Preview document (🔗 origineel)

---

              

EU-STAF

NOTITIE





Aan

Cc.	Leden en plv leden commissie voor VROM

Leden en plv leden vaste commissie voor Europese Zaken



Onderwerp	Implementatieoverzicht tweede kwartaal 2008



	Dienst	DCO Internationaal & Ruimtelijk – staf EU

Griffier	Daan Huisinga, griffier vaste commissie voor Europese Zaken

Opgesteld door	Anne den Hollander, commissieadviseur Europese Zaken  

Datum	27 augustus 2008

Nummer	08-EU-N-138



Toestel	070 - 318 2334



E-mail	  HYPERLINK "mailto:a.dhollander@tweedekamer.nl" 
a.dhollander@tweedekamer.nl 



Aanleiding

De Kamer ontving op 15 juli 2008 het Implementatieoverzicht tweede
kwartaal 2008. De voor uw commissie relevante onderdelen worden in deze
notitie belicht.

Advies

( Desgewenst betrekken bij AO Milieuraad 9 oktober 2008. 

Kern

De totale implementatieachterstand voor de gehele rijksoverheid is voor
het tweede achtereenvolgende kwartaal gestegen, nadat in 2007 een daling
was ingezet. Momenteel is VROM het eerstverantwoordelijke ministerie
voor de implementatie van 13 richtlijnen waarvan er 1 te laat is (ten
opzichte van 2 in het vorige kwartaal) en waarvan 4 richtlijnen een
risico lopen te laat te worden geïmplementeerd (ten opzichte van 4 in
het 

vorige kwartaal). In het afgelopen tweede kwartaal zijn 2 richtlijnen
(te laat) geïmplementeerd en 1 richtlijn op tijd. 

Nota bene: Op 23 mei 2008 heeft de minister van VROM de Kamer een
notitie doen toekomen over de mogelijkheden om implementatieprocedures
van EG-richtlijnen te versnellen. Hierin kondigt zij aan voornemens te
zijn inmiddels afgesloten implementatietrajecten met grote
overschrijdingen te evalueren om daarvan te leren en procedurele en
instrumentele verbeteringen door te voeren op het departement of
voorstellen te doen om tot aanpassingen in interdepartementale kaders te
komen. 

Daarnaast heeft de Algemene Rekenkamer op 16 juni 2008 een rapport
gepubliceerd over de implementatie van Europese richtlijnen en de
handhaving van Europese verordeningen in Nederland. De Rekenkamer
vermeldt dat de Kamer de minister van VROM eind 2007 ter verantwoording
heeft geroepen over de omzettingsproblemen. De vaste commissie voor de
Rijksuitgaven heeft reeds vragen gesteld in het kader van een
schriftelijk overleg. 

Toelichting

Te laat

Uit het laatste kwartaaloverzicht blijkt dat VROM momenteel het
eerstverantwoordelijke ministerie is voor de implementatie van 13
richtlijnen waarvan er 1 te laat is, te weten de Richtlijn betreffende
het beheer van de zwemwaterkwaliteit: De implementatietermijn is op 24
maart 2008 verstreken. De achtergrond van de overschrijding van de
implementatiedatum is volgens de begeleidende brief dat veel overleg
nodig is geweest met uitvoeringsinstanties en bevoegde autoriteiten over
de uitvoering en toedeling van bevoegdheden in het kader van de
implementatie van deze richtlijn. De opgelopen vertraging kan volgens de
begeleidende brief helaas niet worden ingehaald. Het wetsvoorstel is op
5 juli 2008 aan de Kamer aangeboden. De twee AMvB’s zijn nog niet in
de ministerraad behandeld. Er loopt een ingebrekestellingsprocedure van
de Europese Commissie jegens Nederland vanwege overschrijding van de
implementatietermijn.

