[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van der Ham inzake de inrichting en financiering van de filmsector

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D02901, datum: 2008-09-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05263:

Preview document (🔗 origineel)


Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid Van der
Ham van uw Kamer inzake de inrichting en financiering van de
filmsector.   

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met
kenmerk 2070828220.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

  

 

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Van der
Ham van                                                    de
Tweede Kamer der Staten-Generaal 

aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

(ingezonden d.d. 27 augustus kenmerk 2070828220)

1. 

Kunt u aangeven op welke wijze de vijf rijksgesubsidieerde filmfestivals
worden gecompenseerd voor het teruglopen of wegvallen van de
mogelijkheden een beroep te doen op HGIS- of andere internationale
middelen, in navolging van het aanvullend advies van de Raad voor
Cultuur d.d. 8 juli 2008, zodat er wordt voorkomen dat de festivals hun
toegezegde matchinggelden uit het Media Programma van de Europese
Commissie moeten terugbetalen?

Voorheen konden de festivals direct bij het ministerie van Buitenlandse
Zaken aankloppen. Nu kunnen zij een beroep doen op de internationale
middelen die aan het Nederlands Fonds voor de Film gedelegeerd zijn.

2. 

Is het waar dat het filmfonds bij de overdracht onvoldoende
HGIS-cultuurmiddelen heeft gekregen om dit structureel op te lossen maar
slechts incidenteel? Kunt u uw antwoord toelichten?

In 2007 is het budget van het filmfonds incidenteel aangevuld. Ik ben
voornemens dat ook in 2008 te doen. Over de verdeling van de middelen in
de jaren 2009 e.v. heb ik nog geen besluit genomen.

3. 

Hoe zijn de taken en functies die nu door het Nederlands Instituut voor
Filmeducatie (NIF), de Filmbank en Holland Film worden uitgevoerd,
gebudgetteerd voor de komende vier jaar?

	

De subsidies aan het NIF, de Filmbank en Holland Film maken deel uit van
het Subsidieplan 2009 – 2012 dat op 16 september wordt gepresenteerd.

4. 

Wat is de stand van zaken ten aanzien van het sectorinstituut voor de
film en hoeveel extra middelen zijn hiervoor gereserveerd, daar de
beoogde functies en taken veel breder zijn dan de bestaande instellingen
op dit moment uitvoeren?

	

Ik heb onlangs de rapportage van de kwartiermaker ontvangen. Naar
aanleiding hiervan vindt overleg plaats met de betrokken instellingen
over de conclusies die hieruit getrokken kunnen en moeten worden. Op dit
moment zijn er geen extra middelen gereserveerd.

5. 

Waarom legt u de inhoudelijke beoordeling en prioritering van het
raadsadvies van 15 mei naast u neer, terwijl de consequentie daarvan is
dat bij een terugkeer naar niveau 2006 de filmsector een budgetverhoging
van bijna 60% misloopt? 

	

Op 16 september zal ik de Kamer berichten welke conclusies ik uit de
raadsadviezen heb getrokken. 

6. 

Wat verstaat u onder cultureel ondernemerschap, in de wetenschap dat bij
niveau 2006 de filmfestivals in het slechtste geval een Rijksbijdrage
van 10% van hun omzet krijgen en in het beste geval 17%, terwijl de
Raad onderschrijft dat zij een basis van ten minste 40% aan publieke
middelen nodig hebben?

	

Op 16 september ontvangt u het Subsidieplan met de voorgenomen
besluiten. 

7.

 Kunt u aangeven waarom u volgens de brief van 3 juli 2008 inzake
documentaires en animatie heeft besloten dat het filmfonds het
teledoc-project mee moet financieren uit eigen middelen, terwijl dit
helemaal niet voor de bioscoop is bedoeld?

	

Het filmfonds participeert al in projecten waarin enkel de publieke
omroep als medefinancier optreedt. Ik voeg hieraan toe dat de Raad voor
Cultuur de noodzaak van meer ondersteuning voor de documentaire
onderschrijft en van mening is dat het filmfonds de noodzakelijke
verhoging van het budget dient te vinden in een verschuiving binnen de
bestaande middelen. De publieke omroep heeft een substantieel bedrag
voor teledoc-projecten gereserveerd. Omdat ik voor de ontplooiing van de
Nederlandse film zeer aan de samenwerking met, onder meer, de publieke
omroep hecht, heb ik het filmfonds dan ook gevraagd extra ruimte voor
het teledoc-project vrij te maken. Dit is in lijn met het

raadsadvies. Overigens is in het verleden gebleken dat sommige
documentaires ook geschikt bleken voor bioscooproulatie.

8.

 Waarom resulteert het onderzoeksrapport van Berenschot over de
animatiefilm enkel in goede inhoudelijke voornemens, maar niet in
financiële ruimte?

	

Ik heb de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport van  Berenschot 
betrokken bij de formulering van de brief over de documentaire en
animatiefilm. De brief bevat voorstellen die concreet tot meer
budgettaire ruimte voor de animatiefilm leiden. In de eerste plaats
verwijs ik naar de maatregelen die het Filmfonds in lijn met de adviezen
van de Raad voor Cultuur gaat nemen: de aanstelling van een
animatie-intendant, vergroting van de budgettaire flexibiliteit en meer
focus op animatiefilms. Verder zal ik – in lijn met de aanbevelingen
van Berenschot – de komende drie jaar € 500.000 investeren om de
aansluiting tussen animatiefilmers en de gaming-industrie te bevorderen.
Hiermee sluit ik aan bij het experiment van het Stimuleringsfonds
Nederlandse Culturele Omroepproducties en het Fonds Beeldende Kunst,
Vormgeving en Bouwkunst om de culturele kwaliteit van gaming te
bevorderen.

blad   PAGE  3 /  NUMPAGES  3 

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Rijnstraat 50,  Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F
+31-70-4123456 www.minocw.nl 

Den Haag	  DOCPROPERTY _onskenmerk  Ons kenmerk 

DK/B&B/51147

	  DOCPROPERTY _uwbriefvan  Uw brief van 

  DOCPROPERTY uwbriefvan  27 augustus 2008 

	  DOCPROPERTY _uwkenmerk  Uw kenmerk 

  DOCPROPERTY uwkenmerk  2070828220 



8 september 2008







	

Onderwerp	  DOCPROPERTY _bijlagen   

  DOCPROPERTY bijlagen   



Vragen van het lid Van der Ham

	

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Rijnstraat 50,  Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F
+31-70-4123456 www.minocw.nl 

  DOCPROPERTY adres  De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag 

  DOCPROPERTY docnr  OCW 11446