[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over het aantal keer dat het om in de tweede helft van 2007 een bevel heeft gegeven tot het aftappen van telefoons

Evaluatie van hoofdstuk 13 van de Telecommunicatiewet

Lijst van vragen

Nummer: 2008D04315, datum: 2008-09-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z00339:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


30 517	Tapstatistieken

Nr. 		Verslag van een schriftelijk overleg

Vastgesteld d.d. 


Binnen de vaste commissie voor Justitie hebben enkele fracties de
behoefte over de brief van de minister van Justitie d.d. 27 mei 2008
inzake tapstatistieken (30 517 nr. 6) enkele vragen en opmerkingen voor
te leggen. Bij brief van ... heeft de minister deze vragen beantwoord.
Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie

De Pater – van der Meer

Adjunct-griffier van de commissie

Van Doorn

 

I 	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie vragen of de minister inzicht kan geven in
de kosten, die gepaard gaan met het tappen van de gesprekken. Wat zijn
de kosten voor tapvertalers en voor tolken? Wat is de kostprijs van een
gemiddelde tap? Is er binnen de begroting van het Openbaar Ministerie
(OM) een bepaald bedrag gereserveerd voor het tappen van
telefoongesprekken. Zo ja, wat is de hoogte van dit bedrag? Zo neen,
waarom niet?

De minister gaf in zijn brief van 13 november 2007 al aan dat de
tapstatistieken niets zeggen over subsidiariteit en proportionaliteit
van het instrument. Kan de minister aangeven of hij zicht heeft op het
nut en de noodzaak van de ingezette taps, zoals deze in de brief van 27
mei 2008 zijn opgenomen? Is er voldoende waarborg en garantie dat er
geen wildgroei is in het inzetten van de taps?

Vragen van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie constateren dat de brief van de minister
van 27 mei 2008 beperkte informatie verschaft over de het tappen. Geeft
de informatie die in de toekomst in de begroting wordt opgenomen
dezelfde beperkte informatie weer of wordt ook de effectiviteit van het
aftappen van telefoons in de begroting meegenomen? Zo neen, hoe kan de
Tweede Kamer wel inzicht krijgen in de effectiviteit van het instrument
tappen van telefoons?

Heeft het tappen geleid tot, of bijgedragen aan, een bevredigend aantal
opgeloste zaken? Kan de minister percentages noemen? Hoeveel taps hebben
informatie verschaft die hebben geleid tot, of bijgedragen aan, het
vervolgen van de getapte personen of personen die gesproken hebben met
de getapte personen? Zijn in de beschreven periode nog gevallen bekend
van gesprekken die verdachten hebben gevoerd met hun advocaat en hoe is
omgegaan met deze tapgesprekken? Hoe wordt er zorgvuldig op gelet dat de
tapgegevens afkomstig uit gesprekken tussen advocaat en verdachte niet
worden gebruikt bij een strafrechtelijk onderzoek?

Bij de schriftelijke vragenronde over de Evaluatie van de Telecomwet
hebben de leden van de PvdA-fractie vragen gesteld over de aftapbaarheid
van nieuwe technieken en of deze nog wel effectief zijn wanneer de
kosten hiervoor niet langer in verhouding staan tot de mogelijk beperkte
informatie die het oplevert, zeker gezien de moeilijkheden met het
tappen van versleutelde informatie via p2p-netwerken en bijvoorbeeld
Skype. Volgens deze leden is er geen bevredigend antwoord op deze vraag
gekomen. De minister verwijst naar een JustitiĂ«le verkenning “De
telefoontap in grote opsporingsonderzoeken”. Dit artikel spreekt
echter over het tappen van vaste en mobiele telefoons. Wat is op dit
moment de stand van de techniek en wat  is er gezien de stand van de
techniek mogelijk ten aanzien van het aftappen van telefoongesprekken of
andersoortige informatie-uitwisseling via internet? 

