[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Fritsma, De Roon en Wilders over het door Duitsland uitzetten van een eermoordenaar

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D03292, datum: 2008-09-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05150:

Preview document (🔗 origineel)


	Postadres: Postbus 20301, 2500 EH  Den Haag 

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer 

der Staten-Generaal 

Postbus 20018

2500 EA  Den Haag  	Bezoekadres

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Telefoon (070) 3 70 79 11

Fax (070) 3 70 79 72

www.justitie.nl 

Onderdeel	Directie Vreemdelingenbeleid

	Datum	9 september 2008

	Ons kenmerk	5559692/08

	Uw kenmerk	2070827020

	Bijlage(n)	1

	Onderwerp	Vragen van de ledenFritsma, De Roon en Wilders (allen PVV)
over het door Duitsland uitzetten van een eermoordenaar.

















	Hierbij zend ik u mede namens de Staatssecretaris van Justitie de
antwoorden op de schriftelijke vragen (met nummer 2070827020) van de
leden Fritsma, De Roon en Wilders over het door Duitsland uitzetten van
een eermoordenaar. 

De Minister van Justitie,

Antwoorden van de Minister en de Staatssecretaris van Justitie op vragen
van de leden Fritsma, De Roon en Wilders over het door Duitsland
uitzetten van een eermoordenaar (ingezonden 7 augustus 2008, nr.
2070827020). 

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat Duitsland een Duitse Turk heeft
uitgezet die zich schuldig heeft gemaakt aan eerwraak? 

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de Duitse autoriteiten het goede voorbeeld geven
door deze in Duitsland geboren Turk het land uit te zetten? Zo neen,
waarom niet?

Vraag 3

Deelt u voorts de mening dat de Duitse autoriteiten het goede voorbeeld
geven door deze moordenaar niet als echte Duitser te beschouwen, omdat
het plegen van eerwraak strijdig is met onze westerse kernwaarden? Zo
neen, waarom niet?

Vraag 4

Erkent u dat Duitsland het probleem van eerwraak daadkrachtiger aanpakt
dan u dat doet, omdat u daders van eerwraak enerzijds veel te licht
worden gestraft en anderzijds niet het land worden uitgezet, zelfs
wanneer ze hier jarenlang zonder verblijfsvergunning wonen (zoals in de
zaak onder IND dossiernummer 9111120159)? Zo neen, waarom niet?

Antwoorden 2, 3 en 4

Volgens de berichtgeving heeft het Verwaltungsgericht Stuttgart bepaald
dat de Duitse autoriteiten in overeenstemming met het Duitse beleid
terzake hebben gehandeld. Het vonnis is nog niet schriftelijk
verkrijgbaar bij het Verwaltungsgericht Stuttgart. In zijn algemeenheid
geldt dat rechterlijke uitspraken geen nadere kwalificaties behoeven.

De veronderstelling die in vraag 4 wordt gedaan deel ik niet. Ook in
Nederland is het staand beleid dat criminele vreemdelingen, na ommekomst
van een eventuele gevangenisstraf, en na ongewenst te zijn verklaard,
uit Nederland worden verwijderd. 

Voor de maatregelen en de tot dusver geboekte resultaten met betrekking
tot de aanpak van eergerelateerd geweld verwijs ik u naar de vierde
voortgangsrapportage van het Programma Eergerelateerd Geweld 

van 27 juni 2007 (TK, 2007-2008, 30 388, nr. 30). Een stand van zaken
met betrekking tot de in de vraag 4 aangehaalde individuele zaak zal ik
opnemen in de beantwoording van de schriftelijke vragen d.d. 17 juli
2008 van het lid Fritsma (PVV).

Vraag 5

Erkent u dat allochtonen die er barbaarse cultuuruitingen als eerwraak
op nahouden niets in Nederland te zoeken hebben? Zo neen, waarom niet?

Vraag 6

Bent u bereid om het Duitse voorbeeld te volgen en alle allochtone
daders van eerwraak, zo nodig na denaturalisatie, het land uit te zetten
zodra ze een zware gevangenisstraf hebben uitgezeten? Zo neen, waarom
niet?

Antwoorden 5 en 6

Het kabinet acht eerwraak en eergerelateerd geweld net als alle andere
geweldsvormen ontoelaatbaar. De inspanningen van de regering zijn erop
gericht om een ieder die zich schuldig maakt aan dergelijke strafbare
feiten strafrechtelijk te vervolgen. De definitie die het kabinet
hanteert voor de aanpak van eergerelateerd geweld maakt geen onderscheid
naar de herkomst van personen of groepen. Voor het beleid ten aanzien
van criminele vreemdelingen verwijs ik naar de antwoorden 2, 3 en 4. 

Voor wat betreft Nederlanders geldt dat de Rijkswet op het
Nederlanderschap geen bepaling bevat op grond waarvan intrekking van het
Nederlanderschap wegens gepleegde criminele feiten mogelijk is.
Invoering van een dergelijke bepaling wordt evenmin overwogen. Het
Europees Nationaliteitsverdrag (Trb. 1998, 10), waartoe ook het
Koninkrijk der Nederlanden is toegetreden, beperkt de mogelijkheden op
grond waarvan de nationaliteit kan worden ingetrokken. Op grond van
artikel 7, eerste lid, onder d, van het Verdrag is intrekking wegens
(criminele) gedragingen alleen mogelijk indien het gedrag betreft dat de
essentiële belangen van de staat wezenlijke schade toebrengt. De
toelichting bij het Europese Nationaliteitsverdrag vermeldt hoogverraad
en spionage voor een andere staat als voorbeelden van gedrag dat een
aantasting van de essentiële belangen van de staat is, en stelt tevens
dat misdrijven van algemene aard, hoe ernstig ook, niet worden bedoeld.
Bovendien geldt dat na een eventuele ontneming van het Nederlanderschap
niet zonder meer sprake zal/kan zijn van een uitzetting. Onder
omstandigheden (artt. 3 en/of 8 EVRM) kan het zo zijn dat aan betrokkene
verblijfsrecht op grond van de Vreemdelingenwet 2000 moet worden
verleend.

 NOS Teletekst, 5 augustus 2008

5559692/08/9 september 2008



  PAGE  2 /  NUMPAGES  \* MERGEFORMAT  3 



Ministerie van Justitie



Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken 



Directie Vreemdelingenbeleid



Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen. 

