[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [πŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Thieme over de eiercontrole

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D03467, datum: 2008-09-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05084:

Preview document (πŸ”— origineel)


  FORMTEXT  Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 

  FORMTEXT  Directie Landbouw 

  FORMTEXT  Bezuidenhoutseweg 73 

Postadres:   FORMTEXT  Postbus 20401 

  FORMTEXT  2500 EK  's-Gravenhage 

Telefoon:   FORMTEXT  070 - 3786868 

Fax:   FORMTEXT  070 - 3786100 











  FORMTEXT  De Voorzitter van de Tweede Kamer 

  FORMTEXT  der Staten-Generaal 

  FORMTEXT  Postbus 20018 

  FORMTEXT  2500 EA  's-GRAVENHAGE 

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT  22 juli 2008 	  FORMTEXT  2070825940 	  FORMTEXT  DL.
2008/2145 	  FORMTEXT  10 september 2008 

  FORMTEXT  Kamervragen over eiercontrole in supermarkten 	  FORMTEXT 
3784231 	  FORMTEXT        

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Thieme
(PvdD) over de eiercontrole.

1

Kent u het bericht β€œCBL: VWA moet controle eieren overnemen”? 1) 

Ja.

2, 4 en 6

Hoe beoordeelt u de constatering van het Centraal Bureau
Levensmiddelenhandel (CBL) dat het controlebureau (CPE) faalt in haar
toezicht en dat er verkeerd gestempelde eieren via de supermarkten
worden aangeboden, zonder dat CPE daar adequaat toezicht op uitoefent? 

Deelt u de mening van meneer Roos dat het CPE-toezicht faalt? Zo neen,
waarom niet? 

Zo ja, op welke wijze bent u voornemens in te grijpen om te komen tot
adequaat toezicht en bescherming van de consument?

Bent u bereid een zodanig systeem van controle en handhaving in te
richten dat consumenten kunnen beschikken over 100% betrouwbare
informatie over de herkomst van door hen aangeschafte eieren? Zo ja, op
welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet? 

Het CBL is van mening dat het CPE overtredingen van de voorschriften uit
de handelsnormen voor eieren, die in de supermarkten zijn geconstateerd,
in de voorgaande schakels van de eierketen had moeten constateren. 

De handelsnormen zijn echter van toepassing op alle schakels van de
keten. Elke schakel is dan ook zelf verantwoordelijk voor een juiste
naleving en kan bij overtreding daarop worden aangesproken. Over de
kwaliteit van de door een voorliggende schakel geleverde producten
kunnen onderling afspraken worden gemaakt. Het is dan aan de ontvangende
schakel om te controleren of de partij voldoet aan de gemaakte
afspraken. 

De supermarkten, en niet het CPE, zijn derhalve zelf verantwoordelijk
voor de kwaliteit van de eieren in de winkelschappen.

Het CPE controleert en keurt niet elke partij eieren. Dat is fysiek
onmogelijk en ook niet de taak van het CPE. Het CPE is uitsluitend
verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de handelsnormen
zoals neergelegd in Verordening (EG) nr. 1234/2007 in samenhang met
Verordening (EG) nr. 589/2008. Het CPE ziet toe op de naleving van de
handelsnormen in alle schakels van de keten, waaronder de supermarkten.
Dit doet het CPE op basis van een risicobenadering. Dit betekent dat in
de schakel waar naar verwachting meer overtredingen te verwachten zijn,
het CPE vaker komt controleren. Daarom worden eierpakstations,
afhankelijk van de omzet, jaarlijks meerdere keren gecontroleerd door
het CPE, terwijl de supermarkten op dit moment één keer in de vijf
jaar worden gecontroleerd. De controleplannen worden vastgesteld door
het bestuur van het CPE, waar het CBL zitting in heeft. Wanneer de
controleresultaten daar aanleiding toe geven, kan het CPE de
controlefrequentie verhogen. Indien blijkt dat in een bepaalde schakel
de naleving onder de maat is, intensiveert het CPE het toezicht. Hiermee
kan echter niet worden voorkomen dat op enig moment eieren verhandeld
worden die niet aan de handelsnormen voldoen. Indien dit vervolgens door
het CPE geconstateerd wordt, dan treedt het CPE daartegen op.

In het licht van het bovenstaande is het CPE bevoegd bij de
verschillende schakels in de eierketen een minimum aantal vooraf
vastgestelde steekproefgewijze controles uit te voeren en hiervoor een
kostendekkend tarief in rekening te brengen. Het toezicht op de
handelsnormen voor eieren acht ik op deze wijze adequaat vormgegeven. Ik
zie geen aanleiding om de inhoudelijke vormgeving van dit toezicht aan
te passen. 

3 en 5

Deelt u de mening van meneer Roos dat de VWA de meest aangewezen
instantie is om toezicht uit te oefenen op de kwaliteit en herkomst van
de aangeboden eieren?

Hoe beoordeelt u de CBL-uitspraak β€œCPE moet gewoon uit de winkels en
we willen zeker niet voor de controles betalen”?

Het CPE is op grond van artikel 13 van het Landbouwkwaliteitsbesluit
2007 belast met de uitvoering van het toezicht op de handelsnormen voor
eieren in alle schakels van de eierketen. Zoals ik heb aangegeven in
mijn antwoord van 11 juli jl. op Kamervragen van de leden Aptroot en
Snijder-Hazelhoff (DL. 2008/1620) ben ik bereid, vanwege een mogelijke
verbetering van de efficiΓ«ntie van de controles op de winkelvloer,
binnen de huidige kaders van de Landbouwkwaliteitswet een praktische
samenwerking c.q. taakverdeling tussen de VWA en het CPE nader te
onderzoeken. Uitgangspunt hierbij is dat conform staand kabinetsbeleid
een transparante wijze van kostentoerekening plaatsvindt en de kosten
van de controles op de handelsnormen aan alle marktdeelnemers, waaronder
de supermarkten, worden doorberekend. In dit verband ben ik bereid mee
te denken over mogelijkheden van toezicht op controlearrangementen op
basis van private kwaliteitsystemen.

7

Deelt u de mening dat de zware kritiek van CBL op CPE een nieuwe
illustratie vormt van het falen van zelfregulering door het
bedrijfsleven en een pleidooi voor serieus en onafhankelijk
overheidstoezicht? Zo neen, waarom niet? 

Nee. Er is geen sprake van zelfregulering door het bedrijfsleven. Zoals
ik in het bovenvermelde antwoord op Kamervragen van de leden Aptroot en
Snijder-Hazelhoff heb aangegeven, is het CPE op grond van de
Landbouwkwaliteitswet aangewezen als bevoegde controle-instelling en is
het in dat licht een zelfstandig bestuursorgaan. De
eindverantwoordelijkheid voor de Landbouwkwaliteitswet en de uitvoering
ervan ligt bij ondergetekende.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN 

VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

1) Agrarisch Dagblad, 17 juli 2008

 





Datum	Kenmerk	Paraaf:	Vervolgblad

  REF datum  \* MERGEFORMAT  10 september 2008 	  REF onskenmerk  \*
MERGEFORMAT  DL. 2008/2145 	  PAGE  \* MERGEFORMAT  2 



                                                                        
                    

Directie Landbouw



















uw brief van	uw kenmerk	ons kenmerk	datum





	onderwerp	doorkiesnummer	bijlagen