Risico te laat

Uit het laatste kwartaaloverzicht blijkt dat de volgende 4 richtlijnen
een risico lopen te laat te worden geïmplementeerd:

Richtlijn betreffende de bescherming van het grondwater tegen
verontreiniging en achteruitgang van de toestand: In de toelichting bij
het vorige kwartaaloverzicht werd de vraag opgeworpen of wijziging van
de Wet op de waterhuishouding nog nodig is. Uit onderhavig
kwartaaloverzicht blijkt dat de Richtlijn wordt geïmplementeerd door
middel van een AMvB (Besluit doelstellingen ter omzetting van de
Kaderrichtlijn Water). De AMvB is nog niet in de ministerraad behandeld,
terwijl de uiterste geplande datum daarvoor 2 juni 2008 was. Naar
verwachting wordt het Besluit in september aan de Raad van State
aangeboden voor advies. Volgens het implementatieoverzicht volgt voor-
en nahang. De implementatietermijn verstrijkt op 16 januari 2009. 

Richtlijn tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke
informatie in de Gemeenschap (Inspire): Het wetsvoorstel is op 9 juni
2008 aan de Raad van State aangeboden voor advies, 85 dagen na de
geplande uiterste termijn. De implementatietermijn verstrijkt op 15 mei
2009.

Nieuw ten opzichte van eerste kwartaaloverzicht 2008:

Richtlijn  betreffende toezicht en controle op overbrenging van
radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof: De betreffende AMvB
wordt volgens het overzicht in augustus 2008 in de ministerraad
behandeld, terwijl de geplande uiterste datum daarvoor 11 mei 2008 was.
De implementatietermijn verstrijkt op 25 december 2008.  

Richtlijn tot instelling van een systeem voor de identificatie en de
traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik: De
implementatietermijn is voor deze Richtlijn is korter dan 18 maanden
(namelijk 12 maanden). Er komt volgens het overzicht dan ook geen
implementatieplan. Behandeling in de ministerraad heeft nog niet
plaatsgevonden. De implementatietermijn verstrijkt op 5 april 2009.

Overigens wordt de implementatie van de Richtlijn luchtkwaliteit van 20
mei 2008 voortvarend ter hand genomen. Het wetsvoorstel wordt in
september 2008 verwacht. 

Belang en noodzaak van tijdige implementatie

De tijdige implementatie van EG-richtlijnen en EU-kaderbesluiten is om
meerdere redenen belangrijk: 

Ten eerste heeft Nederland zich hieraan gecommitteerd. 

Te late implementatie kan de Europese Commissie er toe bewegen
inbreukprocedures te starten bij het Europese Hof van Justitie, wat kan
leiden tot financiële sancties aan het adres van de Nederlandse Staat.
Onder het nieuwe EU-Verdrag van Lissabon wordt bovendien de procedure
voor het opleggen van financiële sancties bij te late implementatie
versneld.

Te late implementatie kan nadelige gevolgen hebben voor burgers en
bedrijven die vervolgens naar de rechter moeten stappen om hun rechten
voortkomend uit het gemeenschapsrecht af te dwingen.

Uitleg kwartaaloverzicht

Uit het kwartaaloverzicht blijkt per richtlijn in welk stadium de
behandeling zich bevindt en wat de gerealiseerde data van de
verschillende stappen in het wetgevingsproces zijn. Tevens worden de
geplande uiterste data van de verschillende stappen weergegeven. Deze
geplande uiterste data worden automatisch geproduceerd door terug te
rekenen vanaf de implementatiedatum. Aan elke stap in het
wetgevingsproces wordt een bepaalde tijd toegerekend, die overigens kan
worden gewijzigd. Zo worden standaard zes maanden ingepland voor
behandeling in de Tweede Kamer. 

Rapport Algemene Rekenkamer over implementatie van richtlijnen en
handhaving van verordeningen

Hoofdconclusie van de Algemene Rekenkamer is dat het tempo waarin
Nederland

Europese richtlijnen nationaal toepasbaar maakt en kwaliteit waarmee
Europese verordeningen worden gehandhaafd, tekort schieten. Specifiek
ten aanzien van het ministerie van VROM kan het volgende uit het rapport
worden gedestilleerd. Het ministerie heeft relatief veel richtlijnen om
te zetten: van het totale aantal van 539 (2001-2006) komen er 58 voor
rekening van VROM. VROM heeft in dat tijdsbestek 81% van de richtlijnen
te laat omgezet, waarbij de gemiddelde overschrijding van de
implementatietermijn 296 dagen is. Dit terwijl het slechts in 8,5% van
de gevallen ging om formele wetten. 

