Antwoord op vragen van het lid Vendrik over de risico’s van nanodeeltjes in consumentenproducten
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D02288, datum: 2008-09-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Onderdeel van zaak 2007Z05148:
- Gericht aan: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Gericht aan: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken
- Indiener: C.C.M. Vendrik, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter, Bijgaand doe ik u, mede namens de ministers van Economische Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Vendrik (GroenLinks) over de risico’s van nanodeeltjes in consumentenproducten. 2070827000 Vragen van het lid Vendrik (GroenLinks) aan de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken over de risico’s van nanodeeltjes in consumentenproducten. (Ingezonden 7 augustus 2008). Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Editie NL over de risico’s van het gebruik van nanotechnologie in consumentenproducten zoals kleding, voedsel en zonnebrandcrèmes? Bent u daarnaast bekend met de zorgen van de Europese consumentenbond hierover? Antwoord Ja. Vraag 2 Herinnert u zich uw brief van 14 februari 2008 over de mogelijke gevaren van nanotechnologie? Kent u daarnaast de antwoorden van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op eerdere vragen van het lid Van Gent over de gevaren die werknemers lopen die werken met nanotechnologie? Antwoord Ja. Vraag 3 Kunt u bij benadering aangeven hoeveel consumentenproducten in Nederland ingrediënten bevatten die met behulp van nanotechnologie worden gemaakt? Wat is uw beleid ten aanzien van de toelating van deze producten op de markt? Antwoord Het aantal toepassingen van vooral nanomaterialen neemt sterk toe, ook op de Nederlandse markt. Wereldwijd zijn er circa 600-1000 producten op de markt. Uit schattingen van het RIVM en het RIKILT in opdracht van de Voedsel en Warenautoriteit blijkt dat medio 2007 op de Nederlandse markt circa 200 producten verkrijgbaar zijn waarvan wordt aangenomen dat zij nanodeeltjes bevatten. Over het beleid ten aanzien van de toelating van deze producten op de markt wordt in het antwoord op vraag 4 nader ingegaan. Vraag 4 Herinnert u zich dat u in genoemde brief aan de Tweede Kamer schrijft dat de risico’s van nanotechnologie nog onvoldoende bekend zijn? Waarom worden dan toch mogelijk honderden producten op de markt toegelaten? Antwoord Op basis van de huidige kennis ziet het kabinet geen aanleiding om over te gaan tot het nemen van preventieve maatregelen om toepassingen van nanotechnologie te beperken of tot het plegen van interventies. In het recentelijk aan de Tweede Kamer aangeboden Actieplan Nanotechnologie (Kamerstukken II 2007/08, 29338, nr. 75 met bijlagen) wordt ingegaan op de risico’s die zich bij nanotechnologie kunnen voordoen met de daarmee samenhangende onzekerheden. Daarin staat o.a. dat in de Kabinetsvisie nanotechnologie (Kamerstukken II 2006/07, 29338, nr. 54) als algemeen uitgangspunt gekozen is om kansen en risico’s in onderlinge samenhang te bezien. Dit vloeit voort uit de Kabinetsvisie ‘Nuchter omgaan met risico’s (Kamerstukken II 2005/06, 28089, nr. 15) waarin uitgebreid is uiteengezet dat er geen uniform normenstelsel bestaat dat geldig is voor alle risico’s op elk beleidsterrein en dat maatwerk dus vereist blijft bij nieuwe dan wel onzekere politiek bestuurlijke vraagstukken. Nanotechnologie gerelateerde producten en activiteiten zullen net als alle andere producten en activiteiten moeten voldoen aan de vigerende regelgeving. Voor producten waarvoor nu al, om welke redenen dan ook, toelatingsvereisten bestaan, zoals bijvoorbeeld “nieuwe voedingsmiddelen”, bestrijdingsmiddelen