Vragen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie roepen in herinnering dat nu voor het eerst,
nadat daar al geruime tijd op is aangedrongen, deze statistieken
openbaar zijn gemaakt. Het is goed dat er nu eindelijk inzicht bestaat
in het aantal maal dat het OM een bevel tot aftappen heeft gegeven en
hoeveel taps er dagelijks gemiddeld liepen. Kan de minister bevestigen
dat de genoemde aantallen nog exclusief de taps van inlichtingendiensten
zijn? Zo ja, kunnen ook deze aantallen openbaar worden gemaakt om een
volledig beeld te krijgen?

De leden van de SP-fractie zijn wel geschrokken van de aantallen
telefoontaps die in Nederland lopen en worden geplaatst. In een half
jaar is op 12.491 telefoonnummers een bevel tot aftappen gegeven, en
dagelijks liepen gemiddeld 1681 taps. Hoe lang duurt een telefoontap
gemiddeld? De leden van de SP-fractie willen graag een kwalificatie van
de minister van deze cijfers. Hoe beoordeelt de minister deze aantallen?
Kan de minister deze cijfers vergelijken met het aantal telefoons dat
wordt getapt in andere landen? Luistert men in Nederland veel meer af
dan in andere landen? Kan de minister een overzicht opstellen van de
tapstatistieken in andere landen? Is het waar dat in de Verenigde Staten
jaarlijks 2.208 telefoonaansluitingen worden afgeluisterd, en dat
Nederland dus meer dan 5 keer zoveel telefoonnummers aftapt? Hoe
verklaart de minister dit en wat is zijn mening hierover? 

De leden van de SP-fractie vernemen graag van de minister hoe naar zijn
oordeel het criterium dat ‘het onderzoek dit dringend vordert’ in de
artikelen 126t en 126m van het Wetboek van Strafvordering (Sv.), waarin
de bevoegdheid af te tappen is neergelegd, dient te worden uitgelegd.
Wanneer is er precies sprake van een dringend belang? Wordt hier in de
praktijk streng aan getoetst? De zittingsrechter beoordeelt achteraf of
de inzet van het opsporingsmiddel in het kader van dat strafrechtelijk
onderzoek te rechtvaardigen is. Deze leden willen graag weten of in de
gaten wordt gehouden hoe vaak de zittingsrechter het aftappen in een
concrete zaak als niet gerechtvaardigd beoordeelt. Zo neen, kan dat
alsnog worden geregistreerd? Zo ja, kan de minister deze cijfers aan de
Tweede Kamer zenden?

De leden van de SP-fractie lezen in een eerdere brief van de minister
van Justitie van 13 november 2007 de opmerking dat tapstatistieken
‘niets zeggen over proportionaliteit en subsidiariteit van het
instrument. Iedere tap moet voldoen aan de criteria van artikel 126m of
t Sv.’ De leden van de SP-fractie zijn echter van mening dat de
hoeveelheid telefoontaps wel een vermoeden kan opleveren dat de
proportionaliteits- en  subsidiariteitstoets niet streng wordt uitgelegd
in de praktijk. Kan de minister hier op reageren? Bovendien stellen de
leden vast dat nu de aantallen openbaar zijn gemaakt, de Kamer in de
visie van de minister hiermee nog geen enkele inzicht heeft in nut en
noodzaak van de toepassingen van het instrument. Op welke wijze kan het
inzicht in nut en noodzaak dan wel worden verkregen?  

De leden van de SP-fractie zijn zeer benieuwd naar de resultaten van het
afluisteren van gesprekken. Hoe wordt er nagegaan of het toepassen van
deze bevoegdheid tot concrete resultaten leidt? 

