[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Agema en De Roon over het voorstel om de prostitutieleeftijd te verhogen naar 21 jaar

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D02471, datum: 2008-09-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05061:

Preview document (🔗 origineel)


	Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG

	Bezoekadres

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Telefoon (070) 3 70 79 11

Fax (070) 3 70 79 00

Datum	4 september 2008

	Ons kenmerk	5559232/08

	Uw kenmerk	2070825370

	Onderwerp	Schriftelijk vragen van de leden Agema en De Roon 

(beiden PVV) inzake het bericht dat Turkse en Marokkaanse gemeenschappen
broeinesten zijn van pooiers en loverboys en over het voorstel om de
prostitutieleeftijd te verhogen naar 21 jaar 

























	

In antwoord op uw brief van 17 juli 2008 deel ik u mee, mede namens 

mijn ambtgenoot voor Jeugd en Gezin, dat de schriftelijke vragen van de 

leden Agema en De Roon (beiden PVV) van uw Kamer over het bericht 

dat Turkse en Marokkaanse gemeenschappen broeinesten zijn van pooiers 

en loverboys en over het voorstel om de prostitutieleeftijd te verhogen
naar 

21 jaar (ingezonden 16 juli 2008, 2070825370) worden beantwoord zoals
aangegeven in de bijlage bij deze brief.

De Minister van Justitie,



Antwoorden van de  minister van Justitie mede namens de minister voor
Jeugd en Gezin over het bericht dat Turkse en Marokkaanse gemeenschappen
broeinesten zijn van pooiers en loverboys en over het voorstel om de
prostitutieleeftijd te verhogen naar 21 jaar. (Ingezonden 16 juli 2008;
nr. 2070825370)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht “Te veel moslim-loverboys”? 1)

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op het bericht dat Turkse en Marokkaanse
gemeenschappen broeinesten zijn van loverboys en pooiers? Wat gaat u
ondernemen om specifiek deze groepen aan te pakken?

Vraag 3

Onderschrijft u dat vooral lieden uit de islamitische cultuur, waar
vrouwen worden gezien als tweederangswezen, zich schuldig maken aan
zoveel grof geweld? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2 en 3

Voorafgaand aan de beantwoording van deze vraag merk ik op dat ik in
plaats van de verhullende term ‘loverboys’ ervoor kies de term
‘mensenhandelaren’ te gebruiken.

Politie en openbaar ministerie registreren niet de maatschappelijke of
culturele achtergrond van verdachten. De nationaliteit en geboorteplaats
van verdachten worden wel vastgelegd. Uit de zesde rapportage van de
Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2008) blijkt dat in 2006 de zes
belangrijkste geboortelanden van voor mensenhandel veroordeelde
verdachten de volgende waren: Nederland, Marokko, Turkije,
Tsjechië/Slowakije, Bulgarije en Hongarije. 

De onderzoekers Bovenkerk en Pronk constateren in Justitiële
Verkenningen (Themanummer Mensenhandel, juli 2007) dat met name Marokko
en de Nederlandse Antillen belangrijke herkomstlanden van
mensenhandelaren zijn. Zoals de heer Wijbenga in het krantenbericht
“Te veel moslim-loverboys”, geven ook Bovenkerk en Pronk aan dat de
islamitische gemeenschappen in Nederland mogelijk een (grotere) rol
zouden kunnen spelen in de preventie van mensenhandel door (potentiële)
daders aan te spreken op hun gedrag. Ik volg de door de heer Wijbenga
gestarte discussie met belangstelling en zou het toejuichen als de
islamitische gemeenschap zijn maatschappelijke rol op dit gebied (nog)
beter zou oppakken.

Vraag 4

Wat is uw reactie op de uitspraak dat in de islamitische machocultuur
vrouwen objecten zijn waar dit tuig alles mee kan doen?

Antwoord 4

Ik laat die uitspraak voor rekening van de betrokkene. Overigens ben ik
van mening dat voor zover dit soort opvattingen voorkomen dit ook in de
islamitische cultuur uitwassen zijn die met kracht bestreden moeten
worden.

Vraag 5

Deelt u de mening dat de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen
aangesproken moeten worden op hun vrouwonvriendelijke opstelling en dat
er een radicale cultuuromslag nodig is? Zo ja, hoe gaat u dat
bewerkstelligen? 

Antwoord 5

Zie het antwoord op de vragen 2 en 3.

Vraag 6

Wat is uw reactie op de uitspraak dat 40% van de loverboys van
Marokkaanse afkomst is? Wat gaat u hiertegen ondernemen?

Antwoord 6

Zie het antwoord op de vragen 2 en 3 en op vraag 4.

Vraag 7

Wat is uw reactie op het bericht dat de extreem gewelddadige
loverboy/mensenhandelaar S.B. slechts is veroordeeld tot 7,5 jaar? Deelt
u de mening dat hij nooit meer op vrije voeten moet komen?

Antwoord 7

Tegen betrokkene is door de officier van justitie een straf van 12 jaar
geëist. Het openbaar ministerie heeft op 24 juli 2008 hoger beroep
aangetekend in deze zaak. Ik onthoud mij van commentaar op deze
rechterlijke beslissing.

Vraag 8

Hoe verschrikkelijk bang denkt u dat de slachtoffers van S.B. zijn die
eerst tegen hem moesten getuigen, en nu zien dat hij over een paar jaar
al weer vrij rond loopt? Wat gaat u voor hen doen?

Antwoord 8

Het is begrijpelijk dat slachtoffers van mensenhandel, en zeker van een
ernstig geval als het onderhavige, angstig zijn. Daarom is voor
slachtoffers van mensenhandel hulp beschikbaar bij het opbouwen van een
nieuw leven. Er zijn diverse opvangvoorzieningen waar slachtoffers van
mensenhandel gebruik van maken. Via het Coördinatiecentrum Mensenhandel
(Comensha) wordt voor slachtoffers opvang geregeld. Voor de maatregelen
die zijn genomen ter bescherming van de slachtoffers in deze zaak,
verwijs ik u graag naar de beantwoording van eerdere vragen over deze
zaak (vragen van het Tweede Kamerlid De Roon (PVV), nummer 2070821570).

Vraag 9

Deelt u de mening dat het verhogen van de prostitutieleeftijd naar 21
jaar meisjes in de leeftijd 16-20 jaar zal beschermen tegen dit soort
criminelen? Zo ja, per wanneer verhoogt u de prostitutieleeftijd naar 21
jaar?

Antwoord 9

De prostitutieleeftijd heeft in deze concrete zaak geen rol gespeeld.
Zoals ik heb aangegeven tijdens het Algemeen Overleg van 19 juni
jongstleden over de Tweede Evaluatie van de opheffing van het algemeen
bordeelverbod, zullen de maatregelen die momenteel op het terrein van
mensenhandel worden genomen en de intensivering van het
prostitutiebeleid mede tot betere bescherming en positieverbetering van
bedoelde groep prostituees leiden. Ik heb bij die gelegenheid
uiteengezet waarom ik op dit moment niet voornemens ben om de
minimumleeftijd voor prostitutie wettelijk te verhogen. Wel heb ik
toegezegd dat ik de ervaringen die op dit punt in Den Haag met een
convenant tussen exploitanten en beheerders van Haagse
raamprostitutiebedrijven zijn opgedaan, zal bezien.  

1) De Spits, 15 juli 2008

5556796/08/4 september 2008

  PAGE  4 /  NUMPAGES  4 



Ministerie van Justitie



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving



Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden





Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen.

