[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van Baalen en Boekestijn en aanvullende vragen van het lid Eijsink m.b.t. kosten Ned. militaire bijdrage aan ISAF

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D02239, datum: 2008-09-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05140:

Preview document (🔗 origineel)


Hierbij bied ik u de antwoorden aan op vragen van de leden Van Baalen en
Boekestijn met betrekking tot de kosten van de Nederlandse militaire
bijdrage aan ISAF (ingezonden 6 augustus 2008, kenmerk 2070826900),
alsmede op aanvullende vragen van het lid Eijsink (ingezonden 6 augustus
2008, kenmerk 2070826940).

DE MINISTER VAN DEFENSIE



E. van Middelkoop



 

Vragen van de leden Van Baalen en Boekestijn (beiden VVD) aan de
minister van Defensie met betrekking tot de kosten van de Nederlandse
militaire bijdrage aan ISAF (ingezonden 6 augustus 2008, kenmerk
2070826900).

1	Heeft u aangegeven dat de Nederlandse militaire deelname aan ISAF per
dag circa twee miljoen euro kost en dat de financiering voor de
Nederlandse bijdrage aan ISAF tot en met eind 2010 financieel gedekt is?
1)

Zo ja, kunt u dan uiteenzetten of en hoe binnen die twee miljoen euro
per dag rekening is gehouden met eerdere afschrijving van militair
materieel vanwege verhoogde slijtage en operationele verliezen en
aanschaf van extra materieel, zoals bijvoorbeeld de Bushmaster, 
medische en sociale ondersteuning van het personeel en het thuisfront,
verhoogde inzet ten behoeve van de capaciteitsopbouw van de Afghaanse
krijgsmacht en de politie?

2	Raakt uw verklaring dat u geen behoefte heeft aan extra financiële
middelen alleen de militaire bijdrage aan ISAF tot eind 2010 of geldt
zij ook ten aanzien van het in standhouden van een effectieve
krijgsmacht in deze kabinetsperiode?

Zoals eerder gemeld (meest recent in de stand van zakenbrief Afghanistan
van 20 juni 2008, Kamerstuk 27 925, nr. 315) zijn de additionele
uitgaven van de huidige missie tot 1 augustus 2008, inclusief F-16
inzet, geraamd op 580 miljoen euro. 

In de artikel 100-brief van 30 november 2007 (Kamerstuk 27 925, nr. 279)
inzake de nieuwe bijdrage aan de Nederlandse bijdrage aan ISAF is gemeld
dat de additionele uitgaven, die zijn gemoeid met de verlenging van de
Nederlandse inzet van militaire eenheden en middelen, van 1 augustus
2008 tot 1 augustus 2010, zijn geraamd op 540 miljoen euro, inclusief
F-16 inzet. Deze raming bevatte verder een opwaartse bijstelling van €
20 miljoen per jaar voor extra reservedelen als gevolg van de extra
slijtage aan materieel. De uitgaven die verband houden met de
redeployment in 2010 worden geraamd op 115 miljoen euro. De additionele
uitgaven komen ten laste van de Homogene Groep Internationale
Samenwerking (HGIS). 

Door de verlenging van de missie per 1 augustus 2008 is geen
tussentijdse afrekening van de missie tot 1 augustus opgemaakt. Na
afloop van de missie zullen de totale additionele uitgaven worden
verantwoord. 

Aan de reguliere defensiebegroting zijn middelen toegevoegd voor
uitgaven die het gevolg zijn van de inzet in Afghanistan. Met de
middelen (twee keer 50 miljoen euro), die in het kader van de motie Van
Geel in 2008 en 2009 aan de defensiebegroting worden toegevoegd, kunnen
de noodzakelijke extra vervangingsinvesteringen als gevolg van inzet
worden gefinancierd. In het kader van de verlenging heeft het kabinet
tevens besloten na 2008 twee keer 50 miljoen euro (Bos-gelden) toe te
voegen aan de defensiebegroting. Deze zijn bij de Voorjaarsnota 2008
voor 2010 en 2011 aan de defensiebegroting toegevoegd. Tevens is in deze
nota nogmaals twee keer 30 miljoen euro toegevoegd voor de reparatie van
de gereedstelling. Hiermee is de instandhouding van de krijgsmacht
gewaarborgd. 

In eerdere brieven (Kamerstuk 27 925, nr. 213 en nr. 226) is gemeld dat
in het kader van de missie in Uruzgan additionele investeringen zijn en
worden gedaan. In totaal is met deze investeringsprojecten circa 170
miljoen euro gemoeid. Deze investeringen worden binnen de reguliere
defensiebegroting geaccommodeerd.

Voor een overzicht van de geboden nazorg aan militairen verwijs ik u
naar de brieven die ik op 18 december 2007 (Kamerstuk 27 925, nr. 289)
en 30 maart 2006 (Kamerstuk

27 925, nr. 210) aan u heb verstuurd en naar de beantwoording van de
Kamervragen van 2 november 2007 (Aanhangsel Handelingen nr. 470,
vergaderjaar 2007–2008) waarin uiteen is gezet wat er concreet aan
zorg wordt geboden aan militairen en hun thuisfront voor, tijdens en na
een uitzending.

