[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Weekers omtrent de groeiramingen van het CBS

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D02664, datum: 2008-09-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05055:

Preview document (🔗 origineel)


Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister en de Staatssecretaris van
Financiën, de beantwoording van de vragen van het lid Weekers (VVD)
omtrent de groeiramingen van het CBS. 

1. 

Kent u het bericht “CBS zet Planbureau en analisten op verkeerde been
met sombere cijfers”? 

Antwoord

Ja.

2. 

Wat vindt u van de kritiek dat het CBS er maar niet in slaagt snel een
goed beeld te geven van de ontwikkeling van de Nederlandse economie?

3. 

Is het waar dat het CBS 2 tot 2,5 jaar na dato de cijfers nog moet
bijstellen en dat uit de bijstelling zou blijken dat het CBS er
structureel naast zit?

Antwoord 2 en 3

Die kritiek deel ik niet. Het CBS geeft zo snel en zo goed mogelijk een
beeld van de economische ontwikkeling net zoals dat door statistische
bureaus in andere landen gebeurt. Het is echter niet voor niets dat er
een periode van 2,5 jaar zit tussen de eerste voorlopige raming en de
definitieve cijfers. 

De eerste publicatie van een voorlopige raming is 45 dagen na afloop van
het verslagkwartaal conform de Europese afspraken. Vervolgens past het
CBS, net als statistiekbureaus in andere landen, de cijfers over de
economische groei aan tot 2,5 jaar na het verstrijken van een
kalenderjaar waarop de cijfers betrekking hebben op basis van nieuwe en
uitgebreidere informatie. In diverse andere landen loopt die periode op
tot 3-4 jaar. 

Het bijstellen van de cijfers tot 2,5 jaar na de eerste ramingen wordt
gedaan om beschikbare informatie te verwerken en de cijfers nog
nauwkeuriger te maken. Daarvan zijn gebruikers als het CPB op de hoogte.

Overigens heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in het najaar
van 2007, een zgn. ROSC-missie uitgevoerd. Tijdens deze missie van twee
weken werd de kwaliteit van de macro-economische statistieken
doorgelicht. De bevindingen van het IMF waren dat de Nederlandse
statistieken aan de hoogste internationale standaarden voldoen.  

4. 

Wat vindt u van de bewering dat het CBS “slachtoffer van
bezuinigingen” is die ten koste zijn gegaan van de kwaliteit?

Antwoord

Het CBS heeft de afgelopen jaren zijn werkwijze veranderd in verband met
het terugdringen van de administratieve lasten en vanwege beschikbaar
gekomen technieken van waarneming en verwerking. Het CBS werkt hierdoor
efficiënter en heeft invulling kunnen geven aan bezuinigingen bij de
Rijksdienst. De aandacht voor de kwaliteit van de statistiek is en
blijft een belangrijk punt bij deze ontwikkelingen

5. 

Hoe accuraat in termen van snelheid en betrouwbaarheid zijn de gegevens
van het CBS, afgezet tegen de accuratesse waarmee vergelijkbare
instellingen van andere landen werken?

Antwoord

In OESO-verband zijn de bijstellingen van de groeiramingen van de
lidstaten op een rijtje gezet. Daaruit blijkt overigens dat ook in
andere landen groeiramingen soms fors worden bijgesteld. Nederland
schaart zich daarbij onder de landen waarbij de bijstellingen het
geringst zijn.

6. 

Van welke bronnen is het CBS casu quo het Centraal Planbureau
afhankelijk als het gaat om aangeleverde data en in hoeverre zitten
hierin hiaten om snel een goed beeld te krijgen van de economische
ontwikkelingen in Nederland?

7. 

Is de Belastingdienst ook zo’n bron en hoe accuraat (in termen van
snelheid en betrouwbaarheid) zijn deze gegevens?

Antwoord 6 en 7

Teneinde de administratieve lasten verder terug te dringen vermindert
het CBS de enquêtering onder bedrijven en maakt het steeds meer gebruik
van bestaande administratieve bronnen. Zo onderzoekt het CBS op dit
moment de mogelijkheden om de BTW-bestanden van de Belastingdienst nog
intensiever te gebruiken voor het ramen van de omzet op korte termijn. 

Voor de eerste ramingen van de economische groei per kwartaal door het
CBS zijn de belangrijkste bronnen de maand- en kwartaalstatistieken voor
de totale omzet van bedrijven en de buitenlandse handel. Deze
statistieken zijn grotendeels gebaseerd op enquêtes bij bedrijven, maar
voor de gegevens over het kleinbedrijf wordt voor een aantal branches
ook gebruik gemaakt van de BTW-aangiftes van de Belastingdienst. De
CBS-statistieken worden verder aangevuld met gegevens over de overheid
van het Ministerie van Financiën en met andere informatie zoals van De
Nederlandse Bank en van het Landbouw Economisch Instituut. Belangrijke
hiaten in de broninformatie ten behoeve van de eerste raming zitten
vooral in de beschikbaarheid van (directe) gegevens over diensten,
investeringen en voorraden, en consumptieve bestedingen. 

