het kader van de reorganisatie van de Douane alle douanekantoren naar de buitengrenzen (Schiphol en Rotterdam) worden verplaatst? Is deze verplaatsing noodzakelijk in het kader van afspraken die in de EU gemaakt zijn om buitengrenzen te bewaken of liggen er andere argumenten aan ten grondslag? Zo ja welke argumenten zijn dit? 1 Neen, de douanekantoren worden niet allemaal naar buitengrens verplaatst, slechts maximaal daar geconcentreerd. Deze operatie is mede ingegeven om een betere invulling te kunnen geven aan de versterkte veiligheidseisen die de Europese Unie aan het buitengrenstoezicht heeft gesteld. Ze vormt tegelijkertijd een doorontwikkeling van een doelmatigheidsoperatie die de Nederlandse Douane al sinds eind jaren 90 van de vorige eeuw doorvoert ten aanzien van de vestigingsplaatsen van douanekantoren. Het algemeen geworden gebruik van vereenvoudigde douaneprocedures en geautomatiseerde douane-aangiftesytemen verlagen de noodzaak voor de Douane om overal in het land te zijn vertegenwoordigd. Desalniettemin blijven er procedures bestaan waarvoor de Douane voor de handel in het binnenland beschikbaar moet zijn en daarvoor zullen, eventueel in overleg met branche- vertegenwoordigingen, voorshands, althans zolang als nodig blijkt, enkele loketten worden gehandhaafd. De dienstverlening wordt dan ook niet aangetast, mits bedrijven meegaan in het gebruik van geautomatiseerde faciliteiten en vereenvoudigde douaneprocedures of hun zaken laten afhandelen door douane-intermediairs die deze faciliteiten genieten. Voor zover controle en toezicht beschikbaarheid van Douane vereisen, zal de Douane daaraan invulling blijven geven. 2 Hoe gaan andere landen om met de implementatie van deze afspraken? Klopt het dat ondermeer Duitsland er juist niet voor heeft voor gekozen om alle douanekantoren naar de buitengrenzen te verplaatsen? Zo ja, waarom maakt Nederland die keuze dan wel? 2 Iedere Europese lidstaat wordt geconfronteerd met de versterkte eisen die de Europese Unie aan het buitengrenstoezicht stelt. Elke lidstaat zal op basis van een eigen afweging van beschikbare mensen en middelen de keuze voor een inrichting maken die voor haar passend is. De Nederlandse Douane meent met de reorganisatie maximaal invulling te kunnen geven aan de EU-eisen en ondersteunt daarmee tegelijkertijd de belangrijke plaats die zij in de Nederlandse logistiek inneemt. 3 Welke invloed heeft verplaatsing naar de buitengrenzen op de concurrentiepositie van Nederland? Zullen niet meer bedrijven er voor kiezen om niet Nederland, maar bijvoorbeeld Duitsland als doorvoerhaven te kiezen omdat daar de binnenlandse douanekantoren wel (gedeeltelijk) gehandhaafd blijven? 3 De Nederlandse Douane is al jaren initiatiefnemer van modernisering van het douanetoezicht, door samen met het bedrijfsleven te zoeken naar methoden van samenwerking en vereenvoudiging van douaneprocessen. De doelstelling daarbij is om, met inachtneming van de EU-regelgeving en het EU-level playing field, de handhaving van wet- en regelgeving terzake van de in- en uitvoer van goederen met een zo minimaal mogelijke inbreuk in het logistieke proces te verrichten. In de huidige reorganisatie is sprake van een versterking van het toezicht aan de buitengrens door een concentratie van de toezichtactiviteiten aan de buitengrens. Een ander aspect van de reorganisatie is dat de Douane, nog meer dan al het geval was, voor haar toezicht gaat steunen op de interne waarborgen die in het maatschappelijke en economische verkeer c.q. binnen het bedrijfsleven beschikbaar zijn. Bewezen betrouwbare bedrijven zullen daarbij kunnen profiteren van vereenvoudigingen met betrekking tot douaneprocedures, facilitatie bij douanecontroles en een verminderde controlelast. De beweging van de Douane zal bijdragen aan de concurrentiepositie van Nederland in plaats van daaraan afbreuk te doen. 4 Is er inzicht in de aard en omvang van bedrijven die door verplaatsing naar de buitengrenzen nadelig worden getroffen? Zo neen, bent u voornemens om dit inzichtelijk te maken indien dit niet het geval is waarom niet? 4 Bij iedere sluiting van een douaneloket worden de geĆ«igende procedures nauwgezet gevolgd. Overleg met het relevante lokale bedrijfsleven vormt daarvan een belangrijk onderdeel. Bedrijven worden indien nodig individueel geĆÆnformeerd over het gebruik van moderne communicatietechnieken en vereenvoudigde procedures en over de mogelijkheid tot uitbesteding van hun douanehandelingen aan gespecialiseerde intermediairs. Deze keuze is van bedrijfseconomische aard en daarin mengt de Douane zich niet. De ervaring leert dat het bedrijfsleven uiteindelijk minder logistiek oponthoud ondervindt van het formaliteiten- en toezichtstelsel bij gebruik van een van de geboden alternatieven dan bij handhaving van haar conventionele lokaal gebonden douaneaangifteproces. Naar mijn oordeel kan er dan ook niet generiek worden gesproken van 'nadelig getroffen bedrijven'. Dat neemt niet weg dat in incidentele gevallen ondernemingen een geringere service kunnen ondervinden, immers een rijksbrede afbouw van personeel, waardoor de Douane eveneens wordt getroffen, heeft onvermijdelijk negatieve effecten op de dienstverlening van de Douane. 