[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Thieme over verlening van een nieuwe ontheffing aan een zwanendrifter

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D04933, datum: 2008-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05067:

Preview document (🔗 origineel)


  FORMTEXT  Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 

  FORMTEXT  Directie Natuur 

  FORMTEXT  Willem Witsenplein 6 

Postadres:   FORMTEXT  Postbus 20401 

  FORMTEXT  2500 EK  's-Gravenhage 

Telefoon:   FORMTEXT  070 - 3786868 

Fax:   FORMTEXT  070 - 3786100 











  FORMTEXT  De Voorzitter van de Tweede Kamer 

  FORMTEXT  der Staten-Generaal 

  FORMTEXT  Postbus 20018 

  FORMTEXT  2500 EA  's-GRAVENHAGE 

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT  17 juli 2008 	  FORMTEXT  2070825460 	  FORMTEXT  DN.
2008/2572 	  FORMTEXT  17 september 2008 

  FORMTEXT  Kamervragen over verlening van nieuwe ontheffing aan
zwanendrifter 	  FORMTEXT  3784937 	  FORMTEXT        

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u toekomen mijn antwoorden op vragen van het lid Thieme
(PvdD) over verlening van een nieuwe ontheffing aan een zwanendrifter.

1

Kunt u uiteenzetten op grond van welke overwegingen u bent afgeweken van
het verbod op “zwanendriften”, dat sinds 1 april 2008 van kracht is,
zoals blijkt uit ontheffing Flora- en faunawet (art. 75 TRCDR
1998/3298)? 1)

Primair is hier niet de Flora- en faunawet, maar de Gezondheid- en
welzijnswet voor dieren (GWWD) aan de orde. Op grond van artikel 34 is
een aantal diersoorten aangewezen die voor de productie mogen worden
gehouden. Dit betekent dat producten, zoals vlees, van het dier mogen
worden gebruikt. Andere dan de aangewezen soorten, waaronder de
knobbelzwaan, mogen niet voor de productie worden gehouden. Er bestaat
geen verbod op het fokken en verhandelen van knobbelzwanen, zolang er
maar geen producten, bijvoorbeeld dons en vlees, worden gebruikt.

De GWWD biedt de mogelijkheid om ontheffing te verlenen van het verbod
op het voor de productie houden van dieren. Op ontheffingaanvragen dient
met redenen omkleed te worden beslist en voor aanvragers staat de
mogelijkheid van bezwaar en beroep open. Daarbij gelden de regels van de
Algemene Wet Bestuursrecht. De aanvraag voor ontheffing, waarop uw
vragen betrekking hebben, heb ik aanvankelijk afgewezen. De aanvrager
heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt. In mijn beslissing op het
bezwaar heb ik de bezwaren gegrond verklaard, het bestreden besluit
herroepen en alsnog ontheffing verleend. 

2 en 5 en 3

Is het waar dat op 1 april 2008 een ruime overgangsregeling van 10 jaar
afliep en bent u van mening dat deze overgangsregeling te kort was,
gelet op het feit dat u doorgaat met het afgeven van ontheffingen? Zo
ja, hoe lang had de overgangstermijn uw inziens dan moeten duren? Zo
neen, waarom geeft u dan na afloop van de overgangstermijn nog
ontheffingen?

Deelt u de mening dat de leeftijd van iemand die wettelijk niet
geoorloofde activiteiten onderneemt, niet de reden kan zijn om deze in
principe ongeoorloofde activiteiten toe te blijven staan? Zo ja, waarom
heeft u dit argument dan toch opgevoerd in genoemde vrijstelling? Zo
neen, waarom niet?

Kunt u uiteenzetten hoeveel ontheffingen van het verbod op het
zwanendriften op dit moment nog van kracht zijn, op welke plaatsen en op
hoeveel personen en hoeveel dieren de ontheffingen betrekkingen hebben?
Zo neen, waarom niet?

De overgangsregeling van tien jaar is niet te kort geweest. Zoals gezegd
heb ik na de overgangsregeling één ontheffing GWWD verleend voor
bepaalde tijd vanwege genoemde specifieke omstandigheden. 

Het aantal zwanen waarop de ene verleende ontheffing betrekking heeft
wisselt. Aangenomen kan worden dat de ontheffing betrekking heeft op 600
paar knobbelzwanen en de nakomelingen daarvan. 