Voor de definitieve raming van de economische groei wordt gebruik
gemaakt van jaarstatistieken van het CBS, die gedetailleerde informatie
bevatten over productie en verbruik, consumptie, investeringen en
buitenlandse handel. Deze jaarstatistieken zijn grotendeels gebaseerd op
waarneming bij bedrijven en overheid en daarnaast op gegevens uit
diverse administratieve bronnen. Naast gegevens over BTW en andere
belastingen kan men hierbij bijvoorbeeld denken aan gegevens uit Walvis,
het Sociale Uitkeringen Bestand en gegevens uit de Landelijke Medische
Registratie (LMR). Het is daarbij van belang dat veranderingen in
registraties ook gewogen worden op het belang van het CBS om goede
cijfers te kunnen produceren met een zo laag mogelijke administratieve
lastendruk. Ik overweeg te bezien in welke mate daarvoor meer waarborgen
nodig en mogelijk zijn. CBS en Belastingdienst hebben in dit kader
inmiddels afgesproken te komen tot een geregeld overleg.

8. 

Met welke kwaliteit bent u tevreden en wat is er nodig om het CBS snel
een goed beeld te laten leveren van de ontwikkeling van de Nederlandse
economie opdat het Centraal Planbureau en analisten hun voorspellingen
kunnen baseren op de juiste uitgangspunten?

Antwoord

In het besef dat er altijd afwijkingen zullen zijn tussen een voorlopige
raming en een definitieve is er een prestatienorm voor de meting van de
economische groei ontwikkeld. Deze norm houdt in dat de eerste raming
van de economische groei per kwartaal in minder dan 25% van de gevallen
een bijstelling kent die groter is dan 0,75 procentpunt naar boven of
naar beneden. De kwaliteit en beschikbaarheid van de gebruikte
broninformatie is grotendeels bepalend voor de noodzaak tot
bijstellingen. Zoals gezegd voert het CBS permanent acties uit ter
verbetering van de ramingen in overleg met de buitenwereld, inclusief
het CPB. Daarbij spiegelt het zich aan internationale ontwikkelingen.
Niettemin is onzekerheid inherent aan het maken van ramingen en zullen
er afwijkingen en bijstellingen blijven bestaan, immers de economische
werkelijkheid is dynamisch en er bestaat een permanent spanningsveld
tussen de wens om ontwikkelingen te vangen en de wens om stabiele
methoden te hanteren en cijfers die weinig bijgesteld hoeven te worden
te genereren in Nederland alsook elders. Gebruikers zijn daarvan
volledig op de hoogte. Overigens dient gerealiseerd te worden dat acties
ter verbetering van de kwaliteit van de ramingen pas op enige termijn
zichtbaar worden in een vermindering van de bijstellingen. 

(w.g.)	drs. F. Heemskerk

 Het Financieel Dagblad, 10 juli 2008

 EFC Report on information requirement in the Economic and Monetary
Union (EMU)

 STD/CSTAT/WPA (2006) 9, d.d. 27 september 2006,    STD/NAES (2005) 24,
d.d. 17 oktober 2005

Volgvel minute

 \PAGE 4 

Paraaf en datum

Minute





Auteur	Toestelnummer	Classificatienummer

drs. M.J. Koolen	7376

	Datum	Uiterste verzenddatum	Verzendwijze





Aan	Informatiekopie aan	Medeafdoening van ons kenmerk

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA  ‘s-GRAVENHAGE

	Visser, Balje (AEP), Smits, Van der Veer (FEZ) Spannenburg, Renaud
(CBS)	

Medeparaaf en datum

DG CBS:

Minister van Financiën: 

Leeftink (AEP):

Visser (BSG):



Datum	Uw kenmerk	Ons kenmerk	Bijlage(n)

	2070825160	A/BSG / 8121797

	Onderwerp



	Kamervragen Weekers omtrent de groeiramingen van het CBS



Bezoekadres	Doorkiesnummer	Telefax

Bezuidenhoutseweg 30	070-3797376	070-379841

Hoofdkantoor

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC  's-Gravenhage	Telefoon 070-379 6106

Telefax 070-379 6154

Email f.heemskerk@minez.nl

Website www.minez.nl	Behandeld door



drs. M.J. Koolen



Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden