[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Fritsma over de afdoening van een dwarsdoorsnede van IND dossiers

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D03730, datum: 2008-09-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05188:

Preview document (🔗 origineel)


	Postadres: Postbus 20301, 2500 EH  Den Haag 

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer 

der Staten-Generaal 

Postbus 20018

2500 EA  Den Haag  	Bezoekadres

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Telefoon (070) 3 70 79 11

Fax (070) 3 70 79 72

www.justitie.nl 

Onderdeel	Directie Vreemdelingenbeleid

	Datum	10 september 2008

	Ons kenmerk	5547788/08

	Uw kenmerk	2070819570

	Onderwerp	Vragen van het lid Fritsma (PVV) over de afdoening van een
dwarsdoorsnede van IND dossiers (ingezonden 15 augustus 2008, nr.
2070827460). 





















	Hierbij zend ik u de reactie op de schriftelijke vragen van het
kamerlid Fritsma (PVV) over de afdoening van een dwarsdoorsnede van IND
dossiers.

De Staatssecretaris van Justitie,

Reactie van de Staatssecretaris van Justitie op de schriftelijke vragen
van het kamerlid Fritsma (PVV) over de afdoening van een dwarsdoorsnede
van IND-dossiers (ingezonden 15 augustus 2008). 

Vragen 1 t/m 42 

In het totaal betreft het hier ongeveer 200 vragen over procedures van
individuele vreemdelingen. De geselecteerde individuele zaken betreffen
geen dwarsdoorsnede van IND-dossiers, maar zijn geselecteerd op een
aantal specifieke criteria waaronder openbare orde, mogelijk oneigenlijk
gebruik van procedures, fraude, etc. Ze dienen ter illustratie bij de
vragen 43 t/m 47 die een zaaksoverstijgend en beleidsmatig karakter
hebben en die ook zelfstandig kunnen worden beantwoord.

Daarnaast hebben de vragen in de individuele zaken niet tot doel te
voorkomen dat in de betreffende zaken onomkeerbare stappen worden gezet
alvorens met uw Kamer over het relevante beleid is gesproken.

 

Nu de individuele zaken niet een dwarsdoorsnede van IND-dossiers
betreffen, de antwoorden niet nodig zijn voor het beantwoorden van
vragen met een zaaksoverstijgend en beleidsmatig karakter en er in de
betreffende zaken evenmin onomkeerbare stappen dreigen, vat ik de vragen
op als een hyperbolische illustratie bij en een opmaat naar de
beleidsmatige en zaaksoverstijgende vragen.

Daarbij heeft tevens een rol gespeeld dat de beantwoording van alle
vragen in de tientallen individuele zaken een zeer groot beslag zou
leggen op de capaciteit van de betrokken uitvoerende diensten. 

Vraag 43 t/m 47

Allereerst verwerp ik de suggestie die wordt gewekt dat de IND ten
onrechte verblijfsvergunningen verstrekt teneinde de productiecijfers
gunstig neer te zetten. De werkwijze van collegiale toetsing binnen
dezelfde unit van de IND komt voort uit praktische overwegingen zoals
het voorkomen van dossierstromen van de ene naar de andere unit.

Ten aanzien van uw vragen over handhaving van de Vreemdelingenwet merk
ik het volgende op.

In haar rapport van september 2005 heeft de Algemene Rekenkamer (ARK)
een aantal knelpunten gesignaleerd in de werkprocessen en bij het
onderkennen van fraude zowel binnen de IND als in de gehele
vreemdelingenketen. Naar aanleiding van het ARK-rapport is de IND een
vernieuwings- en verbetertraject ingegaan, waarvan de thema’s fraude
en handhaving essentiële onderdelen zijn. In dit kader werkt de IND aan
de verbetering van de samenwerking binnen de vreemdelingenketen op het
gebied van handhaving. 

Hiervan getuigen onder andere het met de Arbeidsinspectie (AI) en de
Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) gesloten convenant en
de gemaakte afspraken met het Openbaar Ministerie (OM) inzake het
aangiftebeleid bij immigratiecriminaliteit. 

Voorts hebben IND en politie nadere afspraken gemaakt in het kader van
het doen van fraudeonderzoek en het terugdringen van identiteits- en
documentsfraude. Hierop aansluitend kan gemeld worden dat het door de
ARK gesignaleerde knelpunt dat IND medewerkers geen toegang hebben tot
politieregisters inmiddels is opgelost. Met de wijziging van het Besluit
Politieregisters begin 2007 is het juridisch mogelijk  geworden dat de
IND zelf toetst of een bepaalde vreemdeling voorkomt in de
politiesystemen. Deze toets wordt sinds mei 2007 door de IND toegepast. 

Verder heeft de IND, in nauwe samenwerking met zijn ketenpartners, door
middel van pilots nieuwe kennis en ervaring opgedaan met het handhaven
op specifieke soorten misbruik en fraude. Voorbeeld hiervan is onder
meer de pilot Schijnrelaties waarbinnen adrescontroles plaatsvinden.
Verder worden vanuit het primaire proces ook, waar nodig, accenten
verlegd om in te spelen op ontwikkelingen die zien op misbruik van
procedures en/of aanvragen. Zo wordt intensiever gekeken naar aanvragen
van derdelanders voor verblijf als partner van een EU-onderdaan.