De Rekenkamer stelt dat de ministeries met de grootste
omzettingsproblemen – Financiën, Justitie en VROM –hun
omzettingsorganisatie grondig tegen het licht zouden moeten houden en
moeten nagaan waar zich de knelpunten voordoen (zoals de minister van
VROM reeds heeft aangegeven voornemens zijn te doen). In de reactie van
de bewindspersonen staat dat de minister van VROM de conclusie
onderschrijft dat de organisatie van de omzetting beter kan. Zij geeft
aan dat het percentage te late omzettingen bij haar ministerie relatief
hoog is omdat de richtlijnen in kwestie dikwijls zeer complexe
richtlijnen zijn die in de regelgeving van verschillende departementen
geïmplementeerd moeten worden (VROM heeft veruit het meest te maken met
departementoverstijgende implementatie). Daarom zou meer naar de
interdepartementale organisatie van omzetting moeten worden gekeken. De
Rekenkamer is positief over het feit dat de minister van VROM
voorstander is van versterking van de interdepartementale organisatie
van de implementatie, maar acht de voorstellen hiertoe nog weinig
verstrekkend. De Rekenkamer wijst daarbij op de plicht van het kabinet
om de verantwoordelijkheid die Nederland als lidstaat heeft op centraal
niveau te bewaken.

De Rekenkamer stelt ook dat er tekortkomingen zijn in de
handhavingspraktijk van verordeningen. Van negen Europese verordeningen
is de Rekenkamer nagegaan hoe de handhaving in de praktijk plaatsvindt. 
Handhavers stellen volgens de Rekenkamer lang niet altijd een
risicoanalyse op, weten vaak niet precies welke bedrijven ze allemaal
moeten controleren en hebben nauwelijks inzicht in de mate waarin deze
bedrijven de verordeningen naleven. Dat geldt volgens de Rekenkamer
bijvoorbeeld voor de VROM-Inspectie bij het beschermen van het milieu en
de volksgezondheid tegen gevaarlijke chemische stoffen (Verordening
304/2003). 

Nota bene	

Het kabinet meldt in de begeleidende brief bij het
implementatieoverzicht dat Nederland zich volgens de meest recente
cijfers van de Europese Commissie bij de implementatie van richtlijnen
met een 13de plaats in de middenmoot bevindt. Dit is opmerkelijk daar
bij de eerste kwartaalrapportage nog werd gemeld dat Nederland volgens
het Interne Markt Scoreboard van de Europese Commissie goed scoorde met
een vijfde plaats in de EU. 

 Kamerstuk 21109, nr. 185 (met bijlage)

 Het betreft 2 oude en 2 nieuwe Richtlijnen. Van de 4 richtlijnen
waarbij er in het vorige kwartaal een klein risico bestond dat deze te
laat zouden worden geïmplementeerd is er inmiddels 1 geïmplementeerd
en is de dreigende achterstand bij 1 richtlijn ingelopen.

 Richtlijn over milieuaansprakelijkheid m.b.t. het voorkomen en
herstellen van milieuschade; Richtlijn betreffende het beheer van afval
van winningsindustrieën.

 Richtlijn tot wijziging van de Richtlijn  betreffende het toegestane
geluidsniveau en de uitlaatinrichtingen van motorvoertuigen.

 Kamerstuk 21109, nr. 181

 Kamerstuk 31498, nr. 1

 07-VROM-B-072

 vra2008ru-23

 Kamerstuk nr. 31527

 De gemeenschapstrouw ex art. 10 EG-Verdrag.

 Kamerstuk 31498, nr. 1

  



Onderwerp	Implementatieoverzicht tweede kwartaal 2008 VROM



	Vervolg stafnotitie

Deze notitie is uitsluitend bestemd voor intern gebruik door de leden.
Bladzijde	  PAGE  4