4

Kunt u uiteenzetten hoe het kan dat vergeten is de ontheffing te
publiceren? Zo ja, deelt u de mening dat het onder de pet houden van
deze informatie onwenselijk, onzorgvuldig en misleidend is? Zo neen,
waarom niet?

Er is geen verplichting om ontheffingen als deze te publiceren. 

6

Kunt u uiteenzetten of de handel in dons in het kader van deze
vrijstelling betrekking heeft op dons dat ‘geoogst’ wordt van
levende dieren of van dode dieren? Kunt u uiteenzetten op welke wijze de
dieren gedood worden door een zwanendrifter? Wat is uw mening over het
op deze wijze doden van dieren, welke beschermd zijn onder het regime
van de Flora- en faunawet en de Gezondheid- en Welzijnswet voor Dieren?

Dons wordt geoogst van dode zwanen. De dieren worden verdoofd door
toediening van stroom en daarna wordt de keel doorgesneden waarna ze
verbloeden. 

Op grond van artikel 5, lid 1, van het Besluit vrijstelling beschermde
dier- en plantensoorten geldt een vrijstelling van het verbod op doden,
als bedoeld in artikel 9 van de Flora- en faunawet, voor aantoonbaar
gefokte vogels. 

Op grond van deze vrijstelling is het in het kader van de Flora- en
faunawet daarmee toegestaan aantoonbaar gefokte vogels te doden. Hierbij
dient wel rekening gehouden te worden met de zorgplicht als bedoeld in
artikel 2 van de Flora- en faunawet.

7

Realiseert u zich dat de afgegeven ontheffing (na een eerdere weigering
daarvan) heeft geleid tot grote maatschappelijke onrust onder
dierenbeschermers? Zo ja, wat bent u voornemens hieraan te gaan doen? Zo
neen, kunt u verklaren hoe het komt dat u het niet handhaven van de wet,
door het toestaan van het exploiteren van wettelijk beschermde dieren,
als vanzelfsprekend lijkt te beschouwen?

Zie mijn antwoord op vraag 1 en 2.

8 en 9

Is het waar dat de AID op 24 april 2002 een onderzoek heeft ingesteld in
Bodegraven naar het houden van zwanen in het vrije veld in samenwerking
met de regiopolitie Hollands Midden en dat daarbij aan een zwanendrifter
te verstaan is gegeven dat leewieken niet meer is toegestaan, evenmin
als het vangen van wilde zwanen? 1) 

Deelt u mening dat de AID en de regiopolitie in dit geval juist hebben
gehandeld? Zo ja, waarom geeft u dan zes jaar na dato alsnog ontheffing
voor zwanendrifters? Zo neen, in welke zin hebben AID en regiopolitie in
uw ogen de wet onjuist geïnterpreteerd?

Bedoeld onderzoek van de AID is voor de huidige stand van zaken niet
meer relevant, omdat inmiddels aan betrokkene ontheffing is verleend.

10

Bent u bereid alle ontheffingen voor zwanendrifters per direct in te
trekken? Zo neen, waarom niet? 

Neen.

11

Deelt u de mening dat het verhandelen van beschermde inheemse soorten en
het exporteren van levende knobbelzwanen naar landen als bijvoorbeeld
Frankrijk niet past in het huidige tijdsbeeld en de huidige opvattingen
over het welzijn van dieren en niet overeenstemt met de geest van de
Flora- en faunawet en de Gezondheid- en Welzijnswet voor Dieren? Zo ja,
in welk kader plaatst u dan de gegeven ontheffing(en) terzake? Zo neen,
waarom niet?

De Vogelrichtlijn en dienovereenkomstig ook de Flora- en faunawet
verbiedt de handel in uit het wild afkomstige vogels. De handel in
nakomelingen van gehouden vogels is niet verboden. De GWWD verbiedt
evenmin de handel in levende zwanen. Zie ook mijn antwoord op vraag 1.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN 

VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

1)   HYPERLINK "http://www.aid.nl/AIDNIEUWS0041" 
http://www.aid.nl/AIDNIEUWS0041 





Datum	Kenmerk	Paraaf:	Vervolgblad

  REF datum  \* MERGEFORMAT  17 september 2008 	  REF onskenmerk  \*
MERGEFORMAT  DN. 2008/2572 	  PAGE  \* MERGEFORMAT  4 



                                                                        
                    

Directie Natuur



















uw brief van	uw kenmerk	ons kenmerk	datum





	onderwerp	doorkiesnummer	bijlagen