Antwoord op vragen van de leden Neppérus en De Krom inzake milieuzones
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D02159, datum: 2008-09-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Onderdeel van zaak 2007Z05120:
- Gericht aan: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Indiener: H. Neppérus, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P. de Krom, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter, Hierbij bied ik u aan de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Neppérus en De Krom, (beiden VVD) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over milieuzones. Vraag 1: Bent u bekend met het voornemen van een aantal gemeenten om milieuzones voor vrachtwagens uit te breiden en dat er ook plannen zijn voor de invoering van milieuzones voor bestelauto’s en personenauto’s? Antwoord: Het is mij bekend dat een enkele gemeente verkent of de geografische grenzen van de reeds ingestelde milieuzone (nog) adequaat zijn of dat deze zouden moeten worden aangepast in het licht van de lokale luchtkwaliteitsituatie. Zoals is vastgelegd in het convenant “Stimulering schone vrachtauto’s en milieuzonering” dat is gesloten tussen het rijk, (inmiddels) een twintigtal gemeenten en goederenvervoersorganisaties zijn de besturen van deze convenantpartijen vertegenwoordigd in een stuurgroep die de afspraken, uitvoering en naleving van het convenant bewaakt. In deze stuurgroep is naar aanleiding van de bovengenoemde verkenningen afgesproken dat een aanpassing of uitbreiding van (de afspraken over) milieuzones eerst wordt besproken in de stuurgroep. De ervaring leert dat de convenantpartijen op deze wijze goed in staat zijn om de uitvoering van de milieuzones in gezamenlijk overleg vorm te geven. Het is mij verder bekend dat een aantal gemeenten plannen heeft voor het instellen van een milieuzone voor bestelauto’s. Deze gemeenten hebben deze maatregel veelal ook ingeboekt in hun lokale maatregelenpakket dat zij hebben opgesteld in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. In vervolg op bepalingen in het convenant “Stimulering schone vrachtauto’s en milieuzonering” hebben de convenantpartijen afgesproken te onderzoeken of uitbreiding van milieuzones met bestelauto’s mogelijk is, gezien de substantiële bijdrage van deze voertuigen aan de uitstoot door het binnenstedelijke verkeer en de mogelijke ongewenste substitutie van vrachtautoritten door bestelautoritten als gevolg van de instelling van de milieuzones voor vrachtauto’s. In de brief met het kabinetsstandpunt “milieuzonering personenauto’s en sloopregeling” (kamerstuk 31305, nr. 37) heb ik u reeds geïnformeerd over milieuzonering voor bestelauto’s. Wat betreft milieuzonering voor personenauto’s kan ik constateren dat er tot nu toe één gemeente is die plannen heeft op dat gebied, namelijk Amsterdam. Zoals u zich wellicht kunt herinneren hebben we hier op 19 en 24 juni jl. in twee AO’s uitvoerig met elkaar over gesproken en heeft de Tweede kamer zich hierover uitgesproken in een tweetal moties. Vraag 2: Bent u van mening dat de snelheid van vervoer voor ondernemers hierdoor zal kunnen afnemen en dat vooral de detailhandel hierdoor schade kan lijden? Antwoord: Nee. Het door u gesuggereerde verband tussen de snelheid van vervoer en de milieuzones is mij niet duidelijk en een dergelijk verband is er mijns inziens ook niet. De milieuzones brengen geen fysieke afsluiting met zich mee in de vorm van slagbomen of iets dergelijks. Evenmin worden vrachtauto’s staande gehouden. Handhaving vindt plaats door kentekens van voertuigen te noteren en te vergelijken met een databestand van voertuigen die voldoen aan de toegangseisen en daardoor zijn vrijgesteld van de milieuzone alsook met een gemeentelijk bestand van voertuigen die een tijdelijke (dag)ontheffing hebben. Indien een voertuig niet aan de toegangseisen voldoet (en dus niet is vrijgesteld) en ook geen ontheffing heeft dan krijgt de kentekenhouder achteraf een boete thuisgestuurd, net zoals dat bij vele andere verkeersovertredingen het geval is. Van vertragingen is dus geen sprake. Vraag 3: Bent u bereid om gebruik van paard en wagen te stimuleren om toch vervoer mogelijk te maken? Antwoord: Ik dank u voor deze suggestie. Zoals u weet ben ik altijd op zoek naar nieuwe mogelijkheden om het luchtkwaliteitsprobleem het hoofd te bieden. Of uw idee een uitkomst is zal vooral de transportbranche en het bedrijfsleven u kunnen vertellen. Hoogachtend, De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, dr. Jacqueline Cramer Directoraat-Generaal Milieu 3 september 2008 DGM/BREM2008083348 Pagina PAGE 2 / NUMPAGES 2 VROM verandert! Kijk voor meer informatie op HYPERLINK "http://www.vrom.nl" www.vrom.nl