Ten aanzien van toetsing aan het middelenvereiste wordt opgemerkt dat
indien er aanwijzingen zijn van fraude bij de inkomensgegevens, de IND
van de mogelijkheid gebruik maakt bij het UWV na te vragen of de door
betrokkene opgegeven inkomensgegevens overeenkomen met de daar bekende
inkomensgegevens. Deze werkwijze wordt al geruime tijd gehanteerd en
voldoet in de praktijk. Om in alle gevallen handmatig navraag te doen
bij het UWV zou daarenboven voor de betrokken uitvoeringsorganisaties
aanzienlijke bestuurlijke lasten met zich meebrengen en de
besluitvorming op verblijfsaanvragen langzamer laten verlopen. 

Bovendien heeft de IND in samenwerking met het UWV een pilot opgezet
waarbij Suwinet wordt gebruikt om inkomensgegevens te controleren.
Suwinet maakt het voor de IND bij de vervulling van haar taken in het
kader van de Vreemdelingenwet mogelijk om relevante informatie over
inkomensverhoudingen van het UWV elektronisch te raadplegen. De
resultaten van deze pilot worden geëvalueerd. De Tweede Kamer wordt nog
nader geïnformeerd over de uitkomsten van de pilot en de eventuele
verdere toepassing van Suwinet. 

De huidige opzet van het reguliere vreemdelingenbeleid houdt in dat in
beginsel in het kader van een verlengingsaanvraag wordt beoordeeld of
nog aan de toelatingsvoorwaarden wordt voldaan. Bij de totstandkoming
van de Vreemdelingenwet 2000 heeft een belangenafweging plaatsgevonden
tussen enerzijds het belang van handhaving en anderzijds de lasten voor
burger, bedrijfsleven en overheid die een verplichting steeds verlenging
aan te moeten vragen, met zich meebrengt. Deze belangenafweging heeft
ertoe geleid dat de geldigheidsduur van een reguliere
verblijfsvergunning volgens de hoofdregel van het Vreemdelingenbesluit
2000 één jaar is. Alleen in specifieke gevallen wordt de
verblijfsvergunning verlengd voor de duur van vijf jaar. Dit geldt
bijvoorbeeld als sprake is van een vreemdeling die na verblijf op basis
van een relatie een zelfstandige verblijfsvergunning heeft verkregen. In
dergelijke gevallen is jaarlijkse verlenging niet meer nodig. 

Echter, de IND controleert niet alleen bij verlenging. Ook tussentijds
doet de IND nader onderzoek teneinde te bezien of nog aan de voorwaarden
wordt voldaan. Dit gebeurt als daartoe aanleiding bestaat in de vorm van
een melding van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), Gemeentelijke
Sociale Dienst, Vreemdelingenpolitie dan wel anderszins (bijvoorbeeld
een anonieme tip).  Gegevens uit de GBA over bijvoorbeeld verhuizingen
komen onder andere bij de IND binnen via de Basisvoorziening
Vreemdelingen (BVV). 

De IND is bezig met de ontwikkeling van een nieuw informatiesysteem
genaamd INDIGO. Hierdoor zal in de toekomst digitale
informatie-uitwisseling en de geautomatiseerde verwerking van de
informatie mogelijk worden en zal de systematische aandacht voor
misbruik en fraude verder worden versterkt. 

Het vorenstaande is overigens geen uitputtende opsomming van de
inspanningen van de IND op het gebied van handhaving. 

Tenslotte wordt nog opgemerkt dat op 27 juni 2008 het beleidsdocument
‘Blauwdruk Modern Migratiebeleid’ aan de Kamer is verzonden, waarin
de herziening van het reguliere toelatingsstelsel uiteengezet wordt. Het
nieuwe stelsel ziet enerzijds op een selectief migratiebeleid, waarmee
de migranten die Nederland nodig heeft snel en eenvoudig kunnen worden
toegelaten, en anderzijds op effectief toezicht en zichtbare handhaving.
Het nieuwe stelsel bevat de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te
leggen en de kosten van uitzetting te verhalen op de referent. De
hierboven geschetste ontwikkelingen bij de IND sluiten aan bij het
nieuwe toelatingsstelsel. Het integreren van handhaving in het
behandelproces van de IND, waaronder het in beeld krijgen en houden van
risicogroepen, het onderhouden van behandelprofielen en het behandelen
van fraudesignalen in individuele zaken, past in het kabinetsbeleid om
te streven naar een maximale effectiviteit in de handhaving van het
nieuwe beleid en een minimale toezichtslast voor wie zich aan de regels
houdt. 

 Kamerstukken II, 2004-2005, 30240, nr. 102, blz. 62-64.

 Kamerstukken II, 2007-2008, 30573, nr. 10, blz.

5547788/08/DVB  10 september 2008



  PAGE  5 /  NUMPAGES  \* MERGEFORMAT  5 



Ministerie van Justitie



Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken 



Directie Vreemdelingenbeleid



Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen. 