3	Heeft u met uw uitspraak in het radio-interview over het opgeven van
de positie van “lead nation” in Uruzgan door Nederland per ultimo
2010, niet bedoeld te zeggen dat Nederland haar militaire betrokkenheid
in Uruzgan ultimo 2010 heeft beëindigd of laat u bewust, en in
tegenstelling tot het mandaat van de Kamer, de mogelijkheid open dat
Nederland ook na eind 2010 op een of andere wijze militair in Uruzgan
actief blijft?

In de artikel 100 brief van 30 november 2007 heeft de regering gesteld
dat Nederland hoe dan ook zijn leidende militaire verantwoordelijkheid
in Uruzgan per 1 augustus 2010 zal beëindigen. Vanaf 1 augustus 2010
zal de terugtrekking van de TFU zo spoedig mogelijk geschieden, zodat
deze per 1 december 2010 is afgerond. De regering benadrukt dat het de
verantwoordelijkheid van de Navo is de vigerende behoeftestelling voor
ISAF, inclusief Uruzgan, tijdig te vullen. 

4	Bent u bereid bovenstaande vragen in ieder geval voor Prinsjesdag te
beantwoorden?

Ja. 

1) Interview in het radioprogramma TROS-Kamerbreed, 2 augustus 2008

 

Vragen van het lid Eijsink (PvdA) aan de minister van Defensie over de
kosten van de missie in Uruzgan (ingezonden 6 augustus 2008, kenmerk
2070826940).

1	Bent u bekend met het artikel ‘De missie die steeds maar duurder
wordt’? 1)

Ja.

2	Wanneer en op welke wijze zal de Kamer inzicht worden verschaft in de
totale kosten van de Nederlandse bijdrage aan de ISAF-missie in Uruzgan
en Afghanistan van 1 augustus 2006 tot aan de start van de nieuwe missie
op 1 augustus jongstleden? Kunt u hierbij per begrote post uiteenzetten
of, en zo ja met welke omvang en de reden waarom, er sprake is van
overschrijding van het initieel geraamde budget? Kunt u hierbij tevens
per begrootte post uiteenzetten of, en zo ja hoe, deze overschrijding
voorzien had kunnen worden of niet? Kunt u tevens per begrootte post
waarop een overschrijding heeft plaatsgevonden, uiteenzetten vanuit
welke middelen deze overschrijding is/zal worden gefinancierd? 

3	Welke consequenties zullen deze eventuele overschrijdingen hebben voor
de reeds geraamde kosten voor de nieuwe Nederlandse missie in Uruzgan
per 1 augustus jl.?

4	Welke vormen van (na)zorg voor de betreffende militairen en
onderhoudspersoneel vallen nu reeds onder de geraamde kosten voor de
Nederlandse bijdrage aan ISAF-operaties? Om welke bedragen gaat het
hierbij? In hoeverre zijn deze kosten gebaseerd op in het verleden
reëel gebleken kosten? 

Voor de antwoorden op vragen 2, 3 en 4 verwijs ik u naar de antwoorden
op de vragen van de leden Van Baalen en Boekestijn (beiden VVD) over de
kosten van de missie in Afghanistan, ingezonden 6 augustus 2008
(vraagnummer 2070826900).

5	Bent u bereid ook de overige vormen van (na)zorg, inclusief
bijbehorende kosten, voor de betreffende militairen en
onderhoudspersoneel van deze en andere missies expliciet te ramen? Zo
ja, onder welk begrotingsartikel?

In hoeverre zal hierbij onderscheid worden gemaakt tussen actief
dienende militairen en veteranen?

6	Geeft de informatie uit het artikel over de kosten van nazorg aan
militairen aanleiding om hiervoor in de toekomst meer geld te
reserveren? Zo nee, waarom niet?

De kosten verbonden aan de zorg en nazorg worden gefinancierd vanuit de
defensiebegroting. Het hiervoor beschikbare budget volstaat om deze
kosten te dekken. Een uitgebreidere beantwoording van de vragen m.b.t.
de financiering van zorg en nazorg vergt meer tijd. De Kamer zal
daarover dit jaar per brief nader worden geïnformeerd.

 1) De Pers, 1 augustus 2008





Ministerie van Defensie



 PAGE    



Pagina    PAGE  \* MERGEFORMAT  2 /  SECTIONPAGES  \* MERGEFORMAT  6 



Aan	de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Plein 2

2511 CR Den Haag





 

 

 

 

 

   

Ministerie van Defensie



Postbus 20701

2500 ES Den Haag

Telefoon (070) 318 81 88

Fax (070) 318 78 88





Pagina    PAGE  \* MERGEFORMAT  1 /  SECTIONPAGES  \* MERGEFORMAT  6