[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Velzen inzake overdracht van Nederlandse gedetineerden in Peru naar Nederland.

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D04664, datum: 2008-09-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05081:

Preview document (🔗 origineel)


	Postadres: Postbus 20301, 2500 EH  Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG

	Bezoekadres

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Telefoon (070) 3 70 79 11

Fax (070) 3 70 75 29

www.justitie.nl

Onderdeel	Sector straf- en sanctie recht

	Datum	12 september 2008

	Ons kenmerk	5562011/08/6

	Uw kenmerk	2070825800

	Bijlage(n)	3

	Onderwerp	Kamervragen van het lid mw. Van Velzen inzake overdracht van
Nederlandse gedetineerden in Peru naar Nederland.

















	

In antwoord op uw brief van 23 juli 2008, nr. 2070825800, delen wij u
mede dat de vragen van het lid van uw Kamer mw. Van Velzen over de
overdracht van Nederlandse gedetineerden in Peru naar Nederland worden
beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.

De Minister van Justitie,                            De Minister van
Buitenlandse Zaken,

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de
Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie over de overdracht van
Nederlandse gedetineerden in Peru naar Nederland. (Ingezonden 22 juli
2008)

Vraag 1

Kunt u aangeven op welke termijn de 108 Nederlandse gedetineerden die
momenteel in Peru verblijven overgedragen zullen worden aan Nederland?
1) 

Antwoord

In het overleg van 14 juli jl. van de Minister van Buitenlandse Zaken
met zijn ambtgenoot van Peru heeft de Peruaanse minister aangegeven dat
Peru sinds begin juli 2008 nationale wetgeving heeft die overbrenging
van gevonniste personen naar landen met een lagere strafmaat mogelijk
maakt. Nederland heeft daar met instemming kennis van genomen. De
Peruaanse wet stelt aan samenwerking met andere landen de voorwaarde,
dat er een verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen wordt
gesloten. Hieruit volgt dat een overbrenging niet zonder meer mogelijk
is. Nederland kent dezelfde wettelijke voorwaarde.

Om een overbrenging van Nederlandse gedetineerden te realiseren zal dus
eerst een verdragsrelatie tussen Nederland en Peru tot stand moeten
komen. Zoals bekend wordt er naar aanleiding van het beleidskader
overdracht tenuitvoerlegging buitenlandse strafvonnissen (Kamerstukken
2007–2008, 31 200 VI, nr. 30) waarover door de Minister van Justitie
met de Tweede Kamer overleg is gevoerd, geïnventariseerd hoe met alle
landen waar Nederlanders zijn gedetineerd, en dus ook Peru,
Wots-relaties tot stand kunnen worden gebracht. Daartoe heeft Nederland,
via de Nederlandse ambassades ter plaatse, al deze landen benaderd.
Aangezien uit ervaring is gebleken dat toetreding tot het verdrag van de
Raad van Europa aanzienlijk sneller verloopt dan het sluiten en in
werking treden van een bilateraal verdrag, heeft de eerste mogelijkheid
de voorkeur.

Hoewel dit onderzoek onder meer dan veertig landen nog niet is afgerond,
bestaat inmiddels een globaal overzicht. De komende maanden zal gewerkt
worden aan afronding van dit onderzoek. Het is inmiddels wel duidelijk
dat voor een regeling met Peru een bilateraal verdrag de meest opportune
weg is aangezien Peru herhaaldelijk heeft aangegeven grondwettelijke
bezwaren te hebben tegen een regeling via het verdrag van de Raad van
Europa. Met het oog op de problematiek van de Nederlandse gedetineerden
in Peru zal daarom binnenkort gestart worden met de onderhandelingen
over het sluiten van een bilateraal verdrag tot overbrenging van
gedetineerden. Ervaring leert dat dergelijke onderhandelingen
gecompliceerd zijn en veelal minstens een jaar vergen. Het verdrag zal
daarna nog geratificeerd moeten worden door de parlementen van beide
landen. 

Vraag 2

Gaat het hier alleen om mensen die gedetineerd zitten of ook om de
Nederlanders die in het kader van de semi-libertad in de Peruaanse
maatschappij moeten resocialiseren maar het land niet mogen verlaten?
Indien het niet over de ‘semi-libertad mensen’ gaat, deelt u dan de
mening dat ook voor hen een regeling getroffen dient te worden?

Antwoord

Veel gedetineerden in Peru kunnen op hun verzoek gebruikmaken van de
semi-libertad regeling waarbij zij na een derde van hun straf uitgezeten
te hebben, het resterende twee derde deel buiten de gevangenis onder
toezicht van de Peruaanse Justitie kunnen doorbrengen. Na
inwerkingtreding van een verdrag inzake de overbrenging van gevonniste
personen met Nederland, zullen de daarvoor in aanmerking komende
Nederlandse gedetineerden, indien zij dat willen, en de Peruaanse
autoriteiten ook hun toestemming geven, gebruik kunnen maken van de
mogelijkheid tot overbrenging naar Nederland. Wij verwijzen in dit
verband naar de brief van de Minister van Justitie van 5 november 2007
aan de Voorzitter van de Tweede Kamer inzake het Beleidskader inzake de
overdracht van de tenuitvoerlegging van buitenlandse strafvonnissen aan
Nederland (Kamerstukken II 2007-2008, 31 200 VI, nr. 30). Aangezien
gedetineerden die met semi-libertad zijn nog steeds de status van
gedetineerden hebben, wordt vooralsnog aangenomen dat ook deze groep
gebruik kan maken van overbrenging indien zij aan de Nederlandse
voorwaarden voldoet. De vraag hoe een eventuele regeling tot
overbrenging met Peru zich verhoudt tot gedetineerden die gebruik kunnen
maken van de ‘semi-libertad’regeling, en of in die gevallen sprake
is van een voor tenuitvoerlegging vatbare buitenlandse rechterlijke
beslissing, zal bij de onderhandelingen worden bezien.

Vraag 3

Kunt u aangeven welke afspraken u gemaakt heeft over de strafmaat?
Moeten de Nederlanders bij terugkeer hun Peruaanse straf uitzitten of
zal de straf omgezet worden naar Nederlandse strafmaat? 

Antwoord

Gelet op bovenstaande beantwoording van de eerste twee vragen is deze
aangelegenheid thans niet aan de orde. Dergelijke vraagstukken zullen
nader bezien moeten worden tijdens de onderhandelingen. 

5562011/08/6/12 september 2008

  PAGE  2 /  NUMPAGES  3 



Ministerie van Justitie



Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken



Directie Wetgeving





Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen.