en cosmetica geldt dat die toelatingsvereisten onverkort eveneens blijven gelden indien zich daarin nanodeeltjes bevinden. Uit bijlage 2 van het Actieplan Nanotechnologie met een inventarisatie van voor nanotechnologie relevante regelgeving blijkt dat nu al ca 100 regelingen (met name EU-Verordeningen en –richtlijnen maar ook veel nationale wetten en daarop gebaseerde regelingen) van toepassing kunnen zijn op nanotechnologie-gerelateerde activiteiten, materialen en producten. Een belangrijke conclusie die de Europese Commissie (COM 2008 366 17-6-2008 Regulatory aspects of nanomaterials) onlangs heeft getrokken is dat de vigerende wet- en regelgeving voor het gebruik van stoffen, met als basis de EU-verordening REACH, op zich voldoende kaders biedt om de veiligheid van productie en producten te kunnen reguleren. In het algemeen geldt dat bij alle ondernomen activiteiten de basale vraag speelt hoe risicovol die activiteiten zijn voor mens en milieu. Overheid en samenleving zullen daarbij moeten aanvaarden dat deze vraag nooit met absolute zekerheid kan worden beantwoord en dat een samenleving zonder risico’s niet bestaat. Absolute veiligheid gaat immers gepaard met oneindige kosten en verregaande beperking van vrijheden. De verantwoordelijkheid ligt aldus: producenten zijn primair verantwoordelijk voor het op de markt brengen van veilige producten. werkgevers zijn verantwoordelijk voor de veiligheid bij het gebruik van nanotechnologie in arbeidssituaties. Het bij het RIVM gevestigde Kennis – en Informatiepunt Risico’s Nanotechnologie (KIR-Nano) publiceert binnenkort een breed signaleringsrapport met een globaal overzicht van risico’s en kennislacunes voor het totale nanotechnologieveld in al zijn toepassingsgebieden. Vraag 5 Bent u van mening dat, net als bijvoorbeeld in het geval van de UMTS-zendmasten, ook bij nanotechnologie het voorzorgsprincipe zou moeten gelden? Met andere woorden, vindt u dat producten waarvoor nanotechnologie is ingezet, niet verkocht zouden moeten worden zolang niet honderd procent zeker is dat deze, ook bij langdurig gebruik, onschadelijk zijn? Zo neen, waarom niet? Antwoord Het toepassen van het voorzorgbeginsel is een onderdeel van het vigerende EU verdrag en derhalve van toepassing op alle activiteiten en producten. Het voorzorgsbeginsel in de definitie van het EU verdrag stelt niet dat gebruik en verkoop van producten slechts mogelijk is indien er geen enkel aantoonbaar risico is. Uiteraard wil het kabinet verstandig, voorzichtig en met voorzorg omgaan met mogelijke risico’s. Gevaren en risico's van activiteiten zullen moeten worden afgewogen tegen de inschatting van de maatschappelijke kosten en baten. Het beleidskader "Nuchter omgaan met risico’s" biedt hiervoor voldoende handvatten. Daarbij gaat het onder meer over transparantie van besluitvormingsprocessen, een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling, gevaren en risico’s afwegen tegen de maatschappelijke kosten en baten en het betrekken van de burger bij beleidsvormingsprocessen De aanpak van “Nuchter omgaan met risico’s” (Kamerstuk II 2005/06, 28089, nr. 15) biedt naast het algemene beleidskader ook ruimte voor maatwerk, met specifieke oplossingen voor specifieke (deel)terreinen. Dat kan betekenen dat voor sommige toepassingen van nanodeeltjes (bijvoorbeeld op medisch terrein) de uitkomst van de maatschappelijke weging van risico’s en maatschappelijke kosten en baten anders uitvalt dan bij andere toepassingen. Ook denkbaar is dat door voortschrijdende wetenschappelijke inzichten ingezet zal worden op een verbod op bepaalde toepassingen. Dit alles in lijn met de definitie die doorgaans in Europees verband wordt gehanteerd met betrekking