Preview document (🔗 origineel)

---

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van de leden De
Nerée tot Babberich, Omtzigt en Blanksma over opkoopfondsen (Ingezonden
22 augustus 2008, 2070828000).

Hoogachtend,

De staatssecretaris van Financiën,

mr.drs. J.C. de Jager

Antwoorden naar aanleiding van vragen van de leden De Nerée tot
Babberich, Omtzigt en Blanksma (allen CDA) over opkoopfondsen.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel “Fiscus spekt kas van opkoopfondsen”?

Ja.

Vraag 2

Welke bedragen zijn er gemoeid met deze constructies? 

In verband met de vertrouwelijkheid van de informatie kan ik niet ingaan
op specifieke situaties. Het is echter zo dat de overname van een
Nederlands bedrijf door een buitenlands bedrijf waarbij de overname
zodanig wordt vormgegeven dat de betaalde rente in mindering kan komen
op de winst van de overgenomen vennootschap, niet beperkt is tot
zogenaamde opkoopfondsen. Dergelijke structurering komt ook voor bij
‘gewone’ bedrijven die een overname doen. In dit kader merk ik op
dat aandacht wordt besteed aan renteproblematiek in het kader van het
onderzoek naar de verdeling van de vennootschapsbelastingdruk
(Vpb-druk). Ik verwacht de uitkomsten hiervan dit najaar aan de Tweede
Kamer te zenden (zie mijn brief van 30 juni 2008, AFP2008-00443M). De
aftrek van rente bij overnames van Nederlandse bedrijven is hierbij een
aspect, maar ook de aftrek van rente door Nederlandse bedrijven bij de
overname van buitenlandse bedrijven en bij interne reorganisaties komt
hierbij aan de orde.

Vraag 3

Is er aanleiding om maatregelen te nemen tegen deze ontwikkelingen,
bijvoorbeeld het opnieuw introduceren, in aangepaste vorm, van het per 1
januari 2007 in het kader van de Wet  “werken aan winst” afgeschafte
artikel 15ad uit de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969?

Tot 2007 was in art. 15ad Wet Vpb een specifieke bepaling opgenomen
tegen zogenoemde overnameholdingconstructies. Deze bepaling kwam erop
neer dat de rente die wordt betaald aan een groepsmaatschappij in
verband met een acquisitie, alleen in aftrek gebracht kon worden op
‘eigen’ winsten van de overnemer. De aftrek van rente op de winsten
van de overgenomen vennootschap werd gedurende 8 jaar opgeschort
(rentetemporisatie). De rente kon echter wel normaal in aftrek worden
gebracht als werd aangetoond dat het concern als geheel voor de overname
een externe financiering aantrok. Per 2007 zijn de rentemaatregelen in
de vennootschapsbelasting gestroomlijnd. In dit kader is art. 15ad Wet
Vpb vervallen en is art. 10a, eerste lid, onderdeel c, Wet Vpb
uitgebreid. Het laatstgenoemde artikel beperkt de aftrek van rente die
wordt betaald aan een groepsvennootschap als de lening is aangegaan voor
de acquisitie van een andere vennootschap. Deze renteaftrekbeperking
vindt echter geen toepassing als bij de ontvanger voldoende heffing
plaats vindt over de rente, dan wel als zakelijke motieven kunnen worden
aangevoerd voor de acquisitie en voor de vormgeving van de financiering.
Bij het onderzoek naar de verdeling van de Vpb-druk wordt de werking van
dit artikel meegenomen.

 Zie o.a. de Volkskrant en het Financieel Dagblad, 21 augustus 2008

 Tevens werd geëist dat de rente bij de schuldeiser in de grondslag
werd betrokken van een belasting naar de winst of het inkomen.

	 PAGE  3  /  NUMPAGES \* ARABIC \* MERGEFORMAT  3 

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG

Directie Directe Belastingen



Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

8 september 2008



DB/2008/490U

Onderwerp

Vragen van de leden De Nerée tot Babberich, Omtzigt en Blanksma over
opkoopfondsen



Inlichtingen

dhr. mr. M.J.van der Torre 

T 070-3427671

F 070-3427992

E m.j.torre@minfin.nl



Geachte voorzitter,