Antwoord op vragen van de leden Joldersma en Van Haersma Buma inzake de aanpak van Nigeriaanse bendes
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D03597, datum: 2008-09-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2007Z05111:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: F. Joldersma, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. van Haersma Buma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Telefoon (070) 3 70 79 11 Fax (070) 3 70 79 00 Datum 10 september 2008 Ons kenmerk 5563032/08 Uw kenmerk 2070826480 Onderwerp Beantwoording Kamervragen van de leden Joldersma en Van Haersma Buma (beiden CDA) inzake de aanpak van Nigeriaanse bendes In antwoord op uw brief van 29 juli 2008, deel ik u mee dat de schriftelijke vragen van de leden Joldersma en Van Haersma Buma (beiden CDA) van uw Kamer inzake de aanpak van Nigeriaanse bendes (ingezonden 28 juli 2008), worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage van deze brief. De Minister van Justitie, Antwoorden van de Minister van Justitie op vragen van de leden Joldersma en Van Haersma Buma (beiden CDA) over de aanpak van Nigeriaanse bendes. (Ingezonden 28 juli 2008, 2070826480) Vraag 1 Hebt u kennisgenomen van het bericht dat de aanpak van Nigeriaanse bendes in Nederland stil zou liggen, nu het bovenregionale Apolloteam is opgeheven en het fraudeteam van de Amsterdamse politie pas op de plaats maakt? 1) Antwoord Ja. Het past in het beleid van politie en Openbaar Ministerie om – naast de reguliere opsporing en vervolging van strafbare feiten – gedurende een bepaalde vastomlijnde periode extra capaciteit vrij te maken ten behoeve van de aanpak van een bepaalde vorm van criminaliteit. Hiervan is het Apollo-project een voorbeeld. Een projectmatige aanpak wil daarentegen niet zeggen dat strafbare feiten niet worden opgespoord of vervolgd indien deze strafbare feiten buiten het specifieke project vallen. Er is derhalve geen sprake van een situatie waarin de aanpak van de bedoelde criminele netwerken is komen stil te liggen. Voorts verwijs ik u naar het antwoord op kamervragen (Aanhangsel Handelingen nr. 2774, vergaderjaar 2007-2008) van het lid De Roon (PVV). Vraag 2 Hoe verhoudt zich dat tot de intensivering van de aanpak van de georganiseerde misdaad zoals de regering die voorstaat in het plan van aanpak georganiseerde misdaad en het versterkingsprogramma financieel-economische criminaliteit? Antwoord Het project Apollo is een voorbeeld van een thematische aanpak door de bovenregionale recherche, waarbij, naast de reguliere inzet, specifieke capaciteit wordt ingezet op specifieke groepen en verschijnselen. Het is niet zo dat met het opheffen van het Apolloteam deze criminaliteitsvorm geen aandacht meer krijgt, zoals ik ook reeds heb vermeld in mijn antwoord op vraag 3 van het lid De Roon aangaande dit krantenartikel. In dit verband dient onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds de centrale en lokale beleidscycli (waaronder de thematische aanpak is te vatten), en anderzijds het Programma Versterking Aanpak Georganiseerde Misdaad (PVAGM) en het versterkingsprogramma Financieel-economische Criminaliteit. De beleidscyclus richt zich op het ‘wat’: de prioriteiten die centraal via de beleidscyclus georganiseerde criminaliteit (op basis van het Nationaal Dreigingsbeeld) en lokaal worden gesteld. De versterkingsprogramma’s gaan vooral over het ‘hoe’ van de aanpak van georganiseerde misdaad: een bredere benadering (bijvoorbeeld in de vorm van versterking van de bestuurlijke aanpak), een organisatorisch en kwalitatief betere benadering (in de vorm van programmatisch werken, versterking van de informatieanalyse, versterking van het financieel rechercheren) en een versterkte internationale oriëntatie (beter benutten van Europol en Europees Rechtshulpverdrag-instrumenten, informatie-uitwisseling over de grenzen heen). Derhalve doet de beëindiging van het project Apollo geen afbreuk aan eerdergenoemde versterkingsprogramma’s. Voor een meer gedetailleerde beschijving van de beleidscyclus verwijs ik u naar brieven aan de Kamer over dit onderwerp van 22 november 2004 (TK 2004-2005, 29911 nr. 1) en 11 juli 2006 (TK 2005-2006, 29911 nr. 4). Vraag 3 Hoe gaat u ervoor zorgen dat de aanpak van dergelijke criminele bendes prioriteit blijft krijgen en deze nieuwe maffia in Nederland de kop in wordt gedrukt? Antwoord Het kabinet heeft prioriteit gegeven aan de bestrijding van georganiseerde misdaad, zowel op lokaal niveau (door de regionale korpsen), bovenregionaal niveau (door de Bovenregionale Recherche) en door de Nationale Recherche. Daartoe behoort ook de aanpak van criminele netwerken zoals deze worden beschreven in het krantenartikel, zeker wanneer ze zich bezighouden met criminele fenomenen die tot prioriteit in de aanpak zijn benoemd: handel in cocaïne en heroïne, productie en handel in synthetische drugs, mensenhandel en -smokkel, handel in vuurwapens en explosieven, witwassen en terrorisme. Deze prioriteiten zullen bovendien op korte termijn herijkt worden aan de hand van het nog te verschijnen nationaal Dreigingsbeeld 2008. De huidige structuur biedt voldoende mogelijkheden om effectief op te treden tegen deze vorm van criminaliteit. 1) De Telegraaf, 26 juli 2008 Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid De Roon (PVV), ingezonden 28 juli 2008, (vraagnummer 2070826460) 5563032/08/10 september 2008 PAGE 3 / NUMPAGES 4 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.