tot voorzorg. Vraag 6 Is de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) op de hoogte van welke producten worden gemaakt met behulp van nanotechnologie? Hoe wordt door de VWA afgewogen of deze producten kunnen worden toegelaten op de markt? Antwoord In opdracht van de VWA is door het RIVM een verkennende inventarisatie uitgevoerd naar de in Nederland in de handel zijnde producten die met behulp van nanotechnologie zijn ontwikkeld. Er bestaat geen meldingsplicht voor het op de markt brengen van producten die met behulp van nanotechnologie zijn ontwikkeld. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 bestaat er geen specifiek toelatingsregime voor deze producten. De VWA weegt dus niet van tevoren af welke producten op de markt worden toegelaten. Consumentenproducten met nanotechnologie mogen dus vrijelijk worden verhandeld tenzij aangetoond wordt dat zij een gevaar voor de veiligheid of gezondheid van de mens opleveren. Alsdan zal de VWA repressief optreden tegen dergelijke producten. Wel wordt in het kader van signalering de markt in deze producten nauwlettend in de gaten gehouden en vindt er regelmatig overleg plaats met het bedrijfsleven hierover. Het bedrijfsleven is primair verantwoordelijk voor het op de markt brengen van veilige producten. Vraag 7 Hoe gaat u de Nederlandse consument voorlichten over de mogelijke gevaren van nanotechnologie? Bent u er voorstander van dat producenten die werken met nanotechnologie, hiervan melding moeten maken op de etiketten van die producten? Zo neen, waarom niet? Antwoord Het kabinet vindt het belangrijk dat bij de opkomst van een nieuwe technologie zoals nanotechnologie, die de samenleving naar verwachting in belangrijke mate zal gaan beïnvloeden, betrouwbare informatie beschikbaar is voor belanghebbenden en burgers. Voordat de vraag hoe de overheid de consument gaat informeren kan worden beantwoord dient te worden beseft dat in het stoffenbeleid met de inwerkingtreding van de REACH verordening ook de informatieplicht inzake risico’s van stoffen en producten bij de producent/werkgever is neergelegd. Indachtig deze verantwoordelijkheidsverdeling verstrekt de overheid informatie over het overheidsbeleid op het gebied van nanotechnologie. Het verstrekken van informatie over de risico’s van nanotechnologie is een verantwoordelijkheid van bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen. Zij zullen door de overheid worden aangezet om te communiceren over wetenschappelijke ontwikkelingen, de maatschappelijke, juridische en ethische implicaties van die ontwikkelingen en over maatregelen die zij treffen om risico’s van nanotechnologie te voorkomen of beperken. Zoals vermeld in het Actieplan Nanotechnologie zal naar verwachting dit jaar de Commissie Maatschappelijke Dialoog Nanotechnologie worden ingesteld. Deze commissie krijgt als taak om een transparante maatschappelijke dialoog te organiseren rond ethische en maatschappelijke aspecten van nanotechnologie Een etiketteringsysteem in Nederland wordt momenteel niet overwogen. Het kabinet is van mening dat de noodzaak tot labeling in Europees verband moet worden bekeken en dat een eventueel besluit hiertoe ook een Europese aangelegenheid zou moeten zijn. Vraag 8 Kunt u uiteenzetten hoeveel de Nederlandse overheid, al dan niet via intermediaire organisaties, investeert in het onderzoek naar mogelijke gevaren van nanotechnologie voor consumenten, werknemers en milieu? Antwoord Tot op dit moment is het onderzoek naar de risico's van nanotechnologie wereldwijd achtergebleven bij de marktontwikkeling. Ook in Nederland is dat het geval. Wederom dient bedacht te worden dat de eerste verantwoordelijkheid hieromtrent bij de producent/werkgever ligt. In