Tenslotte hebben de leden van de SP-fractie vragen over het afluisteren
van gesprekken wanneer die gevoerd worden met geheimhouders, zoals
bijvoorbeeld advocaten. Het is problematisch dat gesprekken eerst
uitgeluisterd dienen te worden en dat vervolgens wordt beoordeeld of de
inhoud daarvan onder het verschoningsrecht valt. Recent is er door een
rechter geoordeeld (woensdag 3 september 2008, rechtbank Den Haag) dat
het OM onrechtmatig handelt wanneer opsporingsambtenaren en officieren
van justitie, die inhoudelijk betrokken zijn bij de zaak, kennis mochten
nemen van afgeluisterde gesprekken met advocaten. De leden van de
SP-fractie zijn zeer benieuwd naar de maatregelen die genomen gaan
worden om herhaling te voorkomen. Wat is de stand van zaken met
betrekking tot de commissie geheimhoudersgesprekken? Wanneer kunnen de
voorstellen van deze commissie worden verwacht? Worden daarbij alle
technische mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld automatische
nummerherkenning, beoordeeld en van commentaar voorzien en aan de Tweede
Kamer gemeld? 

Vragen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie merken op dat de verstrekte informatie ten
aanzien van het gebruik van het telefoontap zeer summier is. De
VVD-fractie heeft daarom nog wel enkele vragen. De brief geeft slechts
inzicht in het aantal telefoonnummers ten aanzien waarvan een bevel tot
aftappen is gegeven (tijdens de tweede helft 2007). Deze leden vragen de
minister daarom ten eerste of hij nader inzicht kan geven in de
gemiddelde duur van de telefoontaps en in hoeverre Ă©Ă©n bepaald
telefoonnummer meerdere malen is getapt gedurende dat half jaar? Zou de
minister ook kunnen aangeven in hoeveel verschillende strafrechtelijke
onderzoeken is getapt?

Ten tweede vragen de leden van de VVD-fractie de minister nader inzicht
te verschaffen in de effectiviteit van het betreffende opsporingsmiddel.
Wat is het effect of resultaat van de 1.681 taps (gemiddeld) per dag? In
hoeverre is er bij het gebruik van de taps sprake van zogenaamde
‘bijvangst’? Is er een overzicht hoe vaak er nutteloos wordt getapt
(geen opsporingsvervolg)? Zo neen, waarom niet? Wordt er thans in alle
gevallen genotificeerd? 

Ten derde vragen de leden van de VVD-fractie de minister hoe de cijfers
over de tweede helft van 2007 zich verhouden tot het aantal taps in
voorgaande jaren en de eerste helft van 2008. Pas sinds juli 2007 wordt
er een duidelijk overzicht verstrekt door de politie. Gelet op het feit
dat er altijd toestemming van Officier van justitie /
rechter-commissaris vereist is, vragen de leden van de VVD-fractie de
minister naar enig inzicht in de cijfers over tussenliggende jaren, maar
ook de eerste cijfers voor de eerste helft van 2008. 

Elsevier schrijft in een artikel dat eerdere gegevens dateren van 1998
en dat toen ‘ongeveer 10.000 taps zijn geplaatst waarvan 7.000 in de
mobiele netwerken’. Hieruit maken de leden van de VVD-fractie op dat
er vanaf 1998 tot 2007 sprake is van een verdrievoudiging van het aantal
bevelen tot telefoontap (de cijfers in de brief van 27 mei 2008 hebben
namelijk betrekking op een half jaar). Kan de minister zich vinden in
deze conclusie? Wat vindt de minister van deze verdrievoudiging? Graag
een toelichting op dit punt. Betekent dit dat er sprake is van een
aanzienlijke intensivering van de opsporingsactiviteiten? 

Vervolgens vragen de leden van de VVD-fractie aan de minister in
hoeverre het aantal telefoontaps in Nederland afwijkt van de toepassing
in andere landen, met name de Verenigde Staten en het Verenigd
Koninkrijk. Is het juist dat landen als de Verenigde Staten en het
Verenigd Koninkrijk met infiltratie veel verder gaan en dat de
recherche-inzet en –tactiek hier in Nederland meer is gebaseerd op
tappen? Kortom, is het hoge aantal telefoontaps in Nederland een gevolg
van beperkter mogelijkheid tot toepassing van andere
opsporingsbevoegdheden? Graag een reactie van de minister.

