Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte Voorzitter,

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister
van Justitie de antwoorden aan op de door het lid Van Toorenburg (CDA)
ingezonden schriftelijke vragen over de Fethullah Gülenbeweging. De
Kamervragen hebben als kenmerk 2070824810 en zijn ingezonden op 8 juli
2008.

 

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving over de Fethullah Gülenbeweging door
het tv-programma NOVA van 4 juli jl.?

Antwoord 1

Ja. 

Vraag 2

Bent u van mening dat zo spoedig mogelijk onderzocht moet worden wat de
beweegredenen zijn van betreffende organisaties en wat de invloed ervan
is op/in onze Nederlandse samenleving? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de mening dat, wanneer uit onderzoek zou blijken dat de beweging
niet gericht is op dialoog en integratie maar op het islamiseren van de
samenleving, er alles aan gedaan moet worden om verder opereren van deze
beweging in onze samenleving te stoppen bijvoorbeeld door per direct de
subsidiëring van eraan gelieerde organisaties zoals internaten en
scholen te stoppen?

Vraag 4

Heeft u al eerder berichten gehad dat bedoelde beweging mensen
indoctrineert en welke maatregelen heeft u genomen om deze indoctrinatie
tegen te gaan?

Antwoord vraag 2, 3 en 4

Nee, er is op dit moment geen reden een onderzoek te starten naar de
beweegredenen van door Fethullah Gülen geïnspireerde organisaties en
de effecten daarvan op de Nederlandse samenleving. De Fethullah
Gülenbeweging bestaat uit juridisch autonome organisaties die slechts
door persoonlijke en ideologische banden gelieerd zijn aan elkaar en aan
Fethullah Gülen. De Fethullah Gülenbeweging is dan ook niet te zien
als een monolithische organisatie; er is sprake van een veelheid van
lokale organisaties met verschillende doelstellingen die naar plaats en
tijd verschillen. Gezien de diversiteit van de door Fethullah Gülen
geïnspireerde organisaties, kunnen er geen algemene uitspraken gedaan
worden over de beweegredenen en invloed van de Fethullah Gülenbeweging
op de Nederlandse samenleving. Organisaties die mensen stelselmatig
aanzetten tot anti-integratief gedrag, worden scherp in de gaten
gehouden door de overheid aangezien deze mede een voedingsbodem kunnen
zijn voor radicalisering. Het kan daarbij gaan om het ontstaan van
parallelle samenlevingsstructuren met verwerping van het gezag van de
overheid, het streven naar eigen rechtssystemen, interetnische
spanningen, ernstige maatschappelijke onrust en polarisatie. Het kabinet
heeft vooralsnog geen aanwijzingen dat de Fethullah Gülenbeweging, of
door Fethullah Gülen geïnspireerde organisaties een voedingsbodem
vormen voor radicalisering. Door de gemeenteraad van Rotterdam is een
motie is aangenomen die het College opdraagt inzichtelijk te maken
hoeveel gemeentelijke en deelgemeentelijke geldoverdrachten, met welke
doelstelling en op wat voor gronden vanaf 2001 zijn verstrekt aan een
aantal door Fethullah Gülen geïnspireerde organisaties in Rotterdam.
Ook wordt in de motie gevraagd hoe het verloop plaatsvindt en heeft
plaatsgevonden van eventuele buitenlandse geldstromen tussen en naar de
in de motie genoemde door Fethullah Gülen geïnspireerde organisaties
in Rotterdam. De gemeente Rotterdam heeft naar aanleiding van deze motie
een onderzoek ingesteld.

Vraag 5

Hoe verhoudt het schijnbaar zo naar binnen gerichte sektarische karaker
van de organisaties die aan de Fethullah Gülenbeweging zijn verbonden,
zich met uw integratiebeleid?