de Kabinetsvisie Nanotechnologie is als algemeen uitgangspunt gekozen om kansen en risico’s van nanotechnologie in onderlinge samenhang te bezien. Dat betekent zowel investeren in onderzoek en technologieontwikkeling, om onze kansen voor maatschappelijke sectoren en economische ontwikkeling optimaal te benutten, als investeren in onderzoek naar risico’s. Dat is de reden dat het kabinet in het Actieplan Nanotechnologie heeft aangekondigd langs een aantal lijnen ook te gaan investeren in onderzoek naar de mogelijke risico's van nanotechnologie. Zo wordt geïnvesteerd in het Kennis en Informatiepunt Risico's Nanotechnologie (KIR-nano) bij het RIVM in internationale studies naar Ceriumoxide en nanozilverdeeltjes. In opdracht van de VWA lopen er onderzoeksprojecten bij RIVM en RIKILT. Daarnaast volgt en participeert het RIVM in de internationale onderzoeksprojecten op dit gebied, die vooral plaatsvinden in het EU 7e Kaderprogramma en het zogenaamde OESO WPMN sponsorprojecten-programma. Verder wordt er door TNO in het kader van een vraaggestuurd programma onderzoek verricht naar de risico's van nanotechnologie en wordt er door CEL/Hogeschool Zuyd een onderzoek uitgevoerd in opdracht van de overheid, gericht op het werken met nanodeeltjes (arbeidsomstandigheden) en de maatregelen die getroffen moeten worden om de risico’s te beheersen. Laatstgenoemd onderzoek wordt binnenkort afgerond en zal input zijn voor een adviesaanvraag aan de SER. Alles bij elkaar gaat het ongeveer om een investering in 2008 van ongeveer € 2,5 mln. In de herfst 2008 brengt het Nederlands Nanotechnologie Initiatief een voorstel uit voor een onderzoeksagenda. In 2009 zal het kabinet hierover een standpunt innemen. In de Langetermijnstrategie Nederland Ondernemend Innovatieland is aangekondigd dat in het voorjaar 2009 besluitvorming plaatsvindt over aflopende initiatieven in de kennisinfrastructuur. In dit kader wordt de kabinetsreactie op de onderzoeksagenda van het NNI meegenomen. Uitgangspunt is dat minimaal 15% van het budget voor de onderzoeksagenda gedurende minstens 5 jaar zal worden besteed aan risico-onderzoek. Vraag 9 Kunt u uiteenzetten hoeveel de Nederlandse overheid, al dan niet via intermediaire organisaties, investeert in de ontwikkeling van nanotechnologie en de industriële toepassing daarvan, zoals bijvoorbeeld de onlangs vrijgemaakte 153 miljoen voor ‘High Tech Systems’? Antwoord Zoals vermeld in het Actieplan Nanotechnologie heeft de overheid de afgelopen jaren jaarlijks ongeveer € 155 mln. beschikbaar gesteld voor projecten die zich geheel of gedeeltelijk richten op nanotechnologie. Hoogachtend, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, dr. Jacqueline Cramer Editie NL, RTL4, 24 juli 2008, 18.00u Zie bijvoorbeeld: HYPERLINK "http://www.nu.nl/news/1657403/37/EU-consumentenbond_bezorgd_over_metaal _in_sokken.html" \o "http://www.nu.nl/news/1657403/37/EU-consumentenbond_bezorgd_over_metaal _in_sokken.html" http://www.nu.nl/news/1657403/37/EU-consumentenbond_bezorgd_over_metaal_ in_sokken.html Kamerstuk 29 338, nr. 70, vergaderjaar 2007-2008 Aanhangsel Handelingen nr. 1239, vergaderjaar 2007-2008 Zie bijvoorbeeld: HYPERLINK http://www.vrom.nl/ \o "http://www.ez.nl/Actueel/Pers_en_nieuwsberichten/Persberichten_2008/Jul i_2008/Van_der_Hoeven_trekt_153_miljoen_uit_voor_innovatie_in_hightech_s ystems_industrie?rid=home" http://www.ez.nl/Actueel/Pers_en_nieuwsberichten/Persberichten_2008/Juli _2008/Van_der_Hoeven_trekt_153_miljoen_uit_voor_innovatie_in_hightech_sy stems_industrie?rid=home Directoraat-Generaal Milieu 3 september 2008 DGM/SVS2008085331 Pagina PAGE 5 / NUMPAGES 5 VROM verandert! Kijk voor meer informatie op HYPERLINK "http://www.vrom.nl" www.vrom.nl