In dit licht vragen de leden van de VVD-fractie of het juist is dat
Nederland in Europa (en ook daarbuiten) verhoudingsgewijs per 100.000
inwoners veel minder politiemensen in operationele functies heeft en
dientengevolge bij de inzet van recherchepersoneel sneller genoodzaakt
is haar toevlucht te nemen tot technische hulpmiddelen? Graag ook een
reactie van de minister op dit punt.

Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie de minister in hoeverre het
juist is dat snel tappen van mobiele telefoons in een aantal gevallen
leidt tot het snel oplossen van misdrijven waarbij slachtoffers zijn
betrokken (zoals roofovervallen, mishandelingen, verduisteringen, etc.)?
Kan de minister dit verband nader inzichtelijk maken en toelichten? 

Vragen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie zijn verheugd over de openheid van de
Minister over het aantal keer dat het OM in de tweede helft van 2007 een
bevel heeft gegeven tot het aftappen van telefoons. Deze leden zijn van
mening dat het aftappen in bepaalde situaties een bruikbaar
opsporingsmiddel kan zijn. Deze leden zijn echter geschrokken van het
hoge aantal van de telefoontaps. Het aftappen van telefoons is immers
een inbreuk op de privacy.

De leden van de D66-fractie merken op dat het hoge aantal van 12.491
niet weergeeft hoeveel mensen exact zijn afgeluisterd. Niet alleen de
gebruikers van de 12.491 afgetapte telefoons zijn afgeluisterd, ook
iedereen die naar een afgetapte telefoon belt of door een afgetapte
telefoon wordt gebeld, wordt afgeluisterd. Bovendien worden vaste
nummers vaak door meerdere mensen gebruikt. Op deze mensen rust niet
altijd de verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67 lid 1
Sv.. Deze leden constateren dat een grote hoeveelheid mensen in de
tweede helft van 2007 te maken gehad heeft met afgeluisterde
telefoongesprekken. Kan de minister een schatting geven van het aantal
mensen dat is afgeluisterd en hierbij aangeven hoeveel mensen
afgeluisterd zijn zonder dat zij verdacht zijn van een misdrijf als
omschreven in artikel 67 lid 1 Sv.?

De leden van de D66-fractie vragen de minister of justitie, zodra het
onderzoek het toestaat, de plicht uit artikel 126b Sv. nakomt? Wordt
degene die afgetapt wordt, geĂŻnformeerd over het aftappen? Remy
Chavannes geeft in het artikel “Veel taps, weinig verantwoording”
uit Media Forum 2008-6 aan, dat deze verplichting door justitie wordt
genegeerd. Deze leden vragen de minister of degenen die afgeluisterd
worden, doordat zij bijvoorbeeld bellen naar een persoon die afgetapt
wordt, zonder dat zij zelf verdacht worden van een misdrijf uit artikel
67 lid 1 Sv., achteraf op de hoogte worden gebracht van het afluisteren?

De leden van de D66-fractie vragen de minister voorts hoe de 1.681 taps
die gemiddeld per dag in de tweede helft van 2007 liepen, zijn
afgeluisterd en verwerkt. Kan de minister aangeven hoeveel van de 12.491
afgetapte telefoongesprekken bruikbaar zijn geweest?

