Preview document (🔗 origineel)

---

	Postadres: Postbus 20301, 2500 EH  Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer 

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

	Bezoekadres

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Telefoon (070) 3 70 79 11

Fax (070) 3 70 79 72

  HYPERLINK "http://www.justitie.nl"  www.justitie.nl 

Datum	15 september 2008

	Ons kenmerk	5563978/08

	Uw kenmerk	2070829220

	Bijlage(n)	-

	Onderwerp	Antwoord op kamervragen van het lid De Wit (SP) over
vreemdelingenbewaring van Chinezen (ingezonden 9 september 2008, nr.
2070829220). 

 





















	

In de bijlage bij deze brief treft u mijn antwoorden aan op de vragen
van het lid De Wit (SP) over vreemdelingenbewaring van Chinezen
(ingezonden 9 september 2008, nr. 2070829220). 

De Staatssecretaris van Justitie, 

Antwoorden van de staatssecretaris van Justitie op de vragen van het
lid De Wit (SP) over vreemdelingenbewaring van Chinezen (ingezonden 9
september 2008, nr. 2070829220). 

Vraag 1:

Wat is uw reactie op de uitspraak van de Raad van State dat het zicht op
uitzetting van Chinese vreemdelingen naar China ontbreekt en dat
inbewaringstelling daarom onrechtmatig moet worden geacht?

Vraag 2:

Welke gevolgen heeft dit voor Chinese vreemdelingen die op dit moment in
vreemdelingenbewaring verblijven en die actieve en volledige medewerking
verlenen aan het verkrijgen van concrete en verifieerbare gegevens,
waaronder documenten, die nodig zijn om de beoogde uitzetting te
bewerkstelligen en die ook zelf de nodige, controleerbare inspanningen
verrichten om dergelijke gegevens te verkrijgen?

Vraag 4: 

Op welke termijn denkt u dat de door u verrichtte inspanningen op
diplomatiek niveau tot een verandering in de houding van de Chinese
autoriteiten zullen leiden?

Antwoord vraag 1, 2, 4.

Ik heb kennis genomen van de uitspraak van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 5
september 2008 (200805982/1) waarnaar u verwijst. De Afdeling oordeelt
in deze uitspraak ten aanzien van twee Chinese vreemdelingen dat, gezien
hetgeen ter zitting op 21 augustus 2008 kon worden medegedeeld, in deze
twee zaken zicht op uitzetting is komen te ontbreken, zodat
inbewaringstelling onrechtmatig moet worden geacht. Overigens wijs ik
erop dat de vreemdelingenbewaring ten aanzien van deze twee
vreemdelingen reeds was opgeheven. Het betrof een beroep van de staat
tegen de opheffing van vreemdelingenbewaring door de rechtbank. 

Ten aanzien van de gevolgen van deze uitspraak voor Chinese
vreemdelingen die thans in vreemdelingenbewaring verblijven, is het
volgende relevant. Ik stel vast dat de Afdeling in haar overweging onder
andere mijn inspanningen in de richting van de Chinese autoriteiten van
belang acht. Hierbij overweegt de Afdeling dat ik weliswaar de nodige
inspanningen heb verricht op diplomatiek niveau, doch dat hieruit, op
dat moment, niet blijkt van concrete aanknopingspunten die de
verwachting rechtvaardigen dat thans op korte termijn zal kunnen worden
overgegaan tot uitzetting van Chinese vreemdelingen naar China. In dit
verband noemt de Afdeling in het bijzonder het feit dat naar haar
oordeel geen helderheid kon worden verschaft over de termijn waarbinnen
een verandering van de houding van de Chinese autoriteiten mag worden
verwacht. 

Ik ben van oordeel dat er thans sprake is van een verandering van de
feiten en omstandigheden in vergelijking met die, gepresenteerd aan de
Afdeling in de zitting van 21 augustus 2008. Recente contacten op
verschillende niveaus met de Chinese autoriteiten geven mij aanleiding
te veronderstellen dat sprake is van een veranderde opstelling van de
Chinese autoriteiten. Deze conclusie wordt ondersteund door de ontvangst
door de Dienst Terugkeer en Vertrek, kort na de meest recente contacten,
van een vervangend reisdocument ten behoeve van gedwongen terugkeer. 

Gegeven deze omstandigheden en gelet op de motivering van de
afdelingsuitspraak van 5 september 2008, zie ik dan ook reden om een
volgend oordeel van de Afdeling af te wachten. 

Vraag 3: 

Hoeveel Chinese vreemdelingen die aan de eis van volledige medewerking
voldoen verblijven op dit moment in vreemdelingenbewaring?

Er bevinden zich thans circa 100 vreemdelingen van Chinese nationaliteit
in vreemdelingenbewaring. Het door u gemaakte onderscheid is gezien de
omvang van deze groep niet op deze korte termijn te maken. Opgemerkt
wordt dat het onderscheid ten aanzien van de voorliggende vraag
juridisch minder relevant is. Van belang is of zicht op uitzetting
bestaat. 

5563978/08 /15 september 2008

  PAGE  2 /  NUMPAGES  3 



Ministerie van Justitie



Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken



Directie Vreemdelingenbeleid





Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen.