5 Kan bij het veranderende, meer geautomatiseerde, douanetoezicht gegarandeerd worden dat de kwaliteit op peil blijft? Zo ja, op welke wijze garandeert u dit en zo neen, wat gaat u doen om dit wel te garanderen? Is bekend wat de invloed van de automatisering en verplaatsing naar de buitengrenzen zal zijn op onder meer de voedselveiligheid en criminaliteit? Zo ja, wat is deze invloed? 5 Bij het gebruik van automatisering dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de administratieve aangiftebehandeling en het fysieke toezicht. De ontwikkeling van de automatisering en het zoveel als mogelijk papierloos maken van de aangiftebehandeling bespaart veel handmatige ambtelijke inspanning, omdat aangeleverde data en aanvullende vereisten meer langs geautomatiseerde weg kunnen worden gecontroleerd. Hierdoor wordt tevens de kwaliteit van het proces aanzienlijk verhoogd. Daar waar eerder controles op de aangiften op basis van een afweging van beschikbare capaciteit en aanbod werden gedaan, wordt in de geautomatiseerde omgeving op veel aangifte-elementen 100 procent gecontroleerd. De vrijgekomen capaciteit wordt vervolgens ingezet voor versterking van de buitengrens, waardoor het fysieke toezicht kwantitatief en, mede dankzij investeringen in modernere controle-mechanismen zoals X-ray en scanstraten, kwalitatief toeneemt. 6 Is de capaciteit van bijvoorbeeld de scanners in de Rotterdamse haven voldoende om de controle adequaat uit te kunnen voeren en op een gelijk niveau te houden met de fysieke controle door douanebeambten? 6 De Douane breidt in nauw overleg met de Rotterdamse haven en de luchthaven Schiphol de capaciteit van technische hulpmiddelen uit om de sterk groeiende goederenstroom te kunnen opvangen. Die capaciteitsuitbreiding is noodzakelijk om de controle van risicovolle zendingen adequaat uit te voeren. De controle aan de buitengrens zal bestaan uit een strategisch samenspel van mens en techniek, wat leidt tot de meest effectieve resultaten in het toezicht. De groei van de goederenstroom is echter dermate sterk dat deze traditionele vorm van toezicht, door mens en/of machine, niet voldoende is om de totale toezichtbehoefte af te blijven dekken. De Nederlandse Douane richt zich daarom ook op moderne toezichthouding, waarbij goederenstromen worden onderscheiden in veilig en onbekend. Veilige stromen kunnen komen uit landen waar al controles mede in ons belang zijn verricht (hierop wordt geĆ«xperimenteerd in een EU-pilot green lane tussen Rotterdam en China) of binnen een secured supply chain van gecertificeerde bedrijven worden vervoerd (waarvoor pilots binnen NL plaatsvinden met enkele grote en middelgrote productie- en logistieke bedrijven). De resterende stroom, die niet op voorhand veilig is bevonden, zal via het traditionele toezichtproces van mens en/of machine worden gecontroleerd. 7 Hoe draagt u er zorg voor dat het voor kleine bedrijven geen onevenredig grote belasting is om zich te certificeren voor het douanetoezicht? Wat betekent dit voor de administratieve lasten van een klein bedrijf ten opzichte van de huidige situatie? Hoe groot is de groep van bedrijven die zich niet willen of kunnen certificeren? 7 Vanaf 1 januari 2008 kunnen bedrijven opteren voor de status van Authorised Economic Operator (AEO). Het certificaat AEO is ingevoerd op basis van Europese wetgeving en is niet verplicht. Ieder bedrijf zal zelf de afweging moeten maken of het voldoende belang heeft bij het verkrijgen van het AEO-certificaat. Dat belang kan bijvoorbeeld liggen in het hebben van douanevereenvoudigingen of logistieke voordelen in het veiligheidstoezicht aan de buitengrens. Omdat veel kleinere bedrijven hun (douane)logistiek volledig uitbesteden aan gespecialiseerde intermediairs, streeft de Douane er naar zo veel mogelijk AEO-faciliteiten ook voor deze intermediairs beschikbaar te stellen. Hierdoor kunnen de kleinere bedrijven met hun logistieke proces in dezelfde keten meestromen als de grotere bedrijven die zelf het AEO-certificaat dragen. PAGE 5 / NUMPAGES \* ARABIC \* MERGEFORMAT 5 Directoraat-Generaal Belastingdienst Inlichtingen drs. R.J. Jakobs TĀ 070 342 7193 FĀ 070 342 7907 EĀ r.j.jakobs@minfin.nl