Deze leden vragen de minister of telefoon aftappen nog wel een
efficiënt en effectief opsporingsmiddel is nu het zo vaak wordt
toegepast? In het rapport “Aftapbaarheid van telecommunicatie” uit
2006, concluderen de onderzoekers dat de effectiviteit en efficiëntie
van aftappen gaat afnemen vanwege nieuwe technische ontwikkelingen en
marktontwikkelingen. Aftappen wordt volgens het rapport minder doelmatig
en minder doeltreffend omdat er onder andere meer verschillende
netwerken en technieken ontstaan, meer mensen vaker gebruik maken van
telecommunicatie en telecommunicatiediensten vanuit het buitenland
worden aangeboden. De leden van de D66-fractie vragen de minister of dit
opsporingsmiddel nog wel efficiënt en effectief is nu het zo vaak wordt
toegepast, mede gezien het feit dat in bovengenoemd rapport ook al wordt
geconcludeerd dat de efficiëntie en effectiviteit van telefoon aftappen
gaan afnemen door technische ontwikkelingen en marktontwikkelingen.

De leden van de D66-fractie willen het rapport “Data voor
daadkracht” van de Adviescommissie Informatiestromen Veiligheid onder
de aandacht van de minister brengen. In het rapport oordeelt de
commissie dat de gegevensverwerking door partijen in het
veiligheidsdomein niet voldoet aan de vereisten van maatschappelijke
zorgvuldigheid, effectiviteit en doelmatigheid. 

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat in vergelijking met
andere landen het aantal telefoontaps in Nederland erg hoog is. Zo
blijkt uit  het Wiretap Report 2007 van het Administrative Office of the
United States Courts dat in 2007 in de Verenigde Staten 2.208 reguliere
justitiële verzoeken tot het aanleggen van telefoontaps zijn
goedgekeurd. Daarnaast heeft de Foreign Intelligence Surveillance Court
2.370 geheime aanvragen toegekend. Over geheel 2007 was er dus sprake
van 4.578 telefoontaps in de Verenigde Staten, terwijl over alleen de
tweede helft van 2007 in Nederland 12.491 telefoons zijn afgetapt. Deze
leden van constateren een relatief groot verschil tussen het aantal
afgetapte telefoons in de Verenigde Staten en Nederland, gelet op het
feit dat de Verenigde Staten achttien maal zoveel inwoners telt als
Nederland en in Nederland in een half jaar tijd bijna drie keer zoveel
telefoons zijn afgetapt in een jaar. Vindt de minister dit grote
verschil qua aantal telefoontaps wenselijk?  

De leden van de D66-fractie geven aan dat in het rapport
“Rechtswirklichkeit und Effizienz der Überwachung der
Telekommunikation” van het Duitse Max Planck Institut voor buitenlands
en internationaal strafrecht, onderzoek is gedaan naar het aantal
telefoontaps in twaalf  Europese en vier niet-Europese landen. In dit
rapport uit 2004 kwam al naar voren dat in Nederland na Italië per
100.000 inwoners de meeste telefoons afgetapt worden. Het Duitse
instituut ging uit van 10.000 afgetapte telefoongesprekken in 1998 in
Nederland, welk aantal openbaar is gemaakt door het ministerie van
Justitie na een WOB-procedure door Bits of Freedom. Het hoge aantal
telefoontaps in Nederland heeft de leden van de D66-fractie geschokt,
vooral nu blijkt dat in andere landen aanmerkelijk minder telefoons
worden afgetapt. Hoe verklaart de minister het grote verschil met andere
landen? 

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat de privacy van mensen
beschermd moet  worden en er zorgvuldig om moet worden gegaan met de
bevoegdheid tot het aftappen van telefoons. De inbreuk op de privacy die
het aftappen teweegbrengt dient te worden gerechtvaardigd door een
dringende maatschappelijke behoefte. De leden van de D66-fractie vragen
de Minister of de criteria uit de artikelen 126m en 126t Sv. voor het
aftappen van telefoons altijd in acht zijn genomen hoeveel telefoontaps
van de 12.491 in de tweede helft van 2007 achteraf onrechtmatig is
bevonden door de Commissie van Toezicht betreffende de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten of door de rechter. 

II 	Reactie van de minister

 

 PAGE    

 PAGE   1