[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Arib en Dijsselbloem over lijfstraffen in het islamitische weekendonderwijs

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D02673, datum: 2008-09-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05027:

Preview document (🔗 origineel)


	Postadres: Postbus 20301, 2500 EH  Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal 

Postbus 20018 

2500 EA Den Haag

	Bezoekadres

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Telefoon (070) 3 70 69 73

Fax (070) 3 70 79 75

www.justitie.nl

Datum	4 september 2008

	Ons kenmerk	5557008/08/DJJ

	Bijlage(n)	diverse

	Onderwerp	Tweede Kamervragen leden Arib en Dijsselbloem (PvdA) over
lijfstraffen in het islamitische weekendonderwijs 

























	

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin en de
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Dijksma, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Arib en
Dijsselbloem (beiden PvdA) aan de Ministers van Justitie en voor Jeugd
en Gezin en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
over lijfstraffen in het islamitische weekendonderwijs (ingezonden 30
juni 2008).  

De Minister van Justitie, 

Vragen van de leden Arib en Dijsselbloem (beiden PvdA) aan de ministers
van Justitie en voor Jeugd en Gezin en de staatssecretaris van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Dijksma, over lijfstraffen in het
islamitisch onderwijs. (Ingezonden 30 juni 2008, 2070824080)

1.

Zijn bij u of één van uw diensten signalen bekend over lijfstraffen of
andere vormen van geweld tegen kinderen binnen dit soort onderwijs? Zo
ja, sinds wanneer en hoe hebben deze signalen u bereikt? 1)

2. 

Gaat het hier om een probleem dat zich alleen binnen het Stadsdeel
Slotervaart in Amsterdam voordoet of komt dit probleem ook elders in het
land voor waar Islamitisch weekendonderwijs en andere vormen van
particuliere koranlessen wordt georganiseerd?

Antwoorden: 

Dergelijke signalen hebben ons niet bereikt.

3.

Hebt u zicht op de omvang van dit probleem? Zo neen, bent u bereid
binnen afzienbare tijd een onderzoek hiernaar te doen? Is het mogelijk
dat de Inspectie Jeugdzorg of de onderwijsinspectie op korte termijn
gesprekken voert met ouders, kinderen en anderen betrokkenen om in ieder
geval de kinderen die nu gebruik maken van dit soort onderwijs te
beschermen? 

Antwoord: 

De recente signalen uit Slotervaart over de zorgelijke kwaliteit van het
islamitisch godsdienstonderwijs op weekendscholen nemen wij uiterst
serieus. Vandaar dat op 1 juli 2008 de Minister voor WWI en de
Staatssecretaris van OCW de Kamer hebben geïnformeerd over het
voornemen een verkennend onderzoek te starten.  Over de resultaten van
dit onderzoek zal uw Kamer worden geïnformeerd. Mocht dit onderzoek
stuiten op strafbare feiten, dan zal hierbij ook het Openbaar Ministerie
betrokken worden.

Een rol voor de Inspectie Jeugdzorg of de Inspectie Onderwijs zien wij
hier niet weggelegd. Het islamitische weekendonderwijs valt buiten de
verantwoordelijkheden en taken van beide inspecties.   

4.

Deelt u de mening dat lijfstraffen in strijd zijn met het Burgerlijk
Wetboek, waarin staat dat  “gebruik van geestelijk of lichamelijk
geweld jegens of van enige andere vernederende behandeling van kinderen
in de verzorging en opvoeding” niet mag? Zo ja, welke sancties bent u
bereid te ondernemen tegen degene die zich schuldig maken aan dit soort
praktijken? 

Antwoord:

Ja, in artikel 247 Burgerlijk Wetboek is als norm neergelegd: de
verzorging en opvoeding van het kind vinden plaats zonder toepassing van
geestelijk of lichamelijk geweld of van enige andere vernederende
behandeling. Zowel binnen als buiten het gezin zijn de ouders
verantwoordelijk voor de veiligheid van hun kinderen. Ouders mogen hun
kinderen niet in een onveilige situatie brengen of laten zitten. In
artikel 248 is bepaald dat dit artikel van overeenkomstige toepassing is
op de voogd of degene die de minderjarige verzorgt en opvoedt zonder dat
hem/haar het gezag over die minderjarige toekomt.

Degenen die zich schuldig maken aan het uitdelen van lijfstraffen kunnen
strafrechtelijk, al dan niet ambtshalve, worden vervolgd, afhankelijk
van het delict. 

Trouw, 20 juni 2008

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de
leden Fritsma en Wilders (beiden PVV), ingezonden 30 juni (vraagnummer
2070824070).

 Tweede Kamer vergaderjaar 2007-2008, 31200 VIII, nr.199

5557008/08/DJJ/4 september 2008

  PAGE  2 /  NUMPAGES  3 



Ministerie van Justitie



Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties



Directie Justitieel Jeugdbeleid





Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen.