Antwoord vraag 5

Hoewel de Fethullah Gülenbeweging een grote mate van diversiteit kent,
is het gedachtegoed van de beweging te typeren als overwegend religieus
conservatief. De aan de beweging verwante organisaties geven hieraan op
een verschillende wijze invulling. Organisaties die burgers stelselmatig
aansporen om zich terug te trekken uit, of zelfs zich af te keren van de
Nederlandse samenleving, vind ik schadelijk voor de integratie. Het
kabinetsbeleid is juist gericht op het bevorderen van integratie en
sociale cohesie en binding met de democratische rechtsorde door te
stimuleren dat mensen de taal spreken, meedoen op de arbeidsmarkt en in
het onderwijs en bruggen weten te slaan naar andere (etnische)
gemeenschappen. In algemene zin geldt dat wanneer een organisatie zou
oproepen tot het zich afkeren van de samenleving, dit uiteraard op
gespannen voet zou staan met de doelstellingen van het integratiebeleid.
Overigens kan de overheid pas ingrijpen bij gedrag dat aanzet tot haat.
Orthodox denken als zodanig is niet strafbaar. 

Vraag 6

Kunt u ons informeren of en zo ja welke maatregelen de Europese Unie
(EU) heeft ondernomen om ondermijnende activiteiten van betreffende
beweging tegen te gaan en te zorgen dat Nederland en de EU gevrijwaard
worden van deze activiteiten?

Antwoord 6

De EU onderneemt maatregelen tegen organisaties en personen die verdacht
worden van (ondersteuning aan) terroristische activiteiten. Noch
Fethullah Gülen, noch door Fethullah Gülen geïnspireerde
organisaties, staan op de EU-lijst van organisaties en personen die
verdacht worden van terroristische activiteiten. Als zodanig worden er
door de EU geen maatregelen ondernomen tegen de Fethullah
Gülenbeweging. 

Vraag 7

Kunt u uit laten zoeken welke financiële stromen er zijn tussen de
beweging en buitenlandse (radicale) islamitische organisaties en kunt u
aangeven in welke mate dit gevolgen heeft voor de integratie van Turkse
Nederlanders in de Nederlandse samenleving?

Antwoord 7

Nee, de financiële instellingen zijn verplicht ongebruikelijke
transacties te melden ten behoeve van de opsporing van witwassen en
terrorismebestrijding. Deze ongebruikelijke transacties worden gemeld
aan FIU-Nederland (de Financial Intelligence Unit van het Korps
landelijke politiediensten) en dit meldpunt kan op grond van nader
onderzoek besluiten de ongebruikelijke transacties door te melden aan de
betrokken opsporingsdiensten. Tevens wijs ik op de antwoorden op de
vragen twee tot en met vijf.

Vraag 8  

Heeft u overwogen om Fethullah Gülen de toegang tot Nederland te
ontzeggen?

Antwoord 8

Nee. De Nederlandse autoriteiten beschikken niet over informatie waaruit
kan worden afgeleid dat Fethullah Gülen activiteiten verricht op grond
waarvan hem de toegang tot Nederland zou moeten worden ontzegd. 

1) Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31 200 XI, nr. 6

Hoogachtend,

de minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

drs. Ella Vogelaar

		

Directoraat-Generaal Wonen, Wijken en Integratie DGW/I&I 2008085755
Pagina   PAGE  2 /  NUMPAGES  3 

	Afschrift aan

Paraaf







BSG	Directoraat-Generaal Wonen, Wijken en Integratie







Directie Inburgering en Integratie





	Paraaf	BO





	HDI&I







Rijnstraat 8





	Paraaf	Postbus 30941

	Aan de voorzitter van de Tweede Kamer

HBO	2500 GX Den Haag

	der Staten-Generaal



	Postbus 20018

Paraaf	www.vrom.nl

	2500 EA  Den Haag

B. Kurvers



































Kamervragen over de Fethullah Gülenbeweging

























Datum

Kenmerk









DGW/I&I 2008085755